Alkmaarsche Courant Donderdag 21 Maart 1912. Gemeenteraad van Alkmaar. VERHURING VAN GROND ACHTER DE KALKOVENS. De hee/r Thorns en trekt daarop Klin No. 69 VAN den voor den Zittlug rau Woensdag 20 Maart 1913. Voorzitter de burgemeester G. RIPPING. Secretaris de heer C. D. Donath. Tegenwoordig 19 leden. De notulen worden goedgekeurd. Aan de vergadering wordt medegedeeld a. dat is ingekomen: een schrijven id. 7 Februari 1.1. van Mej. A. A. Ilolsmuller, houdende daukln tui ging voor hare benoeming tot onderwijzeres aan de 4e Gemeenteschool. b. als voren, een schrijven d.d. 8 Februari 1.1. vau den controleur, den heer A. J. P. Spiesz, houdende dankbetuiging voor de verhooging zijner jaarwedde. o. alsvoren, een schrijven d.d. 10 Februari 1.1- y< eenige stads-werklieden, houdende dankbetuiging voor het besluit tot verlenging van den termijn, waarop een bijslag op hun loon is toegestaan, tl. alsvoren, een schrijven d.d. 20 Februari 1.1. van heer J. Francken, houdende dankbetuiging zijne benoeming tot bezoldigd ambtenaar van burgerlijken stand. a—d voor kennisgeving aangenomen. e. alsvoren, een schrijven d.d. 1 Maart 1.1. van het Burgerlijk Armbestuur, houdende verslag omtren. den toestand van het armwezen over 1911. Te voegen bij de stukken voor het gemeentevei slag. f. alsvoren, een schrijven d.d. 16 Februari 1.1. van Mr. J. L. Steenlack, houdende verzoek om ontslag ais lid der commissie tot wering van schoolverzuim. Eervol verleend met dankbetuiging voor verleende diensten. T g. alsvoren, een schrijven d.d. 16 Febr. 1.1. van r. T„ Steenlack, houdende verzoek om ontslag ais tnt der oommissie von toezicht op het Stedelijk Mu ziekkorps. Als voren. h alsvoren, een schrijven d.d. 17 Februari 1.1. van - o- vrouw Bogaert-de Sturler de inemsberg, houdende verzoek om ontslag als lid der commissie van toe zicht op het handwerkonderwijs. Als voren. i alsvoren, een circulaire van het dagehjksch bestuur vau deu Alg. Ned. Wielrijdersbond, waarin de wen- scbelijkheid van een goede plaatsaanduiding wordt Gesteld in handen van B. en W. ter fine van af doening. j. alsvoren, een schrijven d.d. 16 Februari 1.1. vau den heer C. A. Grootegoed, houdende dankbetuiging voor zijne benoeming tot directeur der gemeente- reiniging. 11 vr co k. alsvoren, een schrijven d.d. 14 Februari 1.1. No. van de Gedeputeerde Staten, houdende bericht, dat 's Raads besluit van 31 Januari 1.1. tot wyziging van het reglement van orde voor deu Raad, dooi genoemd college is aangenomen voor kennisgeving. 1. alsvoren, eene apostille d-d. 31 Januari 1.1. van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van een uittrek sel uit het Kon. besluit van 23 Januari 1.1. No. 0, krachtens hetwelk tot 1 Januari 1917 zijn goedge keurd de aan liet gemeente-slachthuis geheven rechten. j_l voor kennisgeving aangenomen. m. alsvoren, een adres d.d. 8 Februari 1.1. van^Ds A. C de Regt c.8., houdende het verzoek aan het stads ziekenhuis do gelegenheid tot klasseverpleging te openen. De voorzitter deelt mede dat is ingekomen een ndhaesie-adres van 327 personen uit de gemeente en stelt voor deze adressen in handen te stellen van li- en W. om praeadviee. De heer Thomson zegt, dat hij deze zaak zeer urgent vindt en stelt voor, daar hij meent dat B. en W. toch gunstig zullen advieeeren, dat de Raad zich uitspreekt voor klassenverpleging. De voorzitter deelt mede dat reeds vroeger do raad zich in dien geest heeft uitgesproken en acht dezo uitspraak onuoodig, tenzij de heer Thomsen mocht meenen, dat die uitspraak wensehehjk is met het oog op de andere samenstelling van den Raad. De heer Thomsen acht die uitspraak op dit c,ogenblik gewenscht. De heer Van der F e e n de L 111 e s op deze discussie niet voorbereid en meent, dat zoodanige uitspraak niet kan geschieden, daar de zaak verband i ..tiiV».n+ rr\lmw An '(Ia Mi- houdt met de uitbreiding van het ziekenhuis en 'de re organisatie der inrichting. Beter acht spr. hot thans het advies van B. en W. af te wachten en vindt het zelfs gevaarlijk een beslissing te nemen. De voorzitter zegt dat de heer Thomsen dat moet weten. De heer Ringers maakt ook bezwaar thans een uitspraak te doen, ofschoon hij niet tegen klassenver- pleging is. Do voorzitter vraagt of de heer Thomsen, gehoord de bezwaren van de beide heeren, het niet raadzaam acht thans dat- voorstel in te trekken. De heer Glinderman heeft ook bezwaar tegen een dergelijke principieele uitspraak. De heer D o r b e c k zal eT niet te veel van zeg gen. Hij wenscht objectief geen tegenstander van in williging van het verzoek te zijn, doch gezien de om- standighoden, de subjectieve invloeden, waaronder dit verzoek is ingediend, zal de stemming zeer waarschijn lijk ook onder die; invloeden staan en dus niet zuiver z'jn- Er zijn heel veel andere en belangrijker kwesties voor de gemeente. En als men steeds weer een uit spraak van den raad wensclite waar de samenstelling is gewijzigd, dan zou heel veel tijd verloren gaan. Spr. zou willen voorstellen het adres in handen van B. en W. te stellen, opdat B. en W. te zijner tijd den raad van praeadvies konden dienen, ook in verband met de plannen tot reorganisatie van het stedelijk zie kenhuis in zijn geheel. Laat de raad dan alles tege lijk behandelen, opdat men zijn gedachten kan laten gaan over de geheele zaak als geheel. De voorzitter wijst er op dat allang de voor stellen tot reorganisatie er zijn. Dr. v. Eede heeft een uitvoerig advies in deze gegeven, die dit splitst in 3 deelen. Een deel daarvan, de reorganisatie van den geneeskundigen dienst, heeft de raad reeds bereikt. De voorzitter hoopt dau ook dat de Raad zal willen medewerken om deze. kwestie van den geneeskundigen buitendienst partieel te behandelen. De heer 1) orb eek verklaart daar niets tegen to hebben, doch heeft bedoeld, dat men den inwendigeu dienst van het ziekenhuis, de verpleging ter plaatse, in zijn geheel zou behandelen. Nogmaals wijst spr. r op hoe tengevolge van dit verzoek nu een uitspraak vertroebeld zal worden en beveelt intrekking aan, De voorzitter vraagt, of de heer Thomsen zijn voorstel handhaaft. De heer Thomsen meende, dat B. en W. prijs zouden stellen op een uitspraak als door hem bedoeld. De voorzitter zegt, dat een duidelijke uit spraak zeer zeker gewenscht wordt, maar waar do stemming thans zou worden vertroebeld, acht spr. een uitspraak thans niet gewenscht. n.'alsvoren, een adres d.d. 24 Februari 1.1. vau de afd. Alkmaar van den Bond van Ned. Onderwijzers, houdende verzoek om over te gaan tot aanstelling van een of meer schoolartsen. Gesteld in handen van B. en W. om advies, o alsvoren, een schrijven d.d. 9 Maart 1.1. van en heer A. G. den Boe-sterd, ten geleide van teekemn- gen en een model in hont voor een nieuwe Scha- penbrug met verhoogde voetpaden. De heer D o r b e c k merkt in verband hiermede op, dat de brug een nieuwe vloer heeft gekregen en vraag of dit er op wijst, dat cle vernieuwing lang op zicli zal laten wachten. De Voorzitter zegt, dat de vernieuwing om het marktverkeer zeker tot het najaar zal moeten worden uitgesteld, daarom i» het dek vernieuwd. Als voren. p. alsvoren, een adres d.d. 14 Maart 1.1. van de om missie van voorbereiding in zake het stichten, van een Electrische Centrale voor West-Friesland, hou dende het verzoek om vóór of op 15 April a.s. eene beslissing te willen nemen omtrent aansluiting aan de bedoelde centrale. Gesteld in handen van B. en W. om prae-advies j. alsvoren, een adres d.d. 8 Maart 1.1. van J. 1L Muii- ren c.s., bewoners van den Tienenwal, om de ge noemde straat te doen bestraten. Als voren. r alsvoren, een schrijven d.d. 13 Maart 1.1. van den lieer G A A. Eeltink, houdende bericht, dat, lnj voor den cursus 1912/1913 aau de Haiidelsdag-sehoo. wegens zijne benoeming tot Hoofd der K. K. U" zondere School te Uitgeest, niet meer in aanmer king wenscht te komen. Voor kennisgeving aangenomen, s alsvoren, een adres d.d. 0 Maart 1.1. van de ereeni ging „Alcmaria" tot bevordering van het reemete lingenverkeer, houdende het verzoek om op U April a.s. een harddraverij te mogen orgamseereo in de Harddraverslaan. Do Voorzitter zegt, dat de beschikking' op ait verzoek behoort tot de competentie van B. en V De heer v. d. Feen de Lille betoogt aan de hand van de interpretatie van professor Oppenlieim, dat feitelijk deze zaak bij den Raad behoort. Evenwe liet is gewoonte om zulke zaken door B. en \lte la ten beslissen. Het geldt hier echter een beroep naar aanleiding van een beslissing van B. en W. De Voorzitter verschilt van gevoelen met den heer v. d. Feen de Lille, het kan niet in de bedoeling liggen om over al dergelijke dingen te laten beslisSen door den Raad. De heer Boel mans ter Spill zegt, dat Het hier niet geldt een in gebruik geven van gemeente-ei gendom, doch eenvoudig het toestann om tijdelijk ge bruik te maken van gemeentegrond, voor een aange geven doel. Het bedoelde wetsartikel ziet op heel iets anders. De heer v. d. Feen d e Lille voelt meer voor t bezwaar van den heer Boelmans ter Spill, dan voor dat van den Voorzitter. De heer Glinderman heeft reeds vroeger m denzelfden geest een opmerking gemaakt en is het- ge heel met den heer van der Feen de Lille eens. Na eenige discussie wordt door den oorzitter voorgesteld het verzoek ontvankelijk te verklaren en afwijzend te beschikken. De heer v. d. Feen cle Lille gaat wel met het voorstel van den Voorz. mee, doch wenscht er nog op te wijzen, dat de toon van den opzichter van den Hout ten opzichte van den Voorzitter van „Alcmaria niet gepast is. Indien de heer Bastert met zijn jachtJion- den den boel in den Hout veruielt, dan moet Scliumer I tegen den beer Bastert proces-verbaal opmaken. Verder betreurt spreker het echter, dat door weige ring de feestviering ter gelegenheid van den Julianrf- dag niet kan plaats hebben. De Voorzitter meent, dat de Juliana-dag m hoofdzaak door de kinderen moet. worden gevierd en voor kinderen is zoo'n harddraverij geen uitgekozen feest. Den heer G overs zou het spijten als het feest niet kon plaats hebben. De Harddrnverslaan is de mooiste baan die daarvoor in Nederland bestaat. Voorts is sprekeT bet eens met den heer v. d. leen de Lille, dat de toon dien de opzichter aanslaat, zeer on gepast is. Spreker verklaart voor het verzoek te zul len stemmen. De. lieer Boelmans ter Spill zegt, dat het advies van den opzichter eigenlijk niet voor den Raad was bestemd, dtoch voor B. en W. De heer v. d. Feen de Lille geeft dat- toe, maar de Raad zou toch ten allen tijde overlegging van dat advies kunnen vragen. En dan heeft de Raa<l t0' altijd in hoogste instantie het recht om dergelijke be woordingen af te keuren. De Voorzitter zegt, dat het zeker niet weer zal gebeuren. De heer Dorbeck betoogt, dat het feest van den Juliana-dag niet uitsluitend door kinderen behoeft te worden gevierd. Voorts zegt spreker, het eens te zijn met den heer v. d. Feen de Lille, en geeft als zijn meening te kennen, dat in de maand April het Pras~ gewas niet zoozeer heeft te lijden van een dergelij f GASt. De heer v. d. Bosch verschilt met den heer Dór- beek van gevoelen, hef. geldt ook niet alleen het ^ras- gewas, maar de jonge hoornen1, die men er beeft ge plaatst. J rr -u De Voorzitter wijst er op, dat de oude itarii- draverij-Vereeuiging haar eigen dood is gestorven, daar er voor dergelijke sport blijkbaar geen belang stelling was. Bovendien heeft men zijn jaarlijks con- coiïrs-hippique, ook daarom achtten B. en V. inwilli ging niet gewenscht. De heer G o v e r s betoogt de wenschelykheid om het verzoek toe tc staan, ook in verband' met. het vreemdelingenverkeer. De heer de Groot ondersteunt dit voorstel o. a. op grond, dat „Alcmaria" zooveel voor de gemeente doet. Stemmen: „Tracht te doen misschien."^ Daarna wordt het voorstel van B. en W., om het verzoek van „Alcmaria" niet in te willigen, verworpen met 13 tegen 6 stemmen. Togen stemden de heeren v. d. Feen de Lille, hoi- tuin. Dorbeck, de Groot, Thomsen, Govers, Leguit, Ringers, Glinderman, van Buijsen, Luiting, den Boes- terd1 en Wanna. Vóór stemden de heeren Boelmans ter Spill, van den Bosch, Meienbrink, de Wit, Zaaclnoordijk en do Lange. t. alsvoren, een schrijven d.d. 5 Maart 1.1. No. 48/, van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, waarin wordt aangedrongen op eene spoedige verbetering van de Kanaalkade. Gevoegd bij de desbetreffende stukken, u. alsvoren, een schrijven cLd. 15 Maart 1.1. van dee heer A. Fortuin, houdende het verzoek hem verlof te verleenen eenige door hem geformuleerde vra gen te mogen stellen aau B. en W. inzake de voor gekomen staking bij het lossen van steenkolen voor de gasfabriek. Verleend vóór punt 2 der agenda, v. alsvoren, een schrijven d.d. 18 Maart 1.1. van Je vereeniging van R. K. gemeente-werklieden „Sr. Adelbertus", houdende dankbetuiging voor het ge- T. tc- be- voorstel nomen besluit, inzake bijslag op het loon der ge meen te-werklieden. Voor kennisgeving aangenomen, w. alsvoren. een adres d.d. 19 Maart 1.1. van P. Boom. houdende het verzoek km, zoo mogelijk gen 1 April a.s., ontslag te verleenen uit zijne trekking van havenmeester alhier. De Voorzitter stelt, voor hef ontslag te verko len op door B. en W. te bepalen datum. De heer valiBuijsen vraagt of het niet wensclie lijk zou zijn om voor functionarissen als deze een ter mijn van ontslagaanvrage in de verordening vast te 1(?S])e V oo rz it t e r is daar in beginsel niet tegen, maar het kan toch zijn bezwaar opleveren. Zooals in geval zou het de oorzaak kunnen zijn, dat een per - 1 aanmerking kon ko- dit w soon niet voor cle benoeming m men. De heer D o rr b e c k is ook van oordeel, dat zonder dergelijke bepaling als de heer van Buy sen wenscht, het dienstverband wel wat te los is; ook spreker zo wenschen, dat het anders werd geregeld. Wrts vraagt spreker of de havenmeester niet eerder ontslag had kunnen vragen. r z i t te r zegt, dat de benoeming \oor den De V o or WMip man zelf ook geheel onverwacht kwam. Daarna wordt het ontslag verkend, x. alsvoren, een gedrukt stuk (Ld. 15 Maart 1.1. (bedtr. ontvangen), van den heer Jan Pot, houdende be schouwingen over do exploitatie van een spoorlijn langs de Ranaalkade. Zoonoodig ter sprake brengen by punt 9 INTERPELLATIE STAKING KORENDRAGERS. Hierna kwam aan de orde de interpellatie van deu heer Fortuin. De vragen luidden: lo Is het waar, wat in de plaatselijke bladen ge meld wordt, dat er gestaakt werd by het lossen van steenkolen ten behoeve van de gemeente-gasfabnek 2o. Waarom heeft men een ploeg van ld man Zaandam laten komen en hen onmiddellyk met 2 per sonen versterkt, niettegenstaande men met genegen was dc Alkmaarsche ploeg met één man te vermeerüe- 3o. Wat is de reden dat men de 2 Alkmaarsche werkwilligen lossers zonder opgaaf van redenen, aan gezegd heeft, dat men hunne diensten met meer wenschte? 1 lo. Kan het juist zijn, dat de heer directeur van de gasfabriek nooit bereid is om met deze werklieden over hunne belangen en verzoeken te spreken 1 5o. Hebben B. en W. reeds maatregelen getroffen om in de toekomst de beschikking te hebben over tin geoefenden ploeg van 11 man, opdat groote onkosten vermeden kunnen worden en men geen ongeschik on ongeoefende menschen uit. andere takken van dienst behoeft te requireeroni I)e voorzitter antwoordde: lo. Om dit te kunnen beantwoorden zyn ge ra art- nleegd de nummers der Alkm. Courant 11, 12 en Maart De berichten in de 3 laatstgenoemde zyn juist, dat in die van 6 Maart onvolledig. Achter alinea 1 zou moeten volgen: „I)e losse pwog door Schouten op het oude loon aangenomen, wilde niet aan het werk zonder loonsverhoogmg, t geen door de Directie is geweigerd." Deze ploeg heeft dus in 't geheel geen arbeid ver- richt. l)e Zaandamsche ploeg heeft daarop van 6 tot en met 9 Maart gewerkt, (bijgestaan door 2 werklieden die toegevoegd waren om 't getal ligdagen te beper ken). Deze ploeg staakte Maandagmorgen 11 Maait, omdat de directie de 2 Alkmaaa-ders er uit had geno men, als gevolg der langzame lossing en liet elkaar m dien weg loopeu. Daarop bracht Schouten eon nieuwe ploeg bijeen die, toen ze aan 't werk zou gaan eerst eischte dat aan de Zaandamsche ploeg over Maandag, tien dag waarop ze gestaakt en hoegenaamd geen werk verricht had, vol loon zou worden betaald; toen di. werd geweigerd bobben zij hot werk niet opgenomen. Hierop heeft de lossing met gemeentewerklieden plaats gevonden. 2o. Zooals boven is gezegd, is de Z-aand. 2 man versterkt om zoo weinig mogelijk ligdagen hebben. Het verzoek om aan de Alkm. ploeg één man roe te voegen, heeft de Directie met bereikt. Du is gebleken uit verklaringen van den Directeur en den ploegbaas Schouten. 3o. Het is onjuist dat zonder opgaaf van „mededee- lingen" ontslag zou zijn gegeven. De reden is, dat de Zaand. ploeg met 2 man versterkt verreweg minder werk leverde, dan waarmede in redelykheul genoegen kon worden genomen. Aan de 2 Alkmaardei» is c ie reden medegedeeld door den fabrieksbaas toen liy hun Zondagmorgen 10 Maart aanzegde, dat zij Maandag morgen niet behoefden te komen. 4o Dit is onwaar. Immers de directie is steeds te spreken voor alle werklieden in verband met en aan de fabriek werkzaam, getuige het veelvuldig gebruik dat hiervan gemaakt wordt. Gewoonlijk bespreekt Schouten, als voorman der losploeg, met den directeur de vragen, die zich by dit werk voor mochten doen, uitzondering op dezen regel kwam tot dusver niet voor. Heeft geen der lossers den directeur te spreken ge vraagd, in de meening dat deze zulk een bespreking niet zou toestaan, dan is hun deze verkeerde indruk door anderen bijgebracht, zeker niet door den direc- Mochteu mogelijk bij geruchte aan den heer Fortuin één of meer gevallen beleend zijn, waarbij de directeur cnbereid was, behoorlijk met deze lossers over hunne belangen te spreken, zal het der commissie zoowel als B. en W. aangenaam zijn daarover te worden inge licht, ten einde een onderzoek te kunnen instellen. 5o. op de commissie-vergadering van 18 Maart is voorloopig reeds besproken maatregelen te treffen ter voorkoming van de zoo pas verkregen ervaringen. Zoodra mogelijk zal de Commissie daaromtrent piet 15. en W. in nader overleg treden. Een hiertoe voorbereidend onderhoud had reeds eenige dagen daarvoor plaats tusschen den voorzitter der commissie en de directie. - Dat de werkkrachten, waarmede thans de lossing geschied is, voor dit soort van werk ongeoefend waren, is juist; dat zij echter ongeschikt zouden zijn. kan niet worden toegegeven, de resultaten bewijzen hot te gendeel. Voor wenken van Raadsleden, die kunnen lelden tot een goede oplossing, houden B. en W. zich zéér aan bevolen. I gekomen en men alle onkosten niet had behoeven te maken. Daarom iuterpelleert spreker. Hoofden van dienst zijn dikwijls moeilijk te bereiken. Spr. heeft ook de overtuiging, dat de heer Birkhoff met «emak- k el ijk te bereiken is. Hij is voor die werklieden te deftig Spr.r durft dan ook handhaven de verklaring indien er door den directeur wat meer toenadering was betoond, dit het sein was geweest om aau t weric D,'.' hrer Birkhoff heeft zich in deze niet getoond een commercieel teehnicker. Dan vindt spreker de verklaring dat 12 man elkaar in den weg loopen en elf man niet, wel eigenaardig. Komt dat door die eenen man? De v o o r z i t t e r: Zij liepen elkaar opzettelyk m den weg, om weinig werk te verrichten. De heer Fortuin vraagt waarom do 2 werk willigen, die jarenlang het werk doen, juist gedaan De voorzitter zegt, dat de directeur dit moest doen, om de Zaandammers aan 't werk te(hou den Dat de directeur niets tegen U>t, die wordt be doeld, heeft, blijkt hieruit, dat de man nu weer aan 't werk is. De lieer Fortuin handhaaft niettemin zyn verklaring dat de directeur niet voor die losse werk^ lieden te spreken is. Wat toenadering is in dezen tyd zeker zeer aan te bevelen. De voorzitter verklaart het tegendeel; aan de gascommissie is het anders gebleken. men moet de waarheid niet hebben gesproken. Wanneer de heer Fortuin nu zijn verklaring in handen stelt dan zal er een onderzoek worden wat de De heer Fortuin zegt dank voor de bereidwil ligheid hem door den voorzitter en den raad betoond. Voorts vraagt spr. of dit ren antwoord is van B. en V of van den voorzitter. Spr. zegt dat hij niets heeft tegen den persoon van de directeur, toch heeft spreker enkele opmerkingen^ Vraag 2 vindt hij niet voldoende, beantwoord. Wat het spreken met den directeur aangaat. De voorzitter valt den heer Fortuin even in de rede, daar deze blijkbaar 2 vragen door elkaar haalt. De voorzitter leest nog eenmaal het antwoord op vraag 2 voor en legt dit den heer Fortuin nader uit. De heer Fortuin zegt echter, dat hy een ver klaring heeft van 30 kolendragers, waaruit door hem wordt aangetoond, dat indien er wat goede wil was geweest bij Schouten, dat dan de zaak niet zqovoi vaa van den voorzitter, ingesteld. De heer Fortuin vraagt ten slotte nog, kosten geweest zijn van deze zaak. De Voorzitter zegt, dat hij daarop een ant woord kan geven in de volgende zitting, het betreft alleen de kosten van de meerdere ligdagen en de reis kosten der lossers naar Zaandam. De heer Glinderman zegt nog, dat het vreemd is, dat de menschen niet naar den Burgemeester zyn geloopen, waarom gaat men wel naar een Raadslid De heer Fortuin verklaart, dat hij niemand! by zich heeft gehad; de verklaring is hem door een ver trouwd man gegeven. De Voorzitter zegt, dat de verklaring van den directeur daar tegenover staat en de Gascommissie zal kunnen getuigen, dat de voorman van de arbeiders steeds toegang heeft bij den directeur. Hij hoopt, dat de leden van de gascommissie dit zullen willen onder schrijven. De heer vanBuijsen wijst er op, dat door den neer Fortuin den directeur wordt aanbevolen toegankely- kor te zijn voor zijn minderen. Nu zegt spreker dat Schouten, de voormam in het kantoor van den direc teur in- en uitloopt. Indien hij het verzoek om den directeur te spreken niet heeft overgebracht, dan ligt liet niet aan den directeur. Er kan een misverstand bestaan, daar de heer Birkhoff, die meer te doen heeft, dan verzoeken van werklieden te ontvangen, ook eischt, dat men dat op beleefde wijze doet, dat men de vormen in acht neemt. Spr. wenscht in deze zitting ook op de goede hoedanigheden van den direc teur te wijzen en hem o.a. lof te brengen voor de wyze waarop door hem is gezorgd, dat trots de kolenstnking de fabriek voldoende kolen heeft. De heer Fortuin antwoordt hier nog eens op en zegt, dat Schouten de man is van den directeur en daarom niet de geschikste om als tussehenpersoon op te treden. Do Voorzitter zegt, dat het toch niet gaat dat men met nl die menschen onderhandelt; dat doet men toch altijd met een. Verschillende lede.n die met werklieden te maken hebben, zullen dat bevestigen. De heer d e W i t, de Groot en Ri ngrr s beves tigen dit. Daarna wordt de interpellatie gesloten. BENOEMING LEERAAR HOOGDUITSCHE TAAL AAN HET GYMNASIUM EN DE HANDELSDAG SCHOOL. Ter vervulling der vacature ontstaan door het aan den heer L. Lepdesdorff verleend eervol ontslag uit zijne betrekkingen van leeraar in de Hoogduitsche taal aan het Gymnasium en de Handelsdagschool te dezer stede, dragen Burgemeester en Wethouders ter benoe ming voor: lo. G. Ras, leeraar aan de Handelsschool Hofland en aan de Middelbare Technische school te Utrecht. 2o. R. Anholt, leeraar aan het Gymnasium en de H. B. S. te Winschoten. 3o. H. A. L. van Olphen, leeraar aan het Gymna sium te Doetinchem. Benoemd de lieer Ras met 15 stemmen, op den heer Anholt waren 4 stemmen uitgebracht. B. on W. stellen voor aan den hoer W. F. Stoel Jr., handelende onder de firma W. F. Stoel en Zoon te berichten, dat de Raad voor den tijd van 10 jaar met recht van stilzwijgende verlenging tegen 50 per jaar en onder zekere voorwaarden aan adressant wil ver huren een stuk grond achter zijn schelpkalkfabriek aan den Omval, dat het niet wenschelijk wordt geacht dezen grond aan adressant af te staan noch te ver huren met recht van koop. Conform besloten. VERSLAG OMTRENT HET VERSTREKKEN VAN SCHOOLKLEEDING TOT BEVORDERING VAN HET SCHOOLBEZOEK. Ingevolge art. 11 van het Koninklijk besluit van 19 November 1900, Staatsblad No. 202, tot vaststelling' van regelen, waarnaar de gemeenteraad bevoegd is aan .schoolgaande kindereu, ter bevordering van hot schoolbezoek, voeding en kleeding te verstrekken of met dat doel subsidie te verleenen, is de Raad ver plicht binnen twee maanden na bet verstrijken van het dienstjaar, aan de Gedeputeerde Staten verslag uit te brengen nang'annde de wijze, waarop het op de gemeen te-begrooting toegestane bedrag voor het in art. 35 der Leerplichtwet omschreven doel, is besteed. B. en W. stellen in verband hiermede den Raad voor om het door hen opgemaakt ontwerp-vorslag als bovenbedoeld, vast te stellen en te besluiten afschrift daarvan tc zenden aan de Gedeputeerde Staten en den Dist riet s-schoolopziener. Conform besloten. SUPPLETOIRE BEGROOTING VAN HET BUR GERWEESHUIS, DIENST 1911. Voorgesteld wordt een suppletoire begrooting vast te stollen in ontvang en uitgaaf op J 11864.37, het batig saldo der rekening dienst 1910, teneinde dit be drag over te schrijven op den dienst 1911 en voor be legging te bestemmen. Goedgekeurd. BEG ROOTING VAN HET BURGERWEESHUIS DIENST 1912. Deze begrooting sluit in ontvangst en uitgaat met een bedrag van 9025 tegen 10575 over 1911. Hot aantal tot het huis behoorende weezen bedraagt thans 26. Onder de buitengewone ontvangsten komt voor het eerst niet meer voor oen bedrag als aflossing dei ge meente Alkmaar zijnde de laatste aflossing ad 1000 ontvangen in 1911. Het bestuur wil trachten, ondanks de stijging van de prijzen die levensmiddelen en de daarmede gepaard

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 5