DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Kaasmarkt* LIEFDESOFFER Vw.. No. 72 Honderd en veertiende Jaargang. 1912 MAANDAG 25 MAART. PROEF ZE NAAST ELKAAR 1 Kg. 7a.. f 1.50 - 0.80 0.42/a, 0.18 FEUILLETON. VAN HOUTEN'S Roina DE VOLKSDRANK BIJ UITNEMENDHEID. Uit den Raad* - senander merk EN EEN ANDER MERK GOEDKOOPE CACAO EN GIJ BLIJFT BIJ - VIERKANTE BUSSEN (Slot.) ACAO ;;V ,r BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden dat, door de vervroeging van de kRutsmarkt met een half uur, de verkoop van de Commissie-kaas eveneens vroeger aanvangt en wel in plaats van te elf uur te lialt elf. Alkmaar 23 Maai t 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK- MAAR brengen ter algemeene kennis dat in het Ge meenteblad van Alkmaar, Nos. 366 en 367, zijn opge nomen de besluiten vau den Raad1 dier gemeente van 20 Maart 1612, waarbij zijn vastgesteld: lo. een besluit omtrent het verkrijgbaar stellen van ijs uit de gemeentelijke ijsfabriek; 2o. eene verordening tot wijziging der verordening, regelende het beheer van het gemeente-slacht huis en den rang, het getal, de bezoldiging en de wijze van benoeming van bet daaraan verbonden personeel, welke verordeningen, heden afgekondigd, gedurende drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van 0.05 alge meen verkrijgbaar zijn gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 25 Maart 1912. door RUDOLF STRATZ. 70) _o_ „Waar zullen wij dan van leven?" Deze eenvoudige vraag bracht haar geheel in de war. Zij zweeg en voelde alleen, dat zij uit de lucht weer op aarde terugviel. Georg ging voort: „Schat., het weinige, dat jij nog hebt, is gauw op. Ik bezit heelemaal niets om-je de waarheid te zeggen, komt alles, wat in de Meinekestrasse staat, van de deurmat tot de kleinste pan of een leeg lucifersdoosje in de keuken, van geld uit Worms en moet dus daarheen weer terug. Ik wil mij niet onrechtmatig verrijken Als ik mijn uniformen en boeken verkoop, zal de op brengst juist toereikend zijn voor een civiele uitrus ting. Ik heb vrijen overtocht. Buiten leef ik zoo zui nig als ik maar kan, en stuur jou, wat ik overhoud!" In haar ontroering kon Vera alleen herhalen: „Ja en ik dan?" „Jij moet hier wachten, tot ik vrij ben. Dan kom je over en wij trouwen daar. Het is een vreese- lijke beproeving voor ons. ik heb mij vannacht uit alle macht tegen de gedachte er aan verzet.van daar ook, dat ik aan het station zoo verstrooid was. maar het kan absoluut niet anders.... Je moet moe dig zijn! Als wij tot nu toe zooveel doorgekomen zijn, zullen wij met Gods hulp de rest ook wel overkomen „Waar moet ik dan blijven?" Zij vroeg dit met een door tranen verstikte stem en hij, zelf van streek, zocht liaar te troosten. „Hier ergens of in Londen of waar je wilt. Wij ALKMAAR, 25 Maart. De geweldige loonstrijd in Engeland is deze week met onverzwakte krachten voortgevoerd. Noch de regeering, noch het parlement hebben tot dusverre de tegenstellingen kunnen overbruggen. De heer As- quith heeft een wetsontwerp ingediend, dat zoowel door mijneigenaars als mijnwerkers gehekeld en doel loos genoemd wordt. Het Lagerhuis was zelden zoo vol als verleden Dinsdag: sleehts zieken ontbraken op hunne plaats in de zaal en op de tribunes was geen plekje over. Het ontwerp, dat toen voorgelezen werd, bepaalt, dat aan de onder den grond werkende arbeiders een minimum loon toegekend wordt. Districts-commissies zullen het vaststellen. Deze commissies of raden zullen door werkgevers en werknemers gekozen worden. Ze zullen ouk regelen vaststellen, om de uitkomst en den goe den gang van den arbeid te verzekeren- De werkman zal geen recht hebben op het loon, als hij van die re gelen afwijkt. De mijneigenaar is niet verplicht, zij ne mijn voor de arbeiders open te stellen. Geen werkman is verplicht, in de mijn af te dalen. Geen dwang, geen boeten, maar een minimum-loon voor don man, die gewerkt heeft volgens de voorschriften. De werkman kan den werkgever in rechten om de uit betaling van zijn loon aanspreken. De mijnwerkersbond eischte al dadelijk dat in de wet zou worden opgenomen een algemeen minimum loon van vijf shillings daags, benevens van de lijst der minimumloon en, door hen opgemaakt. De arbeiders- J partij stelde een amendement in dien geest voor, dat door de regeering evenwel niet werd overgenomen, liét best heeft men toen maar gevonden, over deze kwestie een nieuwe satnenspreking tussehen werkge- vers en werknemers te doen houden. Een oplossing is dus nog niet bereikt. Intusschen is de crisis nog ingewikkelde* geworden door de in hechtenisneming van den leider Tom Mann, in ver band met een artikel. liet heet, dat velen beslist wei geren weer aan den arbeid to gaan, zoolang de beer Mann in hechtenis blijft! Voorts trok in Engeland de aandacht het betoog van minister Churchill bij het indienen der marinobe- grooting, dat de Engolsehe vlootuitbreiding geheel en al zal afhangen van de snelheid, waarmee Duitsch- land schepen bouwt. Hij onthield zich echter zorg vuldig van elk dreigement en elke uitdaging, zoodat men in Duitschland deze rede kalm opvatten kon en zij geen afbreuk behoeft tc doen aan de hoop, dat 1912, intcgenstclling met zijn voorganger, de betrek kingen tussehen beide landen zal verbeteren. In Duitschland waar de staking in het Roerbek- ken is vorloopen en geëindigd zijn militaire wets ontwerpen ingediend, waarvan uittreksels zijn medege deeld. De Duitsche Keizer is Vrijdagavond zijn voorjaars- reis naar het slot Aehilleion op Korfoe begonnen. Al lerlei geruchten over veranderingen in de regeering vergezelden hem. liet is vrij zeker, dat de hr. Kiderlen Wiichter, de staatssecretaris van buitenlandsche zaken zal gaan men doodverft hem nis gezant te Konstan- tinopel. Maar ook de positie van den rijkskanselier, den heer v. Bethmann llollweg schijnt geschokt en het is de vraag, of hij het vertrouwen des keizers wel herwinnen zal. Niet onmogelijk zijn ook zijn dagen geteld. In de Fransche Kamer is ook deze week weer ge sproken over de buitenlandsche politiek, en daarbij betoogde de heer Jaurès, dat de vrede van het land slechts verzekerd kon worden, wanneer Frankrijk zoo wel niet Engeland als met Duitschland een soort van verbond aanging. Dat verwekte protest en een der Kamerleden riep uit: „En wat doet gij dan met El- zas-LotharingenDe heer Jaurès antwoordde: „Het herstel van het recht dat gij wenscht zult gij nóch door een nieuwen oorlog, noch door nieuwe bondge nootschappen verkrijgen. Gij weet zelf dat het ver bond met Rusland alleen is aangegaan om den status quo te bewaren. Al verklaren de Elzas-Lotlniringers telkens dat geen macht ter wereld hun de herinnering aan het verleden ontnemen kan, toeh roepen zij aller minst om de beslissing van de kwestie door middel van een oorlog, die hun reeds zoo vaak zwaar-bezoehl land weer onvergelijkelijk gvoote nadeelen zou bren gen." De minister-president heeft kort geantwoord, maar allen, die wegens hun Marokko-politiek werden aange vallen, zooals de heeren Caillaux, Monis, Cruppi, 'Bri and, CJemenceau, Delcassé, alle oud-ministers, deden er het zwijgen toe. De Kamer gaf de regeering eon votum van vertrouwen, maar de aanvallen van den heer Jaurès zullen niet nalaten indruk te maken. Eindelijk moeten we nog oven stilstaan bij den Ita- liaanseh-Turksehen oorlog. De oorlogstoestand be staat nog steeds, al hoort men niets anders dan onbe trouwbare telegrammen over overwinningen en over handelend optreden, dat steeds op handen heet. Dat Italië graag mot Turkije tot oen gunstigen vee zullen wel een plaatsje voor je vinden, waar het goed koop is. Dan zet je daar krijtstreepjes op den muur en veegt er iederen dag één uit en ik doe hetzelfde in Afrika en eindelijk komt het laatste streepje en wij zijn weer bijeen niet waar?.Vera. doe mij genoegen en begin niet te huilen hier op straat.... Zij bedwong zich, klemde haar tanden op elkaar en zei zacht: „Neen!" Zij droogde haar tranen, terwijl zij zwijgend naast elkaar voortliepen. Hij zag, hoe bleek zij was en vroeg angstig: „Vera. valt het je te zwaar?" „Nee. laat me. Plotseling barstte zij uit: „God.... alweer wach ten..,. weer alleen zijn.... weer terneer zitten en zichzelf verwijten maken, dat je alle menschen onge luk bezorgt. Waarom is het lot altijd zoo wreed voor mij? Waar moet ik nu weer dc kracht vandaan halen, Georg?" „Door de hoop en het vertrouwen, Vera!.... Denk eens, het had1 veel erger kunnen zijn. Ik had wel mijn vrijheid in het geheel niet terug kunnen krijgen. Wat dan?.Wij zijn toch nog jong! Wat is nu één jaar in verhouding tot ons geheele leven!.... Klaag nu niet en breek niet mijn energie! Het moet gebeuren! „Ja. Je hebt gelijk. Vergeef me!" zeide zij zacht. Zij drukte zich dicht tegen hem aan, als zocht zij steun bij hem, en schoof haar arm in den zijne. Maar onmiddellijk daarna trok zij dien weer terug; in de verte kwam een jong artillerie-officier met een dame aan. Het waren Muthardt en zijn vrouw, bij wie z'j elkaar dezen winter voor het eerst weer ontmoet had den. Deze hadden blijkbaar goede oogen, want op nog wel vijftig pas afstand', zeide luitenant Muthardt iets tegen zijn vrouw, waarna beide plotseling een hoek omsloegen en in een andere straat verdwenen; schijnbaar zonder Georg en Vera gezien te hebben. Dezen keken elkaar aan: zoo iets overkwam hun nu ieder oogenblik: daarom weg.... weg.. ..het werd de zou willeiukomen, ligt voor de luind eu aan pogin gen van derden, om het Turksehe kabinet zin te doen krijgen in de ltalinansche vredesvoorwaarden ont breekt het niet. Maar de Turksehe regeering doet alsof ze doof is, en toont weinig neiging den oorlogs toestand te veranderen, die voor haar nu niet zoo erg onaangenaam is en den tegenstander slechts tot last moet strekken. In verband hiermede is het altijd nog te verwachten, dat Italië door elders een beslissende» slag to slaan, Turkije zal dwingen den vrede te sluiten. Onder deze omstandigheden zijn de samenkomsten au den Duitschen Keizer en zij'u bondgenooten te Weonen en Venetië zeker niet van belang ontbloot. hoog tijd Eenigszins wrevelig zei hij: „Als ik er aan denk, wat mij thuis allemaal wacht! Onderhandelingen met den huisheer om het contract opgeheven te krijgen. Expediteur afschrijven bij de politie. Belasting en gasrekeningen. liet is om gek te worden Zij beet zich op de lippen. Zij vond die nuchtere, alledaagschheden verschrikkelijk. Hij merkte dit wel en zei, een weinig heftig: „Ja, het leven bestaat nu eenmaal uit kleinigheden! De groote dingen zijn als de rozijnen in een koek. Ik moet dit alles wel doen, anders laten zij mij niet gaan. Ik heb niet vee! zin, om naderhand1 geerchtelijk vervolgd te worde®. Dan zou er nog wat anders gebeuren, Vera!" „Je hebt gelijk," zei zij onderworpen. „Ik ben dom. Ik leef nu eenmaal op de maan en niet op de aarde!. Ik stel mij steeds alles zoo mooi voor en dan komt liet verstand.... O, wat haat ik dat toeh!.... Zij gaf hem de hand: „Het beste is, dat wij nu af scheid nemen voor een paar uur. Dan kan ik in dien tijd mijn oude woning neg eens opzoeken!" Zij wee- over de Lützowplaz, waar zij juist stil stonden, naai haar vroeger pension. „Jij kunt dan toeh niet moe dat begiijp je?" Hij knikte. Natuurlijk! Anders hadt je het lieve leven weer gaande. Zij beefde over haar geheele li ehaam, maar zij deed haar best, flink te zijn. Zo< flink en praetisch, als hij maar verlangen kon. „En jij doet in dien tijd jouw zaakjes af en komt mij dan in Zehlendoff halen. Ik blijf daar ook niet lang meer. Ik zal aan het raam staan, als je komt. Beiden leden zij door die nietige hinderpalen, die hot leven tussehen hen plaatste. Daarbij dacht Vera wat is dit alles nog vergeleken met die vreeselijke noodzakelijkheid, een jaar van elkaar gescheiden t blijven. Zij gevoelde wel, als zij nu niet vlug afscheid nam, dat het met haar zelfbehoersching gedaan was, En dit wilde zij hem besparen. Zij drukte hem haas Yccl werd er in de raadsvergadering van Woensdag gesproken over het adres van de vereeinging „Alcma- na," houdende het' verzoek om op 30 April a. st. een larddraverij te mogen organiseeren in de llarddru- vcrslaan. De vereeniging had zich eerst per adres tot B. en W. gewend, en een afwijzende beschikking gekregen. Burgemeester en Wethouders stonden op het stand punt, dat de beschikking op dit verzoek behoorde hij lmn college. Doch zij zetten zich niet erg schrap en verklaarden liet beroep op den Raad ten slotte toch maar voor ontvankelijk. Al. a. w. zij lieten zich de be slissing uit handen nemen, stonden toe, dat de Raad zich begaf op een gebied, waar hij h. i. niet thuis hoort. Een gevaarlijk antecedent voorzeker, waarvan liet onmiddellijke gevolg natuurlijk is, dat allen die bij B. en W. met een dergelijk verzoek bot vangen, „in liooger beroep gaan" het kost sleehts 22Va cents voor een zegeltje, men loopt hoegenaamd geen gevaar n een nog slechtere conditie te komen, heeft slechts tc winnen en niets te verliezen. Eu zullen anderen, die met een ander verzoek te vergeefs komen bij B. en W., zonder dat dit college zijn bevoeglieid te buiten gegaan is, zich niet eveneens tot den Raad wenden? Naast dit Alkinaarscke geval willen we even een Rotterdamsch plaatsen, dat zeer actueel is en er mee te vergelijken valt. B. en W. van Rotterdam hadden geweigerd voor do 1 Mei-viering de Beurs beschikbaar te stellen. Kwam er nu een adres bij. den Rotterdamschen Raad in, om toch vergunning te geven, nam die Raad zelfstandig een beslissing? Geen sprake van. Een der raadsleden diende een interpellatie in, de voorzitter antwoordde, verschillende raadsleden voerden het woord, maar het eenige effect was, dat een groot deel van den Raad met de weigering niet ingenomen bleek te zijn. Deze gevoelens luidden kunnen worden neergelegd in een motie van afkeuring ann liet adres van B. en W., maar verder had de Raad dan niet kunnen gaan! liet is tenzeerste te hopen, dat de Alkmaarsche Raadsleden zullen inzien, dat zij in een dergelijke vwestie geen Raadsheeren zijn. Zou het niet het bes te zijn, dat B. en W. spoedig een nieuwe beslissing van den Raad uitlokten? Wat de zaak zelve betreft, heeft de raadsvergade ring niet geleerd, dat de weigering van B. en W. ge lukkig gemotiveerd was. Immers het bezwaar van den opzichter wiens bespottenden en bespottelijk- makenden toon in zijn advies van meer dan één zijde werd gegispt werd met kracht bestreden. Of het nu aanbeveling verdient een harddraverij op den Ju- iana-dag te houden is een andere vraag, bovendien /alt het te bezien of er wel voldoende deelneming met oud-Holla nd'sche sjeezen en met oud-IIollandsehe costumes zal zijn. Immers het geldt hier een harddra verij en geen concours en het lijkt ons niet onmogelijk, dat ct bezwaren zullen zijn tegen het harddraven on der de gestelde voorwaarden. Intusschen, „Alcmaria,"' die zooveel voor Alkmaar en omgeving doet, gelijk de ïeer de Groot in toast-stemming zeide, heeft zijn zin rekregen en zal pogen onze hernieuwde Harddravers- laan in haar oude eere te herstellen. Met groote helniig-iclling hoorden we de verklaring tig, met afgewend gelaat, de hand en liep snel voort naar Pension von Borchersheide, blij, dat de mensehen door haar voile niets van haar tranen zagen. Aan het huis gekomen bleef zij onder aan de trap staan. Zij was 't liefst op de uitgesleten treden neergevallen om het uit te snikken, maar zij droogde haar tranen, ging naar boven, belde en vroeg mevrouw Von Bor- ehei sheidê, die juist zelf open deed, of zij weer bij haar in ponsion kon komen. Toevallig had mevrouw von Borchersheid niet één kamer beschikbaar. Maar Vera keek door de open deur in eenige leegstaande kamers. De weduwe bleef echter op haar stuk staan. Zij was uiterst koel en af gemeten en wilde blijkbaar niet. Zij was natuurlijk op de hoogte gebracht en toen Vera dit eindelijk begreep, zeide zij kalm: „Zoo...." keerde zich om, vloog de trap af en was alweer op straat, zonder zelf te weten, waarheen. Eerst hinderde haar deze weigering wol, 'maar weldra werd zij er weer onverschillig onder. Dat was allemaal niets bij die groote zware wolken, die van alle kanten kwamen opzetten hij buiten zij hier de oude geschiedenis van de twee koningskin deren. geseheiden door het diepe water. Zij liep voort, .eenzaamzielsbedroefd. Toen schaamde zij zich over haar zwakheid, waardoor zij hem eigenlijk niet waard was. Zij beheerschte zich en begon met nieu wen moed een woning te zoeken. Tn de Hardenbcrg- strasse vond zij een klein, eenvoudig pension, waar men de deftige dame in den rouw, met ouderscheiding behandelde. Nadat zij daar alles in orde gemaakt had, ging zij met de Stadtbahn naar station Friedrichstras- se terug. Toen zij dit binnentrad stond zij plotseling voor een dame, die een reistasch droeg en in onderhandeling -tond met een kruier. Zij deinsde terug. „Anna.... ben jij het?" Ja het was haar zuster uit Oost-Pruisen. Maar 't meest bevreemdde haar, dat deze midden in den oogsttijd van huis was gegaan. Terwijl zij elkaar een hand gaven, vroeg Vera, onwillekeurig met eenige on gerustheid: „Hoe kom je iu Godsnaam zoo opeens hier?. (Wordt Ttrvolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1