DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van Houtens
Cacao
LIEFDESOFFER
No. 73
Honderd en veertiende Jaargang.
19)2
D INSDAO
26 MAART.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
ENORM VERSCHIL
in Smaak, Kracht, Geur en Kleur
met alle andere goedkoope merken.
Bevoegde beoordeelaars vinden hierin
terug den smaak en geur, die goed gefa
briceerde cacao moet bezitten. Jt
RONA
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk-
maar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de
gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen
ingediende verzoek met bijlagen van A. TIP, aldaar,
om vergunning tot het oprichten van een gasmotor
van 3 P.K. in het perceel Oudegracht Wijk D No. 175.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in
gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op
Zaterdag 6 April e. k., 's voormiddags te elf uur en
schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen
vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die be
zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge
meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis
nemen.
Alkmaar, 23 Maart 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
KIEZERSLIJST.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen, overeenkomstig artikel 28 der Kies
wet, ter algemeene kennis, dat de kiezerslijst en de
alphabetische lijsten van de namen en voornamen van
hen, die van de kiezerslijst zijn afgevoerd en van hen
die daarop zijn gebracht, door»hun college zijn vastge
steld en van heden af tot en met den 21 April e.k. ter
secretarie voor een ieder ter inzage nedergelegd en
tegen betaling der kosten in afschrift of afdruk ver
krijgbaar zijn gesteld.
Verbetering der kiezerslijst kan tot en met den 15
April a.s. door ieder worden gevraagd, die meent dat
hijzelf of een ander in strijd met de wet daarop voor
komt, niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATII, Secretaris.
Alkmaar, 22 Maart 1912.
ALKMAAR, 26 Maart.
Zooals de lezer weet, gaan er geruchten, dat de heer
v. Bethmann Ilollweg, de Duitsche rijkskanselier,
weldra zijn betrekking zal neerleggen.
Nadert, aldus vraagt naar aanleiding' van deze ge-
doOT
RUDOLF STRATZ.
71) o
„Wij zijn gistermiddag, zóó toen wij het hoorden,
vertrokken en gaan nu over een halfuur door naar
Stendal. I.utz doet dan meteen een paar zaken af..'
..Gaan jullie naar Netzow?"
„Natuurlijk!.... Weet je dan nog niet....?''
Neen
„....dat papa een beroerte heeft gehad?"
„Om Godswil 1"
Om hen heen was zoo'n rumoer en drukte, dat zij
daar niet meer konden blijven staan. Anna vooi Gref-
iern trok Vera, die geheel versuft haar aankeek, een
weinig terzij en schreeuwde haar, onder het af- en
aanrollen van karren met koffers, in het oor: „Het
was gelukkig een lichte aanval en hij wordt al weel
beter! Hij is bij bewustzijn. Hij eet en drinkt en
rookt. De dokter telegrafeerde: voorloopig geen ge
vaar.
„Maar hoe is het gekomen?"
„Hij heeft zich te druk gemaakt!" De stem van An
na klonk Vera temidden van het geraas en getier luid
in het oor. „Hij heeft den laatsten tijd veel met zijn
advocaat gesproken en zijn testament gemaakt...."
„Ja. Dat weet ik!"
„Hij heeft zooveel niet kunne.n verkroppen.... ook
dat die ontginningen op Neetzow mislukt zijn daar
heeft hij zooveel geld in gestoken. de zorgen kwel
den hem dag en nacht. en bovendien.
„Dit „bovendien" ging vergezeld van een blik, die
duidelijk genoeg zeide: „Zijn beroerte -is jouw
schuld....!"
Vera zweeg.Zij keek met droge oogen
voor zien
ruchten de heer Theodor Wolff in een sarcastisch ar
tikeltje, nadert het einde, zal onder het troostende
loover der hoornen van het landgoed Hohenfinow in
den komenden zomer een particulier rusten, die be
hoefte heeft aan ontspanning en zullen we niet vaak
meer de streng schoolmeesterende stem vernemen, die
met nuchtere, afkeurende woorden tegen het wenschcu
en willen van een vooruitstreVenden tijd inging?
Reeds wordt er over den opvolger gesproken en de
„Post" constateert wat men bij elke crisis in
Duitschland constateeren moet dat er niet* ge
schikts onder het regeeringspersoneel is. Nu zal
Wilhelm II weldra op Korfoe toeven, en misschien
valt hem te midden van de heerlijke rust op het eiland
der Grieken de reddende naam in. Verzonken in de
bezichtiging van den kolossalen Achilles, die een he
roïsch beeldhouwer daar voor hem neergezet heeft,
zal hij misschien de Homerische woorden spreken
„Noem mij, muze, den man!"
liet orgaan der fokkers, de „Tier-Börse," heeft
zoo gaat de schrijver grappig voort onlangs een
speciaal nummer uitgegeven, gewijd aan een nieuw
hoenderras, de Duitsche rijkshoendeus. Het is name
lijk gelukt een zuiver Duitsch hoen te fokken, oen
hoen van zoo te zeggen „volkiseher Eigenart" (een
teekenachtige uitdrukking in den mond der alduit-
schers, die onlangs ook de kroonprins bezigde), ori
verscheiden personen deeleil in dit nummer hun erva
ringen mede. „Do rijkshoenders zijn een krachtig
ontwikkeld middelzwaar ras," zegt de een. „liet is
een „nuthoen" en de hennen leggen eieren van zestig
tot zeventig gram," beweert de ander. Dit hoen kan
een ieder bevredigen: „het temperament is levendig,
zonder schuw te zijn is het hoen een ijverige voedsel
zoeker, tegen het weer bestand en geifwtkke(jjk op te
fokken. Het ideale type broedt niet bovenmatig en
is tegelijk een goed eierlegger en een fijn tafelhoen.''
uit en zag, hoe twee Franqaises haar koffer aangaven
voor Parijs en zich bij den Duitsehen beambte niet
verstaanbaar konden maken. De gedachte vloog haar
door het hoofd: Zij hebben altijd met mij willen sclia-
oheren. Maar toch. overviel haar een vreeselijke
angst. Anna vervolgde: „Kuno is er reeds! Ewald
gnat in Hannover met ons mee. Dietloff heeft ook
uit Bonn getelegrafeerd, dat hij komen zou!"
„En mij heeft niemand gewaarschuwd!"
„Papa wilde het niet hebben. Hij is zoo kwnad op
je, Vera!.
De jonge vrouw lachte somber. „....Omdat ik
hem niet van zijn zilveren dak heb afgeholpen
„Nee, Vera! Dat is het niet! Dat weet je wel!
Ilij heeft mij nog een week geleden kort voor de be
roerte, geschreven„Een vrouw die een getrouwden
man uit zijn gezin haalt en die haar naam zoodanig.
o, daar is mijn man eindelijk!"
I)eze kwam, met pakken beladen, haastig aange
stapt. Zijn dreunende voetstappen klonken even zoo
boven het lawaai uit, als zijn hoofd boven de menigte
uitstak.
„Vooruit! schreeuwde hij. „Over drie minuten
gaat de Keulsche D-trein! Vooruit, mannetje!" Hij
dreef den kruier als een schaap voor zich uit eii deed
alsof hij Vera nu pas zag. „Neem mij niet kwalijk,
schoonzuster, dat ik je maar- twee vingers kan toeste
ken! Ik ben zoo beladen! Reis je met ons mee?"
Beide eehtgenooten wisselden snel een blik en Anna
zeide: „liet zou papa te veel opwinden!.... Beter
is. dat ik je dadelijk telegrafeer niet waar, Vera?"
„Ja antwoordde Vera dof. Zij hoorde nog, hoe die
groote, zware man van de Russische grenzen haar toe
schreeuwde: „Bid onderwijl. Vera bid, dat de goe
de God den kranigen, ouden heer nog wat spaart!"
zij zag, hoe zij beiden na een haastig afscheid het
perron op stormden toen stond zij weer buiten op
straat, op weg naar liet Wannsee-station en reed naar
huis.
Al dien tijd zat zij bewegingloos met haar handen
in den schoot, haar blik recht voor zich uit, en dacht:
Dat mijn vader nu ziek is geworden en misschien niet
larfg meer leeft, is m ij n schuld. Als er te Worms
Wie over zulke resultaten leest, gevoelt het dubbel
smartelijk, dat het van zeldzame uitzonderingen af
gezien niet beter gelukken wil, ook een ideaal type
van rijkskanselier en ministers te verkrijgen. Terwijl
overal in die betreurenswaardige landen, waarin de
door den heer v. Bethmaun Ilollweg zoo hard veroor
deelde democratie regeert, in een tijd van een crisis
de talenten in menigte te voorschijn komen, er steeds
een nieuwe Briand, Poincaré of Millerand, een nieuwe
Churchill of TJo.vd George gereed staat, begint in
Duitschland op zulk een oogcnblik de ellende. Paai'.
waar het parlementarisme tot macht en tot de hoogste
betrekkingen leidt, lokt het alle frissche en moedige
geesten aan, zorgt het voor een keuze, ontwikkelt het
staatsinansmnterianl de Dnitsehers echter behelpen
zich met de Toortbrengselen der bureaucratie en de
spruiten van een familie-clan. Wanneer eenmaal een
man uit andere werelden, een man met overtuiging en
denkbeelden, in dezen heiligen kring verdwaalt, licht
men hem bij de eerste gunstige gelegenheid een been
tje en terwijl men hem zoo onbeleefd mogelijk zijn
congé geeft, schrikt men anderen af. Het is in
Duitschland noodig, steeds weer en bij elke gelegen
heid te wijzen op een gebrek aan menschen, dat men
elders niet kent. De motte glans van den top toont
de doodsehheid van het stelsel.
Wij hebben uitstekende kippen en slechte staatslie
den. omdat men de voortreffelijke methode van het
kippenhok op het stnntswezen overbrengt, en het be
hoeft niet afzonderlijk bewezen te worden, dat het
eene niet voor alles past. Men wil geen vliegers, die
naar de vrijheid haken, en men zoekt gemakkelijk te
houden rijkshoenders, hokvast, geschikt en middel
zwaar. Men vermijdt zorgvuldig elke vermenging
mei nieut^ bloed, want de indringers broeden te veel.
hetgeen onaangenaam gevonden wordt. Zoo vormt
men beste eierleggers, fijne tafelhoenders en ijverige
voedselzoekers. Vooral ten opzichte van het luatste
krijgt men een bruikbaar materiaal, aldus besluit de
sehrijver.
KAMERVERKIEZING TE HOORN.
Jhr. De Muralt, uit Zieriksee, een der candidaten
op de groslijst, is voornemens eeue klacht in te dienen
bij de justitie, naar aanleiding van laster omtrent zijn
persoon in de liberale kiesvereenigiug „Vooruit
gang," te Hoorn., uitgebracht, aldus deelt het N. v. d.
Bag mede.
De Centrale R. K. Kiesvereenigiug besloot geen
eigen candidaat te stellen, maar bij de a.s. verkiezing-
onmiddellijk den candidaat der A. R„ den heer Vegtol,
van 's-Gravenhage, te stemmen.
CARNEGIE FONDS.
Evenals in verscheidene andere landen, heeft An
drew Carnegie ook hier te lande een heldenfonds ge
sticht met een kapitaal van twee honderdduizend
dollars. Deze stichting is thans in werking getreden.
Het bestuur, -waarvan de gezant van Amerika te
's-Gravenhage eere-voorzitter is, is door den minister
van Binnenlandsohe Zaken geïnstitueerd als volgt: de
minister van Staat, jhr. Inr. A. P. G. van lvarnebeek,
als voorzitter, de administrateur der generale thesau
rie als penningmeester, de directeur-generaal van den
arbeid, de hoofdingenieur der mijnen, de hoofdinspec
teur van de scheepvaart, de voorzitter van den raad
van toezicht op de spoorwegen, de inspecteur-generaal
van het loodswezen en dr. C. B. Tilnnus', arts te Am
sterdam, voorzitter der Nederlundsehe Vereeniging
tot Eerste Hulp bij Ongelukken, als leden. Als secre
taris van het bestuur zal fungceren jhr. mr. A. M.
Snoeck Ilurgronje, commies bij het departement van
Buitenlandsche Zaken, ten wiens bureau het kantoor
der stichting zal gevestigd zijn.
een ongeluk is gebeurd, is het m ij n schuld. Dat
Georg zijn ontslag moet nemen en Duitschland verla
ten, is m ij n schuld. Van alles was er gebeurt, ben ik
de schuld. Waartoe ben ik toch op de wereld
Toch gevoelde zij, dat zij dit alles zou kunnen dra
gen over alles zou zij heen komen alleen niet
over dat ééne, van hem geseheiden te zijn! Dat zou
zij niet te boven komen. En misschien vertrok hij al
de. volgende week! En een jaar was een eeuwigheid!
Zij was geneigd den eerste den beste dien zij tegen
kwam, beet te pakken en hem te vragen: „Om 's he
melswil wat. moet ik doen.Alles om mij heen
brengt mij op een dwaalspoor! Zij had een gevoel als
een opgejaagd wild, terwijl zij de straat van Zehlen-
dorf doorging. Nergens een plaatsje, waar-zij haar
hoofd rustig kou neerleggen het minste wel in het
huis, dat zij nu binnentrad en waar het meisje haar
in de gang tegemoet kwam.
„Er is een heer in het salon, die op u wacht!" zeide
zij en wees op de kaartenbak. Daarop lag een visite
kaartje. Vera las:
Jean Baptiste Dörsam
en rechts onderaan:
Weingroshandlung Dörsam, Frohlich und Kompanie.
Worms.
In het eerste oogenblik begreep zij niet, wat dit be-
teekende. Zij herinnerde zich niet zoo dadelijk den
meisjesnaam van haar opvolgster. Zij dacht, dat
daar binnen een reiziger in wijnen zat, die het haar
lastig zou maken. Maar de deur ging open en Dör
sam, die misschien iets dergelijks al gevreesd had,
stond op den drempel, en nu herinnerde zij zich, dit
gelaat meer gezien te hebben! Ja, in dien vreeselij-
ken nacht, eenige maanden geleden, tgen Karla zoo
ernstig ziek lag bij de Gisbert's in de Meinekestrasse
en zij en Georg haar samen hadden verpleegd. Eiken
keer als zij daar het salon door was gegaan, om water
of iets anders te halen, was haar blik gevallen op een
groot portret, dat op Otti's schrijftafel stond. Dat
was dit knappe maunengelaat geweest. Daar had
Dörsam een puntmuts scheef op zijn hoofd en lachte
dat zijn witte tanden deor zijn donkeren baard blon-
Dr. KUYPËR TE AMSTERDAM.
In auti-revolutionnaire kringen zullen iwgiugeu
worden aangewend om dr. A. Kuyper ook te Amster
dam in een groote bondsvergadering van „Nederland
en Oranje" te laten optreden. De bedoeling is ook
daar den leider der nntirevolutionuaire partij alleen te
laten spreken, voor de leden der anti-revolutionnaire
kiesvereenigingen zonder toelating van de pers.
Gemengd nieuws.
ZELF DE GEVOLGEN DRAGEN.
De directie van de Staatsspoor heeft een dienstor
der uitgevaardigd, waarbij het personeel wordt uitge-
noodigd, geen handtastelijkheden te plegen wanneer
een reiziger het waagt van een in beweging zijnden
trein een wagen te openen en er in te springen. Wel
mag het personeel mondeling waarschuwen en proces
verbaal opmaken.
De oorzaak van deze dienstorder is gelegen in het
feit, dat meermalen reizigers, die to laat komen, zich
aan die gevaarlijke handelingen schuldig maken; dat
zij soms dyor iemand van het personeel aangegrepen
worden en daardoor de situatie nog gevaarlijker
wordt, terwijl bij een ongeluk de schuld gewoonlijk op
het personeel wordt geschoven.
De directie der Staatsspoor meent dat een reiziger
zelf verantwoordelijk is voor daden van onvoorzichtig
heid.
SPOORLOOS VERDWENEN.
Een 24-jarig jongmenseh, zoon van een geziene fa
milie in Den Hang, werkzaam op het secretariaat van
de Xederlaudsehe Kamer van Koophandel te Londen,
verliet voor ruim 14 dagen het kantoor, en is sedert
spoorloos verdwenen. Alle nnsporingen zijn tot nog
toe tevergeefs geweest. Wnnr het jonge mensch in
den laatsten tijd wat neerslachtig wns, vreest men,
dat hem een ongeluk is overkomen.
DE CARNAVALSDIEF TE 's-IIERTÜOEN-
BOSCIL
Zaterdagavond ongeveer kwart over acht bemerk
te jhr. mr. L. van Meeuwen te 's-IIortogenboseh in do
bovenvestibule van zijn huis een vreemd persoon, die
zich daar blijkbaar trachtte te verschuilen. Bij nadere
beschouwing meende de heer Van Meeuwen zijn ouden
bediende te herkennen, genaamd Schoenmakers, thans
te Antwerpen woonachtig. Ilij wordt verdacht in den
jongsten carnavalsnacht bij hem te hebben Ingebroken.
De heer Van Meeuwen greep naar een voorwerp om
den indringer te lijf te gaan, deze ontvluchtte echter.
De politie werd getelephoneerd die terstond huis en
tuin doorzocht, doch zonder resultaat. Men vermoedt
dat de indriuget die, naar een der buren meent gezien
te hebben, door de voordeur inkwam, over het tuinhek
is ontvlucht. Vermoedelijk heeft hij zich willen laten
insluiten, om des nachts zijn slag te slaan. Onmiddel
lijk werden door inspecteur eu agenten per auto en
fiets de verschillende wegen buiten de stad doorkruist,
tot nog toe zonder succes.
ZILVER DIEFSTAL TE ROTTERDAM.
De vorige week werden op de buitenplaats van den
lieer William Smith, te Rotterdam, een groot aantal
zilveren voorwerpen gestolen, waaronder een zeer oudo
zilveren haan, ter waarde vau 2000.
Uit Breda is thans bericht ontvangen, dat daar bij
e-e.ii antiquair ontdekt zijn de zilveren haan, een ge
vlochten zilveren mandje en een zilveren vischlepel,
alles antiek, liet bleek, dat waarschijnlijk door de
dieven de zilveren haan voor 10 verkocht was aan
een goudsmid te Breda en deze hem, evenals de ande
re voorwerpen, weder aan een antiquair verkocht had.
De verschillende voorwerpen zijn in beslag genomen
eu ter beschikking van de justitie te Rotterdam ge
steld.
KOUS MET GELD GESTOLEN.
De landbouwer Joh. v. B., te Veen (N.-Br.), die met
groote moeite zijn landpacht bij elkaar had gekregen,
en dat in een kous had verborgen in een kastje, kwam
tot de ontdekking, dat hem dit geld was ontstolen. I)e
politie werd in kennis gesteld met dezen diefstal.
EEN GEVECHT MET STROOPERS.
In den nacht van Zaterdag op Zondag bemerkten
ken. In elkert arm had hij één zijner kleinkinderen
en niemand zou op de gedachte zijn gekomen, in dezen
prins Carnaval een grootvader te zien.... Nu stond
zijn gelaat heel ernstig. Ilij droeg een zwarte jas,
donkere handschoenen, een donkergestreepte broek eu
hield zijn glanzenden cylinder in de band. Onwille
keurig viel Vera zijn onberispelijk uiterlijk op en ook
de diepe buiging, die hij voor haar maakte. Zij was
altijd gevoelig voor die dingen. Maar toen keek zij
hem verschrikt aan. Wat verlangde hij van haar?
„Ik weet niet, of u mij kent, mevrouw!" zei Dör
sam aarzelend en beleefd. Zij knikte toestemmend,
sloot de deur achter zich toe en wees hem werktuige
lijk een stoel. Ilij nam plaats, zette zijn hoed naast
zich op den grond, legde zijn handschoenen erin, boog
zich eenigszins voorover en vroeg gedempt: „Verwon
dert het tl. dat ik naar u toe ben gekomen?"
Zij knikte. Zij was nog niet bekomen van haar ont
steltenis bij liet gezicht van dezen vreemde, die haar
met rustigen eerbied als iemand van haar eigen kring
behandelde en steeds zijn donkere oogeu op haar ge
vestigd hield. Ilij zeide: „Gistermiddag is mijne
dochter Otti mij mij in Worms aangekomen, geheel
uitgeput, geen mensch meer. Zij is moeder en dat
heeft haar staande gehouden, anders weet ik niet, wat
er zou gebeurd' zijn. Ik heb met haar een lang ge
sprek gehad. Over het algemeen kennen vaders hun
volwassen dochters even weinig als het mannetje in
de maan. Maar ik ben altijd voor mijn kinderen, en
vooral voor mijn dochters, een goed kameraad ge
weest. Ik bezit hun volle vertrouwen. En avonds
tegen zeven uur was ik zoover met haar gevorderd,
dat ik nog juist tijd had naar den trein te gaan en
hierheen te komen...."
Hij hield even op. Vera hoorde, hoe buiten op de
gang mevrouw von Pfennigreuter en haar dochter
aan het twisten waren. Dat gebeurde tegenwoordig
vaker, naarmate het pension slechter ging. Op straal
rolde een rijtuig voorbij naar Klein Mochnow.
(Werd! vervolgd).