DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Van Houten's Cacao J LIEFDESOFFER Enorm verschil No. 75 1912 ENGELSCH R BRIEVEN. FEUILLETON. BI N N E N L A N 1». Honderd en veertiende Jaargang. DONDERDAG 28 MAART. in Smaak, Kracht, Geur en Kleur Belangrijk BETER in elk opzicht. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,— Afzondei lijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. met alle andere goedkoop* merken. i RONA LONDEN, 20 Maart. At' en toe is hot ongetwijfeld zeer belangwekkend eens in nadere aanraking te komen met Engeland s „groote wereld" en toen ik dus eene uitnoodiging ont ving tot eene receptiet, waar de eerste minister, de heer Asquitli,, de voornaamste gast zou wezen, aarzel de ik geen oogenblik haar aan te nemen. Te minder aarzelde ik, omdat, toen de invitatie kwam. er zeer groote kans zou wezen dat men de staking achter den rug zou hebben en er dus buitengewone vreugde zou heerscheu in het liberale kamp. Want, men dient wel in het oog te houden, een re ceptie als deze is in de eerste plaats een politieke bij - eenkomst, ment wordt bijvoorbeeld niet- uitgenoodigd den heer Asquitli te ontmoeten, doch den eersten mi nister, die er dus in die kwaliteit komt. Ze worden alleen evenwel gehouden door de heeren en. dames uit de groote wereld, ook al, omdat die in den regel ruim genoeg behuisd zijn om een honderd of wat gasten te ontvangen. In dat opzicht was onze gastvrouw, Lady Craven, zeer zeker niet misdeeld. "Zij eu haar ouders wonen namelijk pal naast elkaar, terwijl de huizen zoo zijn ingericht en op alle verdiepingen met elkaar zoo zijn verbonden, dat men niet weet of men in 't eene dan wel in 't andere isi Daar verder deze ouders slechts zelden in Europa zijn, wijl ze in New-York thuis be lmoren, heeft Lady Craven ongetwijfeld bij eene gele genheid als deze de ruimte. Daar het stortregende was 't geboden een „taxi" te nemen en weldra stond ik in de ontzettend lange queue van motOTS enz., die door een aantal politie agenten in orde werden gehouden. Na eenig wachten stond mijn koetsje ook voor de deur, een bediende snelde toe met een lantaarn, waarmee hij de trede ver- door RUDOLF STRATZ. 73) Vera's bezoeker had zich onder het spreken opge wonden. Dat wilde hij niet en zweeg even om w<*er tot kalmte te ldfmen. Zij zat zwijgend! tegenover hem, haar handen in haar schoot, met neergeslagen blik. Toen begon hij weer: „Mag ik voortgaan?" „Ja." „Nu kom ik bij u, mevrouw!.... U kent mijn schoonzoon veel beter dan ik. Gelooft u dan, dat hij onder die omstandigheden zich met u gelukkig zou voeleu? Ik geloof het niet. Het zou met u al net zoo gaan als met hem. U zoudt u zelf morgen verwij ten gaan maken over wat u hem vandaag had aan gedaan. Hij hield op, en scheen te verwachten, dat zij nu zou opstaan en een einde aan het gesprek maken. Maar zij verroerde zich niet en ook haar gezicht stond onbewegelijk. Toen ging hij weer verder: „Tlij was een zorgelooze jonge man, toen hij n leerde kennen. Dat u hem na een kortstondig huwelijk zeker wel door zijn schuld verliet, is voor hem het grootste ongeluk geweest, wat hem treffen kon! In zijn tweede huwelijk heeft hij geluk en vrede gevonden. Hij was oen tevreden man, voordat u zijn pad weer kruiste. „Toen begon het oude spelletje. Zijn tweede vrouw- heeft hem verlaten evenals zijn eerste, en is nu even ongelukkig als de eerste toen was. Zijn toekomst wordt geruïneerd, meer nog dan den eersten keer misschien gaat hij weer op avontuur uit en steekt de zee over wat blijft hem ten slotte anders over? en dit keer gaat hij zonder eenig vooruitzicht want hij verliest ook zijn uniform en alles, wat men Jiem den eersten keer heeft laten behouden me lichtte, zoodat ik bij 't uitstappen goed kon zien waar ik mijn voeten neerzette. Trottoir en stoep waren na tuurlijk met dikke loopers belegd en boven onze hoof den was een flink linnen afdak gespannen, zoodat we zonder een druppet regeu te krijgen naar binnen kon- j den. j Bij de deur stond een klein leger bedienden in de kleuren der familie gekleed: donkerblauw met room- i kleurige tressen, kwasten en opslagen, kniebroeken eu lage schoenen. Met plechtig handgebaar werd ons de tot kleedkamer ingerichte beneden-kamer aangewezen 1 en daaruit volgden we de andere gasten maar, een mooie, breede marmeren trap op. Het geheele trap- penhuis is mooi ingericht en met marmer bekleed, terwijl hier en daar mooie gobelins hingen. j In Engeland ontvangt de gastvrouw bij zulke gele genheden niet in haar salon, doch staat met haar echtgenoot al boven aan de trap, wat een aardige vorm, een lichte nuance van grooter gastvrijheid geeft. Een bediende roept uw naam af, of ten minste iets dat er wel op kan gelijken, men buigt zijn buigin gen, laat zich aan den minister voorstellen en is ver der vrij te gaan waar men wil en te doen wat men wil. Dit bestaat natuurlijk daarin, dat men de zalen door slentert, bekenden aanspreekt, of zich door bekende dames laat aanspreken de Engelsche etiquette eischt, dat een man bescheidenlijk daarop wacht i luistert naar de muziek, of verpoost bij een der buffet- I ten. Ik zal niet beweren, dat ik den weg in de beidie hui zen nu ken, maar om een idee van de ruimte te geven vertel ik alleen, dat er drie strijkoctetten waren en dat j men bij het eene staande niets van een der andere twee hoorde. De pracht en weelde, waarmee alles ge- j meubileerd, beschilderd en behangen is, zal ik maar niet beschrijven. Overal satijn en fluweel, overal ver gulde meubelen, prachtige plafonds, mooie kronen, vrouw ik ben wreed! ik weet het! ik moet het zijn als een dokter aan een ziekbed hoezeer het mij ook tegen d© borst stuit maar ik moet alles wagen, om u tot andere gedachten te brengen ik ben het mijn dochter en mijn kleinkinderen verplicht en ook aan u! Want wat moet er in 's hemelsnaam van u worden, als mijn dochter verklaart: „Ik laat hem niet vrijen u heeft niet de kracht, met hem te breken 1.Ja, wat dan, mevrouw? God in den He mel behoede u en ons daarvoor! i „En mijn dochter zal dit zeggen en daarbij blijven! Ik heb haar eed en ik ben wel slechts een wijnhande- J laar en een heel modern zakenman, maar toch een ka- tholiek Christen, zooals zijIk heb haar en mij- zelf afgevraagd: „Rechtvaardigt, wat hij thans doet' en wil, de opoffering van vrouw en kindeven?" en ik antwoord naar eer en geweten: „Neen!" Ik ben ten slotte toch ook maar een mensch. U kunt mij toch niet veroordeelen, als ik in de eerste plaats aan mezelf en de mijnen denk! „En u denkt aan hem en aan uzelf, mevrouw! Hem tel ik niet meer mee. Ik spreek alleen tot u! U bent zooveel sterker dan hijSinds tien jaren belieerscht u zijn leven en ook nu heeft u hem uit zijn sfeer ge lukt zonder het te willen natuurlijk! Maar hij gaat door u te gronde, als u niet de kracht bezit, er een einde aan te maken. „Een einde.zei Vera langzaam, half vra gend. Het was het eerste, wat zij na al dien tijd zei. Dörsam was opgestaan en keek neer op haar gebo gen, blonde hoofd. „Mevrouw!" vervolgde hij zacht. „Bedenk, dat ons besluit onwrikbaar vaststaat. Dus bent u reeds van hem gescheiden voor altijd alleen nog niet door eigen wil maar door den drang der omstandighe den. Want dat u die verhouding wilt laten voortdu ren, zonder eenig vooruitzicht op een wettige vereeni- ging mevrouw daar mag ik hier niet van spre ken! Dus blijft u werkelijk alleen over, mevrouw, datgene te doen, wat u moet. Vera zweeg. Hij kon door haar onbewogen gelaat niet nagaan, wat er in haar omgLuat Hij ginj# vlak ontzettende spiegels. Het mooiste van alles vond ik evenwel de heerlijke witte seringen en lieht-roode tul pen. die met mooie, slanke palmen overal te zien wa ren. Die bloemen-décoratie was zoo overweldigend rijk, dat men haast naar niets anders meer keek. j I)e heeren waren natuurlijk allen in rok, allen op één na: de eerste minister, j Er was namelijk voor de receptie een min of meer intiem diner geweest, waar ook een stuk of wat mi- ni'iters met hunne dames hadden zullen verschijnen. De dames waren er wel, doch de ministers hadden het Lagerhuis of niet of heel laat verlaten, tengevolge van de discussies over de staking. Op het laatste oogen blik was de heer Asquith evenwel komen opdagen, zonder dat hij zich den tijd had gegund zich te ver- klcoden, zoodat hij eenvoudig in gekleede jas ver scheen. Men weet, het was de Vrijdagavond-zitting, waarin hij meedeelde, dot er weer een kansje was om de mijn werkers en de mijneigenaren tot overeenstemming te brengen. In elk geval was hij zeer in zijn schik, want niemand zal zich dood treuren, wanneer het wetsont werp, dat minimum-loonen voorschrijft, kan worden ingetrokken. Enfin, hij had dan zijn gekleede jas aan en wij an deren geen van allen. Er is nog iets dat opvalt: de weinige ridderorders die men hieir ziet, EngeLschen dragen die nooit, behalve bij offieieele hoffeesten en de meeste buitenlanders weten ook wel dat ze hier verstandig doen hun lintjes maar niet te vertoonen hot is hier geen gewoonte. En met de uniform is het al even zoo gesteld; men ziet haast nooit een officier in uniform, die niet. speciaal dienst heeft. Dat geeft natuurlijk aan een heeren-verzameling iets zeer eento nigs, dat niet verholpen wordt door het feit, dat men witte en zwarte dassen, witte enl zwarte vesten ziet, of dat niet alle boorden staand of alle liggend zijn. Die eentoonigheid wordt evenwel ruimschoots ver goed door de kleurigheid der dames-toilettenzijde en fluweel, satijn en broeaat, goud- en zilverlaken in alle, lihfst levendige en lichte kleuren wisselen elkaar af. In de keurig gekapte hnrem flonkeren de gouden1 eri diamanten diadeemen, edelgesteenten overal, diaman ten, parelen, robijnen, kristal, 't een nog al fraaier gezet dan het andere. En de halssnoeren, armbanden en ringen, die men ziet, wekken telkens weer bewon dering. Dat alle dames gedecolleteerd zijn, spreekt van zelf en het viel me ook nu weer op hoe de Engel- schen op dat punt niet van halve maatregelen houden. Enfin, wat er boven aan ellemaat te kort komt, wordt in den sleep weer goed gemaakt. De gesprekken loopen, dat is ook speciaal Engelsch, over politiële, dames en heeren, oud en jong is op de hoogte en men zegt niet ten onrechte, dat de Engel sche „drawling room" een krachtige politieke factor is. I 't Is wel aardig jonge meisjes te hooren verhalen van de minimumloon-wet en hoe ze weten in welke distric ten al veel meer wordt betaald, wie de leiders der bei de partijen zijn en wie wel. wie niet lastig zijn. Ministers wordt natuurlijk, druk het hof gemaakt. Ieder heeft wel een buitengewoon knappen broer, neef, aanstaande of wat ook, die promotie verdient en niu is de kans schoon den minister van Oorlog, of Publieke werken, of Marine, of Buitenlandsche Zaken eens warm te maken over de belangen van zoo'n begaafden protégé. En zoo draait en loopt en woelt alles door elkaar, ■gezellig, opgewekt, vroolijk. zonder stijf- of stugheid, doch ook zonder ooit den goeden toon. te verliezen. Wie dat een uur of anderhalf aanhoort en aanziet, heeft zijn tijd niet verkwist en ik hoop ten minste, dat het 't oververtellen waard moge zijn gebleken. voor haar staan en smeekte handen wringend: „Me vrouw. ik bid u,uit ons aller naam.wees sterk. red hem.red uzelf.red: ons. zeg hean: „het kim niet!... wij moeten afstand doen van elkaar!.... wij mogen elkaar niet weerzien, wij zijn dood voor elkaar, zooals wij dit reeds een half jaar ge leden waren en toen tóch ook hebben kunnen leven." Als hij inziet, dat dit uw onverzettelijke, rotsvaste wil is, blijft hem niets anders over! Dan moet hij zich I schikken en zal ten slotte weer den weg terugvinden, waar hij behoort. Hij zal als uit een bedwelming ont' waken, zich de oogeu uitwrijven en tot bezinning ko men. Ik eisch het bovenmenschelijke van u, me vrouw. Maar wie thuis een dochter heeft, die hij ter nauwernood van een sprong in den Rijn heeft kunnen terughouden wie daar zijn kleinkinderen zoo hulpe loos voor zich ziet en zichzelf daarbij niets, maar ook I niets te verwijten heeft, integendeel, zich steeds goed en behoorlijk gedragen heeft mijn dochter zoowel als ik ja die heeft toch wel het recht daartoe. Mevrouw hier sta ik voor u reeds halfweg- een oude man vader en grootvader en smeek u met gevouwen handen: Geef hem zijn vrijheid! Ga van hem weg!.... Sta niet toe, dat hij in uw nabijheb komt.,.. De hemel zal u loonen! En zalu iets an ders tot troost geven!...." „Niets!" zeide Vera onbewogen. „Mevrouw al is het offer nog zoo zwaar, u zult er niet armer door worden. Bedenk toch, hoeveel u nog bezit op de wereld. „Mijn kind is dood!" „Maar u heeft toch uw familie!" „Mijn familie heeft mij verstooten!" „LT heeft toch een ouderlijk huis. „Mijn vader heeft uit ergernis over mij eergisteren een beroerte gekregen Dörsam keerde zich zwijgend om en nam zijn hoed. Het was een oogenblik stil in de kamer. Toen zeido Vera: „Ik heb niets meer. Ook geen vrienden. Geen geld. Ik had nog slechts hoop. Nu is ook die vervlo- gen en heb ik hem alles geofferd, wat ik was en wat ik had._._a_." EERSTE KAMER. Gisteren vergaderde de Eerste Kamer. Ingekomen waren o.a. een aantal door de Tweede Kamer laatstelijk aangenomen wetsontwerpen, onder meer: de Wijziging van de L. O.-wet (bouwwetje) Nadere wijziging en aanvulling van de Indische Comptabiliteitswet; het wetsontwerp tot vergelding met pensioen van ana den Staat, bewezen zijdelingsclie dienstende Armenwet; de Erfgooierswetde SuppeJ. begrooting voor Financiën voor den aankoop van het gebouw voor den dienst der belastingen te Delft, en het wetsontwerp betreffende de verlenging der Sui ker-conventie. Ingekomen waren de geloofsbrieven van het voor Noord-Holland ter voorziening in die vaeature-jlir rur. J. RoëU, gekozen Kamerlid, den heer P. B. J. Ferf. •Deze stukken werden gesteld' in handen eener com missie van onderzoek bestaande uit de heeren Van der Kun, Leiy en Bavinck. De vergadering werd hietrop geschorst. Na ongeveer een half uur keerde de commissie in de vergaderzaal terug, waarna de vergadering werd heropend. De heer Van der Kun, namens de commissie het woord voerend, verzocht dat de commissie diligent zal worden verklaard ten einde op een' nader te bepa len dag verslag uit te brengen. De voorzitter stelde voor dit verzoek toe to staan. Aldus werd besloten. Hierop worden de nfdeelingem hernieuwd, die daar op overgingen tot het verkiezen van hare voorzitters en ondervoorzitters, om vervolgens met den voorzitter de agenda vast te stellen voor het afdeelingsonderzoek op morgen. De vergadering werd daarna verdaagd, vermoedelijk tot. aanstaanden Vrijdag des namiddags ten half twee uur. Naar men verneemt, is het verzoek van de com missie van onderzoek omtrent de geloofsbrieven van het nieuwgekozon Eerste Kamerlid den heer I'. B. J. Ferf, om eerst op een nader te bepalen dag dienaan gaande verslag uit te brengen, uitsluitend toe te schrijven aan formeele redenen. TWEEDE KAMER. In de vergadering van gisteren werd de behande ling van de moties-Arts en -Ter Laan voortgezet. De eerste sprak de wenschelijkheid uit van eeu verhoo- giug van het minimum der ondenvijzerssalarissen en bovendien van de toekenning van een toeslag naar de grootte van het gezin; de tweede wilde het minimum op J 000 stellen. De heer Ketelaar (V. D.) besprak de moeilijk beid, welke het tweede gedeelte der motie-Arts brengt. Do minima zijn treurig veronachtzaamd van 1878 tot 1901, terwijl de goedkeuring van Ged. Staten op de salarisverordeningen weinig uitricht De houding va n de Regeering noemde spr. teleurstellend voor de kansen op verbetering. De onderwijzers gevoelen dit ook. Spr. behandelde hun optreden op de Ilaagsche meeting, dat zeer redelijk was. Spr. beval de motie- Ter Laan aan; dat rond 2 millioen zal kosten en slechts eenvoudige wetswijziging noodig maakt. Het beroep van den minister op de bepaling, dat. elke tien jaar herziening van de salarisverordeningen voor schrijft, gaat niet op voor het! uitstellen van wetswij ziging. Evenmin 's ministers bezwaar, dat het geld den onderwijzers misschien niet ten goede zou komen. Spr. vreesde van den kindertoeslag uit de motie-Arts „Mevrouw.zei Dörsam zacht. Zij hief haar hoofd op en keek hem recht in de oogen. In de zijne lag een vraag, die zij beantwoord de: „U zegt, dat ik zijn noodlot ben. Denkt u, dat ik dat wil. „Neen, mevrouw!.... Er geschiedt zooveel, omdat onze wil te zwak ia „En nu moet ik voor hem en voor mij. den wil hebben. „Ja." „En wie geeft mij de kraeht daartoe? „Ik, als christen, zou zeggen: „Hij" mevrouw!" Een poos zwegen zij. Toen vroeg Vera: nu klaar?" „Ja, mevrouw!" Zij stond o]». Het onderhoud was afgeloopen. aarzelde: „Krijg ik geen beslissend antwoordt, vrouw Zij schudde het hoofd. Toen hij nog steeds in wachtende houding bleef staan, zeide zij zacht: sterken hier Boven, .Bent u Hij me- af- „Ga Dörsam boog en verliet de kamer. Alles bleef st.il. Vera zat aan het raam en verroerde zich niet. Bui ten gingen de mensehen voorbij. Zij kenden ze allen, sinds de weken, dat zij reeds hier woonde wande laars uit Maeknow en inwoners, op weg naar het „Schiitzenhaus", wielrijders, boeren, houtvesters, rij tuigen van de naburige grondeigenaars dat alles kwam en verdween als zoovele schaduwen. Zij keek, zonder hen te zien. Er werd geklopt en freule Pten- nigreuter kwam vragen, of zij niet aan tafel wilde komen. Zij schudde het hoofd en bleef zitten Zoo verstreken langzaam de uren het eerste het tweewe bijna het derde daar zag zij beneden op straat Goorg aankomen. Hij kwam met groote pas sen aangestormd, mot somber, bleek gelaat, zijn sfroo- hoed achter op zijn hoofd. Werktuigelijk zwaaide hij met zijn dun wandelstokje door de lucht. Een jaar menschen bh ven staan en keken hem verwonderd na. (Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1