DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. LIEFDESOFFER No. 77 Honderd en veertiende Jaargang. 1912 ZATERDAG 30 MAAR T. Csemeeirete&ciiofleii Toölatinc van leerlingen. STADSNIEUWS. FE1ILLET0N. mi ALKMAARSCHE COURANT BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR noodigen belanghebbenden, die met 1 Mei a.s. kinderen op een der vijl gemeentescholen toege laten wenschen te zien, uit, daarvan vórir 15 April a,s. aangifte te doen bij de hoofden dier scholen, onder overlegging van het geboortebriefje of trouw boekje en het inëntingsbewijs der kinderen waarvan de toelating gevraagd wordt. De gelegenheid bestaat danrtoe aan de schoollokalen op Dinsdag 3 en Donderdag 4 April a.s. van des namiddags 4—5 uur en Woensdag 3 April a.s. van des middags 12—1 uur, behalve voor de 4e ge meenteschool, aan welke sch' ol daartoe gelegen heid is op eiken Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag tot 15 April a.s. van U/2—2 uur namiddags. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 13 Maart 1912. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis dat in het Ge meenteblad van Alkmaar, Nos. 366 en 367, zijn opge nomen de besluiten van den Raad! dier gemeente van 20 Maart 1912, waarbij zijn vastgesteld: lo. een besluit omtrent het verkrijgbaar stellen van ijs uit de gemeentelijke ijsfabriek; 2o. eene verordening tot wijziging der verordening, regelende het beheer van het gemeente-slacht huis en den rang, het getal, de bezoldiging en de wijze van benoeming van het daaraan verbonden personeel, welke verordeningen, heden afgekondigd, gedurende drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van 0.05 alge meen verkrijgbaar zijn gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 25 Maart 1912. KIEZERSLIJST. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR breir-en, overeenkomstig artikel 28 der Kies wet, ter algemeene kennis, dat de kiezerslijst en de alphabetische lijsten van de namen en voornamen van hen, die van de kiezerslijst zijn afgevoerd en van hen die daarop zijn gebracht, door hun ooilege zijn vastge steld en van heden af tot en met den 21 April e.k. ter secretarie voor een ieder ter inzage nedergelegd en tegen betaling der kosten in afschrift of afdruk ver krijgbaar zijn gesteld. Verbetering der kiezerslijst kan tot en met den 15 April a.s. door ieder worden gevraagd, die meent dat hijzelf of een ander in strijd met de wet daarop voor komt, niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 22 Maart 1912. GEZONDHEIDS-COMMISSIE. Gisteravond werd ter vaststelling van het jaarver slag over het jaar 1911 ten stadhuize een buitengewo ne vergadering gehouden van de gezondheids-commis- isie voor de gemeente Alkmaar. Het verslag, dat werd goedgekeurd, begint met een herinnering aan het korte doch aangename samenwer ken met het lid de heer Dr. J. W. Deknatel, wien met ingang van 1 September 1.1. eervol ontslag werd ver leend! wegens vertrek. De heer P. N. Leguit werd als lid herbenoemd, ter- 75, door RUDOLE STRATZ. HOOFDSTUK XIX. 's Middags vijf nur was luitenant Albert Gisbert klaar met zijn dienst aan de Krijgsschool. Hij ver liet de gehoorzaal en het roodsteenen gebouw in de Dorotheenstrasse, waar hij in de buurt, in de Luisen- strasse, zijn kamers had. Hoewel hij soms zoo zuinig was, dat hij maar met de tram ging en reeds van Juli af iedere, maand een mark op zij legde, om met Kei- zersverjaardag in Januari champagne te kunnen drin ken, stapte hij nu dadelijk in een rijtuig, liet zich naar de Meinekestrasse Tijden en liep daar vlug, twee treden tegelijk nemend, naar boven naar de derde ver dieping v-an de anders stille en verlaten woning. Daar vond hij zijn broer Richard in het salon, waar alles dik Oinder de stof lag en het schelle daglicht slechts schemerig door de neergelaten jalouziën dTong. Deze stond midden in de kamer, droogde zich ongeduldig 't zweeit van zijn verhit gezicht en keek op zijn horloge. „Eindelijk!" zei hij. „Aflossing vóór. Ik moet weg. De dienst wacht niet en het kan toch ook zoo niet langer, zooals deze laatste week.Ik kom nergens meer.mijn vrouw ook niet.doordat wij eeuwig en altijd hier moeten zijn." De jonge Gisbert was naar de deur van de zijkamer geloopen en legde zijn oot er luisterend tegen. Daar binnen was alles stil. Hij keerde zich om. „Ben je bij hem geweest?" fluisterde hij. Zijn broer knikte. „Is hij op?" „Ja." „Wat heeft hij gezegd?" „Ik kon wel weer heengaan!.... Het oude liedje! Er is met hem niets te beginnen!" Beiden zwegen. Toen zette de oudste zijn eerst begonnen gesprek weer voort: wijl ter vervanging van den heer Deknatel als lid werd benoemd d© heer Dr. J. üegenaar, alhier. De rekening, die door den Raad werd goedgekeurd, gaf aan een bedrag iu uitgaven van 572.69; ook de begrooting aangevende in ontvangst en uitgaven een bedrag van 1025, waarvan 172.69 voor rekening dezer gemeente, werd goedgekeurd. Nadat een overzicht van den loop der bevolking is gegeven, wordt melding gemaakt van het beerputten- vraagstuk, dat in het afgeloopem jaar opnieuw ter ta fel kwam. Op een desbetreffende vraag van' B. en W. verklaar de de commissie zich te kunnen veTeenigen met het ontwerp verordening betreffende den bouw der beer putten, dat de Raad! in zijne vergadering van 1 Febru ari als verordening vaststelde. De commissie betoog de bij dit advies de noodzakelijkheid dat ieder perceel zijn eigen beerput zou hebben. De vereeniging van patroons in het bouwvak wenschte echter met dit be ginsel te breken, op grond van de voor vele ingezete nen te bezwarende kosten aan den aanleg verbonden en gaf daarom in overweging enkele wijzigingen in de verordening aan te brengen. Gelijk bekend1 werd het desbetreffende verzoek niet ingewilligd. Bij het uitbrengen van het verslag zijn 14 beerput ten in gebruik, terwijl verscheidene aanvragen in be handeling zijn. De commissie diende B. en W. verder van advies in zake de voorgenomen rioleering van Ropjeskuil, Ach terweg. Liefdelaan, Akerslaan en Achterdam en te vens omtrent de plaatsing en bouw van twee urinoirs op het Waagplein. Verder ontving zij de plannen tot waterafvoer van het bouwterrein van de Nederlandsehe Bouwmaat schappij aan den Kannemerstraatweg, waarop gun stig werd geadviseerd. Omtrent de verzameling en afvoer van vuil zegt het verslag, dat de commissie opnieuw een onderzoek in loco instelde naar den binder, welke de k.offiestroop- fabriek aan de Laat aan de omgeving berokkent. Op voorstel van de commissie werden onder leiding van den Directeur van Publieke Werken door den ei genaar eenige maatregelen getroffen en verbeterin gen aangebracht, welke het kwaad' niet wegnamen, maar toch eenigermate verminderde. Omtrent de begraafplaatsen heeft de commissie niets te rapporteerenr Wat aangaat de volkshuisvesting zegt de commissie dat het haar aangenaam is te kunnen melden, dat de Vereeniging Volkshuisvesting ten laatste de uitvoe ring harer plannen nabij is. Moge de woningnood te Alkmaar niet zoo groot zijn 'als in menige andere gemeente, het is niettemin buiten kijf dat verbetering der volkshuisvesting drin gend noodzakelijk is, de commissie juicht het in haar verslag daarom ten zeerste toe dat dien in de naaste toekomst te wachten is en grijpt de gelegenheid aan een woord van warme hulde te brengen aan het be stuur dier vereeniging, dat met energie en geduld1 de tallooze bezwaren en moeielijkheden heeft weten te overwinnen en eerstdaags met trots op het resultaat varf al dien arbeid zal kunnen wijzen. Een eigenaardig verzoek bereikte de commissie. Een hoofdofficier der infanterie in een der garni zoensplaatsen meldde aan de commissie, dat een mili cien-soldaat zijner compagnie na terugkeer van zijn verlof, doorgebracht in de ouderlijke woning alhier, „behept geworden/' was met ongedierte (luizen) en deed aan de commissie het verzoek, ten eind© besmet ting bij de compagnie te voorkomen, een onderzoek naar bedoelde woning in te stellen. De commissie antwoordde, dat zij, zoo ooit(?) zeker niet op zulke vage gegevens het verlangde onderzoek kon instellen. Eenige malen ontving de commissie de gewone klachten omtrent ergelijke vervuilde woningen en werd' op haar advies door den Directeur van Publieke Werken voor de noodige reiniging zorg gedragen. „De eerste vier, vijf dagen, toen hij in bed! lag, viel er gemakkelijk op hem te letten Revolver wegge stopt messen weg.... de gaskraan gesloten al les, waarmee een mensch zichMaar nu hij sinds gisteren weer op de been isnu durf ik geen ver antwoording meer op mij nemen!" „Heb je den dokter gesproken?" „Vanmiddag!" „Nu.en?" „De dokter zegt, wat hij reeds' van den beginne af beweerd heeft: als iemand plotseling in onmacht valt, zooals hij, en daarbij met zijn hoofd op de marmeren plaat van de wasch'tafel slaat, dan is het marmer na tuurlijk harder dan zijn hoofd. Maar met een paar dagen betert dat weer. Een lichte hersenschudding. Net als wanneer je voorover van je paard buitelt!. Laat overigens geen sporen achter. Nee, jongetje het gevaar dat ligt ergens anders!" De beide officieren keken met ernstige blikken naar de deur van de zijkamer, waar hun broer zat. De artillerist gespte zijn sabel om. „Hij wordt nu zachtjes aan weer baas over zichzelf. En dan zijn wij au bout de notre Latin. De infanterist schudde het hoofd. „Goddank nog niet, Richard!" „Heb j ij dan nog een middel in petto, om hem van een dwaasheid terug te houden?" „JaP' „Wat dan.'?" „Dat mag ik niet zeggen." „O. jij altijd! met je geheimen. zei Richard eenigsziris minachtend drukte hem meteen de hand: „Tot morgen dus!" en vertrok. „Wat een ge schiedenis, wat een geschiedenis!...." mompelde hij onder het weggaan. Zijn sabel kletterde in de gang, de buitendeur werd dicht getrokken en alles1 was weer stil. In de kamer naast die, waarin1 Albert in een boek 1'lndereind wachtte, zat Georg roerloos voor zijn schrijf tafel. Ilij zag bleek, als iemand, die van eem zware ziekte pas genezen is. zijn oogen staarden wezenloos voor zich uit. Zijn grijs zomerpak, zijn haren en baard waren als altijd goed verzorgd. Hij had dezen al wel honderdmaal gelezen, sinds hij hem, een week geleden, ongeveer op dit zelfde uur had ontvangen. Toen was hij onmiddellijk daarop de trappen afgestormd, had zich in de eerste de beste auto geworpen voort voort naar Zehlendorf maar te laat. Van de oprichting van een ijsfabriek welke in den zomer van 1912 in werking zal treden, wordt in bet Verslag met groote ingenomenheid gewag gemaakt. In 1911 kwamen 2 gevallen van febris typhoïdea en 7 gevallen van diphteritis waaronder 1 met doodelij- ken afloop voor. Omtrent de reeds meerdere malen besproken ma ze len-kwestie vermeldt het verslag, na woordelijk te heb ben weergegeven de desbetreffende bepalingen in de bestaande verordening: Van twee zijden werd op wijziging aangedrongen. Deafdeeling Alkmaar en Omstreken1 der NedeT- landsche Maatschappij der Geneeskunde wendde zich indertijd tot B. en W. met een verzoek jie verordening tot wering en beteugeling van eenige besmettelijke kinderziekten te schorsen, voor zoover betreft de „ma zelen. Zij voerde daartoe aan: Dat de uitvoering van al. 1 art, 5 aan de oudeTS groote lasten oplegt, aangezien deze, wanneer een hunner kinderen aan mazelen lijdt, al hunne kin deren, die niet aan mazelen geleden hebben, van de school moeten thuis' houden; dat deze lasten sommige ouders verleiden, voor een aan mazelen lijdend kind niet tijdig geneeskundige hulp in te roepen, tenge volge waarvan dikwijls ernstige, ja doodelijke compli caties optreden; dat de uitvoering van art, 6 zooal eenige, dan toch uiterst geringe voordeelen biedt, aangezien elke lijder aan mazelen reeds besmettelijk is geweest op een ©ogenblik toen de catarrhale verschijnselen, waaraan hij leed, onmogelijk waren te onderscheiden van een verkoudheid van mi et specifieken aard, en dus de be smetting, juist bij eene zoo bijzonder besmettelijke ziekte als mazelen, van andere kinderen toch reeds zal hebben plaats gevonden; dat, zoo het in theorie ook mogelijk moge blij ken, door voorschriften als in art. 5 en 6 gegeven, de verbreiding van mazelen te beteugelen, deze beteuge ling toch uitsluitend zal betreffen „de verbreiding van mazelen door de school", aangezien het onmoge lijk is, ook buiten de school besmette kinderen van nog niet besmette gescheiden te houden. De afdeeliog Alkmaar van het Nederlandsch On derwijzersgenootschap wenschte art. 6 zoodanig gewij zigd te zien, „dat de uitvoering van dat voorschrift geen nood ©locs schoolverzuim ten gevolge kan heb ben" De commissie, ten deze voorgelicht door haar lid Dr. Deknatel, achtte de gevraagde „schorsing" onge- wenscht en verzocht het bestuur der eerstgenoemde afdèèling haar verzoek mondeling bij de commissie toe te lichten, waaraan met groote bereidwilligheid werd voldaan. Gelijk te voorzien' was werd geen overeenstemming verkregen, ieder der partijen bleef, onder aanvoering der bekende argumenten, op haar stuk staan en in overleg met de heeren gedelegeerden werd besloten, dat de commissie zich schriftelijk tot de afdeeling zoude wenden met het verzoek haar, die „schorsing" zonder meer niet gemotiveerd' achtte, wel te willen doen weten door welke bepalingen ter bestrijding der mazelen men de thans vigeerende zoude willen ver vangen. De afdeeling antwoordde daarop, dat in hare verga dering drie voorstellen in behandeling waren ge nomen: lo. Het intrekken van alle desbetreffende bepalin gen. 2o. Het handhaven1 van art. 5, het doen vervallen van aTt. 4, 6 en 8, uit art. 9 doen vervallen „de ge neeskundigen in dienst der gemeente". 3o. Het behouden van art. 4. Het doen vervallen in art. 5 (in de 2e zin) vanaf: tenzij wordt overgelegd.tot en met.besmet ting oplevert. Voor dit gedeelte te lezen: tenzij voor de kinderen reeds vroeger de bij art 4 vereischte kennisgeving werd afgegeven. Het doen vervallen in art. 6 vanaftenzij enz. en dit te vervangen door: tenzij voor de leerlingen reeds vroeger de bij art, 4 vereischte kennisgeving werd af gegeven. Het handhaven van art. 7 en 8. Het doen vervallen uit art. 9 van de woorden: de geneeskundigen in dienst der gemeente. Zij voegde daaraan toe: dat het le voorstel 6 stem men voor, 6 tegén en 1 blanco verwierf, bet 2e 10 te gen, 2 voor en 1 blanco en het 3e stemmen voor, 6 tegen en 1 stem blanco. Gezien dit gemis aan een communis opinio bij hee ren geneeskundigen, oordeelt de commissie principi- ëele wijziging der bestaande verordening onverant woord, zij het ook dat naleving harer v.oorschriften, gelijk van zelf spreekt af en toe storend moet werken op den geregelden gang van het onderwijs en ook bo vendien voor heeren onderwijzers vaak lastig en on aangenaam moet zijn. Nu las hij nog eene Vera's energiek, en duidelijk handschrift: „Mijn liefste Georg 1 „Ik had je beloofd, weg te zullen gatan! Waarheen heb je mij niet gevraagd, en ik heb het je ook niet ge zegd. Jij wist het zelf ook niet, evenmin als wat bet einde wezen zou. Nu heb ik zelf den weg gevonden. Geloof me, het is het beste! Ik was er reeds toe be sloten, vóór je kwam! Zoodra je schoonvader bij mij was geweest. Door het gesprek met hem is mij duidelijk gewor den, wat ik reeds lang had moeten weten, als ik er mijn oogen niet voor gesloten had! Ik ben de ballast in je leven! Zoolang ik er niet ben, ben jij gelukkig. Zoodra ik iu je leven kom, staat het ongeluk voor de deur. En dit staat vast: je kunt zonder mij wel leven, maar niet mèt mij. Je trok een revolver uit. Ik was er niet bang voor. Ik heb er reeds lang zelf één, ze ligt nu naast mij, ter wijl ik dit schrijf. Ik had je onbevreesd mijn borst ge boden. Maar waarom zouden twee sterven, als één toch kan leven? Waarom zou je met mij gaan? Dan zou men met recht kunnen zeggen, dat ik je kwade geest geweest ben. En toch, geloof mij, heeft niemand ter wereld je zóó innig, zóó waarachtig lief gehad als ik. Jij bent een man. Je kunt zoo dikwijls buiten je innerlijk om leven. Buiten woelt het leven en plaatst je steeds voor nieuwe vraagstukken, en daardoor kun je zooveel vergeten en weer opnieuw beginnen. Wij hebben maar één leven. Het mijne is ten einde! Of eigenlijk is het nooit begonnen. Het was slechts een prebeeren mèt jou tegen jou weer met jou altijd was jij er jij was steeds mijn noodlot en al mijn pogingen misluktenDoot mijn eigen schuld. Ik ben onder een kwaad gesternte geboren. Iets in mij haakte steeds naar bevrediging, die ik toch nooit vinden kon, en al dit rusteloos zoeken en verlangen had zich belichaamd in jou in jou heb ik mijn eigen ongeluk lief gehad en steeds weer doen opleven, en jij, arme, moest daaronder lijden jij, mijn beste, innig geliefde Georg! Ik meen het zoo goed met jou en met mijzelf. Ik wilde slechts een wei nig geluk voor jou en mij. Maar het heeft niet mo gen zijn. Ik wilde niemand leed doen, en als ik mijn werk van de laatste zes maanden naga, lijkt het om mij heen wel een slagveld jouw huisgezin uit el kaar, ons kind begraven, mijn vader ziek, mijn verloof- DOELMATIGHEID OF ONDOELMATIGHEID IN DE NATUUR? Men schrijft ons: Voor de Ontwikkelingsclub „Ontwikkeling zij ons doel" hield de heer A. H. Bijleveftd alhier een voor dracht over bovenstaand onderwerp. Na opening door den voorzitter, den heer W. Mos sel, begon spreker zijn rede met de mededeeling, welk tweeledig doel hem bij de aanvaarding der uitnoodi- ging voor oogen had gestaan: lo. op te wekken om ook die heerlijk schoone natuur in te gaan, niet om te vernielen of alle bloemen weg te plukken en dus uit te roeien, maar om eens rustig op te merken, waar te nemen en daarmee zijn kennis en genot te vermeerde ren; en 2o. om, overeenkomstig het doel der uitmoodi- gende vereeniging, eenige juiste denkbeelden en hel derder begrippen aan te brengen aangaande sommige belangrijke vraagstukken. Omtrent punt 1 wees spr. er op, hoeveel meer schoons er is in een landschap voor iemand, die vele planten en dieren kent, hoeveel meer hij daarin ziet en geniet dan anderen. En wat lokt die natuurstudie niet uit tot het doen van heerlijke zwerftochten, zooals Thijsse zegt, in strekeu, waar men anders nooit komt! Zich zulk een wandeling voorstellende, stond spr. stil bij de eigenaardige levenswijze van onze aard- orchideën in veengrond, die met bun dikke wortels afhankelijk zijn van fijne, in den bodem levende zwam men; voorts bij de ietwat parasitische ratelaars, die door hun bleeke bladen bewijzen, dat zij de voedings stoffen, welke andere planten met hun bladgroen be reiden uit water en koolzuurgas, gedeeltelijk onttrek ken aan gewassen in hun nabijheid' groeiende, gras b.v., en wel met behulp van zuigworteltjes, zoodat boe flinker gras, hoe welvarender ratelaars! Zoodoende kwam spr. met de prachtige inrichting van de planten voor de assimilatie midden in de kwestie van de doel matigheid, die voornamelijk bestaat in het zoo doel treffend mogelijk aangepast zijn aan de omstandighe den, te midden waarvan de levende wezens zich bevin den. Hierbij viel b.v. op te merken, hoe de planten in hun bladen een groot oppervlak met de lucht in aan raking brengen, om zoodoende veel koolzuur te be machtigen (schoon dit van de atmosfeer maar onge veer 0.04 pCt bedraagt) en veel licht op te vangen. Dit beginsel van oppervlakte-vergrooting, waar het voordeel oplevert, valt ook elders waar te nemen, b.v. in het enorme aantal der roode bloedlichaampjes en bij 't inwendig oppervlak der longen, het sterkst te zien bij de vogels. Aan de handi van vele duidelijke voorbeelden wees spr. cr op, hoe sterk die aanpassing en geschiktheid zich openbaren. Hij wees b.v. uitvoerig op 't verschil in geraamte tusschen zoogdieren en vogels, m verband met hun levenswijze; op de eigenaardige inrichtingen tot beperking van de verdamping bij gewassen op dro gen grond groeiende (waarbij tevens op de bezwaren geduid werd, wijl de groei er vaak onder leed) o,p de de bedrogen dat alles door mij en ik ben toch een arm schepsel, dat zijn eigen vurig verlangen met zich door het leven sleept en den geheelen dag dreunt het mij in de ooren„Overal waar jij niet bent, is het geluk." Je wilde, dat ik met je weg zou gaan! Je zeide, dat wij toch man en vrouw waren. Misschien. Zijn wij het niet dan heeft dat mij niet tegengehouden. Maar de gedachte, dat ik weer je leven in de war stuurde, zou mij daar buiten, in de ellende en zorgen, die ons daar wachtten, niet met rust gelaten hebben de gedachte, dat je je familie hier had verraden, zou ook jou, zooals ik je ken, eeuwig en altijd achter volgd en je kracht voor den strijd! om het bestaan ge broken hebben, en dat alles om mij. Je zoudt weer door mij hebben geleden nog me^- dan vroeger en zou door mij te gronde gegaan zijn. Dat wil ik niet. Daar heb ik je te lief voor, liever dan mij zelf. Dan beter er een einde aan gemaakt! Ik ben mijzelf moede. Ik ga heen. Ik doe het om jouwentwil. Maar d i t is mijn laatste bede, Georg: Laat mijn offer niet vergeefsch zijn;! Blijf leven! Ik weet, dat je het kunt, al zul je eerst ook twijfelen!.Hoe dat kan ik je niet voorschrijven dat beslissen ten slotte toch de machten, die sterker zijn dan wij maar blijf leven! Het is niet mijn verzoek, het is mijn bevel! En de wensch eener stervende is heilig! Je zult dezen eisch nog eenmaal van mij hooren, als ik er niet meer zijn zal. Van andere lippen, die ik dit heb opgedragen. Denk dan, dat ik het zelf ben, die tot je spreek!.Ik zal deze plechtige gelofte van je vorderen en je moet haar afleggen! Om mijnentwille! Het was voor mij gemakkelijk geweest, je mee te nemen! Maar ik alleen wil boeten, voor al wat er is gebeurd. Bij ons doode kind hebben wij elkaar gekust. Nu haalt mijn kind mij tot zich. Vaarwel, boven alles.... boven alles geliefde!.... Ik ben nog éénmaal bij jel.Wees stil, Georg. sluit je oogen: iemand legt haar handen op je hoofd en zegent je voor je verder leven en fluistert: Ge liefde.... liefste.... mijn liefde heeft je zwak ge maakt. Mijn dood zal je kracht geven. Ik sterf voor jon Maar leef ook voor mij. Denk aan mij of ver geet mij doe wat je wilt. Maa.r blijf leven! Vaarwel VERA." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 9