DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
J Van Houten's
M
V.
Cacao
Alkmaarsche Huishoud
en Industrieschool
Kaasmarkt te Alkmaar.
Om het koude goud.
No. 81
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
4 APRIL.
NATIONALE MILITIE.
FEUILLETON.
ENGELSCHE BRIEVEN.
BINNENLAND.
DONDERDAG
in Smaak
hoe geheel ANDERS jn Kracht
en hoeveel BETER in Gcur
l in Kleur
dan alle andere goedkoope merken.
Vrijstelling wegens BROEOERDIENST.
Woensdag 10 April a.s,
ALKM
RSCHE COURANT
ALGEMEENE LEDENVERGADERING op I»ON-
DERDAG 18 APRIL, 1Ö13, "s namiddags 3 uur,
in het gebouw der School.
AGENDA:
1. Notulen der vorige vergadering.
2. Jaarverslag over 1911.
3. Rekening en verantwoording over 1911.
4. Uitloting van een aandeel der rentelooze leening.
5. Verandering in de Statuten.
De Rekening en Verantwoording en het Jaarver
slag liggen in de Bestuurskamer ter visie.
C. M. EITS—NEIJENIIUIJS,
Secretaresse.
Ingeschrevenen voor de militie voor de lichting'
1913, die recht op VRIJSTELLING WEGENS
BROEDERDIENST vennecnen te kunnen doen gel
den, worden uitgenoodig'd op
des voorm. tussehen 10 en 12 uur ten stadhuize te
verschijnen, vergezeld van twee mannelijke meerderja
rige g-etuigen, die persoonlijk met het gezin waartoe
de ingeschrevene behoort bekend' moeten zijn, ten ein
de het opgemaakte getuigschrift, benoodigd tot het
verkrijgen van de bedoelde vrijstelling, te doen onder
teekenen.
Voor zooveel noodig wordt er aan herinnerd, dat
van elk aantal broeders de helft of, is hun getal on
even, de g r o o t e r e helft wordt vrijgesteld.
ALKMAAR, 1 April 1912.
De Burgemeester van Alkmaar,
G. RIPPING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
hun besluit tot vervroeging van het uur van aanvang
van de Kaasmarkt wordt opgeschort tot het tijdstip,
waarop de markttrein uit de richting Hoorn, te Alk
maar aankomende te 9.09 eventueel zal zijn vervroegd.
Alkmaar, 2 April 1912.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar.
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Roman uit liet Duilsch
van
GEORG HART WIG.
3) o
Van al dat verschrikkelijke was niets meer te zien
of te hooren. Alles stond kalm op zijn plaats of er
niets gebeurd was.
Louise Ciebold har haar handen gevouwen. Haar
oogen vielen dicht. Zij deed een paar schreden naar
den stoel.
Een geruiseh deed haar heftig ontstellen.
Terwijl zij zich haastig omkeerde, voelde zij plotse
ling' dat zij vastgehouden werd, net of er iemand haar
aan haar japon vastgreep. De knop van de deur van
de kachel, welke Bickenbach nooit in zijn kamer kon
missen, was in haar japon blijven haken. Haar vol
gende beweging had ten gevolge dat het. deurtje open
sloeg en tegen den wand bonsde. Er kwam een wind
stoot door den schoorsteen en blies wat asch uit de
kachel in de kamer. Het waren eenige snippers pa
pier, min of meer verbrand.
Haar verwarring' werd grooter, toen zij zag welke
stoornis zij in dit vertrek, waar zij eigenlijk niet het
recht had binnen te dringen, had aangericht. Zij buk
te zich en veegde met de hand de snippers bij elkaar,
om ze weer in de kachel te werpen, maar plotseling
herkende zij Biekenbaehs handschrift. Iets van lvem!
dat was de gedachte welke haar aangreep. In een
oogenblik had zij de schijnbaar waardelooze snippers
in haar taschje geborgen.
Toen draaide zij het licht uit, ging weer naar de
deur en hing den sleutel zooals hij eerst gehangen had
nadat zij de. deur in het slot had getrokken.
Het rijtuig met Fidelia Bickenbach en haar dochter
rolde de straat uit naar dat deel van do stad waar de
villa's stonden en waar de wind met forsche stooten
de laatst© dorre bladeren voortjoeg.
Soms als ze tegen de vensters van het rijtuig uan-
KKXX ING E VING.
ITet IIOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van
22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge
zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvan
ger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeen
te ter invordering is overgegeven:
het kohier der Personeele belasting No. 8, voor
het dienstjaar 1912, executoir verklaard door den
Directeur der directe belastingen in Noordhol-
land te Amsterdam den 1 April 1912;
dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de
Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat
do termijn van zes weken binnen welken daartegen
bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Alkmaar, den 3 April 1912.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
G. RIPPING.
LONDEN, 2 April.
Het is op dit oogenblik niet mogelijk ook maar
eenigszins nauwkeurig te gissen hoe he,t met de werk
staking- zal loopeu; en men zal verstandig doen kalm
af te wachten tot morgen of overmorgen aanstaande
de uitslag der stemming bekend! is.
't Is zeker, dat het begin niet gunstig is, want iu
drie kolcndistricten is gestemd en in die drie hebben
de mijnwerkers met overgroote meerderheid besloten
vlogen, trok Ella haar mantel vaster om zich toe en
plukte ze aan, haar handschoenen. Zij had balkoorts,
angst voor dit eerste verschijnen in een zoo groote
feestzaal, onder zooveel menschen ondanks haar
zeer hooggespannen verwachting.
liet vorige jaar was zij 's avonds altijd graag bij
haar vader thuis gebleven om hem op te passen, ter
wijl haai moeder elders was op bals en feestelijkheden,
waar zij zich met beleefdheden liet overladen zij
hield daarvan. Maar later had zij wel veel aan dat
leven van uitgaan gedacht en nu zouden haar droo-
men bewaarheid worden.
Het rijtuig hield stil en naast de groote gestalte
van haar moeder trippelde Ella de marmeren stoep
van het huis op. Trap op ging het daarna, over dikke
leopers, waarbij Ella haar hart in haar keel voelde
bonzen.
In den uitgebreiden familiekring der Biekenbaehs,
welke hier allen bijeen woonden, was het altijd een
gebeurtenis van beteekenis als de regeeriugsraad von
Bickenbach-, een afstammeling van den tak van adel
der familie, zijn eerste groote feest in het begin van
den winter gaf. En ditmaal was de verwachting te
grooter, omdat er een bijzonderheid aan was verbon
den. De nieuwbenoemde president, een bekende fijn
proever, zou tegenwoordig zijn.
Daarom had mevrouw Bickenbach bij een vriendin
in de stad, waar de heer v. Rönniges tot nu toe ge
weest was, geïnformeerd, wat zijn lievelingsgerechten
waren. En met liet diner was daar terdege rekening
mee gehouden.
Doordrongen van het gevoel dat zij haar plicht ten
volle had vervuld en alles had gedaant om het feest te
deen slagen, stond de vrouw des huizes te midden van
haar gasten, toen; Fidelia met haar dochter Ella bin
nenkwamen).
Als een frissche roos zag Ella er uit. Even bleef ze
staan als verbluft door het beweeglijk schouwspel
en het vele licht in de zaal. -Toen hoorde zij met een
vroolijke stem haar naam roepen.
,,Zio je niets of wil je me niet zien?" klonk het
haar tegen.
Zij keek op.
,.0. jij. Dag Willi!"
„Tk ben zooveel als ceremoniemeester nndergo-
te blijven staken, tot ze precies weten op welk bedrag-
de nieuwe loonraden het minimum vaststellen. Achten
ze dat minimum niet voldoende, dan zijn we nog niet
verder en begint het gevecht opnieuw.
Tegenover dat ong-unstig begin staat de zekerheid,
dat het evenmin iets beteekent als het feit, dat 10.000
of 15.000 man het werk hervat hebben vóór de mini-
nium-loon-wet was aangenomen. Men verlieze niet
uit het oog. dat er zoowat 1 millioen mijnwerkers zijn.
De 15000 man die wèl willen werken beteekenen this
evenmin Iets als de 3000, wier meerderheid! al is 't
een betrekkelijk groote meerderheid nu besloot
niet aan den arbeid, te gaan.
'tl- niet veiliger te gissen hoe de zaak verder zal
verloopen op grond van het bekende feit, dat al de
hoofdmannen der mijnwerkers, in en buiten het parle
ment, den raad hebben gegeven nu aan 't werk te
gaan. Die hoofdmannen hebben van den beginne af
aan zoowat niets te vertellen gehad, de geheele sta
king is van beneden af begonnen, de werklui zelve
hebben haar doorgezet en die werklui houden hun
snoer vast, naar eigen inzicht. Alle verhalen, dat ze
voor syndicalisten, anarchisten, communalisten en an
dere ....isten zijn opgeruid, zijn praatjes. Die men
schen hebben enkel van In t gunstig oogenblik gebruik
gemaakt 0111 hun theorieën weer eens uit te kramen
©n, wat al lieel gemakkelijk is van elke theorie, aan te
toonen, dat de daden dor mijnwerkers passen in het
kader der leer van elk dier ....isten.
Evenmin als de mijnwerkers zijn opgeruid tot sta
ken, zullen ze nu klakkeloos luisteren naar hen, die ra
den niet langer te staken, doch zullen alleen nagaan
in hoeverre liet veilig voor hen is op de billijkheid der
nieuwe loonraden te vertrouwen.
Wat het Londenseh publiek liet meest bezig houdt
in dit verband, is de overweging, dat, als do meerder
heid besluit niet aan liet werk te gaat), dit besluit, dat
vlak voor Goeden- Vrijdag en do Paaschdagen valt,
zoowat allo pleizierreisjes in do war zal sturen. Er
worden al oen aantal stations op Zondag den geheelen
dag gesloten gehouden; en do spoorwegmaatschappijen
zullen zeker niet genegen wezen treinen voor pleizier-
reizigers te laten rijden, wanneer ze daardoor gevaar
loopen niet genoeg kolen over te houden voor den ge
wonen dienst op werkdagen. Alle excursie-treinen zijn
reeds afgelast, doch, blijft de staking na Paschen
doorgaan, dan zal zelfs wie bereid en bij machte is het
gewone tarief te betalen, iu zijn bewegingen zeer be
perkt wezen. Niet alleen loopen er zeer weinig trei
nen, doch alles gaat veel langzamer en nog gisteren
kostte het iemand ruim 5 kwartier om van Hanipstead
Heath naar Victoria Station te reizen. De arme man
nam den trein om er vlugger te komen, terwijl hij het
j.or motor-omnibus iu 35 minuten had kunnen doen,
Voor den roei wedstrijd tussehen de studenten van
Oxford en die van Cambridge is de vorige week een
enorme massa menschen op de been geweest.
De wedstrijd was wel een der merkwaardigste die
men ooit gezien heeft, 't Was droog, doch zeer storm
achtig weer, zoodat de Theenis nog al te keer ging.
In 't begin ging alles goed, doch al heel gauw zag
men, dat de boot van1 Cambridge bijna niet opschoot
en begreep er niets van, waarom op het laatste de
roeiers het geheel eu al opgaven. Wel werd het duide
lijker, toen men zes- der acht jongelui in 't water zag
springen en naar land zwemmen; men begreep toen,
dut de boot vol water was geloopen en Cambridge
daarom den strijd wel moest opgeven. De twee, die
achterbleven, roeiden naar den kant.
Oxford roeide intusschen gestatig door, tot ook die
naar den kant stuurden. Doch zij pakten de zaak an
ders aan. Toen ze dicht genoeg bij den oever waren,
sprongen ze er ook uit, maar liepen het water in, som
migen tot aan hun luils toe, pakten de boot vierkant
op, keerden haar ten onderstboven, om haar leeg te
laten loopeu, sprongen er weer in en roeiden verder de
baan af. De geheele manoeuvre had hen drie eu een
halve minuut opgehouden en men kan zich voorstellen
hoe het publiek juichte toen het de kloeke manier zag
waarop Oxford zieh uit de moeielijkheid hielp.
schikt, maar dan toch voor een groot deel zelfstan
dig", schertste de jonge officier en reikte haar een
goud-gerand kaartje over.
„Nu, wat krijg ik van je? Cotillon en den eersten
wals heeft natuurlijk Ute als dochter des huizes."
„Schrijf maar op wat je 't liefste wilt" zei ze
snel. „Maar zorg er voor, Willi, dat ik niet te veel
blijf zitten. Ik heb daar een vreeselijken angst voor."
l)e jonge luitenant lachte hartelijk.
„Bang, dat. je zult blijven zitten en! nu roep je al
vast: Vergeet mij niet! Nu wacht maar, je zult te
vreden over mij zijn. Geef mij nu je arm, dan zal ik
je naar tante Natalie en Ute brengen."
De k< mst van Fidelia verwekte als altijd eenige be
weging. Ook nu bewonderde men haar van alle zij
den. Daarbij kwam, dat haar huislijk en echtelijk
leed haar als een martelaarskroon boven het blonde
hoofd zweefde en allen tot medegevoel met haar aan
zette. Men omringde haar en gaf haar gelegenheid
met melancholie de haar geboden huldigingen in ont
vangst te nemen.
„Lieve Ute", zei Elia, nadat zij de vrouw des huizes
de hand gekust had, tot de dochter, „ik kan als altijd
maar weer niet genoeg naar je zien. Je hebt. het ech
ter oi.'k geheel naar je zin. Ik zeg altijd tegen tante
Siebold al- ik een groote mate van geluk wil uitdruk
ken: zoo gelukkig als Ute!"
„En als ik iets lieel dwaas' en grappige wil om-
selnijven"i viel Ute lachend in. „dan zeg ik altijd:
zoo dwaas en grappig als Ella!"
Ella sloeg haar arm feeder om Ute.
..Je hebt gelijk", zei ze. „Maar wees een beetje
vriendelijk tegen mij. Daar zou ik alle mensehen, die
ik ontmoet, altijd wel om willen vragen. Zij moeten
een beetje geduld met mij hebben."
„Wees goed voor je zelf, dan lpun je de goedheid en
vriendelijkheid van anderen desnoods missen." Dat
klonk ernstig genoeg uit een- zoo schoonen en nog zoo
jongen mond, die slechts behoefde te lachen om in ont
vankelijke mannenharten zoete hoop te wekken.
„Zijn al onze gastin er nu, Willi?" vroeg do lieer
Bickenbach met zekere bezorgdheid aan zijn neef,
toen hij zag dat de president een verdachte handbewe
ging naar zijn. mond maakte.
„Mijn ouders «iju er nog niet. O, daar komen ze
Ongelukkig was een deel van het publiek wat al te
ver gegaan en eeu paar lui waren hulpvaardig toege
sneld om de studenten gauw een handje te helpen. Dit
nu is een onvergeeflijke sportzonde. Men moet een
„race" zelf winnen, in niets geholpen door een ander,
hoe weinig die hulp ook beteekent eu al kan men met
nog zooveel recht beweren, dat de hulp niet bij het
roeien werd verleend, doch bij iets dat er eigenlijk niet
bij behoorde. Hoe 't. zij, er werd uitgemaakt, dat er
geholpen was en Oxford aldus gedisqunlificeerd; daar
Cambridge de baan niet had afgeroeid, had er offici
eel geen „race" plaats gevonden. Gisteren werd er
opnieuw geroeid en nu kwam de Oxford-ploeg met zes
lengten het eerst aan.
Over het vrouwen-kiesrecht-vraagstuk is men nog
niet uitgepraat. Ik heb de bewering gelezen, dat do
verzoeningswet, die aan een vrij beperkt aantal vrou
wen liet kiesrecht zou gegeven hebben, verworpen is,
omdat er hier een paar honderd; ruiten zijn ingegooid.
I)oeh niets is minder juist, al is dat feit door een
aantal afgevaardigden als 'li doekje voor liet bloeden
gebruikt, om te kunnen tegen stemmen.
Do zaak is, dat de vrouwen het. kiesrecht niet krij
gen voor de zelfregeering van do baan is en de Ieren
haar dus hebben gekregen. Als het Lagerhuis im
mers de daartoe strekkende wet heeft aangenomen, zal
('ie door het IToogerhuis gedurende minstens twee jaar
worden tegen gehouden. Al dien tijd is het. dus in het
belang der Toren dit ministerie op het kussen te hou
den, anders loopt voor hen alles mis.
Het ministerie is het evenwel onderling oneens over
liet. vrouwenkiesrechtde eene minister is er minder
heftig tegen gekant dan de ander en de meerderheid
is er wel voor, doch de minderheid bestaat uit ontzag
lijk invloedrijke loden. Die, men weet het, hebben, op
een paar na, besloten af te treden nis de vrouwen het
kiesrecht krijgen en door hun uittreden valt het mi
nisterie uit elkaar. Wat is dus natuurlijker dan dnt
de ongeveer 100 Iersohc leden zeggenvoor ons is de
hoofdzaak, dat het ministerie nog twee a drie jaar
nnnblijve; wij stemmen dus tegen elke wet. in dit
geval de vrouwen kieswet die dat aanblijven zou on
mogelijk maken. En de meerderheid vóór vrouwenkies
recht in 't Lagerhuis is niet groot genoeg om een
verplaatsing van 100 stemmen, die bij stemming dus
200 beteekenen, te kunnen verduren. Bovendien zijn
lal van liberale leden er niet vóó vurig voor, dat ze er
't ministerie aan willen wagen.
I)o dames gaau dus weer door met agiteeren. Het
nieuwste plan is de mannen in zaken te „boycotten."
Men wil geen boeden meer koopon iu winkels, die,
znoals „Louise" in Regent Street, niet aan dames toe-
behooren; ook de manufactuurwinkels, mannelijke mo
demaaksters en zulken moeten het ontgelden. Dames
inet geld worden uitgonoodigd dnt gold niet in Engel-
sche zaken te beleggen, doch buitenslands. Huismoe
ders wordt op 't hart gedrukt iu do vneantie niet naar
zeeplaatsen te gaan, wier afgevaardigden tegenstan
ders van vrouwenkiesrecht zijn. Alle bijdragen aau
liefdadige inrichtingen, kerken en andere genoot
schappen, wil een predikantsvrouw doen ophouden
voor zoover die bijdragen door vrouwen betaald wor
den. Men wil op die manier de handen iu elkaar slaan
en den mannen veel meer schade toebrengen dan het
ingooien van een stuk of wat ruiten veroorzaakt.
KONINKLIJK BEZOEK AAN DE HOOFDSTAD.
11. NI. do Koningin heeft vastgesteld, dat de Ko
ninklijke Familie van 3—9 Mei te Amsterdam verblijf
zal houden voor het jaarlijksch bezoek.
RADEN- EN ZIEKTEWET.
In industrieele kringen circuleert tot het verzame
len van hatidteekeningen een request aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, waarin wordt aangedron
gen op wijziging der ontwerpen Raden- en Ziektewet
in dien zin;
dat do samenkoppeling van Ziekte- met Ongevallen-
juist! Binnen vijf minuten kunnen we aan tafel zit
ten, beste oom."
Het glanspunt der familie kwam binnen eigen
lijk twee glanspunten: generaal v. Baehmann met zijn
vrouw, een zuster van dokter Soden, die weer met
een1 zuster van mevrouw Bickenbach, de gastvrouw,
die van zich zelf Ilolderweg heette, getrouwd was.
De angstwekkend slanke gestalte van den generaal
en de Juno-gestalte van zijn vrouw wekten bij de gas
ten een algemeen welbehagen op.
Allen haastten zieh het echtpaar de hand te druk
ken. Nu werden de deuren van de eetzaal geopend en
kon men de gedekte tafel met glazen eu zilver ouder
een zee van licht zien schitteren.
Dokter Sodens vrouw had nog even gelegenheid de
gastvrouw een paar woorden in te fluisteren.
„Ik hoop maar, dat jo diner even goed slaagt al©
het onze van gisteren. De president was opgetogen."
Mevrouw Bickenbach knikte bijna medelijdend. Zij
wist wat zij wist en ook op wie zij zieh dezen avond
verliet.
„Nu", zei Willi v. Baehmann naar zijn tafeldame
gaande en met teederen blik Ella's gestalte opnemend,
„zijn wij zoo ver?"
Zij legde haar arm in den zijnen.
„Denk eens aan, ik heb mijn heele balboekje al
vol!" fluisterde, zij hem toe.
„Heb je? En geen angst meert Alleen misschien
nog voor mij? Ben je bang voor mij? Gauw ja of
neen
Zij schudde lachend het hoofd.
„Hoe dat?"
,,lk zou namelijk woedend worden als je bang voor
mij was", fluisterde hij weer, haar arm tegen zich
aandrukkend. „Denk nu aan mij bij de cotillon
hoor je? Er zijn allerliefste geschenken voor de vrou
wen bij; wat zou jij het liefst willen hebben? Eeu
bloemvaasje van zilver? of een kistje met snoeperij?
een waaier?"
Zij lachte luid en daarbij schemerden haar tanden
zoo verleidelijk tussehen haar lippen door, dat hij er
heel wat voor gegeven zou hebben als hij daar een kus
op had mogen drukken.
(Werdt vervolgd.)