DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
Cacao
DE VOLKSDRANK
De beste voer den prijs/
Om het koude goud.
VAN HOUTENS
No. 84
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
DINSDAG
9 APRIL.
bij uitnemendheid.
FEUILLETON.
B1JN IS KIS L AND.
is bestemd om te worden:
GOED en GOEDKOOP.
VOEDEND en
GEMAKKELIJK
VERTEERBAAR.
1 Kg. 1.50
y2 - o.8o
VqKq. ƒ0.42*
VlO» - 0-18
OÜRANT.
ALKMAAR, 9 April.
De blijde Paaschboodschap van de internationale
politiek was het bericht over het einde van de sta
king der Engelsehe mijnwerkers, zoo ontzaglijk
in haar omvang en zoo ernstig in haar gevolgen, niet
slechts voor Engeland, maar ook voor .de vele andere
landen, welke op de Engelsehe steenkolen aangewezen
zijn. Wel is waar bleek bij de gehouden stemming,
dat een aanzienlijke meerderheid der stakers vóór het
doorzetten van de staking was het stond 244011 te
gen 201103 maar het bestuur gaf den raad haar
op te heffen en op de Zaterdag samengekomen bijeen
komst van ïnijnwerkersvertegenwoordigers werd met
440 tegen 125 stemmen besloten het werk heden te
hervatten.
Gemeld wordt, dat de gezamenlijke weerstandskas-
sen, die bij het begin der staking 24 milliocn gulden
rijk waren, zijn geslonken tot 9.600.000 gulden, terwijl
van twintig mijndistricten negen geheel zonder mid
delen zijn. Het Koninklijk huis gaf door het schen
ken van giften het voorbeeld en ook de Engelsehe
adel hielp mee om het leed te verzachten der gezinnen,
die door de werkstaking werden getroffen. Inmiddels
Roman uit het Duitseh
GEORG HARTWIG.
6) o-
„Als een dokter altijd over één ding met een pa
tiënt spreekt, dan wordt deze natuurlijk ten slotte ge
heel voor de meening van den dokter gewonnen. En
dan, Ella steunde den dokter ook nog. Je weet, dat
Ella alles voor hem was. Nu, er kwam niets van, ook
niet omdat hij allengs achteruit ging. Toen men hem
dien avond belette een tweede maal te schieten, was
hij volkomen krankzinnig. Ik had het zien aankomen.
Als iemand uren lang, bij nacht en dag, in zijn kamer
op en neer loopt en steeds in zichzelf spreekt, zonder
ophouden, dan is de crisis nabij."
„Arme, arme vrouw!" fluisterde mevrouw Bacli-
mann ontroerd. „Zoo getroffen te worden in den
bloei des levens. Ik heb altijd hooren zeggen, dat
Ileinrich Bichenbaeh een gevoclsmensch was."
„Die „gevoelsmenschen", zei Fidelia fijn lachend,
„zijn een plaag voor hun omgeving, anders niet. Zij
laten zich door allerlei indrukken beïnvloeden en uit
het goede humeur brengen en een ander moet daar
dan maar onder lijden. Ik houd meer van energie,
levenslust i
De violen zetten een galop in. Midden in de zaal
stond een mand met bouquetjes, waaruit de dames er
een mochten nemen om het aan dien heer aan te bie
den, met wien zij den volgenden dans wilden doen.
Ella ging vlug naar de bloemen greep een bou-
quetje en liep er mee naar Willi Bachmann, die een
tamelijk banna! gesprek met IJte voerde.
Snol nam zij zijn arm en zweefde met hem weg.
„Wat een lief wezentje ben jij toch", fluisterde hij
haar in het oor. „Ik heb bij de cadeautjes een bijzon
der mooi dingetje voor jou uitgezocht. Ik zal het
is door de staking verkregen, dat in Engeland een
wet op het minimumloon tot stand gekomen is.
Het Era use he volk is in de Pnaschweek ver
blijd door de mededeeling van een verdrag met den
>ultan van Marokko, Moelai Hafid, waarbij Frankrijk-
protectoraat over Marokko werd ingesteld.
De sultan heeft nu vrijwel niets meer te zeggen in
het land zijner vaderen. Een Engelsch schrijver heef'
er dezer dagen nog eens op gewezen, hoe «lit gegaan
is. Frankrijk drong Moelai Hafid een leening op.
waarvan hij de rente niet kon betalen, zoodat hij zijn
onderdanen zware lasten moest opleggen, hetgeen ten
slotte aanleidiug gaf tot opstanden. Frnnsehe troepen
kwamen hulp verleenen zoo kwam Marokko in de
schuld. Als waarborg voor liet geleende g«4d nam
Frankrijk het beheer der invoerrechten en het was
hierdoor feitelijk baas in Marokko. Nieuwe onlusten
gaven aanleiding tot bezetting van Fez, dat ondanks
ren desbetreffende belofte niet meer ontruimd werd.
En .thans heeft Frankrijk het beschermheerschap.
Evenals in Tunis leidt de Frausche regeering thans
de buitenlandscho betrekkingen en het binnenlandsoh
bestuur van Marokko, nlleen hebben de andere mo
gendheden, in het bijzonder Duitschland, door verdra
gen hun materieele belangen op economisch gebied
tijdig kunnen behartigen.
In de Temps wordt de Fransche politiek olievlck-
staatkunde genoemd: „Wij zullen ons uitbreiden als
een olievlek, van het middelpunt stralen trekkend,e
tot den omtrek."
Dat zou dus zijn de annexatie, maar die zullen «le
andere mogendheden wel verhinderen. Eerst moet
Frankrijk maar zien, liet met Spanje eens te worden
dat houdt ook heel wat! en dan, al hervormend
zijn invloed trachten te vergrooten. De Marokkanen
zullen wellicht echter zorgen, dat de vruchten der
Afrikuansche politiek niet al te spoedig en al te ge
makkelijk in den Fransehen schoot Vallen.
H o n g a r ij e heeft allerminst een „stille week"
gehad. Er is in het parlement eenige dagen achtereen
door de oppositie gedebatteerd over het bekende
schrijven van den koning, dat tenslotte op verzoek van
den minister-president voor kennisgeving werd aange
nomen. Den 12den April worden de beraadslagingen
over de legc-nvetten voortgezet en dan zal spoedig blij
ken of de partijen der heeren Kossuth en Just hun
obstructie verder zullen voeren, dan wel of ze bereid
zijn tot toegeven, nu bekend is, dat de minister-pres.
een volmacht van den koning heeft om liet parlement
te ontbinden en daarvan gebruik zal maken, wanneer
aan de dwarsdrijverij een einde komt.
Uiterst kras trad de Hongaarsche regeering in
Kroatië op. Een nieuwe landdag komt er voorloopig
ni'et in de plaats van den ontbondene, de benoemde
gouverneur is bekleed met schier dictatoriale macht,
do staat van beleg is afgekondigd, de censuur op de
dagbladpers ingevoerd. Het staat echter te bezien of
deze politiek van de sterke hand wel in staat is een
bevolking te onderdrukken, welke streeft naar vrij
making, naar een onafhankelijk gebied.
Alvorens stil te staan bij Rusland, willen we
even een I'aasch-anecdote vertellen, welke dateert uit
den tijd van Nicolaas I, toen het .Tsarenrijk vergroot
maar de schatkist geledigd werd. De ministers
brachten den Tsaar op het Paaschfeest allen een ge
schenk, bijv. een Paaschei met goud en edelgesteenten
bezet. Alleen de minister van financiën, graaf Can-
straks halen. Maar laten wij nu eerst nog wat dan
sen wat?"
„Ja", zei ze, voelend dat hij haar vaster beet greep.
„Maar de anderen
„De anderen? Wat gaan die ons aan. Jij bent wel
zoo'n lief wezentje. En wat voor oogem heb je
Kijk mij niet aan want werkelijk ik zal.... Nu
zie zoo, nu maar niet langer. Pleizierig dat dansen,
hè?"
„Ja en of!" lachte zij met stralende oogen.
„Jij kleine jij allerliefste!"
Hij bracht haar naar een stoel.
Ella voelde zich wat duizelig na den opgewonden
dans met Willi Bachmann. Zij genoot en dacht aan
ta.nte Siebold, die zij achteraf zeer dankbaar was voor
haar aansporing, om toch vooral naar het feest te
gaan.
Daar kwam de jonge officier alweer door de zaal op
haar af hij had een doosje met eenige versierselen
er in in de hand, dat. hij haar inet een diepe buiging
overhandigde.
..Als 't u blieftzei hij, met zekere deftigheid.
„Prachtig, Williriep zij, het geschenk vroolijk be
kijkend. „En wat heb je aan Ute gebracht?"
..Niets. Zulke waardige dames krijgen jiiets van
mij. Ik denk alleen om aardige, lieve meisjes bijv.
zoo een als jij met viooltjesoogen."
Terwijl hij haar naar zich toetrok, fluisterde hij
haar in:
„Wat scheelt Kröchel vanavond toch? Hij danst
zonder ophouden. Hoe vaak heeft hij al met jou ge
danst?"
„Tweemaal een wals en een polka."
„Ik kan dien kerel niet goed uitstaan. Je moet al
leen met mij dansen, Ella
„Maar hij danst anders heel goed", zei Ella, niet
vermoedend, dat dat voor Willi niet aangenaam was
te .hooren.
..Zoo? Nu ja daar ben ik blij om!" zei hij drif
tig. „Je zult hem straks ook nog knap vinden! Wat
bevalt je in hem eigenlijk het meest? De oogen? De
neus? Of vindt je alles aardig aan den man?'
111 i
erin bood den heerscher een gewoon houten ei aan.
De hovelingen stonden verbaasd wat moest dat be-
teekenen en waar zou dut op uitloopen? De Tsaar
-chroefde het los en vond er binnenin een eenvoudige
ijzeren sleutel. „Wilt l* mij eens zoggen, wat ik hier
mee meet doen?" vroeg de gebieder aller Russen met
gefronst voorhoofd."
„Dan moot Uwe Majesteit mij do eer bewijzen, mij
in mijn onderanrdsch gewelf te volgen" luidde prompt
het antwoord. Kalm ging de Tsaar met den minister
moe. ,.lk vertrouw U," zeide hij slechts. Eindelijk
bleef de minister voor een deur staan. „Hier past de
-leute!. Majesteit," sprak hij. Zwijgend opende Nico
laas I de deur en zag stapels goud voor zich liggen.
De Tsaar kon geen woorden vindon.
„Mijn Panseh-ei, mijn kleine besparingen," zeide
zacht en bescheiden de minister.
Dit Paaschei was het resultaat va.n de beperking
van onnoodigo uitgaven. -De tijden zijn veranderd.
Een Russisch minister biedt thans den Tsaar niet
meer zulk een ei aan. Maar een nangenajne verrassing
is het zeker voor den Tsaar geweest, toon hij vernam,
dat de financieel© toestand van het rijk zoo gunstig
is. Ondanks het mislukken van den oogst in 1911 is
er geen te kort over dat dienstjaar geweest, terwijl
voor 1912 de raming 137 millioen hooger is. Natuur
lijk wil dit niet zeggen, dat er niets meer te wenschen
overblijft! liet feit, dat de opbrengst vnn het jene
ver-monopolie voldoende is om alle kosten van het
openbaar onderwijs te betalen, spreekt boekdeelen. In
oen rijk, waarin men onderricht ontvangt naar de
unite, dat er gedronken wordt, valt nog heel wat te
hervormen
De Doeina hoeft na een langen tijd vnn vergaderen
vacantie gekregen. Deze volksvertegenwoordiging
schijnt veel gelukkiger te zijn, dan haar voorgangsters.
Het lot der ontbinding zweeft haar echter voortdu
rend nog boven het hoofd. Elk verzet tegen admi
nistratieve maatregelen wordt gevolgd door een be
dreiging met ontbinding. Daarom toont zij haar op-
positioneelen aard slechts bij zuiver politieke kwes
ties. Do opvolger van den vermoorden minister-pre
sident Stolvpin, de heer Kokowtzow, heeft zich een be
kwaam staatsman getoond, maar desondanks wordt
beweerd, dat de oppositie van het kabinet er den laat-
sten tijd niet sterker op geworden is. Het bericht,
dat graaf Witte op audiëntie is geweest te Tsarskoje
Solo, wordt beschouwd als een bevestiging van de des
betreffende geruchten. Graaf Witte heeft vroeger een
schier onbegrensden invloed op den Tsaar uitgeoefend,
zoo zelfs, dat de Tsaritsa, die een geestig cnricaturis-
te is, haar man eens voorstelde als een zuigeling in
een kinderwagen, welke geduwd werd door een kinder
meisje, dat sprekend op den graaf geleek!
Door zijn régime heeft graaf Witte zich onder de
hovelingen zeer gehaat gemaakt en in de hofkringen
zal men wel alles doen, om zijn terugkeer te voorko
men. Zooilat er op het oogenblik aan het Russische
hof wel weer geweldig geïntrigeerd en de Tsaar tus-
sehen allerlei invloeden heen en weer geslingerd zal
worden.
China heeft een centrale regeering gekregen
hier zien wij dus de verjonging, de hernieuwing, waar
aan Pasehen denken doet. Er is een kabinet ge
vormd, bestaande voor de eene helft uit aanhangers
van Joeautsikai, voor de andere helft uit die van dr.
Soenjatsen. Ook is er reeds een grondwet uitgevaar
digd, waarin allerlei moderne bepalingen werden opge
nomen.
Toen zij luid begon te lachen, bekoelde zijn drift
„Jij plaaggeest!" fluisterde hij, haar weer in de rij
der dansers trekkend.
„Als ik maar doen kon, waar ik zin in heb! Hoe
is het mogelijk zoo'n klein, lief mondje te hebben als
jijHeb je het misschien al gemerkt dat ik alleen bij
jou mij goed vermaak? Ik kan niet zeggen, hoe ik je
bewonder. Maar zeg eens, Ella, wat er ook gebeurt,
de cotillon is voor mij. Ik zal woedend worden als je
dat vergeet!"
„Waarom zou ik dat vergeten!" zei ze, het hoofd
op zij houd<fnd, om hem beter te kunnen aanzien.
„Je hand er op!" zei hij snel. „Een beetje stevig
drukken zooals ik men moet toch iets gevoelen
Zoo! zoo is het goed. Vannacht wordt, daarvan ge
droomd. Eu jij? Gauw wat zal jij droomen en van
wie? gauw, de dans is bijna uit."
,,lk zou graag willen droomen", lachte zij. door zijn
woorden steeds warmer wordend, „maar ik zou niet
weten wat
„Je moet van mij droomen!" zei hij. haar hand
vaster omspannend. „Van niemand anders. Zal je
het doen, zal ik.
„Eu als het niet gaat, dan ben je zeker woedend?"
spotte zij.
„Och jij spotter!" zei hij. haar naar haar plaats
brengend.
Kröchel stond daar al te wachten met een bouquet
rozen in een zilveren houder.
„Misschien, juffrouw, mag ik nu wel even beslag
op u leggen'', zei Kröchel.
Willi Bachmann deed een stap achteruit. Een op
wellend gevoel dreef hem aan zijn hand uit te strek
ken en Kröchel op zij te dringen. Hij keek naar Ella.
Haar gezichtje toonde veeleer schrik dan vreugde. Nu
boog hij en verwijderde zich haastig.
Kröchel volgde Ella's bewegingen een oogenblik,
terwijl zij het doosje met sieraden en het bouquet in
«n vensternis legde.
Wat was zij een elegant meisje! Wat een lief,
zacht gezichtje had zij en. wat was dat mooi van tint.
De donkere wenkbrauwen, de roode lippen, de fijne
Zooals de natuur in de lente, verjongt China zich.
De hinderende windselen worden afgestooten, do voor-
jaarsstormen hebben Opgeruimd nlles wat zichzelf
overleefd heeft en groei en ontwikkeling zou belemme
ren, voor het nieuwe leven is. nu de weg vrij, nieu
we ideeën kunnen thans hun kieinkracht en levens
vatbaarheid bewijzen.
PRINS HENDRIK NAAR LONDEN.
De Daily Mail heeft bericht ontvangen, dat Prins
Hendrik der Nederlanden op 24 April de tentoonstel
ling te Londen zal bezoeken en op 23 dezer daar zal
aankomen.
VOORLOOPIGE AANHOUDINGEN.
In de „Kamper Courant" van 31 Maart wordt een
scherp oordeel geveld over het optreden van de justi
tie naar aanleiding van den op 18 Eebr. te Beek ge-
pleegden moord. Een korten tijd daarna werd de va
der van het vermoorde meisje als verdacht van het
misdrijf in verzekerde bewaring gesteld, waaruit hij
nu dezer dagen werd ontslagen, vermoedelijk omdat do
aanwijzingen tegen hem onvoldoende waren gebleken.
Een ander persoon zit thans voor hetzelfde feit in
voorarrest.
liet Wkbl. v. h. Recht kan niet beoordeelen, of er
inderdaad grond bestaat in deze van voorbarigheid en
onvoorzichtigheid der justitie to spreken.
Wij kennen de omstandigheden niet, die destijds
naar het oordeel der justitie, de aanhouding van
den vader wettigde>q, en kunnen dus niet nagaan,
of hier te snel is gehandeld. Het is mogelijk, dat
aanwijzingen, die later onjuist en onvoldoende ble
ken, aanvankelijk groote bewijskracht schenen teheb-
ben. In één opzicht zijn wij het met de. „Kamper
Courant" eens. Vóór men een' vader aanhoudt als
verdacht van moord op zijn kind, moeten er zeer
zwaarwichtige vermoedens aanwezig zijn geweest.
Heeft de justitie te snel geloof gehecht aan den
schijn, dau heeft zij zich tegenover dezen man aan
een ernstigen misgreep schuldig gemaakt. En zeker
zou er, wanneer later mocht blijken dut justitie en
politie, zij het ook geheel buiten hunne schuld, heb
ben gedwaald, alle aanleidiug bestaan den ten on
rechte verdachten vader in naam der gemeenschap
schadeloos te stellen voor het materieele nadeel en
het moreele lijden hem in liet belang dierzelfde ge
meenschap aangedaan.
DE HEER VAN KOL.
De heer Van Kol is teruggekomen op zijn aanvaar
ding van een candidatuur voor Amsterdam II en zal
hij ook voor Enschede geen candidatuur aanvaarden,
noch eenige andere. Reeds sinds geruimen tijd wordt
bij steik aangetrokken door arbeid in het belang van
Indiö, die hem het riehtig vervullen van het lidmaat
schap der Tweede Kamer niet toelaat, zegt het Volk.
HET 40-JARIG JUBILEUM VAN „DE
STANDAARD."
Gistermiddag had in de concertzaal van „Het Ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen" te Utrecht de
samenkomst plaats „ter huldiging van Z.Exe. dr. A.
Kuyper, bij de herdenking van diens1 veertigjarigen ar
beid aan en voor De Standaard."
Op het podium hadden plaat» genomen de familie
van dr. Kuyper, de minister van Landbouw, de heer
Talma; de minister vaai Oorlog, de heer Colijn, en de
leden van het Huldigings-Comité.
Prof. Visscher hield de feestrede, waarin hij dr.
Kuyper naar het woord van Carlyle noemde „een
lichtfontein van aangeboren, oorspronkelijk inzicht;
geen kunstmatig ontstoken lamp, maar een natuurlij
ke lichtbron, stralend bij de gratie Gods."
Uitvoerig schetste spreker de beteekenis van de
Standaard. Eens, zeide hij, zal de geschiedvorscher
verwonderd' staan over het feit, dat een blud, zóó klein
vnn omvang, met zóó weinig hulpmiddelen, dat, uit
wendig beschouwd, met de groote Pers in geene verge
lijking kan komen, toch zulk een ingrijpende beteeke-
adertjes aan haar slapen en dan het krullende gouden
haar met dien zeldzamen glans, 't Was alles even
mooi aan haar!
„Ik heb vanavond al tweemaal het geluk gehad",
zei hij op een toon van vertrouwelijkheid, dien hij va
ker tegen jonge meisjes aansloeg. „Tweemaal zeg
ik maar alle goede dingen bestaan in drieën, zoo
als u weet. In dit bijzonder geval zou ik zelfs wen
sehen van in vieren. Ik zou graag nog een dans wil
len hebben u danst voortreffelijk. Zijn er veel ne
ven in uw familie?"
„Neen, toch niet behalve Willi Bachmann", zei
Ella, wat verlegen wordend onder zijn blikken.
„Alleen die maar?" schertste Krögel. „Nu ik zou
willen wedden dat hij alleen tegen een half dozijn ne
ven opweegt. Sommige neven zijn zeer druk en las-
i ig. Ook hier het geval
Hij had haar arm om haar taille gelegd.
Zij kreeg een angstig en beklemmend gevoel. Hij
stoiid haar opeens wat tegen.
„Ik weet 't werkelijk niet", zei zo, door den wensch
bezield dat die dans met hem gauw tot een einde zou
zijn.
Hij ging met haar weg zeer elegant, zeer voor
komend. Maar haar vroolijkheid van straks, het blij
gevoel, dat zij gehad had terwijl zij met Willi danste,
was verdwenen.
Do punten van zijn baard raakten haar voorhoofd
en wangen aan het was een zeer onaangenaam ge
voel. Zij boog haar hoofd verder op zij. Iets aan hem,
zakdoek of das, was met parfum gedrenkt dat ver
spreidde een geur, die haar het ademhalen bemoeilijk
te. Onwillekeurig hield zij hem tegen op de hoogte
van haar plaats.
„Geen tweede ronde?" vroeg hij, zijn warm gericht
naar haar toe buigend.
„Dank u", zei ze verlegen. „Ik hem duizelig v'an al
dat dansen."
Nu liet hij haar los.
„Dan maar eerst wat rusten en ik hoop, dat u maar
spoedig weer wat bekomt!" zei hij, haar verlegenheid
met een onaangenaam lachje gadeslaande.
(Wordt v»rrolgd.)