DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van Houten *s De beste voor den prijs Om het koude goud. stadsnieuws" No. 87 Honderd en veertiende Jaargang. 1912 12 APRIL. FEUILLETON. V R D A G De zonsverduistering. IN ELK OPZICHT Jcan den toets der vergelijking met andere goedkoope merken doorstaan. Inderdaad is het 1 Kg. /1.50 /4Kg. 0.42f U8? 1 ALKMAARSCHE OURANT. Rona Cacao Woensdag- 17 April wacht ons het even zeldzame als belangwekkende schouwspel van een zonsverduiste ring als tenminste de luchtgesteldheid gunstig voor het verschijnsel is en het niet door een. wolken- gordijn aan het oog der toeschouwers wordt onttrok ken. Een zonsverduistering, gelijk die aan den ITden April op „klaarlichten dag" is een groote merkwaar digheid in den regel vindt zij op een minder guns tig- oogen bi ik plaats. Daarom en omdat het slechts eenmaal in een menschenleeftijd voorkomt,, dat er een „mooie" zonsverduistering te zien is, zal zij ook de aandacht trekken van bet. groote publiek. Het ver schijnsel duurt ruim 2V2 uur. In ons land ziet men het begin der eclips het eerst in Zeeland, te Middel burg om 11 uur 1(5 min., te Alkmaar om 11 uur 19 min. In Limburg- ziet jruen de donkere maanschijf juist mididen over de zon gaan, zoodat. van de zon alleen maar een smal randje rondom zichtbaar is. Hier te Alkmaar zal slechts een smalle liehtsikkel overblijven daar ongeveer 95 procent van de zonsmiddellijn be dekt is. Voor geheel Nederland! zal omstreeks 12 uur 37 min. merkbare duisternis intreden, welke ook bij bewolkte lucht zeer goed zal kunnen worden geconsta teerd. Men ziet het eerst een klein zwart stukje van den maanrand op den reehterrand der zon verschijnen, er komt een deuk in den rand die grooter en grooter wordt. Na 12 uur 37 wordt de zonnesikkel, nu naar rechts gekromd steeds breeder, totdat tenslotte de laatste deuk in den linker zonsrand verdwenen en het verschijnsel afgeloopcn is. Het einde van de eclips valt tussehen 1 uur 55 (Vlissingen) en 2 uur (Delfzijl.) Natuurlijk mag men dit verschijnsel niet met het bloote oog waarnemen. Men dient zijn oog te be schermen en kan dat op verschillende manieren doen. Een gewoon stuk glas boven, een kaarsvlam met roet bedekt, of gekleurd glas kan men nemen, maar men kan ook het donker gekleurde oogseherm gebruiken, dat door den heer de Haan in, Utrecht in den handel is gebracht, waardoor men bovendien nog eenige po- Roman, uit het Duitsck van GEORG HART WIG. o „Dat is uitzuiger-ij, waarop een zware straf moest staanriep Bergitzky met goed geveinsde veront waardiging. „Twee gevallen zijn slechts denkbaar. Of de zieke weet absoluut niets meer van zich-zelf dan is het dubbel laf en brutaal hem af te zetten. Of hij heeft nog eenig begrip van zijn toestand dan moet het een ergernis voor hem zijn, dat hij zoo het slachtoffer is geworden van afzetters; wat natuurlijk zijn toestand niet ten goede komt. Nu. dan vraag ik .ie, is de familie, dan niet in haar recht als zij tussehen beide komt en een anderen dokter neemt dan Soden, die de afzetterij in de hand werkt, omdat hij er na tuurlijk voordeel van heeft? Doch ik hoop maar, dat Bickenbach nergens meer eenig besef van heeft, mijn blond duifje!" Toen zij ongeduldig de. schouders ophaalde, streek hij haar met gemaakte teederheid over heur haar. „Ik ken een particuliere inrichting, waar het zul- ken patiënten zoo naar den zin gemaakt wordt, dat zij er maar zelden weer uit terug komeu. Dat was net iets voor Bickenbach, dunkt mij." Fidelia gaapte en zei mat: „Het wordt tijd om naar bed te gaan. 't Is laat ge noeg." „Je kunt in alles volkomen op mij vertrouwen", zei Bergitzky, zich voor den laatsten keer inspannend 0111 een indruk van groote gewichtigheid op zijn dochter te maken. „Ik zal vast blijven staan en mijn post niet verlaten. Ik zal voor je belangen opkomen dus vrees niets." Boven op haar kamer, waar door de lichte gordijnen pulaire gegevens te zijner beschikking krijgt. Zooals reeds gezegd! is langs een smalle door Zuid- Limburg loopeude strook het. verschijnsel mooier nog dan elders. Daar wellicht zal heel kort iets te zien zijn van de zilveren corona en de roode protuberansen, zullen bij wolkenloózen heanel enkele planeeten zicht baar zijn. Zeer gering is de kans op een zuiver ringvormige eclips bij zonsverduisteringen en het is een zeer hooge uitzondering, dat de lijn der centrale verduistering ook over ons kleine landje loopt er is berekend, dat dit voor 1999 niet weer zal geschieden. Het was dan ook wel te verwachten, dat de sedert een twaalftal jaren in ons land bestaande „Eclips commissie," welke werd gevormd: uit de koninklijke academie vau Wetenschappen" en welke iu 1901 naar Sumatra en in 1905 naar Spanje waarnemings-expe dities heeft uitgezonden, zich thans ook niet onbe tuigd zou laten. Zij heeft ook thans gelden bijeen kunnen krijgen voor een expeditie, onder leiding der professoren Nijland en Julius, die vergezeld worden van een staf van waarnemers. Een eclipskamp is de zer dagen op enkele kilometers ten Noord-Westen van Maastricht ingericht, waar een keur van instrumenten zijn opgesteld en waar men tot nauwkeurige waarne mingen hoopt te komen het zal do eerste maal zijn, dat 111 ons land gedurende een eclips de psysische ge steldheid der zon. bestudeerd wordt. Het ligt voor do hand, dat zoowel zon- als maan- eclipsen, reeds bij de oude volken, als merkwaardige bemolgebeurtenisseu werden aangemerkt, liet bijge loof der vroegere eeuwen beschouwde deze dan ook, evenals de verschijning van kometen, als voorboden van dreigende rampen. Zoo meenden sommigen, dat zij gewichtige omwentelingen of andere wereldgebeur tenissen, eenen nieuwen zondvloed of verbranding der aarde voorspelden. Ook vreesde men dat bij een eclips de gelieele narde verpest werd door een ondragelijken reuk. Do eclipsen hebben meermalen grooten invloed op den loop der gebeurtenissen uitgeoefend. Bekend is dat Alexander de Groote de groofsto moeite had vóór den slag van Arbela (331 v. Chr.) zijn leger bijeen (0 houden, daar de troepen tijdens een zonsverduistering dreigden op de vlpqht te slaan. Wij zullen het niet op een loopen zetten a. st. Woensdag en ook geen geloof hechten aan nog altijd mogelijke dwaze voorspellingen, maar kalm het be lang- en leerrijke verschijnsel afwachten, vervuld van de hoop, dat de omstandigheden, waaronder het kan worden waargenomen, zeer gunstig zuilen zijn. NATIONALE VROUWENRAAD VAN NEDER LAND. (Vervolg.) Daarna kwam mevrouw mr. C. BakkerVan Bosse uit den Haag aan het woord om toe te lichten een urgentie-voorstel, dat ingediend was over het ont- werp-auteumreeht, waarin volgens enkele afgevaar digden aan de rechten der gehuwde vrouw tekortwordt gedaan. Spr. zou behalve het beschikkingsrecht over het auteurs-recht niet alleen aan de gehuwde vrouw maar ook aan minderjarigen en aan hen, die onder eurateele gesteld zijn, willen zien toegekend. Na eenige discussie werd de volgende motie aange nomen: „Dc Kaa<l dringe er bij de bevoegde maeht op aan, dat het ontwerp-auteurswet in dien zin worde- gewijzigd, dat aan de gehuwde wouw ten aanzien van haar auteursrecht meerdere zelfstandigheid worde toegekend en dat voor minderjarigen een regeling- worde getroffen in gelijken geest als art. 1637 g, le lid der wet op het arbeidscontract." ervolgeirs werd gediscussieerd! over het voor en tegen van liet aanvragen vau rechtspersoonlijkheid' oor den Raad. Bij stemming werd uitgemaakt, dat de rechtspersoonlijkheid' zal worden aangevraagd. De penning-meesteresse, jonkvrouw» M. A. van llogendorp, bracht daarna het financieel verslag over het afgeloopcn jaar uit, eveneens- de controle-commis sie tot het nazien der jaarrekening 1911'12. Volgden nog verslagen van het comité voor Vrou-J vvenkiesrecht en do tweejanrlijksche bijeenkomst van •het maanlicht tooverachtig binnenviel, zat Ella, Bic- kenbach'a dochter, nog altijd in haar witte baljopon, een bouquet viooltjes in do hand, dat Willi haar bij liet weggaan nog in de hand had gedrukt. Zij droom de terug naar het Eden, dat zij al zoo spoedig weer had moeten verlaten. Zco gelukkig had zij zich daar gevoeld, dat zij ner gens dan in die balzaal met haar gedachten kon toe ven. Zij trilde nog van geluk. Kwam het van het dansen! Mas het vreugde omdat er zooveleu geweest waren, die haar ten dans vroegen? Was het omdat zij zich voor het eerst geheel vrij had gevoeld Of kwam het door de woorden, die Willi Baehmann haar in het oor gefluisterd had? Den volgenden morgen, toen zij in de eetkamer kwam, was zij een en al verbazing. Zij had haar ver wondering en schrik zeker in luide woorden geuit, als Bergitzky haar niet het praten belet had. Hij zat in een zwartzijden huisrok, een roode das voor, gele schoenen en een wit vest aan bij de koffie tafel, zijn haar met zorg gekamd en geplakt. Hij scheen het zeer naar zijn zin te hebben hij het. ontbijt. Zijn eierlepeltje neerleggend, strekte hij zijne han den joviaal naar zijn kleindochter uit, „Altijd zoo frisch als een rozenknop! Kom en om arm mij. Ben je bevreesd voo-r je grootpapa?" hier? bracht zij met moeite over de lippen. „Ja, en ik blijf hier", zei hij met een spottendeu klank in zijn stem. „Je behoeft niet hang te zijn, kleintje, dat ik zoo spoedig weer weg zal gaan. Geef mij gauw een kusje - anders wordt mijn ei koud." Zij had zich over hem gebogen en drukte gehoor zaam haar lippen op zijn voorhoofd. „Er zijn toch grappige meisjes in. de wereld", zeide Bergitzky. zich een kopje thee inschenkend en Ella van ter zijde nog af en toe aanziende. Ella had haar schrik nog niet overwonnen. ees blij dat ik er ben. Moet grootpapa eerst boos worden! vroeg hij baar op de wang kloppend. BU11 had een tegenzin tegen hem, al sinds lang. A roeger als zij met hem door Bonn wandelde, had zij altijd een zekere beklemming gevoeld. den Internationalen Vrouwenraad )het lo word uit gebracht door mejuffr. Van Ewijck uit Zeist, inplaats van mejuffrouw Lanschot Hubreeht, pdaatsvervau- gend lid voor Vrouwenkiesrecht, het tweede door de Je secretaresse mevrouw H. van Bi ernaHijmans uit den IIang( en van het internationaal Wetten-comitó over 1911 door mevrouw II. BoddaertSchuurbeque Boeije uit den Haag. Hierna werd overgegaan tot verkiezing van één lid van hot dagelijksch bestuur, aftredend mcj."E. Baelde. Caödidaten waren mejuffr. C. M. Beaujon jur. doet. en mejuffr. II. C. Samlt van N00ten. Met 30 tegen 18 stemmen werd' mejuffrouw Beaujon gekozen. Mevrouw Van BiemaHijmans, thans le secreta resse, werd tot presidente gekozen met 38 stemmen, waarna door een der afgevaardigden een woord van hulde werd gebracht aan de aftredende presidente voor vat zij in de afgeloopcn 5 jaar heeft- gedaan. Een voorstel van freule M. van Iloogendorp om de aftredende presidente het eerevoorzitterschap aan te bieden, werd bij acclamatie aangenomen. Vervolgens worden aangenomen do volgende voor stellen Ho Raad bevordere den verkoop van het boek over de „Wetten, die de vrouw achterstellen bij don man." De Raad spreke den wensch uit, om zooveel moge lijk Internationale Vereenigingen uit te noodigen voor de vijfjanrlijksehe bijeenkomsten van- den I. V. R. Twee voorstellen van „Hongarije" om bestuursleden van Nationale Raden op te wekken, bij reizen naar het buitenland, zich van te voren in betrekking te stellen met de nationale Raden van de landen, die zij denken te bezoeken. Voorstel van mrs. Cummings om voorstanders te winnen van den I. V. R. Besloten werd de twee-jaarlijkscho bijeenkomst van den I. V. 11. in April 1913 te 's-Gravenhage te hou den. terwijl het reglement voor de Plaatselijke Raden werd vastgesteld. Daarna werd de vergadering verdaagd tot den vol gendon morgen 9 uur. Om 8 uur had in de Harmonie een openbare bijeen komst plaats, waar aan één stuk door van 8 uur tot kwart voor elf het rapport van de aaneenschakelings- commissie in het bizonder en in verband met het voor bereidend-, lager- en vakonderwijs besproken werd. I)r. D. Bos, lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, te 's-Graveuhage, verklaarde zich tot enkele opmerkingen te zullen bepalen, daar het in een korten tijd' onmogelijk is uitvoerige eririek op alle hijzonder- heden uit het rapport uit te. oefenen» Spr. stelde in bet licht, dat de laatste 2 jaar eigenlijk niets gebeurd is door de regeering in verhand met dit rapport. Reeds nu is gebleken, dat van een nationaal werk, dat door de politieke, partijen zal worden aanvaard en in die wet /.al worden neergelegd, geen sprake is. Spr. vreesde, dat men de reorganisatie dlie de commissie zou bewer ken als de organisatie zal beschouwen en ging ver volgens na de taak die de commissie op zich heeft genomen. Na gewezen te hebben op de bezwaren die bij het tegenwoordige onderwijs worden gevonden, bracht spr. onder het oog, dat ten einde de verschil lende doelen van het onderwijs ineen te schakelen en met elkaar in verband te brengen, de commissie in het leven werd geroepen. De staatscommissie heeft even wel die taak ruim opgevat. Zoo zijn er gekomen de plannen, die thans voorge legd worden en de reorganisatie van 't geheele ouder wijs beooge-n. ITet gevolg is geweest, dat er zich grootere, breedere belangen doen gevoelen dan die waarvoor de commissie in het leven is geroepen. Naast de behoefte van de groep van gegoeden zijn er andere belangen, die van het volk. De commissie stelt zich voor dat er ;n onze maatschappij zijn drie groepen per sonen, zoodat men het onderwijs zóó moet inrichten, dat het door kinderen1 uit drie dezer groepen moet. kunnen worden gevolgd. Spr. zou als grondbeginsel willen zien aangenomen, ieder kind, meisje of jongen in de gelegenheid te stellen, aan zichzelf, ouders en zijn onderwijzers eigen aanleg te toonen en daarnaar onderwijs te mogen ontvangen. Het geluk van het individu en de welvaart der maatschappij zal hierdoor Ella wist niet precies waarom, maar zij gevoelde dat haar vader ook geen sympathie voor Bergitzky koes terde. Eoumaal zelfs, dat wist zij, hadden de bedde heeren op de kamer van papa woorden met elkaar ge had over een geenszins verkwikkelijke- zaak. Haar vader was toen doodsbleek en opgewonden in de ka mer waar zij en baar moeder waren, gekomen en had met ruwe stem gezegd: „Je vader vertrekt nog van daag!" En nooit na dien tijd had hij meer over grootpapa gesproken, nooit had hij nog- iets gezegd dat met dezen verband hield. Over dat alles had Ella vroeger niet veel nage dacht. Maar zij had toch intuitief begrepen, dat haar lieve, goede vader geen achting voor grootpapa had. Ook nu deed hij haar onaangenaam aan terwijl hij m zijn flatterige kleeding op begeerige wijze zat te ontbijten. Ilet. liefst zou zij dadelijk naar haar ka mer teruggegaan zijn, om daar haar tranen den vrijen loop te. laten, die zij met moeite in ziju nabijheid wist te rug te dringen. Ilij knipoogde een paar maal lachend tegen haar. „Muisje heeft geen eetlust Zij denkt nog aan het bal waar liet prettig was en aan wie haar daar het hof maakten. Zij zou het nest wel willen uitvliegen. Och, dat doen alle kleindochters zij denken weinig aan hun oude grootpapa's en trouwen. Ja, ja zoo is het Ella was vuurrood geworden, zonder eigenlijk te we ten waarom. Zij boog hef hoofd diep over haar thee kopje 0111 hem niet behoeven aan te zien. Bergitzky nam een nieuw stuk ham en ging toen van schertsenden in vaderlijk waardigen toon over. „Ik be.n hierheen gekomen om je arme moeder te steunen en de plaats van je vader in te nemen. Gij beiden moet een mannelijke steun in huis hebben. Ik zal jelui besehermen tegen alle gevaren die dreigen. En vooral aan jouw toekomst wil ik denken." „Mijn toekomst vroeg zij zacht en zichtbaar ver rast. „Mijn toekomst, mijn hoop en verlangen is, dat papa weer gezond zal worden." Bergitzky schudde bedroefd het hoofd. „Dat wordt hij niet meer nooit meer! Die hoop bevorderd worden. Wie dit. beginsel wil doorvoeren, zal bij elke onder- wijs-hérvorming moeten beginnen hij het begin, de zorg van den wetgever zal dus in de eerste plaats ge richt moeten zijn op bewaarschool-onderwijs en juist dit is aan de commissie ontsnapt Ook het lager on derwijs zal in zijn vollen omgang gereorganiseerd moeten worden, de arbeid in die scholen behoort zoo veelzijdig mogelijk te zijn, opdat reeds in die jaren de annleg van het kind geopenbaard kan worden. Het liehaamsspel, de muziek en de handenarbeid moeten hierbij een groote rol spelen. Een zeer groote groep zal dan kunnen werden geleid tot liooger peil dan dit thans het geval is. Spr. ging na welke inrichtingen van onderwijs de staatscommissie in het .leven denkt te roepen na de lagere scholen en legde ten slotte er den vollen nadruk op, dat voortdurend meer en meer de ontwikkeling van de groote massa, die niet die be- 1 gaafdheid heeft zich door middelbaar onderwijs te kunnen ontwikkelen, op vakscholen, waar de aanleg en do bekwaamheid zoo duidelijk mogelijk aan het licht moeten treden, moet worden verkregen. Maar wanneer de eommi-rie niets doet voor de kinderen tussehen 12 en 18 janr, dan komen wij in een tijdperk van stil stand: Daar de vrouwen meer belang beginnen te stellen in en meer invloed krijgen op het publieke le ven, verklaarde spr. jui.st zoo graag in deze vergade ring van vrouwen, bet zijne in het midden te hebben gebracht. Mevrouw Scnook-Boom uit Amsterdam, zeide met verbazing bemerkt te hebben, dat er niets in het rap port der naneonschakelings-oommissio over het be waarschool-onderwijs gezfgd wordt. De commissie deed alsof die scholen niet voor haar bestaan; een niet te. vergoelijken fout is het, dat zij niet aan de vrouw gedacht heeft, die opgeleid' moet worden tot bowaarsehoolhouderes. Ofschoon reeds in 1868 door den minister verklaard werd, dat het onderwerp dringend regeling behoefde, is thans nog door de staatscommissie geen. woord' go- rept over wettelijke regeling, liet kind moet toch geleid worden door een goede opgeleide onderwijzeres Zij stelde vervolgens in het licht hoe noodzakelijk het toch is, dat de regeering zich met de opleiding van de bewaarsehool-houderes gaat bemoeien en wees er op, hoo nu de bevoegdheid verkregen wordt. Spr. hoopte, dat binnenkort aan de wantoestanden, die op dat gebied heerschen, een einde komt en een opleiding in het leven geroepen moge worden, waarbij de be- waarsehool-paedagogiek op den voorgrond treedt. Eindelijk schetste spr. nog de toestanden aan de openbare en de bijzondere bewaarscholen, waarbij zij o.a. met cijfers aantoon (Te, dat deze nog treurig zijn te noemen. De heer L. C. T. Bigot, directeur van de kweek school voor onderwijzeressen te Amsterdam begon met er op te wijzen, dat ook de inrichtingen van on derwijs, waar de onderwijzers en onderwijzeressen ge vormd worden, niet minder op de aandacht der com missie aanspraak mogen maken. In het kort deelde spr. mee, hoe de opleiding tegen woordig- is, waarbij bleek, dat deze in de meeste ge vallen onvoldoende is, en ging vervolgens na in hoe verre de commissie voldoet aan de wenschen die ge koesterd worden ten opzichte van de bedoelingen van do commissie. Spr. achtte 18 jaar veel te jong om goed onderwijs te geven aan kinderen. De hoofdfout in de opleiding zag spr. daarin dat ze niet voldoet aan de eischen, die gesteld worden aan een onderwijzer, die moet zijn iemand mot een mimen blik en een warm hart. I)<- lagere school moet naar boven gaan en daarom moet de onderwijzer zijn iemand van algeme-ene ont wikkeling. Spr. zou wenschen, dat zij een middelbare school doorliepen, alvorens een vak-opleiding te ge nieten, die een jaar of 4 moet. duren. Spr. ging na wat de commissie zich voorstelt en verklaarde daarna dat hetgeen de commissie wil, tegenvalt en te kort schiet Sprekende over de opleiding van de vrouw voor onderwijzeres noemde spr. de nuttige handwer ken zooals die daarbij onderwezen wordt, een verfoei lijk vak, dat de oogen en het lichaam bederft, de vroo- lijkheid en blijmoedigheid doet verdwijnen en daar- is voorbij, helaas!" Ella vloog op van haar stoel. „Als u dat meent, vergist u zich, grootpapa! Vraag het maar eens aan oom Soden, vraag het aan tante Louize!" riep zij. „Die dame, die je tante noemt, ken ik niet", zei Bergitzky met afwijzend gebaar, „maar ik gun je den waan. dat een herstelling mogelijk is. Maar wat je oom betreft, dien dokter zal ik in opdracht van je moeder le oogen openen en ik zal hem voorhouden, dat het zeer verkeerd is een nrnr wezen met valsche hoop te vervullen." „Dat doet oom Soden niet!" riep Ella met onzekere stem. „U vergist zich zeer zeker!" „Ik vergis mij nooit", zei Bergitzky, zijn servet zorgvuldig opvouwend. „ïk overzie namelijk een men- sohenleven niet van voor naar achteren, maar vau achteren naar voor. En zoo heb ik gezien dat je va der reeds in het begin dat bij in Bonn woonde, sterk aan inbeelding leed en niet geheel meer wist wat hij deed, noch wat hij -zei." 11ij streek zich met kracht over zijn blonde baard. Vele ringen schitterden aan zijn vingers. Hij was ge woon als hij zich zoo over snor en baard streek, den inoud een weinig te openen, zoodat zijn witte tanden zichtbaar werden. Zijn oogen begonnen eigenaardig te schitteren, een glans, die Ella deed' schrikken. „Ik geef je den goeden raad, je niet. in de zaken van je vader te mengen. Je deedt goed niet meer zoo 1 nzinnig over beterworden te praten, zoolang daar voor in 't geheel geen grond bestaat. Zoodra ik je zeg dat er hoop is, nu ja dan is het wat anders bc- grijp je? muisje", ging hij weer schertsend voort, wat zeer vreemd bij zijn eersten toon afstak, „je zult toch je grootpapa niet willen bedroeven? Je goede groot papa. die alleen hierheen is gekomen om jou en je moeder wat op te vro< lijken. Altijd de waarheid zeg gen nu dan, je papa was al lang zeer verward in zijn hoofd. Is dat zoo of niet? Nu niet uit sentimen taliteit jokken! Lees hier in dit boek eens na wat er staat over de plichten vau kinderen tegenover hun ouders en grootouders." (Wurdt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1