DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van Houten *s
De beste voor den prijs
Om het koude goud.
stadsnieuws"
No. 87
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
12 APRIL.
FEUILLETON.
V R D A G
De zonsverduistering.
IN ELK OPZICHT
Jcan
den toets der vergelijking
met andere goedkoope
merken doorstaan.
Inderdaad is het
1 Kg. /1.50 /4Kg. 0.42f
U8? 1
ALKMAARSCHE
OURANT.
Rona
Cacao
Woensdag- 17 April wacht ons het even zeldzame als
belangwekkende schouwspel van een zonsverduiste
ring als tenminste de luchtgesteldheid gunstig
voor het verschijnsel is en het niet door een. wolken-
gordijn aan het oog der toeschouwers wordt onttrok
ken.
Een zonsverduistering, gelijk die aan den ITden
April op „klaarlichten dag" is een groote merkwaar
digheid in den regel vindt zij op een minder guns
tig- oogen bi ik plaats. Daarom en omdat het slechts
eenmaal in een menschenleeftijd voorkomt,, dat er een
„mooie" zonsverduistering te zien is, zal zij ook de
aandacht trekken van bet. groote publiek. Het ver
schijnsel duurt ruim 2V2 uur. In ons land ziet men
het begin der eclips het eerst in Zeeland, te Middel
burg om 11 uur 1(5 min., te Alkmaar om 11 uur 19
min.
In Limburg- ziet jruen de donkere maanschijf juist
mididen over de zon gaan, zoodat. van de zon alleen
maar een smal randje rondom zichtbaar is. Hier te
Alkmaar zal slechts een smalle liehtsikkel overblijven
daar ongeveer 95 procent van de zonsmiddellijn be
dekt is. Voor geheel Nederland! zal omstreeks 12 uur
37 min. merkbare duisternis intreden, welke ook bij
bewolkte lucht zeer goed zal kunnen worden geconsta
teerd.
Men ziet het eerst een klein zwart stukje van den
maanrand op den reehterrand der zon verschijnen, er
komt een deuk in den rand die grooter en grooter
wordt. Na 12 uur 37 wordt de zonnesikkel, nu naar
rechts gekromd steeds breeder, totdat tenslotte de
laatste deuk in den linker zonsrand verdwenen en het
verschijnsel afgeloopcn is.
Het einde van de eclips valt tussehen 1 uur 55
(Vlissingen) en 2 uur (Delfzijl.)
Natuurlijk mag men dit verschijnsel niet met het
bloote oog waarnemen. Men dient zijn oog te be
schermen en kan dat op verschillende manieren doen.
Een gewoon stuk glas boven, een kaarsvlam met roet
bedekt, of gekleurd glas kan men nemen, maar men
kan ook het donker gekleurde oogseherm gebruiken,
dat door den heer de Haan in, Utrecht in den handel
is gebracht, waardoor men bovendien nog eenige po-
Roman, uit het Duitsck
van
GEORG HART WIG.
o
„Dat is uitzuiger-ij, waarop een zware straf moest
staanriep Bergitzky met goed geveinsde veront
waardiging. „Twee gevallen zijn slechts denkbaar.
Of de zieke weet absoluut niets meer van zich-zelf
dan is het dubbel laf en brutaal hem af te zetten. Of
hij heeft nog eenig begrip van zijn toestand dan
moet het een ergernis voor hem zijn, dat hij zoo het
slachtoffer is geworden van afzetters; wat natuurlijk
zijn toestand niet ten goede komt. Nu. dan vraag ik
.ie, is de familie, dan niet in haar recht als zij tussehen
beide komt en een anderen dokter neemt dan Soden,
die de afzetterij in de hand werkt, omdat hij er na
tuurlijk voordeel van heeft? Doch ik hoop maar, dat
Bickenbach nergens meer eenig besef van heeft, mijn
blond duifje!"
Toen zij ongeduldig de. schouders ophaalde, streek
hij haar met gemaakte teederheid over heur haar.
„Ik ken een particuliere inrichting, waar het zul-
ken patiënten zoo naar den zin gemaakt wordt, dat zij
er maar zelden weer uit terug komeu. Dat was net
iets voor Bickenbach, dunkt mij."
Fidelia gaapte en zei mat:
„Het wordt tijd om naar bed te gaan. 't Is laat ge
noeg."
„Je kunt in alles volkomen op mij vertrouwen", zei
Bergitzky, zich voor den laatsten keer inspannend 0111
een indruk van groote gewichtigheid op zijn dochter
te maken. „Ik zal vast blijven staan en mijn post niet
verlaten. Ik zal voor je belangen opkomen dus vrees
niets."
Boven op haar kamer, waar door de lichte gordijnen
pulaire gegevens te zijner beschikking krijgt.
Zooals reeds gezegd! is langs een smalle door Zuid-
Limburg loopeude strook het. verschijnsel mooier nog
dan elders. Daar wellicht zal heel kort iets te zien
zijn van de zilveren corona en de roode protuberansen,
zullen bij wolkenloózen heanel enkele planeeten zicht
baar zijn.
Zeer gering is de kans op een zuiver ringvormige
eclips bij zonsverduisteringen en het is een zeer hooge
uitzondering, dat de lijn der centrale verduistering
ook over ons kleine landje loopt er is berekend, dat
dit voor 1999 niet weer zal geschieden.
Het was dan ook wel te verwachten, dat de sedert
een twaalftal jaren in ons land bestaande „Eclips
commissie," welke werd gevormd: uit de koninklijke
academie vau Wetenschappen" en welke iu 1901 naar
Sumatra en in 1905 naar Spanje waarnemings-expe
dities heeft uitgezonden, zich thans ook niet onbe
tuigd zou laten. Zij heeft ook thans gelden bijeen
kunnen krijgen voor een expeditie, onder leiding der
professoren Nijland en Julius, die vergezeld worden
van een staf van waarnemers. Een eclipskamp is de
zer dagen op enkele kilometers ten Noord-Westen van
Maastricht ingericht, waar een keur van instrumenten
zijn opgesteld en waar men tot nauwkeurige waarne
mingen hoopt te komen het zal do eerste maal zijn,
dat 111 ons land gedurende een eclips de psysische ge
steldheid der zon. bestudeerd wordt.
Het ligt voor do hand, dat zoowel zon- als maan-
eclipsen, reeds bij de oude volken, als merkwaardige
bemolgebeurtenisseu werden aangemerkt, liet bijge
loof der vroegere eeuwen beschouwde deze dan ook,
evenals de verschijning van kometen, als voorboden
van dreigende rampen. Zoo meenden sommigen, dat
zij gewichtige omwentelingen of andere wereldgebeur
tenissen, eenen nieuwen zondvloed of verbranding der
aarde voorspelden. Ook vreesde men dat bij een eclips
de gelieele narde verpest werd door een ondragelijken
reuk.
Do eclipsen hebben meermalen grooten invloed op
den loop der gebeurtenissen uitgeoefend. Bekend is
dat Alexander de Groote de groofsto moeite had vóór
den slag van Arbela (331 v. Chr.) zijn leger bijeen (0
houden, daar de troepen tijdens een zonsverduistering
dreigden op de vlpqht te slaan.
Wij zullen het niet op een loopen zetten a. st.
Woensdag en ook geen geloof hechten aan nog altijd
mogelijke dwaze voorspellingen, maar kalm het be
lang- en leerrijke verschijnsel afwachten, vervuld van
de hoop, dat de omstandigheden, waaronder het kan
worden waargenomen, zeer gunstig zuilen zijn.
NATIONALE VROUWENRAAD VAN NEDER
LAND.
(Vervolg.)
Daarna kwam mevrouw mr. C. BakkerVan Bosse
uit den Haag aan het woord om toe te lichten een
urgentie-voorstel, dat ingediend was over het ont-
werp-auteumreeht, waarin volgens enkele afgevaar
digden aan de rechten der gehuwde vrouw tekortwordt
gedaan. Spr. zou behalve het beschikkingsrecht
over het auteurs-recht niet alleen aan de gehuwde
vrouw maar ook aan minderjarigen en aan hen, die
onder eurateele gesteld zijn, willen zien toegekend.
Na eenige discussie werd de volgende motie aange
nomen: „Dc Kaa<l dringe er bij de bevoegde maeht
op aan, dat het ontwerp-auteurswet in dien zin worde-
gewijzigd, dat aan de gehuwde wouw ten aanzien van
haar auteursrecht meerdere zelfstandigheid worde
toegekend en dat voor minderjarigen een regeling-
worde getroffen in gelijken geest als art. 1637 g, le
lid der wet op het arbeidscontract."
ervolgeirs werd gediscussieerd! over het voor en
tegen van liet aanvragen vau rechtspersoonlijkheid'
oor den Raad. Bij stemming werd uitgemaakt, dat
de rechtspersoonlijkheid' zal worden aangevraagd.
De penning-meesteresse, jonkvrouw» M. A. van
llogendorp, bracht daarna het financieel verslag over
het afgeloopcn jaar uit, eveneens- de controle-commis
sie tot het nazien der jaarrekening 1911'12.
Volgden nog verslagen van het comité voor Vrou-J
vvenkiesrecht en do tweejanrlijksche bijeenkomst van
•het maanlicht tooverachtig binnenviel, zat Ella, Bic-
kenbach'a dochter, nog altijd in haar witte baljopon,
een bouquet viooltjes in do hand, dat Willi haar bij
liet weggaan nog in de hand had gedrukt. Zij droom
de terug naar het Eden, dat zij al zoo spoedig weer
had moeten verlaten.
Zco gelukkig had zij zich daar gevoeld, dat zij ner
gens dan in die balzaal met haar gedachten kon toe
ven. Zij trilde nog van geluk. Kwam het van het
dansen! Mas het vreugde omdat er zooveleu geweest
waren, die haar ten dans vroegen? Was het omdat
zij zich voor het eerst geheel vrij had gevoeld Of
kwam het door de woorden, die Willi Baehmann haar
in het oor gefluisterd had?
Den volgenden morgen, toen zij in de eetkamer
kwam, was zij een en al verbazing. Zij had haar ver
wondering en schrik zeker in luide woorden geuit, als
Bergitzky haar niet het praten belet had.
Hij zat in een zwartzijden huisrok, een roode das
voor, gele schoenen en een wit vest aan bij de koffie
tafel, zijn haar met zorg gekamd en geplakt. Hij
scheen het zeer naar zijn zin te hebben hij het. ontbijt.
Zijn eierlepeltje neerleggend, strekte hij zijne han
den joviaal naar zijn kleindochter uit,
„Altijd zoo frisch als een rozenknop! Kom en om
arm mij. Ben je bevreesd voo-r je grootpapa?"
hier? bracht zij met moeite over de lippen.
„Ja, en ik blijf hier", zei hij met een spottendeu
klank in zijn stem. „Je behoeft niet hang te zijn,
kleintje, dat ik zoo spoedig weer weg zal gaan. Geef
mij gauw een kusje - anders wordt mijn ei koud."
Zij had zich over hem gebogen en drukte gehoor
zaam haar lippen op zijn voorhoofd.
„Er zijn toch grappige meisjes in. de wereld", zeide
Bergitzky. zich een kopje thee inschenkend en Ella
van ter zijde nog af en toe aanziende. Ella had haar
schrik nog niet overwonnen.
ees blij dat ik er ben. Moet grootpapa eerst
boos worden! vroeg hij baar op de wang kloppend.
BU11 had een tegenzin tegen hem, al sinds lang.
A roeger als zij met hem door Bonn wandelde, had zij
altijd een zekere beklemming gevoeld.
den Internationalen Vrouwenraad )het lo word uit
gebracht door mejuffr. Van Ewijck uit Zeist, inplaats
van mejuffrouw Lanschot Hubreeht, pdaatsvervau-
gend lid voor Vrouwenkiesrecht, het tweede door de
Je secretaresse mevrouw H. van Bi ernaHijmans uit
den IIang( en van het internationaal Wetten-comitó
over 1911 door mevrouw II. BoddaertSchuurbeque
Boeije uit den Haag.
Hierna werd overgegaan tot verkiezing van één lid
van hot dagelijksch bestuur, aftredend mcj."E. Baelde.
Caödidaten waren mejuffr. C. M. Beaujon jur. doet.
en mejuffr. II. C. Samlt van N00ten. Met 30 tegen
18 stemmen werd' mejuffrouw Beaujon gekozen.
Mevrouw Van BiemaHijmans, thans le secreta
resse, werd tot presidente gekozen met 38 stemmen,
waarna door een der afgevaardigden een woord van
hulde werd gebracht aan de aftredende presidente
voor vat zij in de afgeloopcn 5 jaar heeft- gedaan.
Een voorstel van freule M. van Iloogendorp om de
aftredende presidente het eerevoorzitterschap aan te
bieden, werd bij acclamatie aangenomen.
Vervolgens worden aangenomen do volgende voor
stellen
Ho Raad bevordere den verkoop van het boek over de
„Wetten, die de vrouw achterstellen bij don man."
De Raad spreke den wensch uit, om zooveel moge
lijk Internationale Vereenigingen uit te noodigen
voor de vijfjanrlijksehe bijeenkomsten van- den I. V.
R.
Twee voorstellen van „Hongarije" om bestuursleden
van Nationale Raden op te wekken, bij reizen naar
het buitenland, zich van te voren in betrekking te
stellen met de nationale Raden van de landen, die zij
denken te bezoeken.
Voorstel van mrs. Cummings om voorstanders te
winnen van den I. V. R.
Besloten werd de twee-jaarlijkscho bijeenkomst van
den I. V. 11. in April 1913 te 's-Gravenhage te hou
den. terwijl het reglement voor de Plaatselijke Raden
werd vastgesteld.
Daarna werd de vergadering verdaagd tot den vol
gendon morgen 9 uur.
Om 8 uur had in de Harmonie een openbare bijeen
komst plaats, waar aan één stuk door van 8 uur tot
kwart voor elf het rapport van de aaneenschakelings-
commissie in het bizonder en in verband met het voor
bereidend-, lager- en vakonderwijs besproken werd.
I)r. D. Bos, lid van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, te 's-Graveuhage, verklaarde zich tot enkele
opmerkingen te zullen bepalen, daar het in een korten
tijd' onmogelijk is uitvoerige eririek op alle hijzonder-
heden uit het rapport uit te. oefenen» Spr. stelde in
bet licht, dat de laatste 2 jaar eigenlijk niets gebeurd
is door de regeering in verhand met dit rapport. Reeds
nu is gebleken, dat van een nationaal werk, dat door
de politieke, partijen zal worden aanvaard en in die wet
/.al worden neergelegd, geen sprake is. Spr. vreesde,
dat men de reorganisatie dlie de commissie zou bewer
ken als de organisatie zal beschouwen en ging ver
volgens na de taak die de commissie op zich heeft
genomen. Na gewezen te hebben op de bezwaren die
bij het tegenwoordige onderwijs worden gevonden,
bracht spr. onder het oog, dat ten einde de verschil
lende doelen van het onderwijs ineen te schakelen en
met elkaar in verband te brengen, de commissie in het
leven werd geroepen. De staatscommissie heeft even
wel die taak ruim opgevat.
Zoo zijn er gekomen de plannen, die thans voorge
legd worden en de reorganisatie van 't geheele ouder
wijs beooge-n. ITet gevolg is geweest, dat er zich
grootere, breedere belangen doen gevoelen dan die
waarvoor de commissie in het leven is geroepen. Naast
de behoefte van de groep van gegoeden zijn er andere
belangen, die van het volk. De commissie stelt zich
voor dat er ;n onze maatschappij zijn drie groepen per
sonen, zoodat men het onderwijs zóó moet inrichten,
dat het door kinderen1 uit drie dezer groepen moet.
kunnen worden gevolgd. Spr. zou als grondbeginsel
willen zien aangenomen, ieder kind, meisje of jongen
in de gelegenheid te stellen, aan zichzelf, ouders en
zijn onderwijzers eigen aanleg te toonen en daarnaar
onderwijs te mogen ontvangen. Het geluk van het
individu en de welvaart der maatschappij zal hierdoor
Ella wist niet precies waarom, maar zij gevoelde dat
haar vader ook geen sympathie voor Bergitzky koes
terde. Eoumaal zelfs, dat wist zij, hadden de bedde
heeren op de kamer van papa woorden met elkaar ge
had over een geenszins verkwikkelijke- zaak. Haar
vader was toen doodsbleek en opgewonden in de ka
mer waar zij en baar moeder waren, gekomen en had
met ruwe stem gezegd: „Je vader vertrekt nog van
daag!" En nooit na dien tijd had hij meer over
grootpapa gesproken, nooit had hij nog- iets gezegd
dat met dezen verband hield.
Over dat alles had Ella vroeger niet veel nage
dacht. Maar zij had toch intuitief begrepen, dat haar
lieve, goede vader geen achting voor grootpapa had.
Ook nu deed hij haar onaangenaam aan terwijl hij
m zijn flatterige kleeding op begeerige wijze zat te
ontbijten. Ilet. liefst zou zij dadelijk naar haar ka
mer teruggegaan zijn, om daar haar tranen den vrijen
loop te. laten, die zij met moeite in ziju nabijheid wist
te rug te dringen.
Ilij knipoogde een paar maal lachend tegen haar.
„Muisje heeft geen eetlust Zij denkt nog aan het
bal waar liet prettig was en aan wie haar daar het
hof maakten. Zij zou het nest wel willen uitvliegen.
Och, dat doen alle kleindochters zij denken weinig
aan hun oude grootpapa's en trouwen. Ja, ja zoo
is het
Ella was vuurrood geworden, zonder eigenlijk te we
ten waarom. Zij boog hef hoofd diep over haar thee
kopje 0111 hem niet behoeven aan te zien.
Bergitzky nam een nieuw stuk ham en ging toen
van schertsenden in vaderlijk waardigen toon over.
„Ik be.n hierheen gekomen om je arme moeder te
steunen en de plaats van je vader in te nemen. Gij
beiden moet een mannelijke steun in huis hebben. Ik
zal jelui besehermen tegen alle gevaren die dreigen.
En vooral aan jouw toekomst wil ik denken."
„Mijn toekomst vroeg zij zacht en zichtbaar ver
rast. „Mijn toekomst, mijn hoop en verlangen is, dat
papa weer gezond zal worden."
Bergitzky schudde bedroefd het hoofd.
„Dat wordt hij niet meer nooit meer! Die hoop
bevorderd worden.
Wie dit. beginsel wil doorvoeren, zal bij elke onder-
wijs-hérvorming moeten beginnen hij het begin, de
zorg van den wetgever zal dus in de eerste plaats ge
richt moeten zijn op bewaarschool-onderwijs en juist
dit is aan de commissie ontsnapt Ook het lager on
derwijs zal in zijn vollen omgang gereorganiseerd
moeten worden, de arbeid in die scholen behoort zoo
veelzijdig mogelijk te zijn, opdat reeds in die jaren de
annleg van het kind geopenbaard kan worden. Het
liehaamsspel, de muziek en de handenarbeid moeten
hierbij een groote rol spelen. Een zeer groote groep
zal dan kunnen werden geleid tot liooger peil dan dit
thans het geval is. Spr. ging na welke inrichtingen
van onderwijs de staatscommissie in het .leven denkt
te roepen na de lagere scholen en legde ten slotte er
den vollen nadruk op, dat voortdurend meer en meer
de ontwikkeling van de groote massa, die niet die be-
1 gaafdheid heeft zich door middelbaar onderwijs te
kunnen ontwikkelen, op vakscholen, waar de aanleg en
do bekwaamheid zoo duidelijk mogelijk aan het licht
moeten treden, moet worden verkregen. Maar wanneer
de eommi-rie niets doet voor de kinderen tussehen 12
en 18 janr, dan komen wij in een tijdperk van stil
stand: Daar de vrouwen meer belang beginnen te
stellen in en meer invloed krijgen op het publieke le
ven, verklaarde spr. jui.st zoo graag in deze vergade
ring van vrouwen, bet zijne in het midden te hebben
gebracht.
Mevrouw Scnook-Boom uit Amsterdam, zeide met
verbazing bemerkt te hebben, dat er niets in het rap
port der naneonschakelings-oommissio over het be
waarschool-onderwijs gezfgd wordt. De commissie
deed alsof die scholen niet voor haar bestaan; een
niet te. vergoelijken fout is het, dat zij niet aan de
vrouw gedacht heeft, die opgeleid' moet worden tot
bowaarsehoolhouderes.
Ofschoon reeds in 1868 door den minister verklaard
werd, dat het onderwerp dringend regeling behoefde,
is thans nog door de staatscommissie geen. woord' go-
rept over wettelijke regeling, liet kind moet toch
geleid worden door een goede opgeleide onderwijzeres
Zij stelde vervolgens in het licht hoe noodzakelijk
het toch is, dat de regeering zich met de opleiding
van de bewaarsehool-houderes gaat bemoeien en wees
er op, hoo nu de bevoegdheid verkregen wordt. Spr.
hoopte, dat binnenkort aan de wantoestanden, die op
dat gebied heerschen, een einde komt en een opleiding
in het leven geroepen moge worden, waarbij de be-
waarsehool-paedagogiek op den voorgrond treedt.
Eindelijk schetste spr. nog de toestanden aan de
openbare en de bijzondere bewaarscholen, waarbij zij
o.a. met cijfers aantoon (Te, dat deze nog treurig zijn te
noemen.
De heer L. C. T. Bigot, directeur van de kweek
school voor onderwijzeressen te Amsterdam begon
met er op te wijzen, dat ook de inrichtingen van on
derwijs, waar de onderwijzers en onderwijzeressen ge
vormd worden, niet minder op de aandacht der com
missie aanspraak mogen maken.
In het kort deelde spr. mee, hoe de opleiding tegen
woordig- is, waarbij bleek, dat deze in de meeste ge
vallen onvoldoende is, en ging vervolgens na in hoe
verre de commissie voldoet aan de wenschen die ge
koesterd worden ten opzichte van de bedoelingen van
do commissie. Spr. achtte 18 jaar veel te jong om
goed onderwijs te geven aan kinderen. De hoofdfout
in de opleiding zag spr. daarin dat ze niet voldoet aan
de eischen, die gesteld worden aan een onderwijzer,
die moet zijn iemand mot een mimen blik en een
warm hart.
I)<- lagere school moet naar boven gaan en daarom
moet de onderwijzer zijn iemand van algeme-ene ont
wikkeling. Spr. zou wenschen, dat zij een middelbare
school doorliepen, alvorens een vak-opleiding te ge
nieten, die een jaar of 4 moet. duren. Spr. ging na
wat de commissie zich voorstelt en verklaarde daarna
dat hetgeen de commissie wil, tegenvalt en te kort
schiet Sprekende over de opleiding van de vrouw
voor onderwijzeres noemde spr. de nuttige handwer
ken zooals die daarbij onderwezen wordt, een verfoei
lijk vak, dat de oogen en het lichaam bederft, de vroo-
lijkheid en blijmoedigheid doet verdwijnen en daar-
is voorbij, helaas!"
Ella vloog op van haar stoel.
„Als u dat meent, vergist u zich, grootpapa! Vraag
het maar eens aan oom Soden, vraag het aan tante
Louize!" riep zij.
„Die dame, die je tante noemt, ken ik niet", zei
Bergitzky met afwijzend gebaar, „maar ik gun je den
waan. dat een herstelling mogelijk is. Maar wat je
oom betreft, dien dokter zal ik in opdracht van je
moeder le oogen openen en ik zal hem voorhouden,
dat het zeer verkeerd is een nrnr wezen met valsche
hoop te vervullen."
„Dat doet oom Soden niet!" riep Ella met onzekere
stem. „U vergist zich zeer zeker!"
„Ik vergis mij nooit", zei Bergitzky, zijn servet
zorgvuldig opvouwend. „ïk overzie namelijk een men-
sohenleven niet van voor naar achteren, maar vau
achteren naar voor. En zoo heb ik gezien dat je va
der reeds in het begin dat bij in Bonn woonde, sterk
aan inbeelding leed en niet geheel meer wist wat hij
deed, noch wat hij -zei."
11ij streek zich met kracht over zijn blonde baard.
Vele ringen schitterden aan zijn vingers. Hij was ge
woon als hij zich zoo over snor en baard streek, den
inoud een weinig te openen, zoodat zijn witte tanden
zichtbaar werden. Zijn oogen begonnen eigenaardig
te schitteren, een glans, die Ella deed' schrikken.
„Ik geef je den goeden raad, je niet. in de zaken
van je vader te mengen. Je deedt goed niet meer zoo
1 nzinnig over beterworden te praten, zoolang daar
voor in 't geheel geen grond bestaat. Zoodra ik je
zeg dat er hoop is, nu ja dan is het wat anders bc-
grijp je? muisje", ging hij weer schertsend voort, wat
zeer vreemd bij zijn eersten toon afstak, „je zult toch
je grootpapa niet willen bedroeven? Je goede groot
papa. die alleen hierheen is gekomen om jou en je
moeder wat op te vro< lijken. Altijd de waarheid zeg
gen nu dan, je papa was al lang zeer verward in
zijn hoofd. Is dat zoo of niet? Nu niet uit sentimen
taliteit jokken! Lees hier in dit boek eens na wat er
staat over de plichten vau kinderen tegenover hun
ouders en grootouders."
(Wurdt vervolgd).