DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Zonsverduistering.
No. 91
Honderd en veertiende Jaargang.
WOENSDAG
17 APRIL
ENGELSCHE BRIEVEN.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Qroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Een geheel andere taak heeft de Leidsche sterre
waeht op zich genomen. Deze sterrewncht, de oudste,
en tevens de grootste van ons land, wier geschiedenis
tot kort na de stichting der hoogesehool opklimt-,
heeft een groote naam door dë osigemoene nauwgezet
heid en den hoogen zin hnrer astronomen. En het
aandeel, d«t do Leidoetw- sterrekund'igcn in deze Zuid-
Limhurgsehe expeditie hebben, bestaat dan ook in
het. opsporen en aanvallen van allerlei kleine, doch
hoogst belangrijke leemten in onze kennis omtrent de
beweging en de grootte der maan. Zij zullen door
hun waarnemingen hoogst waarsehijnlijk een belangrij
ke verbetering aan kunnen brengen aan de uiterst
ingewikkelde theorie, der maansbeweging, een theorie,
waaraan ondanks het ontzaglijke genie van haar
grondvester, den beroemden Hansen te Gotha (mid
den der 19e eeuw) en ondanks het werk van de scherp
zinnigste latere theoretische en prneti-sche sterrekun-
digeu. fouten zijn blijven kleven.
De zou nu zal hier niet geheel verduisterd worden,
dooh een ringetje van verbazende dunte overlaten.
Het is juist, door de fijnheid van dat, randje (ter dikte
van 1/1000 a 1/10000 der zonsmiddelliju), dat de plaat
sen waar de schaduw de aarde zal treffen, precies op
gespoord kunnen worden, want door geringe verschil
len in plaats krijgt dat. ringetje verschillend uiter
lijk, ja, zal op korten afstand van de. lijn der centrale
verduistering verbroken blijven tot een smallen sikkel.
Door uitzetting van verschillende waarnemingsposten
kunnen dus de toestauden van dat ringetje en daar
mee de plaatsen waar de schaduw der maan onze aar
de treft, worden bepaald.
Er bestond een vrij groote onzekerheid' omtrent die
plaatsen. De berekeningen vooral der astronomen van
Greenwich en van Parijs liepen nogal uiteen. De
Fransehc sterrekumligen hadden voor de middellijn
der maan een waarde aangenomen, die 1/15 percent
groot er was dan de door de Engelscben aangenomene,
en ze hadden de plaats der maan aan het hemelgewelf
1/4 percent der maansmiddellijn zuidelijker veronder
steld dan de Etigelsehe berekenaars. Dit zijn uiterst
geringe, telcsoopische verschillen, maar ze beteekenen.
dat do Franschen de verduistering binnen hun repu
bliek als totaal, de Engelschen baar in datzelfde ge
bied als ringvormig hadden berekend; en het. betee-
lent ook dat de lijn, waarlangs de maanschaduw de
aarde treft, en waarlangs men dus de verduistering
zoo volkomen mogelijk ziet, door de Parijsehe astrono
men anderhalf uur gaans zuidelijker wordt aangeno
men dan volgens de Engelsehe berekening.
Een der Leidsche astronomen, do heer Weeder, heeft
in een door de Kon. Academie van wetenschappen to
Amsterdam opgenomen studie al deze berekeningen
aan een nieuwe en ver doorgevoerde kritiek onder
worpen en hij heeft vervolgens de Lijn der centraio
verduistering tot op vrij hooge nauwkeurigheid bere
kend. Do nog overblijvende onzekerheid uit het
vraagstuk der maansbeweging (de beweging van aarde
en zon laat weinig onzekerheid over) te verdrijven, is
het doel van het Leidsche gedeelte onzer expeditie.
Deze Leidsche afdeoling, bestaand uit een staf van
tien waarnemers, gewapend met tien kijkers en tal van
toestellen voor nauwkeurige tijdsbepalingen (tot welk
doel een directe telegrafische verbinding van Maas
tricht met de Leidsche Sterrewaeht werd gevormd)
heeft zich gesplitst in vijf onderdeden. Een dezer
waarnemingsposten is ondergebracht in het hoofd
kamp bij de Utreehtsche expeditie nabij het dorpje
Caberg, op de berekende centrale lijn, twee liggen ter
weerszij dier lijn op 750 M. afstand, de twee laatsten
ter weerszij op 1500 M. afstand' dier lijn. liet meest
zuidelijke dezer posten bevindt zich vlak buiten
Maastricht; het wordt bezet door een van de observa-
tbrs der Leidsche Sterrewaeht en door ondergeteeken-
de. Het geheel staat onder leiding van de beide pro
fessoren Van de Sande Bakhuyzen, broeders, waarvan
de jongste, de tegenwoordige directeur der Sterre
waeht, vooral het. instrumentale deel van het program
verzorgde. De oudste, prof. v. d. S. TL, dte vroegere di
recteur en hoogleeraar, is de nestor der Nederlandsche
astronomen en verzocht dan ook, daar deze verduiste
ring wel de laatste zou zijn die hij te zien zou krijgen,
zoo dicht mogelijk bij de centrale lijn geplaatst te
worden, teneinde nog iets van de zoo geheimzinnige
Corona, die hij nog nooit waarnam, te kunnen zien;
oen verzoek waaraan tegenover de zoo hooge verdiens
ten van dezen nestor met graagte voldaan werd. En
ook zullen we op een der waarnemingsposten Prof.
Kanteijn uit Groningen aantreffen, den man, die
door zijn stoute en welberaamde theorieën over do in-
ilceling des heelals oen wereldnaam heeft.
Zoo vindt men hier thans alle astronomen van Ne
derland, ouderen en jongenen, bijeen. Maar ook tal
van andere personen leverden veel arbeid. Timmerlie
den en geniesoldaten hielpen dc tenten oprichten,
metselaars construeerden de pijlers, waarop de groote-
re instrumenten rusten, dc S. S. vervoerde de wagons
met instrumenten, Mnnstrichtsche werklieden hielpen
alles vervoeren, deels langs moeilijke kleiwegen, de
marechaussee bewaakt dag en nacht het hoofdkamp en
zal morgen ook aan de andere Leidsche posten de
noodige rust verzekeren.
Een totale zonsverduistering is voor elke bepaalde
plaats een zeer zeldzaam versohijDsel; sedert Karei
don Grooten passeerden er slechts twee over ons land.
En geen enkele verduistering naderde in die eeuwen
zoozeer de totaliteit zonder deze te bereiken als de
eclips van morgen van deze Inzonderheid, die de fijn
heid van 't verschijnsel en de gevoeligheid der waar
nemingsmethoden ongekend verhoogt, zullen de Leid
sche astronomen partij trekken.
Ook het Manstriohtsehe publiek toont, nu Maastricht
de door de natuur uitverkoren plants van ons land
blijkt te zijn. begrijpelijkerwijs veel belangstelling.
Wanneer de lezer» van dit blad Ut artikel onder de.,
Tentoonstelling in Olyiupla.
I.
LONDEN, 13 April 1912.
Men kent de parodie: „Oost, Westmaar
thuis is1 het ook niet altijd alles." Toen de „Daily
Mail" zes jaar geleden haar eerste „Ideal Home Exhi
bition" opende, heeft ze klaarblijkelijk getracht het.
„thuis best" tot waarheid te maken, voor allerlei goe
de mensehen die daar zelve geen slag van hebben, die
ten minste niet weten hoe ze noodeloos werk, noode-
looze ziekten, noodeloozen .lust en noodelooze onge
makken kun non vermijden cn een gezellig, prettig iu-
térieur scheppen voor den physieken menacli, waarmee
zij tevens een heel eind op den goeden weg zijn om
ook den geestelijken mensch een prettige, bevredigen
de en vreedzame atmosfeer te scheppen.
Gedurende de nu begonnen veertien dagen kan men
de derde dier tweejnariijksche tentoonstellingen in
„Olympia," een groote zaal in West-Londen, door de
„Daily Mail" ingericht, bezoeken. En er bestaan twee
goede redenen er ditmaal min of meer uitvoerig ver
slag van te geven.
Do eerste is voor Nederlandsche lezers wellicht de
minst overwegende, ook al hebben wij den naam „erg
dol" op huitenlandsche dingen te wezen. Deze derde
tentoonstelling is namelijk voor de eerste maal inter
nationaal.
De tweede volgt uit de eerste en is ziedaar de.
mensehelijke inconsequentie voor Nederlanders de
meest overwegende, omdat het internationale karakter
er juist door Nederland) aan wordt gegeven. Want
elk, hoe belust op vreemde snufjes, vindt het toch al
tijd interessant en aangenaam, nis Nederland zich on
der vreemdelingen weet te doen gelden.
Dat dit nu geschiedt en zoo buitengewoon uitste
kend geschiedt; hebben wij te danken aan een Neder-
landseh lichaam in Londen, dë Nederlandsche Kamer
van Koophandel aldaar. Nu gaan zelfs de mooiste ten
toonstellingen voorbij, zelfs al duren ze twaalf maal
veertien dagen, mnar deze Kamer blijft; gelukkig! En
uit dien hoofde acht ik het voor den Nederlandschen
handelsstand van overwegend belang, eerst iets van
die Kamer te vertellen, anders begrijpt geen mensch
hoe zulk een lichaam er toe kwam, zicli te bemoeien
met huizen en meubels en interieurs en al wat we
meestal overlaten aan de dames.
De dames kunnen desalniettemin gerust verder le
zen, want ze hebben haast allemaal zoons, broers, ne
ven of dito's van vriendinnen, die te eeniger tijd wel
licht graag een betrekking in Londen of Engeland
zouden willen hebben. Als ze dus even geduld hebben,
zal ik haar daaromtrent ook wat vertellen.
Leden dezer Kamer zijn natuurlijk mannen, hier en
in Nederland, die zelve zaken drijven, ze gedreven heb
ben ot belangstellen in zaken, in handel, in nijverheid.
Het bestuur bestaat zonder uitzondering uit heeren,
die. elk op zijn bijzonder gebied, een eervolle en ge
wichtige plaats in de Engelsehe handelswereld ver
overd hebben, die dus alles weten van de wijze waarop
hier zaken gedreven en zaken geïntroduceerd moeten
worden, welke belemmeringen er bestaan, die door
hulp der regeering kunnen verwijderd worden, welke
moeilijkheden de Nederlander er ontmoet, die hij al
leen door eigen kennis, schranderheid en volharding
kan te boven komen.
Hoe de regeering, de politieke zaak, door deze K. v.
K. gediend wordt, ziet men telkens in de Nederland
sche pers, die de adviezen, verzoeken, opmerkingen
enz. enz. meedeelt, welke deze Kamer en zeer vaak an
dere Nederlandsche Kamers van het buitenland van
zich doet uitgaan. Ik behoef daarbij dus allerminst
stil te staan.
Doch wat niet blijkt uit de pers is, dat do Kamer
aan al hare leden alle mogelijke voorlichting ver
schaft, zoodra die leden daarom vragen. Aangezien
nu het lidmaatschap slechts 12.60 'sjaars kost, heeft
iemand, die zijn relaties naar Engeland wil uitbreiden,
connecties daar wil aanknoopen, voor dat belachelijk
klein bedrag tot zijn beschikking de kennis en erva
ring der beste koppen op nijverheids- en handelsge
bied, van mannen die weten öf aan dit of dat behoefte
bestaat, öf verdere concurrentie in zeker artikel kans
heeft van slagen, waar een afzetgebied' te vinden is,
hoe het moet aangepakt, worden, hoe geschikte agen
ten te vinden zijn en in één woord, het bestuur geeft
alle inlichtingen ten beste en geeft de beste inlichtin
gen, zooals zelfs de meest eigenwijze Nederlander
en die nationale deugd beoefent men nog met harts
tocht zal moeten toegeven.
Wat nu de zoontjes enz. betreft, moet ik al dadelijk
voor teleurstellingen waarschuwen. De Kamer kan
alleen zéér bekwame, zéér flinke jougelui helpen; als
zij een middelmatig jongmensch al geplaatst kreeg,
zou die middelmatigheid' toch op den duur niet slagen
en de mislukking zou het enkel voor goede candidaten
naar goede betrekkingen moeilijker maken: de Engel
sehe kooplieden, reeders, fabrikanten zouden het ver
trouwen verliezen, dat ze voetstoots een jongmensch,
mits door de Kamer aanbevolen, kunnen in dienst
nemen. Men stelt tegenwoordig, vooral in Londen en
de groote handelssteden van Engeland, hooge eischen
aan buitenlanders, want de Engelsehe jongelui doen
hard hun best niet verdrongen te worden; alleen wie
zéér goed is, kan duurzaam slagen. Dat weet de Ka
mer beter dan iemand anders; vandaar ook haar
strenge eisehen. Is daaraan voldaan, clan helpt ze,
geeft jongelui gelegenheid te werken en zoodoende
wat wegwijs te worden op haar bureau, onder toezicht
on leiding van den secretaris, tnr. W. R-oosegaarde
Bisschop (adres: R. Oolemnn Street, landen, E. C.)
en mij is geen geval bekend, waarin niet een flinke
eandidaat dezer Kamer binnen betrekkelijk vaak bin
nen zeer korten tijd, een goede betrekking vond.
De Kamer streeft er dus met hart en ziel naar
en wie haar hart is weet ik niet, doch haar ziel is haar
-• cretaris de handelsbetrekkingen tusschen Neder
land en Engeland uit te breiden, het verkeer gemak
kelijk te maken. Daartoe is noodig dat Nederland
naar Engeland komt en Engeland naar Nederland;
men moet elkaar leeren kennen.
En nu is Nederland naar Engeland gekomen om, tot
op zekere hoogte, +lngeland spelend tie leeren wat Ne
derland is; als allerlei Engelsehe mannen van zaken
op deze tentoonstelling kunnen zien wat ze uit Ne
derland kunnen krijgen: en de Kamer heeft dat, zoo
als ik later zal laten zien, zeer praetisch ingericht,
als ze dat kunnen zien, is al veel gewonnen. Doch
nog meer wordt bereikt, wanneer het groote publiek
door die tentoonstelling leert hoeveel moois en aan
trekkelijks ons land heeft en ons land wezenlijk gaat
bereizen, om het in zijn geheel te leeren kennen en
niet maar het oude deuntje afzaagt: van den Hang
naar Marken of Volendam en torug.
De heer Bisschop heeft, veel te ruimen blik, ziet
viel te ver vooruit- om niet te weten wat dit voor de
verdere werkzaamheid der Kamer kan gaan beteeke
nen. Die eerste flinke stap, door deelneming aan de
ze tentoonstelling gezet, doet een man als hij mnar
niet voor de aardigheid, of zelfs niet alleen om een
overigens mooie, pntriotisehe daad te verrichten. Wie
hem kent, wie jarenlang belangstellend heeft waarge-
nomen hoe hij en het Kamerbestuur werken, weet
ook dat de Julinna-hoeve het begin is van een nieuwe
practise he ontwikkeling in eone nieuwe richting en
dat de naam van ons klein Prinsesje gekozen is als
symbool voor ons geheele land, voor onze geheele na
tie.
Dat is de beteekenis van deze daad der Kamer. Zij
heeft 't^ogenblikkelijk praetisch belang voor onze han
delaren zeker niet uit het oog verloren; dat ligt zoo
niet in haren aard. Doch daarnaast laat zij ons een
i helderen blik in de toekomst slaan, een toekomst,
waarin de belofte ligt van toenadering en vriend
schap tusschen twee natiën, wier geschiedenis en
volkskarakter zoo grooto overeenkomst hebben in tal
van punten en die op het gebied van handel en
scheepvaart zoo enorm veel voor elkaar kunnen doen.
De Nederlandsche regeering heeft dit ook ingezien
en schonk niet alleen een subsidie van 10.000, dus
bijna de helft van den huurprijs voor het terrein:
24.000, doch zond ook een tweetal ambtenaren van
het departement van Landbouw, Handel en Nijver
heid, die op de tentoonstelling zitting houden en
ieder met de noodige inlichtingen ten dienste staan.
Daarnaast is de Vereeniging tot Bevordering van
het Vreemdelingenverkeer flink uit den hoek geko
men met een massa literatuur: aardige, mooi geïl
lustreerde en fraai gedrukte gidsjes en een half do
zijn zeer fraaie en aantrekkelijke diorama's, die een
plastisch beeld geven van allerlei bekende tafereelen
in Nederland en zeker den lust tot een bezoek zullen
opwekken.
Over de tentoonstelling zelve een volgenden keer.
H. M. DE KONINGIN NAAR PARIJS.
De dagen van 1 tot 3 Juli zijn thans definitief vast
gesteld voor het bezoek van H. M. de Koningin en Z.
K. II. den Prins aan president Fallières en aan Pa
rijs. Het pantserschip Ileemskerck is aangewezen om
gedurende het verblijf der koninklijke familie aldaar,
ter reede van Amsterdam aanwezig te zijn.
amendementen omtrent dc Radenwet en ving gisteren
.jan met de bespreking der amendementen betreffende
de Ziekteverzekering.
DE RIJKSMIDDELEN.
Al is de vermeerdering van de opbrengst der Rijks
middelen over de maand Maart niet zoo groot als
over de beide vorige maanden van dit jaar, toch mag
men met het resultaat tevreden zijn, zegt de N. Ct.
Vergeleken bij het vorig jaar heeft Maart 1912 slechts
een verhooging ondergaan van 221.129.0111maar
Maart 1911 was dan ook buitengewoon mooi geweest,
daar zij bijna een millioen meer had opgeleverd dan
haar naamgenoot van 1910. De geheele opbrengst van
de nfgcloopen maand was *14.578.734.9014, tegen
14.355.605.89 in 1911.
De directe belastingen bleven 13.000 beneden
Maart 1911, hetgeen is toe te schrijven aan de grond
belasting, die 72.000 en het personeel, dat 14.000
minder opbracht, waar tegenover een hoogere op
brengst stond van 31.000 hij dc bedrijfsbelasting en
.1 42.000 bij de Vermogensbelasting.
De invoerrechten zijn niet een bedrag van 104.0(H)
boven 1911 gestegen.
Van de accijnzen brachten die op de suiker 180.000,
die op het gedistilleerd 24.000, die op het zout
8000 en die op het hier 9000 meer op, terwijl de
wijnaeeijns met 53.000 en die op het geslacht met
46.000 heneden de opbrengst van verleden jaar ble
ven. Ook de belasting op gouden en zilveren werken
leverde een klein bedrag minder dan in 1911.
Bij de indirecte belastingen vonden wij geen bijzon
der mooie cijfers. Do zegelrechten waren 50.000, de
registratierechten 40.000 en de hypotheekrechten
1 4000 minder, welke achteruitgang eenigszius word
goedgemaakt door een stijging der successierechten
met 78.000.
De domeinen brachten dit jaar 19.000 en de
Staatsloterij 84.000 minder op, doch de posterijen
wijzen een vooruitgang aan van 41.000, de. rijkstele
graaf van 44.000 en de loodsgelden van niet minder
dan 42.000.
Al kan dus niet van een groot aeerès worden gespro
ken, de maand Maart 1912 geeft toch geen Teden tot
teleurstelling. Over de eerste drie maanden van dit
jaar is nu ontvangen 38.S57.330.03V2. Bij vergelij
king met het vorig jaar, toen de opbrengst in hetzelf
de tijdperk 37.371.168.68V2 was, zijn we dus thans
1.486.101.35 op 1911 vooruit.
HET KONINKLIJKE GEZIN NAAR HET LOO.
Het Koninklijke gezin heeft gistermorgen met den
trein van 9 u. 10 de residentie verlaten voor het zo
merverblijf op 't Loo, na op weg naar het station
even aan het Paleis van II. M. de Koningin-Moeder
afgestapt te zijn, teneinde deze een afscheidsgroet te
brengen.
Aan het station waren ter uitgeleide aanwezig ge
neraal de Meester, en wethouder Jansen, in plaats van
den burgemeester, in wiens familie een geval van ma
zelen voorkomt. Na zich in de wachtkamer eeuige
«■ogenblikken met deze heeren onderhouden te hebben,
verschenen Koningin en Prins op het perron, het prin
sesje aan de hand van de Koningin. Mei een handbe
weging en lichte buiging groette Juliana het- publiek,
dat bij het afgezette gedeelte was saamgestroomd en
klauterde daarna vlug den wagon in. Toen zij voor
het raam gehouden werd, liepen de menscheu aan een
zijde door de hekkeu heen en drongen tot bij het raam,
waar het prinsesje bleef wuiven tottdat de trein buiten
de kap was.
oor het station en ook bij het paleis stond een
oichte menigte lang voordat de tijd van vertrek ge
komen was.
De Koninklijke trein bereikte op tijd het station
liet Loo, waar een groote schare belangstellenden de
vorstelijke personen opwachten- De burgemeester
van Apeldoorn, mr. W. Roosmale Nepveu was op het
perron ter begroeting aanwezig. De Koninklijke fa
milie wisselde met hem een handdruk.
Hartelijk toegejuicht wandelde men daarna naar
het Paleis, waar bij aankomst do Koninklijke stan
daard geheschen werd.
In de vestibule van het Paleis waren, ter ontvangst
aanwezig do heeren mr. Borell van Styn en Tutein
Nolthenius.
ZIEKTEVERZEKERING.
Men meldt uit 's-Gravenhage:
De Commissie van Voorbereiding xatbv de Ziektever
zekering is gereed gekomen met de behandeling der
NIEUWE MUNT.
Bij de Tweede Kamer is gisteren een wetsontwerp
ingediend strekkende tot invoering van een gouden
vijfguldenstuk, en om de gelegenheid te openen tot
aanmunting van zilvergeld uit baren (gelijk het in
het ontwerp precies gezegd wordt': „anders clan uit
zilver door versmelting van Rijksmunten verkregen").
Het ecltpekauip te Maailrtcht.
Aan de welwillendheid van een stadgenoot, dio
meedoet aan de wetenschappelijke expeditie en inge
deeld is bij liet Leidsche deel, danken wij die volgende
aardige beschrijving van het eclips-kamp, waarvoor
wij den schrijver natuurlijk zeer erkentelijk zijn.
Maastricht, Dinsdagochtend.
Een heerlijke voorjaarszon bescheen gistermiddag
het hoofdkamp der eclipsexpeditie. In een flauwe
plooiing van het golvende akkerland is het gelegen,
lV'2 K.M. ten N. W. van Maastricht; go ziet op gerui-
men afstand de hoog wapperende driekleur, terwijl de
legertenten en de groote roodekruistenten, welke de
instrumenten overdekken, achter de lwndruggen schuil
blijven. Het kamp ligt daar volkomen rustig, zoö
ver van den straatweg, die u uit Maastricht eerst een
eind in noordelijke richting gevoerd' heeft, dat geen
geratel van wagens of trams aan de zoo subtiele waar
nemingen afbreuk kan doen.
In het kamp heerseht voortdurend groote bedrijvig
heid. Ik trof den hoofdleider van het Utreehtsche
deel der expeditie, (over het Leidsche deel zal ik
straks spreken) Prof. Nijiancl, aan, terwijl hij bezig
was aan den heliostaat, een toestel dat men het hart
van de Utreehtsche afdeeling zou kunnen noemen.
Het doet door een uurwerk eetilge vrij kleine spiegels
de wenteling des hemels zöö juist volgen, dat deze
spiegels voortdurend het beeld der zon blijven terug
kaatsen naar even zooveel stilliggende kijkers. Deze
kijker-i leveren le fotografische beelden der zon; een
van hen zal, min of meer automatisch, om de 10 se
eonden een foto geven; een andere zal, door het beeld
der zon in kleuren te breken, tijdens de donkerste
oogenblikken het smalle overblijvende zunsmudje in
talrijke beelden, allen verschillend gekleurd, op de fo
tografische plaat werpeu en zoo, daar elke kleur door
een bepaalde gloeiende stof op de zon veroorzaakt
wordt, u de samenstelling doen kennen van de opeen
volgende buitenste lagen der zon.
In een klein, geheimzinnig uitziend tentje zijn ver
der toestellen opgesteld, waarmee volgens de gevoe
ligste methoden der wetenschap de hoeveelheid warm
te gemeten wordt, welke de zon over het geheele ver
loop der verduistering achtereenvolgens geeft; ze zul
len de verdeeling van de warmte en dus den toestand
der stof over de verschillende deelen van ons hemel
licht beter doen kennen.
Dit alles vormt, de hoofdzaak van het aandeel der
Utreehtsche sterrekundigeu in deze merkwaardige
expeditie. Het betreft waarnemingen omtrent den
aard van hef zonsoppervlak en de dampkringfdagen,
I zoo mogelijk dien van den uitersten dampkring, de ge-
heimzinnige OoTona.