DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Zonsverduistering. No. 91 Honderd en veertiende Jaargang. WOENSDAG 17 APRIL ENGELSCHE BRIEVEN. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Qroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Een geheel andere taak heeft de Leidsche sterre waeht op zich genomen. Deze sterrewncht, de oudste, en tevens de grootste van ons land, wier geschiedenis tot kort na de stichting der hoogesehool opklimt-, heeft een groote naam door dë osigemoene nauwgezet heid en den hoogen zin hnrer astronomen. En het aandeel, d«t do Leidoetw- sterrekund'igcn in deze Zuid- Limhurgsehe expeditie hebben, bestaat dan ook in het. opsporen en aanvallen van allerlei kleine, doch hoogst belangrijke leemten in onze kennis omtrent de beweging en de grootte der maan. Zij zullen door hun waarnemingen hoogst waarsehijnlijk een belangrij ke verbetering aan kunnen brengen aan de uiterst ingewikkelde theorie, der maansbeweging, een theorie, waaraan ondanks het ontzaglijke genie van haar grondvester, den beroemden Hansen te Gotha (mid den der 19e eeuw) en ondanks het werk van de scherp zinnigste latere theoretische en prneti-sche sterrekun- digeu. fouten zijn blijven kleven. De zou nu zal hier niet geheel verduisterd worden, dooh een ringetje van verbazende dunte overlaten. Het is juist, door de fijnheid van dat, randje (ter dikte van 1/1000 a 1/10000 der zonsmiddelliju), dat de plaat sen waar de schaduw de aarde zal treffen, precies op gespoord kunnen worden, want door geringe verschil len in plaats krijgt dat. ringetje verschillend uiter lijk, ja, zal op korten afstand van de. lijn der centrale verduistering verbroken blijven tot een smallen sikkel. Door uitzetting van verschillende waarnemingsposten kunnen dus de toestauden van dat ringetje en daar mee de plaatsen waar de schaduw der maan onze aar de treft, worden bepaald. Er bestond een vrij groote onzekerheid' omtrent die plaatsen. De berekeningen vooral der astronomen van Greenwich en van Parijs liepen nogal uiteen. De Fransehc sterrekumligen hadden voor de middellijn der maan een waarde aangenomen, die 1/15 percent groot er was dan de door de Engelscben aangenomene, en ze hadden de plaats der maan aan het hemelgewelf 1/4 percent der maansmiddellijn zuidelijker veronder steld dan de Etigelsehe berekenaars. Dit zijn uiterst geringe, telcsoopische verschillen, maar ze beteekenen. dat do Franschen de verduistering binnen hun repu bliek als totaal, de Engelschen baar in datzelfde ge bied als ringvormig hadden berekend; en het. betee- lent ook dat de lijn, waarlangs de maanschaduw de aarde treft, en waarlangs men dus de verduistering zoo volkomen mogelijk ziet, door de Parijsehe astrono men anderhalf uur gaans zuidelijker wordt aangeno men dan volgens de Engelsehe berekening. Een der Leidsche astronomen, do heer Weeder, heeft in een door de Kon. Academie van wetenschappen to Amsterdam opgenomen studie al deze berekeningen aan een nieuwe en ver doorgevoerde kritiek onder worpen en hij heeft vervolgens de Lijn der centraio verduistering tot op vrij hooge nauwkeurigheid bere kend. Do nog overblijvende onzekerheid uit het vraagstuk der maansbeweging (de beweging van aarde en zon laat weinig onzekerheid over) te verdrijven, is het doel van het Leidsche gedeelte onzer expeditie. Deze Leidsche afdeoling, bestaand uit een staf van tien waarnemers, gewapend met tien kijkers en tal van toestellen voor nauwkeurige tijdsbepalingen (tot welk doel een directe telegrafische verbinding van Maas tricht met de Leidsche Sterrewaeht werd gevormd) heeft zich gesplitst in vijf onderdeden. Een dezer waarnemingsposten is ondergebracht in het hoofd kamp bij de Utreehtsche expeditie nabij het dorpje Caberg, op de berekende centrale lijn, twee liggen ter weerszij dier lijn op 750 M. afstand, de twee laatsten ter weerszij op 1500 M. afstand' dier lijn. liet meest zuidelijke dezer posten bevindt zich vlak buiten Maastricht; het wordt bezet door een van de observa- tbrs der Leidsche Sterrewaeht en door ondergeteeken- de. Het geheel staat onder leiding van de beide pro fessoren Van de Sande Bakhuyzen, broeders, waarvan de jongste, de tegenwoordige directeur der Sterre waeht, vooral het. instrumentale deel van het program verzorgde. De oudste, prof. v. d. S. TL, dte vroegere di recteur en hoogleeraar, is de nestor der Nederlandsche astronomen en verzocht dan ook, daar deze verduiste ring wel de laatste zou zijn die hij te zien zou krijgen, zoo dicht mogelijk bij de centrale lijn geplaatst te worden, teneinde nog iets van de zoo geheimzinnige Corona, die hij nog nooit waarnam, te kunnen zien; oen verzoek waaraan tegenover de zoo hooge verdiens ten van dezen nestor met graagte voldaan werd. En ook zullen we op een der waarnemingsposten Prof. Kanteijn uit Groningen aantreffen, den man, die door zijn stoute en welberaamde theorieën over do in- ilceling des heelals oen wereldnaam heeft. Zoo vindt men hier thans alle astronomen van Ne derland, ouderen en jongenen, bijeen. Maar ook tal van andere personen leverden veel arbeid. Timmerlie den en geniesoldaten hielpen dc tenten oprichten, metselaars construeerden de pijlers, waarop de groote- re instrumenten rusten, dc S. S. vervoerde de wagons met instrumenten, Mnnstrichtsche werklieden hielpen alles vervoeren, deels langs moeilijke kleiwegen, de marechaussee bewaakt dag en nacht het hoofdkamp en zal morgen ook aan de andere Leidsche posten de noodige rust verzekeren. Een totale zonsverduistering is voor elke bepaalde plaats een zeer zeldzaam versohijDsel; sedert Karei don Grooten passeerden er slechts twee over ons land. En geen enkele verduistering naderde in die eeuwen zoozeer de totaliteit zonder deze te bereiken als de eclips van morgen van deze Inzonderheid, die de fijn heid van 't verschijnsel en de gevoeligheid der waar nemingsmethoden ongekend verhoogt, zullen de Leid sche astronomen partij trekken. Ook het Manstriohtsehe publiek toont, nu Maastricht de door de natuur uitverkoren plants van ons land blijkt te zijn. begrijpelijkerwijs veel belangstelling. Wanneer de lezer» van dit blad Ut artikel onder de., Tentoonstelling in Olyiupla. I. LONDEN, 13 April 1912. Men kent de parodie: „Oost, Westmaar thuis is1 het ook niet altijd alles." Toen de „Daily Mail" zes jaar geleden haar eerste „Ideal Home Exhi bition" opende, heeft ze klaarblijkelijk getracht het. „thuis best" tot waarheid te maken, voor allerlei goe de mensehen die daar zelve geen slag van hebben, die ten minste niet weten hoe ze noodeloos werk, noode- looze ziekten, noodeloozen .lust en noodelooze onge makken kun non vermijden cn een gezellig, prettig iu- térieur scheppen voor den physieken menacli, waarmee zij tevens een heel eind op den goeden weg zijn om ook den geestelijken mensch een prettige, bevredigen de en vreedzame atmosfeer te scheppen. Gedurende de nu begonnen veertien dagen kan men de derde dier tweejnariijksche tentoonstellingen in „Olympia," een groote zaal in West-Londen, door de „Daily Mail" ingericht, bezoeken. En er bestaan twee goede redenen er ditmaal min of meer uitvoerig ver slag van te geven. Do eerste is voor Nederlandsche lezers wellicht de minst overwegende, ook al hebben wij den naam „erg dol" op huitenlandsche dingen te wezen. Deze derde tentoonstelling is namelijk voor de eerste maal inter nationaal. De tweede volgt uit de eerste en is ziedaar de. mensehelijke inconsequentie voor Nederlanders de meest overwegende, omdat het internationale karakter er juist door Nederland) aan wordt gegeven. Want elk, hoe belust op vreemde snufjes, vindt het toch al tijd interessant en aangenaam, nis Nederland zich on der vreemdelingen weet te doen gelden. Dat dit nu geschiedt en zoo buitengewoon uitste kend geschiedt; hebben wij te danken aan een Neder- landseh lichaam in Londen, dë Nederlandsche Kamer van Koophandel aldaar. Nu gaan zelfs de mooiste ten toonstellingen voorbij, zelfs al duren ze twaalf maal veertien dagen, mnar deze Kamer blijft; gelukkig! En uit dien hoofde acht ik het voor den Nederlandschen handelsstand van overwegend belang, eerst iets van die Kamer te vertellen, anders begrijpt geen mensch hoe zulk een lichaam er toe kwam, zicli te bemoeien met huizen en meubels en interieurs en al wat we meestal overlaten aan de dames. De dames kunnen desalniettemin gerust verder le zen, want ze hebben haast allemaal zoons, broers, ne ven of dito's van vriendinnen, die te eeniger tijd wel licht graag een betrekking in Londen of Engeland zouden willen hebben. Als ze dus even geduld hebben, zal ik haar daaromtrent ook wat vertellen. Leden dezer Kamer zijn natuurlijk mannen, hier en in Nederland, die zelve zaken drijven, ze gedreven heb ben ot belangstellen in zaken, in handel, in nijverheid. Het bestuur bestaat zonder uitzondering uit heeren, die. elk op zijn bijzonder gebied, een eervolle en ge wichtige plaats in de Engelsehe handelswereld ver overd hebben, die dus alles weten van de wijze waarop hier zaken gedreven en zaken geïntroduceerd moeten worden, welke belemmeringen er bestaan, die door hulp der regeering kunnen verwijderd worden, welke moeilijkheden de Nederlander er ontmoet, die hij al leen door eigen kennis, schranderheid en volharding kan te boven komen. Hoe de regeering, de politieke zaak, door deze K. v. K. gediend wordt, ziet men telkens in de Nederland sche pers, die de adviezen, verzoeken, opmerkingen enz. enz. meedeelt, welke deze Kamer en zeer vaak an dere Nederlandsche Kamers van het buitenland van zich doet uitgaan. Ik behoef daarbij dus allerminst stil te staan. Doch wat niet blijkt uit de pers is, dat do Kamer aan al hare leden alle mogelijke voorlichting ver schaft, zoodra die leden daarom vragen. Aangezien nu het lidmaatschap slechts 12.60 'sjaars kost, heeft iemand, die zijn relaties naar Engeland wil uitbreiden, connecties daar wil aanknoopen, voor dat belachelijk klein bedrag tot zijn beschikking de kennis en erva ring der beste koppen op nijverheids- en handelsge bied, van mannen die weten öf aan dit of dat behoefte bestaat, öf verdere concurrentie in zeker artikel kans heeft van slagen, waar een afzetgebied' te vinden is, hoe het moet aangepakt, worden, hoe geschikte agen ten te vinden zijn en in één woord, het bestuur geeft alle inlichtingen ten beste en geeft de beste inlichtin gen, zooals zelfs de meest eigenwijze Nederlander en die nationale deugd beoefent men nog met harts tocht zal moeten toegeven. Wat nu de zoontjes enz. betreft, moet ik al dadelijk voor teleurstellingen waarschuwen. De Kamer kan alleen zéér bekwame, zéér flinke jougelui helpen; als zij een middelmatig jongmensch al geplaatst kreeg, zou die middelmatigheid' toch op den duur niet slagen en de mislukking zou het enkel voor goede candidaten naar goede betrekkingen moeilijker maken: de Engel sehe kooplieden, reeders, fabrikanten zouden het ver trouwen verliezen, dat ze voetstoots een jongmensch, mits door de Kamer aanbevolen, kunnen in dienst nemen. Men stelt tegenwoordig, vooral in Londen en de groote handelssteden van Engeland, hooge eischen aan buitenlanders, want de Engelsehe jongelui doen hard hun best niet verdrongen te worden; alleen wie zéér goed is, kan duurzaam slagen. Dat weet de Ka mer beter dan iemand anders; vandaar ook haar strenge eisehen. Is daaraan voldaan, clan helpt ze, geeft jongelui gelegenheid te werken en zoodoende wat wegwijs te worden op haar bureau, onder toezicht on leiding van den secretaris, tnr. W. R-oosegaarde Bisschop (adres: R. Oolemnn Street, landen, E. C.) en mij is geen geval bekend, waarin niet een flinke eandidaat dezer Kamer binnen betrekkelijk vaak bin nen zeer korten tijd, een goede betrekking vond. De Kamer streeft er dus met hart en ziel naar en wie haar hart is weet ik niet, doch haar ziel is haar -• cretaris de handelsbetrekkingen tusschen Neder land en Engeland uit te breiden, het verkeer gemak kelijk te maken. Daartoe is noodig dat Nederland naar Engeland komt en Engeland naar Nederland; men moet elkaar leeren kennen. En nu is Nederland naar Engeland gekomen om, tot op zekere hoogte, +lngeland spelend tie leeren wat Ne derland is; als allerlei Engelsehe mannen van zaken op deze tentoonstelling kunnen zien wat ze uit Ne derland kunnen krijgen: en de Kamer heeft dat, zoo als ik later zal laten zien, zeer praetisch ingericht, als ze dat kunnen zien, is al veel gewonnen. Doch nog meer wordt bereikt, wanneer het groote publiek door die tentoonstelling leert hoeveel moois en aan trekkelijks ons land heeft en ons land wezenlijk gaat bereizen, om het in zijn geheel te leeren kennen en niet maar het oude deuntje afzaagt: van den Hang naar Marken of Volendam en torug. De heer Bisschop heeft, veel te ruimen blik, ziet viel te ver vooruit- om niet te weten wat dit voor de verdere werkzaamheid der Kamer kan gaan beteeke nen. Die eerste flinke stap, door deelneming aan de ze tentoonstelling gezet, doet een man als hij mnar niet voor de aardigheid, of zelfs niet alleen om een overigens mooie, pntriotisehe daad te verrichten. Wie hem kent, wie jarenlang belangstellend heeft waarge- nomen hoe hij en het Kamerbestuur werken, weet ook dat de Julinna-hoeve het begin is van een nieuwe practise he ontwikkeling in eone nieuwe richting en dat de naam van ons klein Prinsesje gekozen is als symbool voor ons geheele land, voor onze geheele na tie. Dat is de beteekenis van deze daad der Kamer. Zij heeft 't^ogenblikkelijk praetisch belang voor onze han delaren zeker niet uit het oog verloren; dat ligt zoo niet in haren aard. Doch daarnaast laat zij ons een i helderen blik in de toekomst slaan, een toekomst, waarin de belofte ligt van toenadering en vriend schap tusschen twee natiën, wier geschiedenis en volkskarakter zoo grooto overeenkomst hebben in tal van punten en die op het gebied van handel en scheepvaart zoo enorm veel voor elkaar kunnen doen. De Nederlandsche regeering heeft dit ook ingezien en schonk niet alleen een subsidie van 10.000, dus bijna de helft van den huurprijs voor het terrein: 24.000, doch zond ook een tweetal ambtenaren van het departement van Landbouw, Handel en Nijver heid, die op de tentoonstelling zitting houden en ieder met de noodige inlichtingen ten dienste staan. Daarnaast is de Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer flink uit den hoek geko men met een massa literatuur: aardige, mooi geïl lustreerde en fraai gedrukte gidsjes en een half do zijn zeer fraaie en aantrekkelijke diorama's, die een plastisch beeld geven van allerlei bekende tafereelen in Nederland en zeker den lust tot een bezoek zullen opwekken. Over de tentoonstelling zelve een volgenden keer. H. M. DE KONINGIN NAAR PARIJS. De dagen van 1 tot 3 Juli zijn thans definitief vast gesteld voor het bezoek van H. M. de Koningin en Z. K. II. den Prins aan president Fallières en aan Pa rijs. Het pantserschip Ileemskerck is aangewezen om gedurende het verblijf der koninklijke familie aldaar, ter reede van Amsterdam aanwezig te zijn. amendementen omtrent dc Radenwet en ving gisteren .jan met de bespreking der amendementen betreffende de Ziekteverzekering. DE RIJKSMIDDELEN. Al is de vermeerdering van de opbrengst der Rijks middelen over de maand Maart niet zoo groot als over de beide vorige maanden van dit jaar, toch mag men met het resultaat tevreden zijn, zegt de N. Ct. Vergeleken bij het vorig jaar heeft Maart 1912 slechts een verhooging ondergaan van 221.129.0111maar Maart 1911 was dan ook buitengewoon mooi geweest, daar zij bijna een millioen meer had opgeleverd dan haar naamgenoot van 1910. De geheele opbrengst van de nfgcloopen maand was *14.578.734.9014, tegen 14.355.605.89 in 1911. De directe belastingen bleven 13.000 beneden Maart 1911, hetgeen is toe te schrijven aan de grond belasting, die 72.000 en het personeel, dat 14.000 minder opbracht, waar tegenover een hoogere op brengst stond van 31.000 hij dc bedrijfsbelasting en .1 42.000 bij de Vermogensbelasting. De invoerrechten zijn niet een bedrag van 104.0(H) boven 1911 gestegen. Van de accijnzen brachten die op de suiker 180.000, die op het gedistilleerd 24.000, die op het zout 8000 en die op het hier 9000 meer op, terwijl de wijnaeeijns met 53.000 en die op het geslacht met 46.000 heneden de opbrengst van verleden jaar ble ven. Ook de belasting op gouden en zilveren werken leverde een klein bedrag minder dan in 1911. Bij de indirecte belastingen vonden wij geen bijzon der mooie cijfers. Do zegelrechten waren 50.000, de registratierechten 40.000 en de hypotheekrechten 1 4000 minder, welke achteruitgang eenigszius word goedgemaakt door een stijging der successierechten met 78.000. De domeinen brachten dit jaar 19.000 en de Staatsloterij 84.000 minder op, doch de posterijen wijzen een vooruitgang aan van 41.000, de. rijkstele graaf van 44.000 en de loodsgelden van niet minder dan 42.000. Al kan dus niet van een groot aeerès worden gespro ken, de maand Maart 1912 geeft toch geen Teden tot teleurstelling. Over de eerste drie maanden van dit jaar is nu ontvangen 38.S57.330.03V2. Bij vergelij king met het vorig jaar, toen de opbrengst in hetzelf de tijdperk 37.371.168.68V2 was, zijn we dus thans 1.486.101.35 op 1911 vooruit. HET KONINKLIJKE GEZIN NAAR HET LOO. Het Koninklijke gezin heeft gistermorgen met den trein van 9 u. 10 de residentie verlaten voor het zo merverblijf op 't Loo, na op weg naar het station even aan het Paleis van II. M. de Koningin-Moeder afgestapt te zijn, teneinde deze een afscheidsgroet te brengen. Aan het station waren ter uitgeleide aanwezig ge neraal de Meester, en wethouder Jansen, in plaats van den burgemeester, in wiens familie een geval van ma zelen voorkomt. Na zich in de wachtkamer eeuige «■ogenblikken met deze heeren onderhouden te hebben, verschenen Koningin en Prins op het perron, het prin sesje aan de hand van de Koningin. Mei een handbe weging en lichte buiging groette Juliana het- publiek, dat bij het afgezette gedeelte was saamgestroomd en klauterde daarna vlug den wagon in. Toen zij voor het raam gehouden werd, liepen de menscheu aan een zijde door de hekkeu heen en drongen tot bij het raam, waar het prinsesje bleef wuiven tottdat de trein buiten de kap was. oor het station en ook bij het paleis stond een oichte menigte lang voordat de tijd van vertrek ge komen was. De Koninklijke trein bereikte op tijd het station liet Loo, waar een groote schare belangstellenden de vorstelijke personen opwachten- De burgemeester van Apeldoorn, mr. W. Roosmale Nepveu was op het perron ter begroeting aanwezig. De Koninklijke fa milie wisselde met hem een handdruk. Hartelijk toegejuicht wandelde men daarna naar het Paleis, waar bij aankomst do Koninklijke stan daard geheschen werd. In de vestibule van het Paleis waren, ter ontvangst aanwezig do heeren mr. Borell van Styn en Tutein Nolthenius. ZIEKTEVERZEKERING. Men meldt uit 's-Gravenhage: De Commissie van Voorbereiding xatbv de Ziektever zekering is gereed gekomen met de behandeling der NIEUWE MUNT. Bij de Tweede Kamer is gisteren een wetsontwerp ingediend strekkende tot invoering van een gouden vijfguldenstuk, en om de gelegenheid te openen tot aanmunting van zilvergeld uit baren (gelijk het in het ontwerp precies gezegd wordt': „anders clan uit zilver door versmelting van Rijksmunten verkregen"). Het ecltpekauip te Maailrtcht. Aan de welwillendheid van een stadgenoot, dio meedoet aan de wetenschappelijke expeditie en inge deeld is bij liet Leidsche deel, danken wij die volgende aardige beschrijving van het eclips-kamp, waarvoor wij den schrijver natuurlijk zeer erkentelijk zijn. Maastricht, Dinsdagochtend. Een heerlijke voorjaarszon bescheen gistermiddag het hoofdkamp der eclipsexpeditie. In een flauwe plooiing van het golvende akkerland is het gelegen, lV'2 K.M. ten N. W. van Maastricht; go ziet op gerui- men afstand de hoog wapperende driekleur, terwijl de legertenten en de groote roodekruistenten, welke de instrumenten overdekken, achter de lwndruggen schuil blijven. Het kamp ligt daar volkomen rustig, zoö ver van den straatweg, die u uit Maastricht eerst een eind in noordelijke richting gevoerd' heeft, dat geen geratel van wagens of trams aan de zoo subtiele waar nemingen afbreuk kan doen. In het kamp heerseht voortdurend groote bedrijvig heid. Ik trof den hoofdleider van het Utreehtsche deel der expeditie, (over het Leidsche deel zal ik straks spreken) Prof. Nijiancl, aan, terwijl hij bezig was aan den heliostaat, een toestel dat men het hart van de Utreehtsche afdeeling zou kunnen noemen. Het doet door een uurwerk eetilge vrij kleine spiegels de wenteling des hemels zöö juist volgen, dat deze spiegels voortdurend het beeld der zon blijven terug kaatsen naar even zooveel stilliggende kijkers. Deze kijker-i leveren le fotografische beelden der zon; een van hen zal, min of meer automatisch, om de 10 se eonden een foto geven; een andere zal, door het beeld der zon in kleuren te breken, tijdens de donkerste oogenblikken het smalle overblijvende zunsmudje in talrijke beelden, allen verschillend gekleurd, op de fo tografische plaat werpeu en zoo, daar elke kleur door een bepaalde gloeiende stof op de zon veroorzaakt wordt, u de samenstelling doen kennen van de opeen volgende buitenste lagen der zon. In een klein, geheimzinnig uitziend tentje zijn ver der toestellen opgesteld, waarmee volgens de gevoe ligste methoden der wetenschap de hoeveelheid warm te gemeten wordt, welke de zon over het geheele ver loop der verduistering achtereenvolgens geeft; ze zul len de verdeeling van de warmte en dus den toestand der stof over de verschillende deelen van ons hemel licht beter doen kennen. Dit alles vormt, de hoofdzaak van het aandeel der Utreehtsche sterrekundigeu in deze merkwaardige expeditie. Het betreft waarnemingen omtrent den aard van hef zonsoppervlak en de dampkringfdagen, I zoo mogelijk dien van den uitersten dampkring, de ge- heimzinnige OoTona.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1