DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Om het koude goud.
No. 92
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
DONDERDAG
18 APRIL.
ENGELSCHE BRIEVEN.
FEUILLETON.
BINNENLAND
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Qreete
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 0.
n.
Telefoonnummer 3.
ALKMAARSCHE COURANT.
Tentoonstelling in Olympit.
LONDEN, 15 April 1012.
Bij de gioote zaal van. Olympia, waarin de Engel-
ache firma's geplaatst zijn en die onder anderen het
„Ideal House" bevat, is een ruime annexe. Hierin
was twee jaar geleden een EngeLseh dorp uit den tijd
van Koningin Elizabeth geplaatst, en nu vindt men er
het Xederlandsche dorp, met huisjes in den Xeder-
lnndschen stijl van vroeger eeuwen.
De annexe is een eirkelsegment van bijna 90 gr.
Van het hoekpunt naar den cirkelomtrek loopt een
vaart, waarover drie bruggen liggen en die zich aan
het einde in drieën splitst, zoodat twee onregelmatige
driehoeken ontstaan, welke de 50.000 tulpen en hya
cinthen bevatten, waarover al zooveel is geschreven.
Achter dit tulpenveld is als panorama een mooi Ne-
derlandseh landschap geschilderd. Als men nu door
den meest-linkschen doorgang uit de hoofdzaal komt,
die vlak bij 't hoekpunt gelegen is, weet men niet wat
men ziet. Voor u het blauwe water met links en
rechts huizen, een windmolen, grasvelden, bruggen,
een weelde van kleuren door tulpen en hyacinthen en
dan, al verder, zoo ver Ids men zien kan, maLscli groe
ne weiden, meer molens, wilgen, wolktorens, vroolijke
zonneschijn, 't. Grijpt aan en ontroert en ik begrijp,
dat Prinses Alexander van Teek, toen ze, bij de offi-
cieele opening, daar binnen kwam, versteld stond en
een uitroep van bewondering liet. hooren. Het is ver
rassend mooi.
Deze meesterlijke schikking is te danken aan twee
Nederlundsolie schilders, die hier wonen, de heeren A.
A. van Anrooy en W. L. Bruokman. Eerstgenoemde
werd evenwel verhinderd1 verder mee te werken, nadat
het plan ontworpen was en zoodoende heeft de heer
Bruckman alle détails alleen moeten uitwerken, terwijl
het panorama, volgens zijns aanwijzingen, geschilderd
werd door den Engelschen kunstenaar I law es Craven,
die toont een juist gevoel te hebben voor de eigenaar
dige atmosfeer van het Hollandsch landschap.
Gelukkig is de heer Bruckman niet alleen een be
gaafd schilder, doch hij heeft ook zoo groote kennis
van architectuur, dat hij de gevels voor de oud-IIol-
landsche huisjes, die om liet middenterrein staan, kon
ontwerpenen de ruime, breede dorpstraat levert een
alleraardigst gezicht op, vol afwisseling in vorm en
kleur.
De huisjes zijn door de Engelsche architecten ge
zet, de firma Bridge, Barrat eu Co., van 8 John
Street, Adelphi, Londen W. O. en deze hebben even
eens van oen aantal, ook volgens aanwijzing en onder
directie van den heer Bruckman, dé inwendige versie
ring bezorgd.
Dit geldt in het bijzonder van de volgende.
Ten eerste het gemeentehuis, een nabootsing van
liet beroemde stadhuis te Woerden, waarin de Kamer
van Koophandel tijdens den duur der tentoonstelling
hare bureaux heeft en waarin o.a. de boterbloempjes
verkocht worden, waarvan de Koningin-Moeder er
50.000 gezonden heeft en de opbrengst zal strekken ten
bate van Ornnje-Nassau-Oord.
Hiernaast vindt men „Gouda." De Kamer van
Koophandel en Fabrieken in Gouda heeft met de ver-
eeniging „Gouda Vooruit" en de afdeeling Gouda der
Maatschappij van Nijverheid interieurs laten maken
door de firma J. Staal en Co., 9 en 13 Brownlaw
Street, Londen W. 0., die allerlei mooie oud-Holland-
sehe dingen laten zien: lampen, kandelabres, kisten,
tafels, gekleurde glazen, enz. enz., interieurs om ver-
znmelnars te laten watertanden. Onder anderen is er
een pijpenmakcrskist van liet jaar 1773. De voorzit
Ier der K. v. K„ de heer I. Yssel de Schepper en haar
secretaris mr. M. M. Schim van der Loeff waren zelve
overgekomen om de inrichting gereed te maken, bijge
staan door den Utreoht-sohen architect, den heer C.
van Straaten.
Ook het doctoren-huis is gebouwd door de firma
Bridge, Barrntt en Co. en ingericht door de firma
Staal en Co., en eveneens „de dorpsherberg," onder
welken bescheiden naam de beroemde firma Erven Lu-
Roman uit het Duitseh
van
GEORG HART WIG.
14) -o-
Bergitzky scheen geheel tot rust te komen.
„Zoo hebt u met uw scherpen blik reeds dadelijk
gezien, wat ik eerst na jaren leerde begrijpen. Hij
was al geruimen tijd zwakhoofdig, ja waanzinnig. De
liefde van mijn dochter voor hem heeft hij verguisd,
versmaad. Zeer veel heeft zij voor hem gedaan en
veel heeft bij haar laten lijden door luwheid en belee-
diging. Maar zij heeft beni lief en droeg alles. Ver
schrikkelijk
Hij stond op. Op hetzelfde oogenblilc kwam gene
raal von Bachmann binnen.
Baehman, die aan de familie Soden altijd ruin of
meer liet land had gehad, drukte v. Bergitzky met
groote warmte de hand.
„Stel je nu eens voor," riep zijn vrouw al dadelijk,
„Otto is zeer boos geworden en is beleedigend opgetre
den tegen den heer Bergitzky!"
„Bekend bekend! hebt zeker een voorstel in
verband met. Biekenbach gedaan, dat hem niet aan
stond. Zoo is hij men moet in alles met hem mee
gaan en anders wordt hij driftig. Nu waarde heer doe
wat u noodig toeschijnt. In dit geval zullen wij ook
een woordje meespreken. Wij zullen u bijstaan zooveel
wij kunnen!" Bachmann stelde zich terstond aan de
zijde van Fidelia's vader.
„Een zeer beminnelijk mensch," zei mevrouw, toen
de deur achter Bergitzky gesloten was. „Een gentle
man floor en door. net is zeer grof van Otto beleedi
gend tegen hem op te treden, waar hij de belangen
van dochter en kleindochter voorstaat. Werkelijk be
schamend
Toen Bergitzky buiten kwam. lachte de zon hem al-
eas Bols hare bekende heerlijkheden op likeurterrein
te koop biedt.
In dat doktershuis is liet centra al-bureau gevestigd
van de Vereeniging tot bevordering van het Vreemde
lingenverkeer en daar vindt men ook de ambtenaren
van het Bureau v. handelsbelangen, een afdeeling' van
liet Dep. v. L., II. en N., waarover ik in mijn vorigen
brief schreef.
Het is natuurlijk overbodig bij eiken exposant uit
voerig stil te staan en voldoende de namen te geven.
Men vindt er de Batavier, wier uitstekende booten
zoo geriefelijk zijn ingericht; de finna Rndemakers
zou ik haast beleedigen, dunkt me, door te vertellen
hoe lekker haar lekkers is. Verder vindt men er mooi
oud meubilair van den heer Lob te Amsterdam en
eenvoudiger uit riet en matten gemaakte tuinmeube
len enz. van de gebroeders F. en L. de Ridder. De
pottenbakkerskunst maakt ook in Nederland, naar
men weet, reusachtige artistieke vorderingen, zooals
Engeland hier kan zien, als het „De Dissel," „St.
Lukas," „Rozenburg" eu „de Porseleyne Fles" met
een bezoek wil vereeren.
Wie W. F. H. de Blécourt uit Amsterdam hoort
noemen, denkt natuurlijk aan koperwerk en de naam
0. J. Begeer te Utrecht beteekent voor elk rechtge
aard Nederlander: mooi zilverwerk.
Ten slotte heeft de heer F. B. den Boer te Middel
burg zijn schat van mooie kalenders en prentbrief
kaarten meegebracht; en het zal mij ontzettend ver
bazen wanneer die niet groot en aftrek vinden.
En nu de Jul ia na-hoeve.
Deze is toevertrouwd aan de zorgen van eoue spe
ciale commissie aan wier hoofd staat dr. J. J. L. van
Rijn, de Rijkslnndbouwconsulent voor Nederland in
Groot-Britannië en Ierland', die reeds zooveel' jaren
zijn beste krachten besteedt aan de belangen van den
Nederlnndsclien landbouw in het algemeen en den zui
velhandel in het bijzonder. Zijne medeleden zijn de
heeren O. Reitsma, K. N. Valckenier de Greeve en V.
R. Y. Croesen. Deze heeren hebben reeds vaak de
deelneming bevorderd van Nederland) aan de Grocers'
Exhibitions in geheel Engeland. De hoeve is gedeel- j
t el ij k Frieseh, gedeeltelijk Zuid-IIollandsch; men ziet
er boter en kaas maken en kan ze er koopen of be-
stellen, terwijl er ook het keuren of schouwen van
eieren te zien is.
Niet alleen dit, doch ook de Friezinnetjes in haar
provinciaal kostuum trekken er velen heen, terwijl an
dere provinciale of plaatselijke kostuums over te zien I
zijn, die de Engelsche meisjes, welke ze dragen, al j
even goed kleeden als onze eigene boerinnetjes. Om
die kleuren goed en echt te krijgen, hebben verschil- i
lende, personen hunne hulp verleend: mej. Alidn
Spaanders van Volondam, de lieer J. A. Frederiks te j
's-Gravenhagc, de heeren van der Welle, ook uit den
Haag,, terwijl de heer J. G. Hibma te Sncek meer
speciaal voor de Friesche kostuums zorgde.
Het was al dadelijk merkbaar, dat het Nederland-
sebe Dorp de groote aantrekkelijkheid der tentoonstel-
ling vormt. En dat komt niet het minst door het
prachtige bloemveld met heerlijke tulpen en welks
h.yacinthen de geheele ruimte met haar geur vullen.
Dat men die in de tweede helft van April daar kon
krijgen verklaarden alle deskundigen op één na
onmogelijk. Die eene is de heer B. do Bruin, van de
firma M. Koster en Zonen te Boskoop. Hij kreeg
van don heer M. J. Guldemond. van de Gusta Kweo-
kerij te Lisse, 50.000 bollen en die bollen zond hij aan
den beer H. J. de Graaft', Daybreak Nurseries te
Hampton in Middlesex, deze deed er nog 150.000 van
zijn eigen bollen bij en zette ze in den grond. Nu wus
de kunst natuurlijk de planten „achterlijk" te houden
en, daar we een echten kwakkelwlnter hadden, was dit
dubbel moeilijk, want ze mochten wel licht hebben,
zonder licht zouden de bloemen niet kleuren, maar re
gen en zonneschijn mochten er niet bij komen. De
heer de Graaff spande er dus zeilen overheen, overdek
te ze met een doorschijnende, doch waterdichte stof en
hing in die „tent" groote blokken ijs op, liet, als er een
koude wind woei bij bewolke lucht, dien wind: op de
planton blazen; zoodoende is het hem gelukt, door dag
en nacht ziju voedsterlingen te bewaken, uu een
bloemveld te vertoonen, dat zoo frisch en geurig is,
als men maar wensehen kan. Al dien tijd heeft hij in
zijn tent de temperatuur gelijkmatig op 40 gr. Fahren
heit kunnen houden.
Dezelfde heer de Bruin zorgde ook, dat de firma
Volker en Watter te Bussum en te Apeldoorn als tuin
architecten het bloemveld en de tuintjes om do huis
jes aanlegden en dit met grooton smaak deden, terwij!
zij ook de linden en de vruchtboomen er plantten en
voor de verschillende gazons zorgden. De versche
groenten uit het Westland, eindelijk, komen van de
firma II. M. Veklers en Zoon in den Ilnag.
DE Z TEKTE-VERZE KERINGS WET.
Het Kamerlid Duys deelt in Het Volk mede, dat op
Raden- en Ziektewet op bet oogenblik zijn ingekomen
221 amendementen, waarvnn 08 op de Radenwet en
153 op de Ziektewet. Naar de politieke partijen ge
groepeerd, werden er ingediend op de Radenwet door:
de sociaal-democraten 22, de cbristelijk-historischen 1,
de katholieken 10, de liberalen 17 en de vrijzinnig-de
moeraten 18 amendementen.
Op de Ziektewet werden ingediend door: de soci
aal-democraten 44, do christelijk-historisehen 8, do
katholieken 58, de liberalen 26 eu de vrijzinnig-demo
craten 17.
Door de anti-revolutionairen zijn dus geen amende
menten ingediend.
Gemengd nieuwe.
DE GROENENZAAK TE LEIDEN.
Zoo goed als zeker zal a.s. Maandag de strafzaak
tegen do Leidsehe studenten, betreffende bet voorge
vallene in den groentijd te Leiden, wegens den zeden-
kwetsenden aard van het misdrijf, met. besloten deuren
worden berecht.
SABOTAGE.
Een ernstig geval van sabotage moet zich in den
loop der vorige week in de machinekamer der Chicago
Bioscope te 's-Hcrtogenbosch hebben voorgedaan.
In de laatste dagen der vorige week haperde voort
durend het licht, hetgeen echter niet zoo ernstig was
dat de voorstellingen konden doorgaan.
Zondagmiddag o m2 uur, toen de machinist de ma
chine in beweging had gezet, weigerde do dynamo
electrieiteit te geven, zoodat de voorstellingen, die
tijd nog even vroolijk toe. Een zachte wind was opge i
komen, die de bladeren, welke nog aan de boomen hin- j
gen, er bij massa's afwoei. Lustig dwarrelden zij
door de lucht.
Eeu voldaan lachje om de lippen, snelde Bergitzky,
om het ijzer te smeden nu het heet was, naar de niet
ver van generaal von Baehmann gelegen woning van
den regeeringsraad Biekenbach.
Toen hij daar aankwam, stond Ute op de stoep. Zij
kwam van haar bezoek aan juffrouw Siebold' terug en
had juist aan den bel getrokken. Het was nog aan j
haar gelaat te zien dat. zij eenige gelukkige uren had
doorgebracht. Bergitzky, de vrouwenkenner, voelde
terstond een groote bewondering voor het schoone
meisje.
Onaangenaam aangedaan, ging Ute een weinig op
zijde. Er was iets in dezen onbekende dat haar, zon
der clat. zij wist waarom, tegen hem innam. Het was
of haar een ernstige waarschuwing tegen dezen man
werd ingefluisterd.
Een huisknecht opende de deur. Bergitzky gaf zijn
kaartje over, terwijl Ute langs hem de vestibule in
ging en snel verdtveen.
..Mevrouw vraagt af u maar binnen wil komen!"
Bergitzky kwam in de weelderig ingerichte salon.
Hij overlegde eerst met voorzichtigheid het terrein te
moeten verkenner, voor hij zich bloot zou geven.
Mevrouw Biekenbach had een slechten nacht door
gebracht. Graag zou zij de kleine oneenigkeid met
haar zuster en zwager vergeten hebben, maar de brief,
dien zij dien morgen van Soden ontvangen had, had
haar opnieuw boos gemaakt en zij was nu veel minder
tot vergeven en vergeven geneigd dan eerst. Dit
werd nog erger doordat haar man met een paar woor
den zinspeelde op Soden's onhoffelijkheid van den vo
rigen avond. Zij was boos op haar zuster, dat zij toe
gelaten had dat Soden haar had geschreven en zij
hield het er zelfs voor dat hij door zijn vrouw tegen
hen was opgestookt.
Terwijl een dergelijke gedrukte atmosfeer hing. trad
Bergitzky binnen.
„Ik zou bet niet gewaagd hebben hier zoo spoedig
ria een feest te verschijnen", zei hij buigend en haar
druk beringde hand aan de lippen brengend, „als miju
dochter, Fidelia, mij niet opgedragen bad even te in-
formeereu hoe het heerlijke feest u bekomen is."
„Voortreffelijk zooals u ziet", zei Biekenbach, hem
zijn magere rechterhand toestekend.
„Naar liet bloeiend uiterlijk van mevrouw te oorden
len, zeer goedzei Bergitzky lachend.
Mevrouw Biekenbach'» wangen waren inderdaad
nog rood, doch het kwam van kwaadheid over het
voorgevallene met de Soden's. Zij voelde zich even
wel door zijn vleierij toch aangetnnam gestreeld.
„Het eenige wat wij achteraf betreuren", zei me
vrouw Biekenbach, met welgevallen de keurige klee
ding en de houding van hun bezoeker gadeslaand, „is
dat wij u niet uitgenoodigd hebben om in ons midden
te zijn."
„Ik heb al dat schoone later in den geest meege
leefd toen mijn dochter het mij uitvoerig' vertelde",
verzekerde hij beleefd. „Het heeft mijn vaderhart zoo
goed gedaan te bemerken, dat u zoo warm met haar
meegevoelt en alles wilt doen en ook gisteravond weer
gedaan hebt om haar op te beuren en in haar verdriet
te steunen. Mijn kind is zwaar beproefd. liet is
maar jammer dat zulke gelukkige uren als die bij u
zoo snel omvliegen."
„Hoe dan?" vroeg mevrouw Biekenbach met meer
opmerkzaamheid.
„Nu, hoe lang kan het nog duren.vroeg Ber
gitzky, zich naar Biekenbach buigend. Hij bedoelde:
hoe lang kan het nog duren dat u promotie maakt?
Do gastheer begreep hem terstond, lachte gestreeld eu
zei
„Dat ligt niet in onze macht, wij moeten afwach
ten."
„Ik ben er zeer blij om", zei mevrouw Biekenbach
met oprechte deelname, „dat onze arme Fidelia door
u wat zal worden opgebeurd uit haar verdriet. U moet
nu bij haar blijven."
„Een vader is tot elk offer bereid, mevrouw."
Hij drukte even met tie hand op de plaats van het
hart,
's Zondags van 2 tot 11 uur gegeven worden, niet kon
den plaats vinden en de bezoekers, na hun geld' te
hebben terug ontvangen, moesten vertrekken.
Van 2 tot 8 uur was het geheele personeel in de
machinekamer bezig met het ontdekken der fout, dio
men meende te vinden in de machine en geenszins, in
de dynamo, daar in deze geen storingen kunnen ko
men, tenzij men ze opzettelijk veroorzaakt.
Overal zocht men in de stad naar een dynamo. Naar
Amsterdam, Den Haag, Rotterdam enz. werd getele
foneerd, doch nergens had men een dynamo voorhan
den.
Al het werken werd door geen succesje, hoe klein
ook, bekroond. De directie besloot de deuren te slui
ten.
Maandagmorgen was aanstonds een monteur aau-
wezig en weldra werd de fout in de dynamo ontdekt.
Gebleken is, dat een magneet der dynamo door een
scherp voorwerp, vermoedelijk een ijzeren bout, die
precies in het gemaakte gat paste, onklaar is gewor
den. De ijzeren bout werd) in de machinekamer go-
vonden en behoorde aan de directie. Men vermoedt,
dat de dader de machinekamer is binnengeslopen, al
thans men heeft nergens sporen van braak weten te
ontdekken. Vermeldenswaard is, dat in den nacht van
Zaterdag op Zondag een der buren zijn hond meerma
len heeft hooren aanslaan, waaraan hij echter verder
geen aandacht schonk, totdat het geval van sabotage
hem ter oore kwam en hij er kennis van gaf aan de
directie en de politie, die de zaak in handen heeft en
ten ernstig onderzoek heeft ingesteld.
Algemeen is men er van overtuigd, dat de storing
opzettelijk is veroorzaakt. Aan een toeval kan niet
gedacht worden. (Vad.)
EEN AUTO TE WATER.
Misleid door de duisternis, stuurde in den nacht
van Maandag op Dinsdag een. chauffeur een auto.
waarin twee dames en twee hoeren, in de Lissertocht
nabij Lisserbroek te Haarlemmermeer. De reizigers
konden slechts met moeite, worden gered. De weg
maakt bij Lisserbroek een scherpe bocht en het mag
wel een wonder lieeten, dat hier, daar er veel auto's
bij donker passeeren, niet meer dergelijke ongelukken
voorkomen.
IS TWEEDEN KERSTDAG EEN ZONDAGi
Voor den Hoogen Raadl is behandeld het cassatiebe
roep van den ambtenaar van het Openbaar Ministerie
bij het kantongerecht te Eindhoven, tegen het ontslag
van rechtsvervolging van drie personen die op den
tweeden Kerstdag 191X onder Stratum zonder schrif
telijke vergunning van de plaatselijke regeering van
Stratum een schuit, met zaud hadden gelost. De kan
tonrechter had aangenomen, in overeenstemming met
de verklaring van een als deskundige gehoorden R. K.
priester, dat de tweede Kerstdag 1911 niet is een alge
meen erkende Christelijke feestdag, als gevolg van het
motu proprio „supremae disciplinae" van Paus Pius
X van 2 Juli 1911.
Ofschoon zich met die beslissing volkomen vereeui-
gende, had de ambtenaar van het Openbaar Ministerie
op last van den Officier van Justitie, van dit vonnis
cassatio aangeteekend, ten einde een beslissing in
hoogste instantie te verkrijgen.
Advocaat-generaal mr. Van llangest baron d'Yvoy,
achtte het cassatieberoep ongegrond, aangezien vast
staat dat de tweede Kerstdag geen godsdienstige
feestdag meer is voor de Katholieken, nu door een
souverein besluit van den Paus, voor de geheele Ka
tholieke kerk verbindend, de verplichting tot mis hoo-
„En het zwaarste heb ik reeds begonneu en hoop ik
in Fidelia's belang ook door te zetten", vervolgde hij"'
na een oogenblik van stilte. „Ook voor de belangen
van mijn kleindochter kom ik daarbij natuurlijk op
zij heeft geen jeugd1 gehad door de jarenlange ziekte
van haar vader. Ik hdb het beshiit genomen Bieken
bach, voor het belang van zijn ziekte zoowel als voor
rlat van Fidelia en Ella, naar een andere inrichting
te brengen. Zoo lang hij hier blijft, zal er geen rust
komen voor moeder en dochter dat heb ik ingezien.
Ik voel dat het mijn plicht is hier te handelen, hoe
pijnlijk oen scheiding eerst ook is."
„Dat is zeer begrijpelijk", viel- Biekenbach met
groote instemming in, „het zal vee] meer rust geven.
En, hebt u al een bepaalde inrichting op 't oog?"
„Nog niet. Maar door vriendschappelijke betrek
kingen hoop ik spoedig het meest geschikte voor den
krankzinnige tc vinden. Het is nu echter wel zeer
bedroevend" hij keek plotseling met duistere blik
ken voor zich en greep naar de leuning van zijn stoel
of het groote moeite kostte zich te boheerschen
„zeer bedroevend, zeg ik. dat er tegenstand' komt van
een kant waarvan ik het allerminst verwacht had. De
heer Soden verklaarde mij in het gezicht dat hij nu
niet en nooit zijn toestemming zou geven voor een
vervoer naar elders. Als het toch gebeurde, zou hij
ilet zeer afkeuren. Hij werd bitter en scherp en
11 i j zweeg als door smart overmand. „Pardon, ik
vergat mijn verdriet.
„Kom, kom, spreek u gerust uit", moedigde Bicken-
Itrneh he maan, „wij kunnen de waarheid wel hooren."
IIij draaide aan zijn snorbaard.
Het kostte Bergitzky zichtbaar moeite, voort tc
gaan, maar hij scheen zich met geweld tot kalmte te
dwingen.
„Ik kan niet begrijpen, wat hij eigenlijk tegen mijn
plan had. En hij zei dingen, zoo onwellevend en zoo
scherp
„Natuurlijk, natuurlijk, wij ksnnen die onnoodige
scherpheid", zei Biekenbach.
„Tot onze spijt", voegde mevrouw er zachter aan,
tóe. „Mijn zwager kan zeer g-rof zijn."
(Wordt vervolgd)..