DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Om het koude goud.
No. 101
Honderd
en veertiende Jaargang.
1912
MAA N D A G
29 APRIL.
PROEF ZE NAAST ELKAAR
VAN HOUTEN'S Rona
1 Kg. f150
7a..
0.42/aj
0,18
FEUILLETON.
DE VOLKSDRANK
BIJ UITNEMENDHEID.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzondeilijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
eenander
merk
EN EEN ANDER MERK GOEDKOOPE CACAO
EN GIJ BLIJFT BIJ
VIERKANTE
BUSSEN
VAN HOÜTE
Cacao
1— I—Bill I
ALKMAAR, 29 April.
Ei kwamen deze week van het Afrikaansche oor
logsterrein weer eenige beriehten over gevechten, die
niemand meer belang inboezemen. Men weet bij voor
baat, dat het slechts schermutselingen zijn, welke geen
beslissende beteekenis hebben. Al die overwinuings-
berichten uit Italiaansche bron laten den lezer even
koud als ze het de Turken doen, die er zich niet over
bekommeren.
Ook de vredespogingen der mogendheden wekken
maar matige belangstelling. De omstandigheden zijn
er immers niet naar om daarvan veel te verwachten.
Turkije wil het is bij de opening der nieuwgekozen
Kamer nog eens nadrukkelijk gezegd niets wgten
van het openen van vredesonderhandelingen, zoolang
de reeds afgekondigde Italiaansche annexatie van
Tripolis niet ongedaan gemaakt wordt en Italië denkt,
er niet aan daartoe over te gaan. Een betooging, als
Italië in de Dardanellen heeft gehouden, kan dan ook
bezwaarlijk er toe strekken het beëindigen van den
oorlogstoestand te verhaasten. Een dergelijke zonder
linge taktiek kan geen ander gevolg hebben, dan dat
er onrust in Europa ontstaat, waar men met leede
oogen aanziet, dat de scheepvaart en de handel ernsti
ge belemmering ondervinden. De belangrijke verbin
dingsweg tusschen de Middellandsche en Zwarte Zee
is n.l. door Turkije afgesloten en met drijvende mij-
nen onveilig gemaakt. Volkomen terecht. Turkije
was na de Italiaansche vlootbetooging wel genood
zaakt zich te wapenen tegen een aanval op zijn hoofd-
Roman uit het Duitsch
van
QEORG HARTWIG.
28; O
Dokter Soden keek altijd nog hoofdschuddend voor
zich uit. Toen, opziende, vroeg'hij
„Wat maakt deze schoonvader, ik bedoel deze me
neer Bergitzky voor een indruk op ut"
Zijn collega haalde de schouders op.
„Daarover laat ik mij liever niet uit. Zeer fatterig
in elk geval cn zeer gemaakt."
„En Bickeubach's vrouw?" vroeg Soden. „Je blik
ziet gewoonlijk scherp."
„Egoïte
Soden knikte, hij was het daar volkomen mee eens.
„Om je de waarheid te zeggen, collega", zei Soden
daarna, „deze geschiedenis heeft mij in twist met de
familie van den professor gebracht. Mijn meening,
dat een beterschap nog heel wel mogelijk was, strook
te nie.t met,
„Och", meende Beimerlich, „wat zal men daar op
het oogenblik van zeggen, het kan goed gaan en het
kan tegenloopen. Er is zeer weinig vooruit van te'
zeggen. Maar krankzinnig is Bickenbach niet en ook
het ruggemerg is gezond. Maar neem me het niet
kwalijk, ik ben in consult geroepen en moet heen
gaan."
„Goed. Rij zoo ver met mij mee, dan kun je den
verloren tijd weer inhalen,"
„Ik wilde eerst te voet gaan, maar nu neem ik je
aanbod aan."
Zij stapten in het rijtuig en reden weg.
Terwijl de beide doktoren per rijtuig het zenuwlij
dersgesticht van dokter Beimerlich verlieten, ontving
Bergitzky een telegram uit Trimberg met de mededer j
ling dat de reis van den zieke goed verloopen was. nok
de aankomst en het overbrengen naar het krankzinni
gengesticht.
Met dit telegram in de hand ging hij, zijn rijk voor
zien ontbijt in den steek latend, naar de kamer van
zijn dochter.
„Alles in orde, mijn goudduifjel De zaak verloopt
volkomen naar wensch. Nu ga ik naar Bickenbach's
bankier en laat mij een nauwkeurig overzicht over den
finantieelen toestand geven. Wij moeten op alles
voorbereid zijn voor het aan Bickenbach's ontoereken
baar-verklaring toe is. Als het ons dan nog mag ge
lukken v. Krochel voor Ella te vangen, dan zou ik niet
weten wat ons geluk nog in den weg staat."
Hij zweeg even en vervolgde toen op teederen toon
„Want ik moet mijn lieve dochter toch schadeloos
stellen voor de jaren van dwang en verdriet, die zij
heeft moeten verduren."
„Ik heb sinds lang verleerd) eischen te stellen," zei
Fidelia half lachend, half bitter.
Hij lachte vroolijk.
„De eetlust komt gedurende het eten," schertste hij.
„Verder heb ik gisteravond gehoord), dat luitenant v
Bachman op reis is gegaan. Ella kan dus tot er ver
andering komt weer alleen uitgaan. Ik zal wel waar
schuwen als hij weer terug is. In dien tusschentijd is
er echter misschien reeds veel tot stand te brengen.
Dus nu eerst naar den bankier! M n legitimatiebewij
zen heb ik bij mij en jouw volmacht ook."
Hij wierp haar op den drempel van de kamer een
kushand toe en verdween, om spoedig daarop in defti
ge houding en keurig gekleed het huis te veriaten.
Maar hij keerde nog even om en ging naar Ella's
kamer.
„Grootpa kan helaas vandaag niet met zijn kleine
meid uitgaan. Hij heeft geen tijd. Je zult dus maar
alleen moeten uitgaan."
Zij beefde van verrukking over dit verlossende he
richt. Van Zondag af had zij als in een droom ge
leefd, wachtend, hopend, het hart vol oneindige blijd
schap. Maar terwijl de dagen van deze schijnbaar
eindelooze week omkropen, waren er allerlei drukken
ds gevoelens en gedachten over haar gekomen. Zij
stad en het is dan ook dwaasheid Turkije voor dc
sluiting der Dardanellen alleen verantwoordelijk te
willen stellen, gelijk men in Italië geneigd is te doen.
Trouwens, er worden reeds pogingen gedaan om een
overeenkomst tusschen de mogendheden tot stand te
brengen, volgens welke Italië zijn actie niet tot de
Aegeïsche Zee mag uitstrekken, maar zich tot Afrika
beperken moet.
Bovendien het kan niet vaak genoeg woTden her
haald Tripolis moet in Tri-polis worden veroverd.
Zoolang Italië daar niet opschiet, baat al zijn optre
den niemendal. Niet de Turken in Europa, maar de
Arabieren in Afrika moeten de Italianen de baas zijn.
Al berustten de Turken in de afsnijding van Tripolis
van het rijk, dan nog zou Italië een harde strijd
wachten, een koloniale krijg tegen de Arabieren.
Er is voor Italië geen terug.
Maar als er een was, als men zonder nationale trots
en internationaal aanzien te krenken, do daad van
October 1912 ongedaan zou kunnen maken, stellig zou
men niet lang aarzelen 1
Frankrijk, nog altijd met Spanje over Marokko aan
het onderhandelen, ondervond het, dat de volkeren
aan Afrikaansch noordkust niet gemakkelijk hun
zelfstandigheid prijsgeven. De onderdanen van den
sultan, die zich aan Frankrijk onderwierp, zijn tegen
dezen in verzet gekomen. Zelfs- hadden ze het op zijn
leven gemunt en hij wilde dan ook vluchten, maar de
Fransehe vertegenwoordiger wdst hem overste halen
te blijven. Er werden Fransehe troepen gezonden en
de opstand werd bedwongen. Toch hebben de opstan
delingen Frankrijk smartelijke veri-iezen bezorgd.
Vooral veel Joden zijn slachtoffer geworden, hebben
of het leven of have en goed) moeten inboeten. Ver
schrikkelijke verhalen kwamen er over hetgeen in de
Jodenwijk heeft plaatsgegrepen en hoe de Joden een
toevlucht moesten zoeken in leego beestenhokken van
den sultan.
Men is er nog lang- niet gerust op, dat het bij dezen
éénen opstand zal blijven. Sommige stammen moeten
Moelai Mohammed den eenoogige, den broeder van
den snltan, tot sultan hebbeu uitgeroepen.
De talrijke opstanden waren het, die door Frankrijk
werden aangegrepen als voorwendsels, om de hand op
Marokko te leggen. Het ondervindt er nu den last
van 1
Inmiddels heeft de Fransehe ministerraad een resi
dent-generaal van Marokko benoemd. Do keuze viel
op generaal Lyautey, op een hooggeplaatst militair
dus, van wden men hoopt, dat hij bete-r de moeielijkhe
den bij de pacificatie van opstandige gewesten zal
kunnen oplossen dan een niet-militair. De gene
raai is 58 jaar en mag dus nog 8 jaren dienen. Sinds
het jaar 1903 is hij bijna onafgebroken in Noord-Afri-
ka geweest. De gezant Regnault zal naar Parijs te-
rugkeeren en vermoedelijk gezant in Europa worden.
In Duitschland zijn de nieuwe wetsontwerpen tot
uitbreiding der weermacht in behandeling genomen en
daarbij gaf een ongelukkige verklaring van den Prui
wachtte echter nog altijd; met klimmend ongeduld
zag zij den aanstaanden Zondag tegemoet.
Op dien Zondag wilde zij Willi vragen: Waarom
ben je niet gekomen zooals je beloofd liadt? Waarom
heb ik de heele lange week niets weer van je gehoord?
En dan zou zij zich bij hem beklagen, dat het haar
geen enkelen keer gelukt was om alleen uit te gaan
c-ii dat zijn naam schijnbaar met moedwil al deze da
gen bij haar thuis niet genoemd was.
Reeds de gedachte dat zij hem haar verdriet zou
toefluisteren, dreef het bloed naar haar wangen. Mis
schien dat zij weer een oogenblik alleen zouden zijn
zooals
Buiten ging iemand de stoep op. Een brievenbe
steller bracht de post.
Op hetzelfde oogenblik kwam Ella, hoed op en man
tel al aan in de vestibule.
„Voor juffrouw Bickenbach."
Zij nam den brief aan en ging er mee terug naar
haar kamer. Snel, om geen minuut van haar vrijen
tijd te verliezen, opende zij de enveloppe.
Het was een bijna geheel o-nbeschreven velletje post
papier. Eerst de datum en de plaats van afzending,
en daaronder, nauwelijks leesbaar de woorden: „Ver
geef mij ik kan niet anders! Vergeef vergeet
Haat mij niet. Willi."
Zij liet, heftig ontsteld, het blad papier op den grond
vallen. Zij staarde voor zich uit, nog niet begrijpend.
Dat wat zij niet begreep was onbereikbaarheid van
den man, dien zij zoo dichtbij gedacht had en naa
wi-en zij zoo verlangd had.
Tranen sprongen haar in de oogen, terwijl zij zich
bukte om den brief op te zoeken en alles vergetend
door de heftige teleurstelling, liep zij er regelrecht
mee naar haar moeder.
„Mama hij is weg!''
„Wie?" vroeg Fidelia op scherpen, toon, die Ella on
uitsprekelijk verdriet deed.
„Williriep zij, in haar ontroering niet gevoelend,
lat zij hiermee haar geheim verried.
„En wat gaat jou dat aan? Wat heb jij daar mee te
maken f"
sischen minister van oorlog aanleiding tot veel opposi
tie.
In Mergentheim was een officier, van gezondheid,
dr. Sambeth geheeten, die door een eollega ernstig, en
naar achterna bleek zonder reden beleedigd was. Als
overtuigd Katholiek wenschte hij niet te duelleeren,
maar deed een beroep op een eereraad, die besliste,
dat hij den dienst moest verlaten. De Keizer besliste
echter per kabinetsorder, dat een uit godsdienstige
overwegingen voortspruitende weigering van een duel
niet door een eereraad mag worden onderzocht, en
dat dr. Sambeth niet langer in zijn betrekking kon
worden gehandhaafd. De-Keizer wilde echter den of
ficier wel een dienst t-oestaan: hij zou niet ontslagen
worde'n, indien hij zoo snel mogelijk zijn ontslag nam!
Twee jaar geleden heeft deze gebeurtenis plaats ge
had. Thans werd zij door den heer Erzberger van het
centrum ter sprake gebracht. De minister van oorlog
zeide hierbij dat een officier, die uit religieuso over
wegingen een duel weigert niet meer past in het offi
cierscorps. Groot was de verontwaardiging, welke
hierop ontstond en welke vooral in tie katholieke peis
tot. uiting kwam.
Men zal in de commissie-vergadering deze zaak op
nieuw ter sprake brengen. Met spanning wordt in
Duitschland afgewacht, wat er ten opzichte van -de
twee geheel onvereenigbare opvattingen omtrent het
duel zal worden beslist.
De verkiezingen voor een president -in de Vereonig-
de Staten van Amerika worden door allerlei machina
ties in de ropublikeinsche partij voorbereid. Zoowel de
tegenwoordige president Taft als zijn voorganger
Roosevelt zijn druk in de weer om de hoogste staats
betrekking voor de volgende periode te veroveren. Met
de vriendschap der twee is het op het oogenblik geheel
gedaan en in de keuze der bestrijdingsmiddelen is
men aan geen der beide zijden erg kieseh. Do hear
Taft noemt bijv. den heer Roosevelt een bloedzuiger,
die tot aan zijn dood blijft vastkleven aan het Witte
Iluis, wiens denkbeelden dé volksvrijheden tot in den
wortel vernielen. Ilij werpt zijn voorganger-tegen
stander allerlei beschuldigingen na-ar het hoofd, bijv.
schandelijke aanmatiging, opwekking van klassenhaat,
vnlsehe voorstelling van het geval-Lormer, aanslagen
op de eenheid der partij, herhaalde schending zijner
beginselen en dubbeltongigheid in zake het Canadee-
sehe wederkeerigheüjsverdrag en ten slotte van het
verlangen om levenslang dictator te worden.
Maar de heer Roosevelt heeft dit niet op zich laten
zitten. Hij antwoordde in een redevoering, dat de
heer Taft niet slechts in gedachten, woorden en daden
ontrouw was geworden aan hun oude vriendschap,
maar ook in zijn wijze van strijdvoeren had hij ieder
voorschrift van gewoon fatsoen en correctheid laten
varen. De president trad op op een manier, die men
zelfs niet verwachten kan van lieden, die zijn bitterste
vijanden zijn. De verklaring van den heer Taft, dat
Zij staarde haar moeder ontzet aan. Ja, wie het
niet wist, wat. zij in den erker samen besproken en
gevoeld hadden
„Ik hebzij verstomde. Een gloeiend rood
vloog over haar gezicht.
Fidelia Bickenbach, die nooit het teere gevoel der
moederliefde voor Ella gehad had en die in haar eigen
lijk niet haar dochter maar veel meer een concurrente
op het gebied der schoonheid zag, keek koel naar de
verwarde en verlegen Ella.
„Wij behoeven ons nu toch niet met kinderachtig
heden op te houden ik geloof dat de tijd daarvoor
verstreken is. Als je niet met een onrijpen neef als
Willi op vriendschappelijken voet als bloedverwante
kunt omgaan, wel dan is het werkelijk geen wonder,
dat hij daar een eind aan maakt of erger voorkomt,
zooals mij dit geval toeschijnt"
Ella slikte een paar maal om dat gene terug te
dringen, dat zich in haar keel' scheen vast te zetten.
Krampachtig klemde zij haar hand om den brief alsof
die haar kon redden.
„Ik hoop dat dit een aansporing voor je is," ging
Fidelia voort, ongeveer op denzelfdten toon als haar
vader gewoon was te spreken, „je niet meer met je
hart van ons te verwijderen. Deze les, hoop ik, zal
voldoende zijn. Als Willi Bachmann weer terugkomt
na zijn verlof, dan zullen grootpapa en ik een vaste
grens tusschen jelui beiden trekken. En ik hoop Ella,
dat je die niet weer zonder onze toestemming zult
overschrijden."
„liet was niets, het was heelcmaal niets fluis
terde Ella, diep beschaamd en nog geheel in de war.
„Des te beter," zei Fidelia, haar boek weer opne
mend. „Dan behoef je je er ook niet zoo hevig over
te bedroeven."
Een oogenblik stond Ella als vastgenageld aan den
grond. Het scheen of zij niet van deze plaats weg kou
komen. Toen kreeg zij een gevoel of zij alle heer
schappij over haar lichaam verloor. Zij wilde weg
gaan en bleef toch staan. Zij deed een paar stappen
naar de deur en keerde zich toen weder om. Eindelijk
met groote inspanning wist zij de deur te bereiken en
vloog weg naar haar eigen kamer, waar zij achter de
gesloten deur haar bitter huilen verborg.
(Wordt vervolgd).