DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
m2
No. 107.
Honderd en veertiende Jaargang.
MAANDAG
6 MEI.
Nationale Nlilitie*
BINNENLANl>
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden y
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,ji
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
tffltmw t i imttm
VAN HOUTENS
HERHALINGSOEFENINGEN.
AL&MAARSCHE
KEXNIStiEVIN».
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK-
MAAK brengt, op grond van artikel 1 der Wet van
22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge
zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvan
ger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeen-
ter invordering zijn overgegeven:
vijf kohieren der personeele belasting, Nos. 2 tot.
en met (i, voor hot dienstjaar 1912, executoir ver
klaard door den Directeur der directe belastingen in
Noordholland te Amsterdam den 2den Mei 1912;
dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de
Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat
do termijn van zes weken binnen welken daartegen
bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Alkmaar, den 4en Mei 1912.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
G. KIPPING.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, op grond van
art. 80 in verband met aTt. 114 der Militiewet (Staats
blad 1912 No. 21) de onderstaande hier wonende
verlofgangers om zicb, ter bijwoning der herhalingsoe-
geningen, bij hun korps te vervoegen als volgt:
Korps Torpedisten, lichting 1908, garnizoen Heider.
3 Juni 1912: JAN MARBUS en JAN LUTE.
De verlo^anfeers worden hierbij gewezen op til na
volgende bepalingen':*"
lo. dat de miliciena-verlofgangets woonachtig in de
plaats van opkomst, zich op den dag Voor de op
komst bepaald, uiterlijk te 8 uur voormiddags bij
het korps moeten aanmelden;
2o. dat de miliciens-verlofgangers woonachtig bin
nen 20 K.M. van de plaats van opkomst, op den
dag voor de opkomst bepaald, uiterlijk te 10 uur
voormiddags bij bet korps aanwezig moeten zijn;
3o. dat de overige miliciens-verlofgangers voor zoo
veel zij binnen het Rijk gevestigd zijn, zich op
den dag voor de opkomst bepaald, met het eerst
vertrekkende openbaar middej van versneld ver
voer van hunne woonplaats of naaste station
naar de plaats van opkomst moeten begeven, en
voor zooveel zij buiten het Rijk gevestigd zijn,
zich op dien dag vóór 4 uur namiddags bij hun
korps moeten aanmelden.
Voor zooveel de miliciens door ziekte of om eene an
dere reden niet tot den werkelijken dienst kunnen over
gaan, worden zij verzocht daarvan vóór het tijdstip
voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie^
mededeeling te doen.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 3 Mei 1912.
ALKMAAR, 6 Mei.
De drijvende zeemijnen in de Dardanellen hebben
den ondergang van een Amerikaansche stoomboot ver
oorzaakt, waardoor 78 menschen verdronken, terwijl
ook nog een sleepboot op zirjk een mijn stiet en ver
nield werd.
Meerdere ongelukken zouden er zeker plaats gehad
hebben, zoo de Turksche regeering niet gezwicht was
voor den drang van Rusland en Engeland, de Darda
nellen weer geopend bad en de zeemijnen bad laten
wegruimen.
Vonr hoelang de zeeëngte geopend zal worden yph
piet te zeggen. Turkije heeft zich het recht vopr be
houden weer tot sluiting over te gaan, zoodyh zijn be
langen dit noodig maken.
Wie weet welke verrassingen nog komen!
Zoolang de oorlog waarvan 'eigenlijk iedereen be
halve Turkije genoeg heeft duurt, blijft de kans op
verwikkelingen en onaangenaamheden bestaan, te
meer dag.,ri; ook de mogendheden er nogal van houden
.iriatiroebel water te visschen!
Italië houdt er van iedere week een overwinning te
brengen. Het is er wel eens een zege naar, maar het
houdt de tanende geestdrift er toch in. Men heeft nu
het oog laten vallen op Rhodos, het meest oostelijke
eiland in de Aegaeïsche zee.
Ziehier wat over dezen nieuwen aanval werd ge
seind.
„Ik heb," zoo telegrafeerde de viee-admiraal Viale,
„een parlementair uitgezonden om den gouverneur te
sommeeren zich over te geven. De gouverneur ver
klaarde, dat hij, niet bij machte zijnde tegenstand te
bieden, de leiding der zaken onder protest neerlegde
en voegde hieraan toe, dat hij geen bevoegdheid had
om zich bezig te houden met het garnizoen.
Het garnizoen trok zich daarop terug. Onze sche
pen openden daarop het vuur tegen de plaatsen, waar
heen het garnizoen gevlucht- was. Het vuren heeft
thans opgehouden."
Een generaal telegrafeerde eveneens van Rhodos:
„De vijandelijkheden zijn begonnen tegen den vijand,
die door ons vuur verslagen en door de bajonetten van
soldaten en matrozen verdreven werd. De vijand was
gedwongen zich hedenavond om 7 uur in de stad te
rug te trekken. Ik heb gemeend, de troepen op een
half uur afstand van de stad te moeten laten halt hou
den. Wij hebben 5 gewonden, van wie 2 ernstig. Het
cijfer der verliezen van don vijand is mij niet bekend,
maar ik geloof, dat dit tamelijk hoog is. Wij maakten
59 gevangenen, waaronder een peloton geregelde troe
pen."
De nationale vlag is teil slotte op Rhodos gehe
sehen. Italië heeft dus weer een overwinning!
De Duitseho minister van oorlog heeft een pleister
op de wonde gelegd. Men herinnert zich, dat hij ve
len, onder wie in het bijzonder de centrumsmannen,
had gekwetst door zijn verklaring, dat iemand, wiens
godsdienstige overtuiging hem het duel verbood, niet
in het officierscorps thuis hoorde. Nader heeft hij
gezegd, dat in de opwinding zijn verklaring ongewild
scherp werd geformuleerd, en dat hij nimmer de. be
doeling had, een heer, die uit zuivere en edele motie
ven tegenstander van het duel is, voor mindenvaardig
aan te zien. En niets oneervols was gezegd in de kei
zerlijke order, waarin werd verklaard, dat een duelwei
gering om godsdienstige redenen niet een voorwerp
van onderzoek voor een eereraad kan zijn.
De minister beschouwde het duel als een kwaad,
maar het was niet mogelijk het met geweld af te
schaffen, de kwestie op stel en sprong op te lessen.
De beraadslaging over deze nadere verklaring werd
verdaagd. Do sociaal-democraten dienden inmiddels
(•en motie in, waarbij bepaald wordt dat bij, die uit
daagt, zoowel als hij, die een duel aanneemt of zelfs
bij, die op een of andere wije medewerkt aan het duel,
dus ook de secondanten, uit het leger zal worden ver
wijderd.
Voor Frankrijk dreigen er weer nieuwe moeielijkhe-1
don in^ Marokko.
Sultan Moelai Hnfid heeft, genoeg van zijn positie,
daar hij vrijwel niets te zeggen heeft. Deed hij inder
daad afstand, dan zou dit voor de republiek alleron
aangenaamst zijn. De sultan toch toekende het ver
drag met Frankrijk en is een uitnemend tusschenper-
soon. Ging hij weg, dan zou de fanatieke bevolking
geheel alleen tegenover de Fransche autoriteiten staan
en dat belooft weinig goeds. Daarom reeds is de te
genwoordigheid van den sultan in het oproerige Fez
nog altijd gewenscht, hoe gaarne hij naar Rabat wil;
ja, er wordt zelfs beweerd, dat zijn regeeringsmoeheid
slechts wordt voorgewend teneinde de Franschen te
dwingen, hem naar Rabat te laten gaan. Men moet
niet vergeten, dat Frankrijk op het oogenblik alleen
verantwoordelijk is voor wat er in Marokko gebeurt
en dat men het op de republiek zal verhalen, indien
bet leven of het eigendom van vreemdelingen gevaar
loopt. Die politieke verantwoordelijkheid noopt
Frankrijk tot de grootste voorzichtigheid. Het schijnt
zelfs, dat men, als in Berzië, in Marokko den Heili
gen oorlog verklaren wil. Frankrijk denkt in verr
band hiermede zijn leger in Marokko te versterken tot
47.000 man. Het aantal tegenstanders wordt ongelijk
geschat, maar een millioen is wel het minste. Natuur-,
lijk komen die niet alle tegelijk en gezamenlijk in ver
zet, want de verstandhouding der stammen onderling
laut veel te wenschen over. Maar ook zonder dit sa
mengaan, kan het gevaarlijk genoeg worden.
Frankrijk stelde een resident-generaal aan en be
noemde daartoe njet den heer Regnault, die sinds ja
ren de politiek van het „vredelievend doordringen"
leidde, tmfar generaal Luyautey, die sinds 1903 de lei
ding van alle militaire operaties aan de westgrens
van Algiers leidde.
Behalve over de Marokkozaak spraken de Franschen
deze week over de auto-bandieten, voornamelijk in ver
band met de gevangenneming van den beruchten Bon-
not te Choisy-le-Roi, die spoedig na zijn arrestatie
stierf.
Uit Portugal kwamen deze week weer berichten
over pogingen van koningsgezinden, om een nieuwe
revolutie in het leven te roepen. Er zouden vele ge
vluchte royalisten met. groote geldsommen te Lissabon
terugkeeren en er zouden aanzienlijke hoeveelheden
wapens en munitie in het land worden gesmokkeld.
Overigens heeft men deze week een merkwaai dig
geval in het parlement gehad. In een vereenigde zit
ting der beide kamers stelde de radicale minister van
justitie de kwestie van vertrouwen. liet regeerings-
voorstel werd! aangenomen met 88 tegen 87 stemmen,
maar hoe! Alle ministers, die kamerleden of senato
ren zijn, ook de betrokken minister, stemden voor!
Er zijn in Portugal, die vinden dat de minister
eigenlijk een nederlaag heeft geleden. Maar de radi
cale partij denkt er anders over en haar orgaan „Da-
Mundo" schreef met geestdrift over een groote over
winning, welke men weer behaald had op de rechter
zijde.
De heeren Taft en Roosevelt hebben den strijd) om
het presidentschap der republiek voortgezet op een
wijze, a if of ze cowboys waren. Do eerste is president
geworden, omdat de laatste hom indertijd hoeft aan
bevolen. Maar sinds dien zijn de bordjes verhangen,
is het met de vriendschap gedaan, zijn beiden naar
het baantje gaan dingen. Eerst hebben ze elkaar heel
fatsoenlijk in redevoeringen bestreden, maar toon de
argumenten waren uitgeput, zijn ze in brieven gaan
schelden en elkaar gaan beschuldigen van alles
wat maar leelijk is. Het werd tenslotte een zuiver
persoonlijke ruzie tusschen do twee boozemvrienden
van weleer.
Zoo werd de heer Taft eerst voor een versteend ty
pe uitgemaakt, later voor een willig werktuig in han
den der groot-financiers. De president van zijn kant
heeft tenslotte ook het geduld verloren, en heeft „Ted
dy" ronduit beschuldigd een demagoog van 't ergste
soort te zijn, die geen ander doel had dan als dictator
levenslang president van de Unie te worden. Zelfs de
meest vertrouwelijke correspondenties, dateerend nog
uit de vriendschnpsperiode, werden aan de openbaar
heid prijs gegeven.
Men is in Amerika heel wat gewend, maar hier
kreeg men tonslotte toch ook genoeg van.
REDI >1ING SM IDpELEN OP STOOMSCHEPEN.
Het Nederl. Correspondentiebureau meldt, dat de
wettelijke maatregel, dien de minister van landbouw,
nijverheid en handel ontwerpt, zal bestaan in een wij
ziging van den algemeenen maatregel van bestuur tot
uitvoering van de wet op den doortocht en het vervoer
van landverhuizers, met dien verstande, dat de voor
schriften betreffende de roddings- en veiligheidsinid-
delen, vastgesteld krachtens de Schepenwet van kracht
zullen zijn op schapen, welke voor het vervoer van
landverhuizers worden gebruikt. Voor zoover deze
schepen Nederlandsche schepen zijn, voldoen zij reeds
uau de bedoelde voorschriften, zoodat de voorgenomen
maatregel slechts van belang is voor de vreemde sche
pen, welke in Xederlandsche havens landverhuizers in
schepen, zooals bijv. het stoomschip Cnmpancllo, van
do Uranium Steamship Company.
DE RIJKSWERF.
Dezer dagen is bekend gemaakt, dat de minister ran
marine aan een commissie heeft opgedragen, hem van
advies te dienen betreffende de vraag of het.in 's land*
belang zou zijn, over te gaan tot opheffing van
's Rijks werf van aanbouw en herstelling te Amster
dam.
Over bijzonderheden, die opheffing zelve rakende,
behoeft de commissie niet te rapporteeren. „De Fak
kel" verneemt nu, dat de plannen tot opheffing van
s Rijks werf te Amsterdam reeds sinds goruimon tijd
kant en klaar op het departement van marine liggen,
uitgewerkt zelfs tot in de kleinste bijzonderheden.
Ueiueugd nieuw*.
HET VORSTELIJK BEZOEK AAN
AMSTERDAM.
Om 9 uur Zaterdagmorgen kwamen voor het paleis
op den Dam twee auto's. In de eerste namen de Ko
ningin en de burgemeester plaats; in de tweede freule
v. <1. Poll met Prinses Juliana en zuster Marting.
Schier onopgemerkt, door de voorbijgangers, tuften
de wagens de stad door naar Artie, waar de hoogo be
zoekster en haar dochtertje aan den hoofdingang door
den directeur, den heer C. Kerbert, ontvangen werden.
Met het Prinsesje aan de hand', wandelde de Ko
ningin den tuin in, waar alles prijkt in heerlijken
voorjaarstooi, schrijft de Tel.
Achtereenvolgens werden de groote volières, de fai-
santen-, het beren- en 't apenhuis bezocht. Vooral in
het laatste gebouw vertoefde men geruimen tijd, en de
Koningin amuseerde zich niet weinig over de luid
ruchtige vreugde die het Prinsesje bij de potsierlijke
sprongen van de bewoners der verschillende kooien
aan den dag legde.
Van de apen ging het naar de vijvers en het beken
de vogelpoeltje; daar werden de dieren met kwistige
hand op brood getracteerd en als er dan een eendje on
derdook om zijn portie te bemachtigen, of een al te
gulzige ooievaar door de anderen in de nek gepikt
werd, had het Prinsesje pret voor zes, en op een hol
letje liep zc naar moeder om het vreeselijk gebeuren
te vertellen.
Hoe het bezoek zoo spoedig bekend raakte, begreep
niemand, maar in minder dan geen tijd kwamen van
alle kanten de Artis-leden opdagen. Vooral de kinde
ren hadden verbazend veel peizier in het Prinsesje en
sloegen op een behoorlijken afstand elk harer bewegin
gen gade.
Het was een aardig gezicht de extase van 't kleine
ding te aanschouwen. Uit verschillende vragen die zi
deed, bleek, dat zo zich het bezoek van het vorig jaar
nog heel goed herinnerde. Tegen tien uur verliet do
Koningin, in gezelschap van den burgemeester, den
tuin.
Het Prinsesje bleef nog ren kwartiertje wandelen
en daarna gingen freule v. d. Poll en zuster Marting