DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Om het koude goud No. 108. Honderd en veertiende Jaargang. 1912 DINSDAG 7 MEI. zal zgn gesloten, met uitzonde ring voor voetgangers. FEUILLETON. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Gr««te letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkcifi v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Burgemeester en Wethouders van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat op WOENSDAG en DONDERDAG, 8 en 9 MEI as., op beide dagen tot des avonds 7 uur, de passage in de Schoutenstraat, van de Langestraat af tot de Breedstraat» AARSCHE i Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 6 Mei 1912. DONATH, Secjetaris. ALKMAAR, 7 Mei. In Frankrijk heeft men Zondag de verkiezingen voor de 361.000 gemeenteraden gehad. De gemeen tewet schrijft dat voor: de verkiezingen moeten om de 4 jaar plaats hebben op den eersten Zondag in Mei, na-verkiezingen den volgenden Zondag. Alle Fran sehen, die den leeftijd; van 21 jaar hebben bereikt mo gen kiezen, allen, die 25 jaar zijn, mogen, gekozen, wor den. Ook de burgemeester wordt bij meerderheid van stemmen gekozen. Alleen Parijs houdt er geen bur gemeester op nadaar staan do prefect van het Seine- departement en de politie-prefect aan het hoofd, zoo dat de regeering zeer veel te zeggen heeft in het be stuur der hoofdstad. Over het geheel wordt gevonden, dat de gemeentebesturen te afhankelijk zijn van de regeering en een van de punten bij deze verkiezing was dan ook de eiseh van een ruimere mate van zelf bestuur. Men maakte zich overigens niet bijzonder druk over deze verkiezingen, welke een even kalm ver loop hebben gehadl als de voorbereidingen. Het is een vrij stille campagne geweest. Alleen de reclame-bil jetten op de muren „schreeuwden." Op bonte papie ren waren de te bonte opschriften geplaatst, om de aandacht van de kiezers te trekken. „Zij hebben gelogen!" „Ik heb maling aan de las teraars!" „Schande!" „Waakt voor uw eer!" zijn enkele van de titels, waaronder de candidaten hun po litieke boekjes blootlegden. Er waren heereu, die zich zelf bet toppunt van onbaatzuchtigheid en als een voorbeeld van politieke offervaardigheid beschouwden. „Ik heb," kondigde een der candidaten plechtig aan, „geen politieke ambitie, maar ik wil me wijden nan de belangen van nrijn wijk." En natuurlijk kwa men zij met beloften wie dat tegenwoordig niet doet, behoeft op de gunst der kiezers niet te rekenen. -Mijnheer A. beloofde dat hij het leven goedkooper zou 30) Roman uit hst Duitsch van GEORG HARTWIH. VII. I it. den hellen glans van de feestzaal was Erich Ivarlsson de nachtelijke straat opgegaan. Er was veel dat hem drukte en bedroefde. Hij sloeg* zijn mantel wat terug en liet de slippen in den wind fladderen. Daar kwamen van het Westen sneeuwvlokken aan drijven. Windstooten gingen den sneeuwval vooraf en de takken der boomen sloegen luid tegen elkander. Het deed 'm goed, al dat strijden der elementen. Hij lette er ook niet op toen de eerste sneeuwvlokken op zijn gezicht vielen en daar wegsmolten. Zijn toorn over zijn eigen zwakheid, over de onbedwingbaarheid van zijn verlangen, dat hem tot deze dwaze streek ver leid had, werd met iederen stap minder zijn gedach ten gingen terug naar tijden, die reeds lang voorbij waren. Hij zag de eenvoudig ingerichte kamer weer terug met hot snorrende weefgestoelte bij het venster en de kachel in den hoek. Hij zag zich zelf weer bezig met kluitjes klei en leem om daaruit- dieren of poppetjes te vormen. Hij zag daarna zicji-zelf als armste leer ling van den meester. Hij wist dat hij zich meer dar. anderen had ingespannen en dat zijn vlijt veel goed gemaakt had. En daarna had1 hij zijn diploma gekre gen en den eereprijs als de beste uit de klasse. Daar hij maar één ding in het leven als waardevol kende, had hij ook slechts één zaak lief, n.l. zijn kunst. Daarin ging hij geheel op. daarin gaf hij zich geheel, waarvan bijvoorbeeld zijn Altheagroep het laatste be wijs was. Voor zijn kunst had hij dus tot nu toe al- maken, de prijzen van het brood en andere levensmid delen zou doen verminderen. als bij verkozen werd. Mijnheer B. bad een onfeilbaar middel om de huiseige naren te noodzaken, de hooge huurprijzen te verlagen. Mijnheer C. wilde den kleinen middenstand te hulp komen, door het eredietwezen te verbeteren en daar door de leegste toonbankladen weer te vullen Natuurlijk weet ieder candidaat, dat al die beloften wissels zijn op de toekomst, welke nimmer zullen wor den gehonoreerd. Men behoeft er zich dan ook niet over te verbazen alleen verwondert het, dat er altijd nog kiezers worden gevonden, die geloof hechten aan zulke beloften! Toch schijnen ook de kiezers verstan diger to worden. Daar was bijv. een welbekend man, de heer Cochon, de nl te ijverige secretaris van de ver- eeniging van huurders te Parijs, candidaat. De leden van zijn vereeniging steunden hem natuurlijk, en om voor hem reclame te maken reden ze met handwagens door het arrondissement, waarop de meubels hoogop geladen waren! Doch deze „reclame-verhuizingen" mochten niet baten de heer Cochon kreeg slechts 556 stemmen en zijn tegencandidaat werd met 4653 gekozen. De Parijsche bladen vermelden verder met ingeno menheid, dat president Fallières een goed voorbeeld heeft gegeven: hij kwam reeds in do vroegte zijn stem uitbrengen. Het best gestemd hebben te Parijs de katholieken en de socialisten. De radicalen brachten 17.000 stem men minder uit dan in 1008, de katholieken en natio- naleu thans 16.000 meer, de geünificeerde socialisten eveneeps 16.000 meer. De Parijsche gemeenteraad bestond tot nu toe uit 36 clericalen en nationalisten, 22 radicalen, 3 rechts- republikeiuen, 8 onafhankelijke socialisten, en 11 par tij-socialisten. Gekozen werden Zondag 31 clericalen en nationalisten, 10 radicalen, 9 partij-socialisten, 3 onafhankelijke so cialisten en 2 rech'ts-republikeinen. In 25 van de 80 vacatures moet: dus herstemming plaats hebben. Te Marseille moesten de radicalen de meerderheid afstaan aan de rechtsrepublikeinen, te Limoges won nen' de socialisten het van de rechts-republikeinen. Ging het over het geheel nog al kalm toe, toch kwam het in enkele der wijnbouwersgemeeuten tot botsingen tusschen de partijen. Alleen iu het departement Yonne had een ernstig incident plaats. Twee candi daten, een zeventigjarige hypotheekbewaarder en een veearts, hadden beide gesproken. Na afloop der ver gadering trokken beide partijen naar het stadjo Cour- son, waar de kiezers op het marktplein handgemeen werden. De oudste candidaat kreeg een slag op het hoofd, zijn zoon, die bij hem was, loste eenige schoten, waardoor een bakkersgezel gedood en een ander man zwaar gewond werd. Te Aiguesmortes werden de stembussen, de stoelen en de tafels van het stembuneau door de ramen ge worpen leen geleefd. Toen had hij Ute gezien en daarna nader met haar kennis gemaakt. In haar zag hij het ideaal der schoon heid, dat tot nu toe slechts in zijn verbeelding geleefd had, in levenden lijve voor zich staan. Dat gevoel was aanvankelijk zuiver aesthetisch geweest, naar haar be zit verlangen, was niet in hem opgekomen. Maar dit had hij steeds gevoeldhoe hoog zij boven hem stond, hoe onbereikbaar zij ook was, hij mocht toch vrij naar haar schoonheid zien en daarvan genieten. Maar naast die kunstgevoelens waren allengs ande re gekomen. Hij verheugde zich niet meer alleen uit een kunstoogpunt in haar nabijheid. Hij had een groot verlangen naar haar en kon zijn gevoelens niet altijd meer meester blijven. Af en toe moest hij haar zien anders had hij geen rust. En zoo had zijn gevoel hem ook dezen avond naar do feestzaal gedreven; dat was de reden geweest dat hjj over het bezwaar van den hoogen entreeprijs was heon gestapt. Hij moest haar even zien, zonder dat zij het bemerkte, in al haar schoonheid. En daar hij geen rok had', deed' hij wat hij tot nu toe veracht hadi: hij huurde een rok bij een uitdrager. liet hinderde hem nu. gewelddadig, dat hij dat ding aanhad. Want hij had dezen avond feller dan ooit gevoeld, welke groote afstand er tusschen ben beiden lag. Met bittere gevoelr/ns had hij achter in de zaal ge staan. Neen, neen hij behoorde hier niet, hij zou in dit gezelschap hilar maar blameeren. En het. was heel verstandig van. haar dat zij hem met een knikje te kennen had gegeven, dat hij hier niet paste. Kalsson lachte "nog luid hij deze gedachten, zoodat een voorbijganger hem verwonderd nakeek. Slapen kon hij -dezen nacht niet, den volgenden mor gen niet rustig werken. Een gevoel van angst kwelde hem zonder ophcHiden. Hij had het beleefd dat een jon- gekunstenaar, een kennis van hem, om een ongelukki ge liefde, niet genoeg meer hebbend aan zijn kunst allengs zedelijk achteruitging en eindelijk jammerlijk omkwam. Aan hem moivet. hij steeds weer denken. Hij ging gejaagd het hi^D uit, het vrije veld in Te Dole werd een candidaat ernstig gewond door oen slag met een ijzeren staaf, welke in een zakdoek was gewikkeld! Eu te Auxerre werd de gemeente-secretaris half dood geslagen omdat de kiezerslijst niet in orde was. Maar voor Eransehe verkiezingen is dit niets bij zonders, de couranten verzekeren met de grootste ge rustheid, dat er geen „incidents serioux" hebben plaats gehad en de lezers zijn het er mee eens. Zij herinne ren zich ongetwijfeld vroegere verkiezingen, waarbij het inderdaad een geheel anderen koers uitging! DE REIS DER KONINGIN NAAR DOBBIN UITGESTELD. II. M. de Koningin keert 9 dezer naar Het Loo te rug. De reis naar Dobbin is uitgesteld. De vier au to's die te Apeldoorn aan het station voor het vervoer gereed staan, worden niet verzouden. Men meldt aan de Tel. uit Den Haag: Volgens hier in Binnenhol kringen loopende geruch ten zou het onverwachts verschuiven van de reis van II. M. de Konigin naar Dobbin, welke reis aanvanke lijk op 9 Mei a.s. was bepaald, oorzaak vinden in de bestaande onzekerheid in den politieken toestand van het oogenblik. IIET KONINKLIJK BEZOEK AAN AMSTERDAM. Gisteren vingen de audiënties aan, die II. M. de Koningin tijdens haar jnarlijksch bezoek aan de, hoofd stad verleent. Gistermorgen werden de militaire autoriteiten in do .gelegenheid gesteld hun opwach ting bij de Koningin te maken. Een groot aantal op per-, hoofd- en subalterne officieren der landmacht en vlag- en subalterne officieren der zeemacht begaven zich vanmorgen naar het Koninklijk Paleis. II. M. de Koningin was voor deze audiëntie gekleed in een teergroen toilet, Z. K. II. de Prins was in ge neraalsuniform. Als alle jaren lokte het schouwspel der officieren van de verschillende wapens en van de zeemacht in groot tenue veel bekijks en stond een groot aantal nieuwsgierigen op den N. Z. Voorburgwal oin bet aankomen en vertrekken der audiëntie-gangers gade te slaan. Gistermiddag ving het eerste gedeelte der audiëntie voor de civiele autoriteiten (provinciale gemeentebe sturen enz.) aan. II. M. de Koningin droeg wederom eon teergroen toilet; Z. K. II. was bij de audiëntie niet tegenwoor dig. Het gemeentebestuur van Amsterdam was verte genwoordigd door het college van Burgemeester en Wethouders, den secretaris en een vijt-en-twintigtal Raadsleden, de meesten in ambtsgewaad. De burgemeester, jhr. mr. dr. A. Röell, hield daarbij een toespraak tot II. M. de Koningin. II. M. do Koningin verklaarde met groote belang stelling te hebben kennis genomen van de mededeel in- gen van den burgemeester betreffendo den voortduren- den vooruitgang en den toeuemenden bloei van de hoofdstad. Zij sprak de hoop uit, dat die bloei zich zou voordzetten en dat Zij ieder jaar de bewijzen daar van zou mogen vernemen. II. M. verklaarde zeer getroffen te zijn door de har telijke verwelkoming, welke haar en haar gezin van de zijde der bevolking bij het bezoek aan Amsterdam was De lucht was helder blauw, de zon scheen vroolijk, frissche wind woei hem in het gezicht en dan de sneeuw op de velden. Dij ging naar het bosch dat aan de stadsparken grensde. Af-en-toe kwam hij een wandelaar tegen, soms vlogen kraaien krassend boven zijn hoofd. Ove rigens overal stilte om hem heen. Terwijl hij om een hoek ging, kon hij plotseling geen voet meer verzetten. Ute stond voo-r hem. Het rood dat bij deze onverwachte ontmoeting over haar wangen gleed, scheen zijn gedachten te recht vaardigen: zij wilde hem liever niet ontmoeten. Hij groette haar en wilde snel voorbijgaan, toen hij zijn naam hoorde noemen. Bij die onverwachte aanspraak verloor hij een oogen blik zijn kalmte, maar het wantrouwen, dat zich sinds gister in zijn ziel had gezet, ontwaakte nu nog erger bier in de eenzaamheid was hij goed genoeg, nu nie mand van haar bekenden liet zag, wilde zij hem wel kennen. „Neem mij niet kwalijk," zei hij snel, „om misver stand te voorkomen, is het beter. Zij zag hem recht in de oogen. „Slechts één vraag: Waarom verliet u gisteravond het feest dadelijk weer?" „Ik was bevredigd," zei hij kortaf. „Dan waart u er beter aan t-oo dan ik." Haar zach te altstem liefkoosde de pijnlijke plek in zijn borst „Ik geloof ook niet dat dat geheel waar is, wat u zegt" Er kwam een wrevelig gevoel in hem. Zou zij het wagen den spot met hem te drijven? „Als ik u de volle waarheid zei, zoudt u haar bela chelijk vinden. Ik was een ve-rkleede pop uit den win kei van den uitdrager. Ik had geen rok, geen goede schoenen en geen geld om ze mij aan te schaffen. En zonder die omhulsels deugt de kern natuurlijk niet!" „Dan hadt u er niet heen moeten gaan," zei Ute met kalmen ernst. „Zeer waar, zeer waar!" riep hij driftig met den voet op den grond stampend. „Maar dat zag ik aan vankelijk niet in. Gelukkig is het inzicht ter elfder ten deel gevallen. Gistermorgen om half tien reed Prinses Juliana met haar geleidster naar het Vondelpark. Hier bleef het kind ongeveer een uur; omstreeks half elf werd, wegens het ongunstige weder, naar het paleis terugge keerd. Tegen elf uur kwamen twee speelmaatjes op het paleis, n.l. de dochtertjes van den heer C. A. den Tex, die tot twanlf uur met de kleine Juliana bleven spelen. Voor de toeschouwers op den Dam was het en aardige verrassing, dat de Prinses met haar speel makkertjes af en toe voor het raam verschenkt. Om half vijf gistermiddag maakte het koninklijk chtpaar een rijtoer, die ongeveer 30 minuten duurde. De Koningin was gekleed in een wit laken wundol- costuum en droeg een grooten, grijzen stroohoed, een steekmodel, gegarneerd met een bouquet aacht-rood» rozen. Een wit kanten parasol voltooide het toilette. De Prins droeg generaals-uniform. Gisteravond had het vorstelijk echtpaar de gemeen teraadsleden aan tafel genoodigd' en met uitzondering van de sociaal-democratische fractie hadden bijna al len aan die invitatie gevolg gegeven. De meeste ver- legenwoordigers der Amstordamsehe burgerij haddea in ambtsgewaad aan de met rood© rododendrons ver sierde tafel plaats genomen. Koningin Wilhelmina zat aan tafel tusschen haar gemaal en den opperstalmeester C. A. baron Bentinck. Terwijl een kleine schare belangstellenden zieh aan den achterkant van het paleis stond te verlustigen in het geflonker der gaskronen etn het ambtsgewaad der raadsleden, stond op den Dam een compacte menigte le aankomst der Koningin-Moeder af te wachten. Buitengewoon groot was de belangstelling voor dezn hooge gust. Ook aan het Centraalstation stond een talrijk publiek langs de hekken geschaard. Om negen uur precies stoomde de vorstelijke treiu binnen en hield vlak voor de Koninklijke wachtkamer stil. Op het perron was Prins Hendrik met klein ge volg ter begroeting aanwezig, alsmede do burgemees ter van Amsterdam, jhr. mr. dT. A. Röell. Vervolgens werd naar het Paleis gereden. Op den Dam bleef het publiek wachten; ook nadat de huzaren, die de eerewacht vormden, waren afge trokken en de politie de menschen tot aan den rand vau het trottoir had toegelaten. Voortdurend bleven de blikken op de verlichte ra men gericht in do hoop de Koningin-Moeder nog op het balcon te zien verschijnen, edoch die verwachting werd niet verwezenlijkt. De balcondeuren bleven ge sloten en de menigte verspreidde zieh ten slotte in dn aangrenzende straten. KAMERVERKIEZING IN 1918. Aan Het Volk wordt verzekerd, dat tusschen libera len en vrijzinnig-demokraten in hert. disrtrikt Zaandam is overeengekomen, dat het vrijz.-dem. Kamerlid dr. Bos de gezamenlijke candidaat dier partijen zal zijg voor de Kamerverkiezing van 1913. DE SPELLING. Het hoofdbestuur van de „Vereeniging tot Vereen voudiging van onze Schrijftaal" heeft, naar aanleiding van het onlangs verschenen verslag der Staatscommis sie voor het spellingvraagstuk, een adres gericht tot. den minister van binnenlandsche zaken, waarb dozen minister wordt verzocht, te willen bevorderen dat de ure toch nog gekomen. Sinds gisteravond heb ik veel geleerd. Gemakkelijker is het er voor mij niet door geworden. Ik ging mijn leven eens na. Zeer leer zaam, als men vroeger de zoon van een armen wever geweest is.'* Ute liet Karlssoni uitpraten, zonder hem in de rede te vallen. Kalm blikte zij in zijn mooi, nu diep Ont roerd gelaat. „Ik heb ook nagedacht, den ganschen nacht. Ik be doel, dat deel van den nacht, dat mij nog overbleef van het feest," zei ze toen. En u hebt niet kunnen ontdekken, waarom ik het beter vond, de zaal zoo spoedig mogelijk weer t# verla ten „Neen." Ilij beet zich op de lippen. „Ik zei reeds dat ik in armoede geboren ben en dat ik ook nu nog een arme ben. Ik kan alleen leven in Je hoop dat het in de toekomst anders zal worden. Daarom loop ik nu geenszins weelderig gedost rond. Dat. kan voor iemand als u, die. „Daar zou ik liever over zwijgen," viel Ute droog in. „Ik boor genoeg spreken over standsverschillen, maar waarlijk het gaat. buiten mij om." „U moet zich in mijn gevoelens indenken," zei hij snel, „anders zult u (Te waarheid niet kunnen zien. U moet zien wat verschil er tusschen uw stand en den mijnon is, wat u boven mij plaatst en wat ik aan den anderen kant weer boven u voor heb. Is het niet denk baar." ging hij met* opgewonden stem voort, „dat die verschillen gisteravond zoo op mij hebben ingewerkt, dat ik onmogelijk langer kon blijven? Tweo men schen in één persoon, waarvan de één, de kunstenaar, zich vrij en groot gevoelt en de andere gedwongen is aan broodvordienen te denken. Dat is een vreemde strijd maar ik ben zoo iemand en ken dien strijd. Zoo sta ik voor u en zoo heb ik van het begin af te genover u gestaan een speelbal van deze twee ge voelens. Maar gisteravond vooral voelde ik het grooté verschil in die twee neigingen: opvliegen willen en op de aarde als gewoon mensch moeten rondgaan. Het genadige hoofdknikje, dat u mij gaf. was beslissend. Ik gevoelde dat ik niet zeer...." Hij zweeg even. Toen zei hij, met de hand over het voorhoofd strijkend, „enfin, het was beter dat ik heenging." Er kwam een droevig vermoeden in haar op. Even kwam er een sluier voor haar oogen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1