DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd
en veertiende Jaargang.
1912
DINSDAG
14 MEI.
BINNENLAND.
No. 114
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzondei lijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
MEVROUW CHAPMAN CATT OVER DE NE-
DERLANDSCHE REGEERING.
I MMIW
vL
ALKMMAK, 14 Mei.
Over den man, die op het oogenblik het meest de
aandacht trekt, over baron v. Marsehall, die als
Duitsch gezant naar Londen zal gaan, schrijft de
heer Wolff in het Tageblatt een aardig artikel.
De schrijver constateert, dat de benoeming van de
zen gezant bijna overal tevredenheid heeft verwekt.
In Duitsehland verheugt men zich, omd'at Mar-
schalls geoefende bemiddelaarshand nieuwe vriend
schapsbanden knoopen moet, in Engeland verhengt
men zich, omdat in deze gezantskeuze een mooi com
pliment voor het Britsche rijk ligt en in de paleizen
der gezanten te Konstantinopeï ziet men met bijzou-
der hartelijke vreugde den ongemakkelijken concur-
rent naar elders vertrekken.
In de officieuze pers is verzekerd, dat baron Mar-
schall eerst vele bedenkingen heeft geopperd, maar
dat hij, na in het departement van buitenlandsche za
ken „de acten bestudeerd'' te hebben, zoo geestdriftig
is geworden, dat hij vurig verlangde, naar Londen te
gaan.
Men weet niet, wat er in deze geestdrift-wekkende
acten staat ongelooflijke geruchten vertellen van
het afstaan van Zanzibar aan Duitsehland en van een
Duitsche tegenconcessie in de Perzische golf, aan
het eindpunt der Bagdadlijn maar men houdt ba
ron v. Marsehall voor een verstandig wikkend en we
gend man, die zich door luchtkasteelen en door suc
cessen van het oogenblik niet laat verschalken. Hij
zal waarschijnlijk zelf wel vinden, dat zijn zendiug al
te mooi wordt aangekleed en met te veel drukte wordt
omgeven, dat dit reeds een weinig gevaarlijk is en na
rijp overleg zal hij zeker zelf graag wat minder ba
zuingeschal op zijn weg hebben gevonden. Mocht het
hem thans, na deze Messias-hymnen niet gelukken
dreigende vraagteekens uit te wisschen en de Duitsch-
Engelsche vriendschap, blijvend, ondubbelzinnig eu
voor de geheele wereld zichtbaar, te herstellen, dan
zullen de hoopvollen spoedig weer ontnuchterd zijn eu
de bloemen weldra weer verwelkt. De boosaardige
spotters zullen hoonen: „Daarvoor dat lawaai?" En
de geheimraden zullen schouderophalend glimlachen
en zeggen: „Alleen in het Oosten te gebruiken. En
te oud."
Dat alles weet natuurlijk ook de heer v. Marschall
en hij weet bovendien, dat het handigste diplomatieke
spel te Londen niets helpt, als men er van Berlijn uit
steenen tusschen gooit. Daar hij desondanks en zelfs
met geestdrift naar Londen wil gaan, moet hij nog
andere mogelijkheden voor oogen hebben dan een ko
loniaal verdrag zonder verdere gevolgen en het is niet
onwaarschijnlijk, dat een dergelijke mogelijkheid in de
ontwikkeling van het Turkseh-Italiaansche conflict
zit. Niets is voor degenen, die geen blik kunnen slaan
in de diplomatieke acten, op dit moment zoo geheim
zinnig als Rusland'si politiek in het Oosten en op ('en
Balkan, maar de nieuwe aansluiting met de anti-
Turkschgezinde opgewonden Bulgaren ziet er in elk
geval niet geheel en al onschuldig uit. De heer Isr
wolski, die als minister van buitenlandsche zaken naar
Londen reisde en daar tevergeefs Engelands toestem
ming voor de opening der Dardanellen zocht te ver
krijgen, zet te Parijs het werk voor zijn lievelings
denkbeeld voort en hij oogst den aanmoedigenden hij-
val van zijn Italiaanschen collega Tittoni, wien. als
alle Italianen, elke poging, om Turkije's moeielijkhe
den te vermeerderen welkom moet zijn. Gelukte het
tusschen Italië en Turkije vrede te stichten, dan was
daardoor de weg versperd voor de duistere Russische
plannen en met zulk een oplossing was ook de bond
genoot Italië, dat meer sympathiseert met de Rtfssi
sche pressie-middelen dan met de Russische eind-be-
loelingen verreweg het best gediend. Maar ook ove
rigens is een toestand, welke de belangen-tegenstellin-
gen tusschen de beide entente-mogendheden. Rusland
en Engeland, zoo openlijk toont, rijk aan allerlei voor
uitzichten en het valt te begrijpen, dat het voor baron
Marschall bekoring heeft, zich op het gunstigste
uitzichtpunt op te stellen.
De Keizer heeft in Genua den gezant te Rome, den
heer v. Jagow, ontvangen, toen in Karlsruhe baron v.
Marschall, die uit Konstantinopeï kwam, en eerst
daarna den rijkskanselier en den minister van buiten-
andsche zaken. Uit deze volgorde zou men kunnen
ïfleiden, dat bij de besprekingen te Karlsruhe de Ita-
liaansch-Turksehe kwestie welke een Russisoh-
Turksche kwestie wordt op den voorgrond stond,
maar ook dat is slechts een vermoeden en Europa's
burgers zoeken eens weer in een nevel hun weg. Aan
zulk rondtasten is men echter gewend en ditmaal is
tenminste de medewerking van den heer v. Marschall
een waarborg, dat er niet al te veel onvoorzichtigs zal
gebeuren. Het ware beter geweest, dat men de din
gen, die men niet zeggen kan en mug, geheel in
stilte had behandeld, in plaats van de wereld met zoo
veel onrust en geruchten te vervullen, maar het is
toch aangenaam, dat er nog een actief Duitsch
staatsman is, op wien de galerij met nieuwsgierigheid
neerziet.
En omdat, zooals de feiten aantoonen, aan den
naam Marschall zoo'n groot prestige verbonden is,
zou het mooi zijn geweest indien de heer v. Bethmann
Ilollweg te Karlsruhe tot den Keizer gezegd had: „De
man, wien Europa zooveel achting bewijst, behoort op
de eerste plaats" en graag zou men een dergelijke
zelf-overwinning met veel lof hebben gewaardeerd.
Dat, zooals men mag aannemen, dit niet is geschied
en ook later niet zal geschieden, is in het belang van
Duitsehlands buitenlandsche politiek, niet in dat van
het liberalisme te betreuren.
Met de Oostersche listigheid, welke hij «ich aan
den Bosporus eigen gemaakt heeft, zou deze opportu
nist den liberalen, tusschen twee sigaretten dooT, den
zijden strop overhandigen. Hij zou aan de Duitsche
buitenlandsche politiek nieuwe autoriteit geven,
maar het liberalisme moeielijk iets goeds schenken.
Het behoort tot zijn innemende eigenschappen, dat
met zijn reuzengestalte en zijn uiterlijke logheid een
zekere aanmoedigende gratie zich vereenigt.
Ilij zou, meent de schrijver ten slotte, in het verkeer
met het liberalisme waarschijnlijk een en al logheid
in het toestaan en een en al gratie in het weigeren
zijn.
arbeid verrichten. Met die uitdrukking is trouwens
in strijd de tweede alinea van het artikel, bepalende
dat de vergunning ingetrokken wordt indien blijkt, dat
het hoofd of het bestuur „in den regel" met behulp
van één of meer anderen bakkersarbeid verricht. Mat
de Commissie van Advies van art. 9 betreft, deze zal
bestaan uit hoofden of bestuurders van ondernemin
gen en bakkersgezellen; maar hoe in streken, waar
alleen patroons zijn?
De patroon kan trouwens zonder hulp niet arbeiden
en als hij geen bakkersgezellen heeft, dan zullen
vrouw en kinderen moeten helpen.
De heer E 1 h o r s t oordeelde het artikel om
practische redenen niet noodig, maar slecht vindt hij
het toch ook niet.
De minister, de heer Talma, meende dat het
artikel bij de bespreking niet tot zijn recht is gekomen,
wat de strekking er van betreft.
De commissie van patroonsd>akkers en -werklieden-
bakkers zullen over deze zaak adviseerenvoor wille
keurige beslissing behoeft geen vrees te bestaan. Van
nachtarbeid spreekt het artikel niet; die alleenwerken-
de bakkers zullen alleen wat vroeger beginnen. De
vrijheidsbeperking moet men niet verder uitstrekken
dan noodig is.
Wat de houding van den heer Tydeman betreft,
deze stemde pas voor het amendement-De Geer, waar
het ook om een arbitraire regeling gaat, en de voor
waarden door den Minister worden gesteld. Het no
vum is dus door den heer De Geer, met behulp var,
den heer Tydemgn in de wet gekomen.
De heer Tydeman repliceerde.
De heer Limburg» zei dat het artikel, heeft
men er de uitlegging van den Minister aan te geven,
slecht geredigeerd is.
De voorzitter zei dat het zijn bedoeling is
dit artikel heden af te doen.
De heer Borgesius protesteerde er tegen, dat
artikel 6 gemotiveerd wordt met de bewering, dat de
wet anders toch zou overtreden worden.
Ook de heer Hels dingen repliceerde en sluit
zich aan bij de opmerking van den heer Borgesius.
De minister, de heer Talma, beantwoordde
nog nader de sprekers. Spr. zal een wijziging van
art. 9 overwegen, om voor de vergunning van art. 0
een andere autoriteit, b.v. den commissaris der Ko
ningin, in te schakelen.
De vergadering werd hierna verdaagd tot hedenoch
tend 11 uur.
TWEEDE KAMER.
In de vergadering van gisteren werd voortgegaan
met de behandeling van de bakkerswet. Zij was1 ge
vorderd tot een nieuw art. 5bis, voorgesteld bij amen-
.derjent van den heer de Geer (C.-II.). Deze wil
de voor de gemengde bedrijven mogelijkheid van
nachtarbeid, waartegen de minister van land
bouw, n. en h. (de heer Talma) mits bij goed toezicht,
geen bezwaar heeft,
De heer Schaper (S. D. A. P.) vreesde van het
amendement ontduiking van dewet en te veel vrijheid
voor den minister.
De heer de Klerk (U. L.) vroeg inlichtingen,
waarna de voorsteller van het amendement antwoord
de, dat. zijn bedoeling is, dat overdag brood zal worden
gebakken, 's nachts beschuit, banket enz.
Hierna bespraken al de genoemde sprekers het
amendement nogmaals, totdat het werd aangenomen
met 47 tegen 8 stemmen.
Art. 6 (special© opheffing van het verbod van
nacht- en Zondagsarbeid voor alleenwerkende pa
troons) gaf den heer Tydeman (V.-L.) aanleiding
te wijzen op de merkwaardige uitzondering, welke de
wet hier schept door die speciale vergunning. Het
stelsel der wet werd ondermijnd door dit curiosum,
dat enkelen hun natuurlijke vrijheid teruggeeft.
Spr. wees op de monopolistische bevoorrechting,
welke zoodoende aan een bepaalden bedrijfsvorm wordt
verleend. Spr. wees ook op de te groote arbitraire be
voegdheid van den minister om de vergunning te ge
ven of te weigeren. Hierbij miste spr. de noodige
waarborgen. Dit artikel behelsde een reactionnair
novum.
De heer H e 1 s d i n g e n (S. D. A. P.) bestreed
het artikel, ook omdat het een dispensatie geeft, ge
heel in strijd met den geheelen opzet der wet.
De heer A a 1 b e r s e (R.-K.) verdedigde het arti
kel. De alleenwerkende patroons moesten in »de wet
worden opgenomen om het concurrentie-bezwaar te
ontgaan. Waar dit concurrentie-bezwaar niet bestaat,
behoort di-spensatie te worden verleend. Arbitraire
beslissingen zijn uitgesloten, omdat over de vergun
ningen de Commissie van Advies moet worden ge
hoord.
De heeren Goeman Borgesius (U.-L.) en
Snoeck Henkemans (C.-II.) sloten zich bij
de bestrijders van het amendement aan.
De heer De Klerk vroeg wat er verstaan wordt
onder ,an den régel" zonder hulp van anderen bakkers
WENTHOLT EN COLIJN.
Men meldt uit Den Haag aan dó Tel.:
De aftredende minister van Marine, de heer Went-
holt, heeft gisteren afscheid genomen van de burger
lijke- en militaire hoofden van de afdeelingen van het
ministerie. De tijdelijke minister van Marine, de heer
Colijn, zal heden v.m. aan het departement de porte
feuille van zijn ambtsvoorganger overnemen.
Vice-admiraal Wentholt zal na zijn aftreden als
minister, zijn ontslag aanvragen uit den zeedienst.
Naar verluidt, zou de minister van Oorlog, de heer
Colijn, bestemd zijn om op te treden als voorzitter der
eerlang in te stellen staatscommissie voor de vloot-
verdediging van Nederland en Necl.-Indië.
DE BAKKERSWET.
Door de firma Verkade en Co. is aan de leden der
Tweede Kamer een adres gezonden, waarin nu vóór de
eindstemming over het- ontwerp-bakkerswet den leden
wordt verzocht „aan deze slechte wet met al hare
schadelijke en vérstrekkende gevolgen hun stem te
onthouden.
I)E VRIJIIEIDSBEROOVING IN PRUISEN.
Het Kamerlid Hugenholtz heeft, naar „Het Volk
meldt, aan den minister van Buitenlandsche Zaken
de volgende vraag gesteld:
Is de minister van Buitenlandsche Zaken bereid te
onderzoeken met welk recht de politie te Ruhrort de
beide leiders van den Machinisten- en Stokershond G.
Kerkhoff en J. van 't Iloff van 2 tot 8 Mei van hunne
vrijheid heeft beroofd, en indien hem mocht blijken
dat daarvoor geen wettige redenen hebben bestaan, dt
noodige stappen bij de Duitsche regeering te doen om
aan deze Nedorlandsche burgers genoegdoening t
verschaffen.
DE NIEUWE HOFPREDIKANT.
De Parijsehe correspondent van de N. R. Ct. meldt:
De Temps geeft bijzonderheden betreffende de be
noeming van den Franschen predikant Laeharet tot
hofpredikant. Hij zal Frankrijk niet verlaten, doch
slechts nu en dan naar Nederland geroepen worden
Door de benoeming heeft II. M. de Koningin uiting
willen geven aan Haar belangstelling in de Hervorm
de kerken in Frankrijk, waartoe eens admiraal de Co
ligny heeft, behoord.
Gemengd nieuns.
GEDWONGEN WINKELSLUITING.
Naar aanleiding van de bij den Gemeenteraad van
Leiden ingekomen verzoekschriften om over te gaan
tot het bij verordening vaststellen van een sluitings
uur voor winkels en magazijnen, is door B. en W. ad
vies gevraagd aan de Kamer van Koophandel en Fa
brieken en de Kamers van Arbeid voor de Textielnij
verheid en van de winkel- en grossiersbedrijven. De
Kamer van Kóóphandel, die zich in 1907, toen haa
oordeel ook was gevraagd, tegen een wettelijk slui
tiugsuur verklaarde, heeft nu nog geen advies uitgi
bracht, de Kamer van Arbeid voor de Textielnijver
beid gaf als haar oordeel te kennen dat waar de mees
te groote zaken reeds om 9 uur sluiten, vooral de
kleine winkeliers onder Men maatregel zouden lijden
de Kamer van Arbeid voor de Winkel- en Grossiers-
bedrijven daarentegen adviseerde tot inwilliging van
de verzoeken. Zij acht een vastgesteld sluitingsuur
zoowel voov de winkeliers nis hunne bedienden wen-
schelijk.
Uit onze mailoverzichten zal men hebben gelezen
schrijft het Hbld.dat mevrouw Chapman Catt en dr
Aletta Jacobs' op eene propagandareis voor het vrou
wenkiesrecht ook in Nederlnndseh-Indië zijn gekomen.
Het Bat. Handelsblad deed' als volgt verslag van de
voordracht, dóór mrs. Chapman Catt op eene „tea" te
Batavia gehouden:
Een rijzige vrouw van middelbare jaren; het gees
tig, fijn besneden gelaat wat bleekjes en een beetje
lijdend'; de eens groote, staalblauwe oogen nu eens
onrustig d\valend, dan weer als dóór u heen starend
naar het verre ideaal; om den mond de sympathieke,
humor-gevoelige trek der Amerikanen. In een droog
jes voorgedragen, maar daarom niet minder onderhou
dende rede, zeide zij, hoe aangenaam getroffen zij
was door deze ontvangst, een ontvangst, welke, he
laas, scherp contrasteerde met die van het gouverne
ment. Zij vertelde hoe er, zoo gauw toen het schip
waarmee zij in Priok aankwam, verbinding met den
al had, een man aan boord was gekomen, die vijf en
twintig gulden van haar geëischt had voor een permit
om aan land te gaan. Hij had! hnar, met een stort
vloed van Ilollandsehe woorden, waarvan zij geen zier
begreep, ontvangen en haar een omstandig verhaal
gedaan, gelijk zij later van haar vriendin vernam, om
trent allerlei formaliteiten, welke zij in acht zou
hebben te nemen, wilde zij van een ongestoord verblijf
op Java als toerist genieten. Dat. is allemaal echter
niet het ergste, zoo ongeveer zei spreekster; er kun
nen motieven zijn, welke ik niet kan beoordeelen,
waarom men 't hier den vreemdeling zoo lastig maakt,
voet aan wal te zetten zóó lastig als nergens eldeTS
ter wereld. Maar wat erger is, is dit: dat uw Regen
ring ook op politiek gebied, wat aangaat de gelijkbe-
rechtigheid van de vrouw met den man, de achterlijk
ste is van alle Regeeringen. Mrs. Catt vertelde, dat
zij eens in New-York een man had gezien, die ziju
vrouw altijd drie passen achter hem deedi loopen als
zijn slavin, en die, als de afstand soms eens enkele
centimeters verminderde, zich boos omdraaide en met
opgeheven vinger zei: „I say, Mary, three paces be
hind me." Zooals deze dwaas, doen de meeste mannen.
Zeker in schijn doen ze niet zoo. Wanneer ze met
hun vrouw gaan wandelen, loopt deze behoorlijk naast
hen en zelfs aan den besten kant van 't trottoir. Doch
dat is maar illusie. Want in werkelijkheid is elke
vrouw nog drie passen ten achter gesteld bij eiken
man. En het spijt mij te moeten zeggen, dat uw re
geering de ilollandsehe regeering, nog het meest van
alle den man daarin stijft en zelfs, als het hinkende
paard achteraan, drie passen komt achter elke andere
beschaafde overheid. Doch hiermede, aldus besloot
spreekster, raken wij op het gebied waar we morgen
avond, in den schouwburg ons voor oen wijle zullen
bewegen.
HET ONWEER.
Zondagavond is te Utrecht in het wöonhuis no.
16 in de Hazelaarstraat de bliksem ingeslagen. Per
soonlijke ongelukken kwamen niet voor.
De aangerukte auto-spuit behoefde geen dienst te
doen, het brandje werd met emmers water gebluscht.
Zondagmiddag ontlastte zich boven de Bomme-
lerwaard een hevig onwedër gepaard met zware ha
gelslag. De fruitboomen hadden het zwaar te verant
woorden. Kersen en perenvruchtjes lagen als gezaaid
op den grond. Bij de groententelers werden vele broei-
ramen vernield.
Zondagavond, omstreeks zeven- uur, ontlastte
zich boven Gennep een hevige hagelbui. In een oog
wenk was de grond eenige centimeters dik bedekt met
hagelsteenen als knikkers en duiveneieren. Onder de
hoornen lag eene dikke laag van bladeren en twijgen
met trossen vruchtbeginsels, die door den hagel waren
afgerukt. Rhabarber en andere sierplanten vertoon
den gaten in de bladeren, erwten en tuinboonen zijn
bij dén wortel afgeknakt. De hagelsteenen drongen
•een paar centimeters diep in den grond, en het werd
zoo donker, dat men het Ucht ontsteken moest.
Later werd deze hagelbui gevolgd door een onweder
met veel regen.
Aan den oogst is groote schade toegebracht-.
Zondag is tijdens een onweder te Zuid-Esehmar-
ke. bij Lonneker, afgebrand' de kapitale boerenhofste
de „liet lingering." bewoond door de wed. D. J. Zeg-
gelink. Het vee werd gered. Assurantie dekt de
schade.
Zondagavond, omstreeks 6 uur, kwam te Ilerpt
uit het Noorden een donderbui opzetten, gepaard met
wind en ten ontzettenden hagelslag, die-over het Land
van Neusden een enorme verwoesting aanrichtte. De
hagelsteenen waren zoo groot als duiveneieren, in 't
begin zelfs zoo groot als kleine kippeneieren. Na de
'bui zagen de fruitboomen er uit als geplukte kippen,
veel blad en de meeste vruchten lagen op den grond.
Kruis- en aalbessen hebben mede veel geleden. Aan
de veldvruchten is een groote schade aangericht. Ook
zijn in vele huizen, dio glazen hadden op den wind
kant, de ruiten stuk gehageld. Een bedroevenden
aanblik leverden tuin en akkers op. De aangerichte
schade valt niet te berekenen.
Tijdens het onweer van Zondagavond sloeg de
bliksem in de woning van J. van Ojen te Wamel. Hij
sloeg een gat in den muur, verbrijzelde allo ruiten,,
maar richtte overigens geen onheil aan.