DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 117. Honderd en veertiende Jaargang. 1912 ZATERDAG 18 MEI. Uit den Raad. BINNENLAND Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Gr®ote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. ALKMAA Met het subjectieve raadsoverzicht. dat naast het objectieve raadsverslag in dit blad wordt opgenomen t n waarin de schrijver zijn meening over de debatten zegt, zijn persoonlijke indrukken weergeeft en critiek levert naar zijn eigen overtuiging wordt drieërlei be oogd. In de eerste plaats hoopt de redactie, dat zij den inhoud der courant er aantrekkelijker door kan maken. Ten tweede koestert ze de hoop, de belang stelling onder haar lezers voor de faits et gestes der leden van het gestuur der gemeente en voor de ge meentelijke aangelegenheden te wekken. En eindelijk streeft ze er naar, voor voover dit aan een courant mo gelijk is, de belangen der gemeente te behartigen. De schrijver van dit raadteoverzieht is volkomen vrij. Hij loopt niet aan den leiband van eenige partij-orga nisatie, behoeft niet af te meten naar den maatstaf van bepaalde politieke beginselen, is geheel onafhan kelijk van welke personen of groepen ook, heeft nie mand naar de oogen te zien, om te onderzoeken of, hetgeen hij schrijft wel naar diens smaak is. Zijn leuze was steeds: „Schrijf wat moet, er kome van vVat wil." Nimmer is in de raadsoverzichten critiek enkel op gevat in den zin van aanmerking maken, gispen of afkeuren. Moet er gewezen worden op verkeerdheden, den geschiedt dit, maar evenzeer wordt er naar ge streefd de lezers te brengen tot waardeering indien daartoe aanleiding bestaat. Natuurlijk zal er dik wijls gefaald zijn, maar nimmer zijn feiten opzettelijk onjuist voorgesteld of is getracht- door opzettelijke ver zwijging van feiten verkeerde indrukken te vestigen. Waarschijnlijk heeft het raadsoverzicht er niet altijd toe bijgedragen om den eerbied voor een college of voor iemand anders te verhoogen maar wie zich daarover verontwaardigd1 betoont, vrnge zich af, of dat college of die persoon er dan wel toe bijdroegen, zieh te doen eerbiedigen. Vaak zal het voorgekomen zijn, dat de inhoud van een overzicht een raadslid, een wethouder, den burge meester minder aangenaam is geweest, doch nooit zat dan dezerzijds de bedoeling voor van te willen beleedi- gen, evenmin was het opzet aanwezig om oneerlijk te zijn. Mocht een raadslid vreezen door de critiek tot mis- crediet te zijn gebracht, dan ga hij allereerst eens na of zijn gedragingen niet meer dan de eritiek daartoe kunnen leiden. Men moet niet denken, dat het schrijven van criti- sche raadsoverzichten gemakkelijk en aangenaam is. Alsof het geen studie en geen werk kost, zich zooveel mogelijk op de hoogte te stellen van de zaken, die in den raad besproken werden of nog besproken fnoeten worden. Alsof door den schrijver niet steeds wordt gevoeld, dat de waarde der critiek ten allen tijde in het openbaar becritiseerd kan worden, dat men voor iedere meening altijd zijn argumenten bij de hand moet hebben, dat men voor elke verschrijving zoo nauwlettend mogelijk moet waken, omdat men nw eenmaal bloot staat aan de mogelijkheid, dat op ieder slakje zout kan worden gelegd. Maar behalve me{ moeielijkheden is de weg der cri tiek met onaangenaamheden bezaaid. Onaangenaam heden voortspruitende uit gekwetste ijdelheid, uit het toeschrijven van op- en aanmerkingen aan verkeerde motieven. Inderdaad wie tegen moeielijkheden opziet, wie niet tegen een stootje of soms een stoot kan, wie door de vrees om met iemand wiens woorden of daden men aan critiek onderwerpt, in botsing te komen, zich zou laten weerhouden zijn eerlijke meening te verkondi gen hij schrijve geen eritische raadsoverzichten! Over de taak dezer critiek schreven we toevallig in het nummer van den vorigen Zaterdag in dezen geest: „Critiek moet eerlijk bedoeld zijn en niet aan bij oogmerken worden toegeschreven of op andere wijze scheef worden beoordeeld. Haar taak is opbouwend en niet afbrekend, al moet zij wel eens aan het sloe pen gaan en het breekijzer zetten tusschen de voegen van hetgeen door anderen reeds was opgebouwd met de overtuiging, dat het zoo goed was of zoo wel kon." Het is, alsof deze zinsnede geschreven was voor het geval-Fortuin. Dit raadslid meende, dat het met zijn interpellatie zoo wel kon. Wie den inhoud van onze critiek op hem veroordeelt, zouden wij willen vragen: of het aangaat, dat een raadslid zonder eenig ernstig onderzoek, in het openbaar een staking ter sprake brengt op de wijze, waarop het raadslid Fortuin dit deed, of het in het belang van de gemeente is. dat zonder onderzoek alweer een hoofdambtenaar aan de kaak gesteld wordt, zooals dit raadslid dit den directeur van de gasfabriek deed? Wij vragen, wie meer het gemeentebelang dient, het raadslid, dat al dus zijn mandaat aanwendt of de journalist, die op het bedenkelijke van zulk een methode de aandacht vestigt. Alvorens dus te oordeelen over onze critiek, geve men zich rekenschap van de houding van het raadslid die er aan voorafging en van het doel dat met de critiek werd beoogd. Dat- de critiek werd be oefend met een opbouwend doel blijkt uit den slotziri, waarin duidelijk werd gezegd, dat niets ons liever zou zijn, dan dat dit raadslid ons weldra de gelegenheid zou bieden eens even uitvoerig, maar enkel waardee- rend van een door hem behaald succes in den gemeen teraad te kunnen gewagen. Dat het optouwzetten van een relletje in den Raad tegen ons een dergelijke gelegenheid is, zouden we nu niet precies willen beweren! Wij hebben hierboven betoogd, dat onze eritiek rechtmatig en eerlijk was. Was zij te scherp, klonk de waarheid te hard? Wij hebben die vraag zoowel bevestigend als ontkennend hooren beantwoord. Maar wie onze critiek te scherp oordeelt, vergete één ding niet. Wanneer'men op een detit' klopt, die een doovemnnsdeur blijkt te zijn, dan wil zoo'n laatste klop wel eens wat te luide bonzen. En het gold hier een laatste klop, lezer! Met zeldzame solidariteit werd déor al de vertegen- woordigets der Alkmaarsehe binden geprotesteerd te gen het gebeurde. Het betreurend en het afkeurend in het raadslid Fortuin, dat hij in den Raad zieh in beleedigenden zin jegens een raadsoverzichtschrijver uitliet, kozen zij voor hun protest den vorm van een adres aan den Rand, waarin zij te kennen gaven, dat zij de zitting van dien dag niet meer zouden bijwonen, zoo het raadslid de beleedigende uitdrukkingen niet den zelf den dag introk. Zij wilden hem doen gevoelen, hoe noodzakelijk het hun voorkwam, dat het raadslid zijn beleedigende uitdrukkingen terug nam, in den Raad en dadelijk. Zij hadden daarbij kans, dat, zoo er geen intrekking volgde, het adres een bespreking uitlokte, waarbij dan zoo kunnen blijken, in hoeverre de Raad van meening was, dat zulke beleedigingen in zijn ver gadering te pas komen. Immers daarover en over niets anders spreekt het adres, niet over den meer of minder aangenamen toon van onze artikelen noch over de grootere of geringere mildheid1 der eritiek. Men had ook kunnen volstaan met het betrokken raadslid te negeeren, maar door in het uitzicht te stellen, dat men de vergadering niet meer wenschte bij te wonen zoo de beleedigingen niet daarterplaatseterstond'onge- daan werden gemaakt, was het protest klinkenden Het zwijgen over de verdere besprekingen, zou naar buiten meer spreken en meer besproken worden, dan elke an dere wijze van protest. Niet slechts in de stad, maai' in het geheele land' heeft men thans vernomen van het gedrag van het in den Raad beleedigende raads lid. Misschien heeft dit ook voor het vervolg zijn nut gehad Wat het adres betreft, werd gehoopt, dat tot dade lijke behandeling zou worden overgegaan, althans, dat de inhoud daarvan aan den Raad bekend zou worden gemaakt. Wij meenen ons te herinneren, dat vroeger wel eens een adres werd behandeld, hetwelk tijdens de vergade ring inkwam. In elk geval is ons achterna gebleken, dat het reglement van orde zich tegen dadelijke be handeling niet verzet, daar in artikel 32 wordt gezegd, dat, wanneer verzoekschriften of andere stukken of zaken zonder nadere voorbereiding voor afdoening vatbaar schijnen, de vergadering op voorstel van den voorzitter of van een der leden besluiten kan die stuk ken of zaken dadelijk in behandeling te nemen. Intusschen is dit niet geschied. Afgewacht dient thans, wat er verder zal gebeuren, in de eerste plaats in den Raad en ten tweede door adressanten, die zich hebben voorbehouden hun verdere gedragslijn vast te stellen. W ij vertrouwen dat men het goede recht van de ver tegenwoordigers der bladen, om van zich af te bijten, wanneer er op dusdanige wijze geslagen wordt, zal er kennen. Fn de lezers, die ditmaal hun raadsverslag missen in onderling overleg kwamen de couranten overeen alleen de besluiten te vermelden hebben thans kun nen zien, waarheen het zou gaan, indien het dwaze verzoek van het raadslid Fortuin was ingewilligd. Immers dan zouden de couranten geen verslagen meer kunnen geven, omdat de deuren der raadszaal ook in het vervolg telkens voor de vertegenwoordigers der j pers zouden moeten worden gesloten, indien een raads lid in den Raad obstructie geliefde te voeren tegen een journalist, of om dergelijke redenen een geheime zit ting aanvroeg. Wat tenslotte ons zelve betreft wij zullen kalm onzen gang blijven gaan. In het wezen zal onze cri tiek natuurlijk niet anders worden. Wij zullen niet vragen of persoonlijke ijdelheid ook gekwetst wordt, maar wel, hoe het gemeentebelang, de waardigheid van het gemeentebestuur, het best gediend worden. Wij zullen niet kijken naar links of naar rechts, naar omhoog of naar lager, om een partij, een college of een persoon te believen. Wij zullen geen onderscheid ma ken. tussehen wie iets zeggen of iets doen, maar enkel booordeelen, wat er gezegd of gedaan wordt. Eerlijk en onomwonden. Mild nis het kan, scherp als liet moet doch niet eer! LANDBOUW IN SURINAME. De heer I. P. J. Knkebeeke te Goes is als Nedter- landseh landbouwkundige bestemd, binnenkort, naar Suriname te vertrekken, met. de opdracht, om daar in overleg met den directeur van Landbouw den weg vast te stellen, langs welken geleidelijk een doelmatige in richting van het landbouwbedrijf in die kolonie zul kunnen worden verkregen. Deze opdracht is een ge volg van het in 1911 uitgebracht rapport betreffende den economischen en finaneieelen toestdnd der kolo nie Suriname. Gemengd nieuws. HET KLAPPEN UIT GEHEIME RAADSVERGA DERINGEN. De Raad der gemeente Nieuweschans (Gr.) verga derde Woensdagavond. Uitgebracht werd1 het rapport der commissie, in de vergadering van 7 Mei j.l. be noemd, tetj einde een onderzoek in te stellen naar de beschuldigingen van het Raadslid Kruize (soc.-dem) over het klappen uit gehouden geheime Raadsvergade ringen. Uit het rapport, dor commissie bleek, dat de mede- deelingen va.n den heer Kruize, die door do commissie was gehoord, berustten op gedeeltelijk beslist onjuiste gevolgtrekkingen door enkele ingezetenen (geen Raadsleden of ambtenaren) opgemaakt, gedeeltelijk uit werkelijke Gemeenteraadsbesluiten, gedeeltelijk uit zaken, die nooit in eenige openbare of geheime zitting van den Gemeenteraad van Nieuweschans zijn behan deld, waarom de commissie als haar besliste overtui ging kon mededcelen, dat uit niets is gebleken, datéén van de leden van den Gemeenteraad, of de voorzitter, ooit iets, zij 't ook het geringste, aan anderen heeft meegedeeld uit de geheime zittingen van den Raad. VERDUISTERING VAN ÏO.(XK). Te 's-Gravenhage is Donderdagavond een 19-jarige kantoorbediende aangehouden, die ten nadeele van een bankinstelling te Utrecht, bij welke hij in dienst was, een bedrag van 10.000 had verduisterd. Hij had het geld geïnd, doch niet afgedragen. Bij zijn aanhouding bleek, dat hij van het verduis terde bedrag slechts 50 had opgemaakt. UIT HEILO. Voor de betrekking van onderwijzer aan de 2e Ge meenteschool hebben zich 4 sollicitanten aangemeld. De heer C. M. Tonneman heeft met ingang van 1 Juni a. s. eervol ontslag aangevraagd. NOG VIJF JAAR LIJSTERS-STRIKKEN. De Tweede Kamer heeft goedgevonden, dat het van gen van lijsters met strikken nog vijf jaar op den ouden voet kan doorgaan. Vooral voor Gaasterland en Texel werd dit noodig gevonden, omdat daar te veel menschen plotseling een deel van hun bestaan zouden missen, wanneer men het strikken dadelijk ver bood. Evenwel mag men dit een wreed besluit noe men, zegt de Tel., omdat niet alleen tienduizenden nuttige en lieve lijstervogels, maar ook talrijke ande re, kleinere boschvogeltjes, verleid door het lokaas, zich ieder jaar in de paardenharen strikken verhan gen. Wie het bedrijf van den lijsterstrikker gade slaat en noteert, wat hij alzoo vangL zal tot de over tuiging komen, dat. niet. alleen in dien tijd van vijf ja ren nog vele duizenden van deze montere vogels zullen moeten vallen, maar dat ook vele en velerlei andere, overigens beschermde vogels, zich in de strikken ver hangen en dus de slachting niet gering kan zijn. TIEN GULDEN VERLOREN. Gistermorgen werd bij den rijksveldwachter Kievit te Kaarden door den tuinier Van der Lugt, wonende Iluizerstraatweg aldaar, aangifte gedaan, d'at door dezen op de kweekerij van den heer Van Rossom wa ren gevonden 2 bankbiljetten van 100, 2 van tien gulden, een nikkelen horlogo met ketting, een vest en een brief, welke de politie werden ter hand gesteld. Toen de politie op onderzoek uittoog, om te verne men, of hier of daar ook inbraak was gepleegd, werd juist ten jongmensch naar het politiebureau gebracht, die door den onbezoldigden rijksveldwachter op „Oud- Bussem" zwervende was gevonden, gedeeltelijk ont kleed. Het bleek al spoedig, dat hij simuleerde krankzin nig te zijn en nog nader bleek, dat dit) 17-jarig jong mensch de schrijver was van den brief, die bij het geld was gevonden en welke brief met zijn naam was onder teekend. Na een verhoor, waarbij de jongeling, die nog steeds krankzinnigheid voorwendde, danig in het nauw werd gebracht, bekende deze ten slotte, dat hij j.l. Maandag voor zijn patroon, wonende te Amsterdam, bij wien hij kantoorbediende was, 252 moest ontvangen bij de Ned. Bank, doch dat hij 10 van het geld had verloren en daarom niet durfde terug keeren. Ten einde raad had hij het geld maar weggeworpen en was daarop ontdekt door genoemden onbez. rijksveldwachter. Hedenochtend wordt hij naar Amsterdam overge bracht en ter beschikking van de justitie gesteld. UIT HAREN KARSPEL. In de lieden 15 dezer gehouden vergadering van den Gemeenteraad werd, nadat verschillende mededeelin,- gen voor kennisgeving waren aangenomen, aan die or de gesteld de benoeming van een onderwijzer aan de o. 1. school te Kerkbuurt. Uit de door B. en W., na gehouden proefles, opgemaakte voordracht werd met algemeene stemmen benoemd de heer A. H. J. van 't Hof te Schoten. De indiensttreding werd bepaald op 16 dezer. Door den heer A. Kistemaker, inmiddels ter verga dering verschenen, werd in zijne hoedanigheid van rendsnt armvoogd overgelegd de rekening van het alg. armbestuur over 1911. Deze rekening werd na gezien, met de bescheiden vergeleken en tenslotte on der dankzegging voor het gevoerde beheer goedge keurd met een ontvangst van J 3250.65, een uitgaaf van 3466.69, nadeelig saldo 216.04. Volgde de vaststelling der kohieren van het schoolgeld1 over het le kwartaal 1912, bedragende in totaal 161.05. Het jaarlijkseh verslag van den toestand' der gemeen te over 1911 door den secretaris voorgelezen, werd voor kennisgeving aangenomen. Daarna kwam aan de orde een voorstel' van B. en \V. tot wijziging van art. 29 der bouwverordening in dien zin, dat het mogelijk zal worden de regenbak bin nenshuis te plaatsen. Tegen dit voorstel, door den voorzitter toegelicht, bestonden bij den Raad geene bedenkingen. De heer Borst stelde de vraag of tege lijkertijd niet kon worden overwogen bij nieuw-bouw den inhoud van den regenbak grooter te bepalen. De voorzitter achtte dit bezwaarlijk, vooral voor den arbeidenden stand, die bij 't bouwen van wonin gen toch al aan allerlei bezwarende bepalingen moest voldoen, waardoor 't financieel zeer moeielijk wordt. De heer Slot meende intuseehen dat 't geen over wegend bezwaar zou zijn een bak van 4 M3. te verorde nen; zooveel zou dat de bouwkosten (thans is 't3 Ma. niet verhoogen, doch voor spr. is 't meer de vraag is 3 M'. inhoud voldoende. De heer Borst, overtuigd dat 3 M3. te klein is, stelt inmiddels voor het maken van een regenbak van 4 M'. verplichtend te stellen. De heer Slot wenseht, alvo rens dit voorstel nader te behandelen te doen onder zoeken, of in 't algemeen met 3 Ms. kan worden vol staan. Dit denkbeeld vindt instemming en een on derzoek zal worden ingesteld. Tot af- en overschrijving op de begrooting voor 1911 wordt machtiging verleend. Goedgevonden wordt voorts voor 't schoonhouden van de scholen te Kerkbuurt en Waarland 75 per jaar uit te betalen, evenals dit voor de school te Dirks- horn reeds is betaald. Een boet bij de veldwachterswoning zal worden ge bouwd van zoogenaamde drijfsteen en niet van hout zooals eerst was besloten. De kosten zouden daardoor niet Roemenswaardig verhoogen. Daarna sluiting. UIT BERGEN. In den nacht van Woensd'ag op Donderdag ontstond door onbekende oorzaak brand in de boerenwoning, be woond door Th. Kuijs alhier. De bewoners die bijtijds wakker werden, moesten zich door het inslaan van een raam redden, niets anders kunnende medenemen daneenige voor de hand liggende kleedingstukken. Spoedig werd alarm gemaakt en ondanks het nachte lijk uur was onze burgemeester, de gemeenteveldwach ter en het brandweercorps spoedig ter plaatse. Het belendende perceel van den veehouder Jn. Louwe, dat zooveel mogelijk ontruimd werd, bleef behouden, hoe wel de verf blakerde en enkele ruiten sprongen. Het huis brandde geheel af. Ook een klein hondje kwam in de vlammen om. Verzekering dekt de schade. Van een tweetal kostgangers ging alles verloren. Slechts één was verzekerd. UIT SINT-PANCRAS. Op Hemelvaartsdag werd alhier een openluchtmee ting gehouden, welke door ruim 150 personen bezocht word. De heer Jn. Modderom opende de bijeenkomst, waarna achtereenvolgens optraden de heeren Vliegen uit Amsterdam niet Sociale verzekering van Minister Talma, F. Netscher uit Santpoort met Staatspensioen en I'. Ilicmst.ra uit Leeuwarden met Strijd van den land- en tuinbouwarbeider. De sprekers werden met aandacht gevolgd iu hun ne voor de vuist uitgesproken rede en aan 't einde daarvan luide toegejuicht. UIT GROOT-SCHERMER. Bij gunstig weder zal op Zondag 19 Mei n.s., 's avonds 7 uur, door liet fanfarecorps „Christiagn de V i te Groot-Schermer, het le Zomereoncert worden gegeven in de muziektent aldaar. Behalve, het dooT den Directeur voor fanfaremuziek bewerkte lied „Na der, mijn God, bij U!" zal worden uitgevoerd het vol gende programma: 1. Openingsmarsch. 2. Marie Henriette, Ouverture L. Montagne. 3. L'Arrière pensee, wals, J. de Groef 4. La Fete Triumphale, Fantaisie, G. J. van Dam. 5. La Princesse Enetrantée, Ouverture, L. Langlois. 6. Le Songe rPAmour, Fantaisie, II. Kling. 7. La Capriciéuse, Polka, R. Faust. 8. Potpourri populaire, G. Renaud.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1