DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Om het koude goud. No. 121. Honderd en veertiende Jaargang. 1912 DONDERDAG 23 MEI. FEUILLETON. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Qroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. lo. eene verordening op het henoemei en ontsluan ?nn sommige gemeente-ambte naren en eambtm, 2o. eene verordeniuer, regelende den rang, het getal en de bezoldiging van de amb tenaren en jde weikliedeu bij den dienst i der gemeente-werken, 3o. eene verordening op het gemeentelijke werkloozenlond t te Alkmaar, ALKMAARSCHE COURANT. BURGEMEESTFR en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat in het Ge meenteblad van Alkmaar Nos. 371 en 372 zijn opge- j nomen de besluiten van den Raad dier gemeente van 15 Mei j.l., waarbij zijn vastgesteld welke verordeningen, lieden afgekondigd, gedurende drie*'maanden ter gemeente-secretarie voor'een ieder ter lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van resp. f 0.071/y, f 0.10 en f 0.15 in afdruk zijn ver krijgbaar gesteld. Alkmaar, 22 Mei 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JAN DE WIT Dz Voorzitter. DONATH, Secretaris ALKMAAR, 23 Mei. Vandaag moet de Framschë Kamer een voorzitter kiezen, in de plaats van den heer Brisson, dio dezer dagen overleed en die Dinsdag onder teekenen van bijval in de Kamer werd geroemd als een groot voor zitter, een goed Framschman en een rechtschapen menscli. Deze verkiezing heeft een stroom van inkt doen vloeien en is aanleiding geweest tot tal van politieke manoeuvres en intriges. De omstandigheden zijn namelijk geheel gewijzigd, sinds de heer Brisson voor de eerste maal tot Kamervoorzitter werd benoemd. De radicale en radicaal-socialistische partijen konden toen de politieke lakens uitdeelen en daar de heer Brisson de meest representatieve persoon varu die groe pen was, had liij een gemakkelijke overwinning. Maar de radicale politiek heeft haar tijd gehad) in Frank- rijk en de radicale en de radicaal-socialistische partij en hebben hun invloed verloren. ITet gematigd re publikeinisme is thans troef, heeft de parlementaire meerderheid. Drie Candida ten werden dadelijk na het overlijden van den Kamervoorzitter genoemd: de heeren Deleas- sé, Etienne en Deschanel. De heer Deschanel zat reeds eerder op het gestoelte der eere: van 1898 tot 1902. Blijkens zijn „Quatre ans de présidence," een lijvig boek, waarin hij al de redevoeringen heeft bij eengegaard, welke hij in de vier jaren van zijn presi dentschap heeft gehouden, is hij een welsprekend man. Hij draagt den bijnaam van „mooiePaul,"speeldevoor al in den tijd, toen de heer Felix Faure president der republiek was een groóte rol en ging destijds door voor diens opvolger. Bij de laatste verkiezingen was hij de ernstigste tegencandidaat van den heer Brisson. De heer Etienne is thans vice-president. Van rechts wege zou dus hem het baantje toekomen. Ook hij is een representatief man en hij is vergeleken met een Roman uit het Duitsch van GEORG HARTWIG. 43) -o- Louise dacht aan lang vervlogen tijden en aan haar eigen verdriet. „Meestal wordt een der twee personen ongelukkig, soms beiden", zei zij zacht. Zonder te vermoeden waaraan haar vader zich te genover tante Siebold' had schuldig gemaakt, sloeg F11 a haar armen om tantes hals. „Ik zou wel eens een portret van u willen zien uit den tijd toen u nog jong was", zei Ella. „Hebt u er een „Ja ik was mooi", zei tante Louise, naar haar schrijftafel gaande. „Kijk zoo, zag ik er uit!" Ella lette niet op het trillen van tie stem, die dat zei, zij bekeek vol bewondering het lieve bakvischge- zichtje, dat gelukkig lachte en een zeer frissehen mond had. „Wat mooi!" riep zij verbaasd. „Er moeten velen' geweest zijn, die u het hof maakten vroeger, ik zou bij het eerste gezicht verliefd' op u geworden zijn." „En nu is de oude ziel niet meer in tel, niet waar", zei Louise Siebold op grappigen toon, zonder eenige hatelijkheid. „O neen!" riep Ella, haar nogmaals omhelzend.- „Maar nog één vraag: Als iemand erg ongelukkig is. wordt hij dan. „Altijd zoo leelijk, bedoel je?" viel tante Siebold lachend in. „Neen, dat bedoel ik niet; wordt men dan nooit weer vroolijk? wilde ik zeggen." „Dat hangt van het karakter af, dat men heeft", zeide de oude juffrouw, haar over de wangen streelen- de. „En maak nu dat je weg komt, lieveling, ik spiegel, waarin do Kamer haar eigen beeld' het beat zou kunnen terugvinden. Maar de lieer Dalcassé, dat is op liet oogenblik de groote man in Frankrijk. Die gaat dloor voor de grootste staatsman. Sinds bij minister van marine is. is hij de gunsteling der Kamer. Telkens wanneer hij aan het debat deelnam, kreeg hij een groote meerder heid. Men rekende er dan ook op, dat alle republi keinen bij de verkiezing van een voorzitter gaarne hui. stem op den heer Delcassé zouden uitbrengen. Aan vankelijk was de heer Delcassé bereid zich voor den voorzitterszetel beschikbaar te stellen. Echter er kwam tegenwerking en tegenslag. Het heette, dat men, zulk een uitmuntend minister van marine zijn portefeuille niet mocht laten neerleggen. Het bleek, dat zijn voorganger, dien men aan marine als zijn op volger-had aangewezen, admiraal Boué de Lapcyère, niet bereid was de portefeuille te aanvaarden. Er gingen stemmen op, oim maar liever den beer Etienne of den heer Deschanel te nemen. En onder deze om standigheden scheen het den heer Delcassé niet gera den zijn zekere ministerieele portefeuille op te offeren voor een nog onzekeren voorzitterszetel hij moest n.l. als minister zijn ontslag vragen, voordat hij zieli camlidaat voor het presidium kon laten stellen. Niet onmogelijk echter, dat er nog iets anders ach ter zit. ITet volgende jaar in Januari treedt de presi dent der republiek, de lieer de Fallières af. Ook voor die functie gevoelt de heer Delcassé groote neiging het is op zich zelf reeds aangenamer voor zeven jaar tot president der Republiek dan voor één jaar tot pre sident der Kamer te worden gekozen. Indien hij thans den weg voor het Kamerpresidium aan den heer Etienne vrij laat, dan, zou deze in ruil daarvoor in Januari voor den heer Delcassé kunnen werken. Tn elk geval moet de heer Delcassé doen alsof indien bij nu eens toch gekozen werd) tot Kamerpresident, dan zou dat immers geheel ondanks zich zelf zijn en zou den zijn vrienden den heer Etienne in Januari kun nen helpen Men begrijpt dat er onder deze duistere omstandig heden heel wat geïntrigeerd wordt en dat er op het oogenblik nog geen peil te trekken valt op den uit slag der verkiezingen, welke over enkele uren plaats vindt. Verrassingen zijn dan ook bij een alleszins mo gelijke versnippering der stemmen geenszins buiten gesloten. Gistermiddag gaf men een mooie kans aan den heer Deschanel, gisteravond trad! plotseling een „outsider," n.l. de heer Renoult, op den voorgrond. Deze geheele verkiezing doet denken aan een wed ren, waarbij de paarden niet al te betrouwbaar en de berijders niet al te eerlijk zijn, zoodat er factoren in den strijd komen, welke men niet kan berekenen, en er niets van den uitslag te zeggen valt, voordat de prijswinnaar de eindstreep is gepasseerd. Dat een dergelijke staat van zaken de spanning in hooge mate vermeerdert en dat men in Frankrijk met groote be langstelling den uitslag van dezen parlementairen horden-ren afwacht, kan men zich licht voorstellen. moet mijn eten opzetten. Maar kom gauw weer eens terug." Zij trok Bickenbach's dochter vast tegen zich aan zijn kind en haar kind', zoo- had het moeten zijn. Even stonden zij zoo toen schoof zij Ella met een lachend gezicht naar de deur. „Marsch! Daar heeft'de timmerman de deur ge maakt 1" Buiten fonkelde de bevroren sneeuw, die knarsend onder Ella's voeten nog vaster ineen werd gedrukt. Scherpe lucht woei haar tussehen de huizen door in het gezicht. Onbekommerd schreed zij voort, tot plotseling spo- rengerinkel naast haaT klonk. „Wel, mag ik de eer hebben, juffrouw, met u op te loopen Verschrikt keek zij om. Kapitein Krockel stond naast haar. De wind bad zijn anders ook al rood' gezicht nog rooder gemaakt en in zijn snor had zich hier en daar rijp vast gezet. Met hartstochtelijke bewondering keek hij naar haar. „Ik heb u zeer gemist in de kerk", zei hij. „Waar bent u, als ik vragen mag, geweest?" „Bij mijn tante", zei zij schuw. „Gelukkige tante. Wij komen bij de tantes achter aan. Wij moeten blij zijn als ons een weinig belang stelling wordt geschonken." Ella werd rood. „Ik moet nu werkelijk naar huis", zei zij snel. „Maar op liet aanstaande feest komt u toch, niet?" vroeg Krochel. „TT moest paard kunnen rijden, dat zou mooi worden." „Ik moet werkelijk gaan", zei zij steeds verlegener. „Tk krijg toch den eersten wals en cotillon op het feest, niet?" vroeg hij weer. „Ja? Hand er op." Zij gaf hem gehoorzaam de hand. Hij boog zich er over en kuste haar. „Allerliefst handje!" zei hij verrukt. Toen liet hij haar vrij. Ella ging opgewonden huiswaarts. Wat tante Sie bold gezegd had, bleef haar steeds in de gedachten. Thuis gekomen, hoorde zij het zonder veel te zeggen TWEEDE KAMER. In de vergadering van gisteren werd de algemeene beraadslaging over de ziekteverzekering voortgezet. De heer P a t ij m (U. L.) zette zijn onderbroken rede voort en bestreed! het door de Ziektewet gehuldig de staatssocialisme. Spreker zelf was in beginsel vooi verplichte verzekering, doeh hij was vele bezwaren gaan voelen en zou den minister niet verketterd heb ben, indien hij een anderen weg was ingeslagen, den weg b.v. dien door het üeensche stelsel wordt aange geven. Stemt spr. tegen de Ziektewet, dan doet hij dit om de uitschakeling van de geneeskundige behan deling'. Hij wilde de Kamer daarover bij amendement laten beslissen. Een tweede bezwaar geldt de beper king der verzekering tot een deel der arbeiders. Een derde is de overbrenging van de kleine ongevallen van de Ongevallenwet naar de Ziektewet. Daarop ont wikkelde de heer Patijn zijn bedenkingen tegen de Ka den van Arbeid, die in strijd met de aanvankelijke, wijdscbere plannen des ministers, niet anders- zijn ge worden dan ziekenkasbesturen met een regeling, die een groote vermeerdering van ambtenaren zal bren gen, Do controle is onvoldoendede Raden van Ar beid staan als wetgevende en niet-besturen-de lichamen buiten de practijk. De voorzitter met zijn ambtenaren slechts voeren dte wet uit. Dit geeft geen controle van belanghebbenden. In Duitsehland' zijn het toe>- zicht en de medewerking der arbeiders veel beter ver zekerd. Waarom aan de Nederlandsehe arbeiders het vertrouwen onthouden, dat men hun schonk ook in Engeland en Oostenrijk. Meerderheid van de arbei ders in de besturen der ziekenkassen is immers ook het hoofdbeginsel van de Ziektewet van Llöyd' George. Tenzij zij ingrijpend worden gewijzigd, zal spr. stem men tegen Ziektewet en Radenwet. De heer T yleman (V. L.) meende, dat niemand er aan kan twijfelen, dat wij ons met de ziekenzorg mogen inlaten, zoomin als niet do ouderdomszorg; iedereen wil daar ook, zoo mogelijk, gelden uit de staatskas voor geven. Men raakt hier het gebied van de armenzorg; er is een groot belang bij het in standhouden van een goed gesitueerde bevolking. Nu kan men echter kiezen voor verplichte, dan wel voor vrijwillige verzekering. Bij verplichte verzekering moet men hebben bereikbare mensöhen en kan dus de beperking tot de arbeiders niet bestreden worden. Het standpunt van den heer Treub was te dien op zichte dan ook niet duidelijk. Nu legt het ontwerp van de regeering reeds thans in de Arbeid»- en Verzekeringsraden grondslagen, waarbuiten men later bij de ouderdomszorg niet meer zal kunnen gaan. De liquidatie van het groote staats-verzekeringsbedrijf zal later onmogelijk zijn. Spreker's grieven zijn de dSvang, waarvan de noodza kelijkheid niet is aangetoond, en de grootsche, kostba re organisatie. De allereerste zorg van den wetgever moet zijn, dat hij geen nadeden schept voor den geest en het karakter van het volk en dat kan alleen door de zorg te leggen bij belanghebbendent, De beiperkin van de verzekering tot de arbeiders schept een bron van onrecht. De rechtsgronden van den minister voor zijn dwangstelsel zijn gekunsteld en gezocht. De minister dacht, dat het met een vrijwillige verzekering wat langzaam zou gaan. Spr. meende, dat de wetge ver zioh moet beperken tot erkenning en aanmoedi ging van de diep in liet volksleven ingegrepen hebben de ziekenfondsen. De minister moet eens nagaan hoo goedkoop deze werken. De kleine zelfstandige onder nemers moeten bijdragen in de administratiekosten, aan, dat Bergitzky de uitnoodiiging voor het feest reeds aangenomen had. Zij was dén geheelen namid dag en avond op zich zelf aangewezen. Daarom open de zij haar kasten en haalde er allerlei oud poppengoed uit te voorschijn, dat zij nogmaals bekeek. Zij keek naar de poppen en dacht aan haar eenzamen va-der, aan Willi en hieraan, dat men nooit weer vroolijk kon*zij-n als men elkaar te lief had gehad. Het feest dat ophanden was, vormde het middel- en glanspunt van het seizoen. De heele stad sprak er van, menigeen, die een uitnoodiging ontvangen had voelde zich boven de uitgeslotenen verheven. Men besprak critiseerend de verschillende medewerkers vooral kapitein Krochel, die om zijn stoute stukjes oj het gebied van de rijkunst zoowel bewonderd' als ver oordeeld werd. Men was het er echter over eens, dat Ella Bickenbach eigenlijk niet bij den kranigen offi cier paste. Hij kou wel iets beters krijgen. E-n ook werd het vermoeden algemeen geuit, dat de regee- ringsraad Bickenbach zijn best deed om Krochel tot een huwelijk met zijn irotsohe dochter Ute te bewegen. Ook werd de meening geuit, dat de omgang tussehen mevrouw Soden en president von Rön-niges- te intiem werd. Het begon op te vallen en Soden deed zeer verkeerd, meende men, zijn oogen voor bet gevaar te sluiten. In waarheid had het den heer en mevrouw Bicken bach niet weinig moeite gekost, Ute te bewegen naar het feest te gaan. Ute had overwonnen ten opzichte van Karlsson 'Met groote inspanning was het ha-ar gelukt vast te staan. Zij had gedaan wat zij voor hem het beste vond. Maar nu was een diep verlangen naar hem in haar gekomen. Haar moedig gedragen verdriet gaf aan haar'schoonheid nog meer bekoring. Er was iets geheimzinnigs op haar gelaat te lezen, een trek van smart kwam om haar mond', dien niet velen b grepeu. Ute had er over gedacht om haar ouderlijk huis-voo goed te verlaten. Maar om haar ouders had' zij dit plan opgegeven. Zij wist namelijk al te goed waa waarvan zij niet zullen profiteereu. Dan komen nog de losse arbeiders en de workloozen. Voor deze groe pen bekent het stelsel van den minister zijn onmacht. Wat de dwang betreft, deze zal niet leiden tot ont wikkeling van eigen initiatief, d'och levert een over- heersching op door een tijdelijke meerderheid. Op de vraag, wat de meening van het volk is in het onder havige geval, geeft het onderzoek van de Directie van den Arbeid antwoord) doch dit had' moeten zijn inge steld, vóórdat de minister zijn keuze bepaalde. Van het onderzoek naar de ziekenfondsen, dat blijkens een tussehenwerping van den minister is ingesteld, is niets medegedeeld. De minister van Ijandlbouw, Nijverheid en Handel (de heer Talm a) zei, dat de Maatschappij voor Geneeskunde het deed, beter dan de regeeriug het bad kunnen- doen. Do heer Tydeman wees op den krachtigen bloei van het ziekenfondswezen, wat uit het adres van de arbeiders van de Schelde en nit andere adressen blijkt. Men moet liet burgerinitiatief aanmoedigen en ontwikkelen. Noodstand bestaat, ook alleen voor de ouderdomsverzorging. Spr. wees op de voorbeelden in Denemarken, in Zweden en- in Zwitserland. In En geland is verplichte verzekering, omdat- de deelneming aan de. friendly societies van de arms-ten te geiring was. Spr. hoopte dat de wetgever zijn sanctie aan het stelsel van de regeering -niet zal geven. ITet over brengen van de kleine ongevallen naar de Ziektewet, zegt hij ten slotte, zal het instituut lam slaan. De lieer Aalberse (R. K.) bracht den minister warme hulde. Ilij ontkende dat de Ongevallenwet eer. bijzonder karakter draagt. De taak van d'en staat moet een aanvullend! karakter hebben. Als men nu de invaliditeitsknssen kon bezigen als -herverzekerings- kassen, dan zouden kleine ziekenkassen- mogelijk z.iju en het particulier initiatief op den voorgrond treden, locli spr. zal zieli niettemin neerleggen bij het systeem van de regeering. Spr. achtte het absoluut onverant woordelijk voor voorstanders van het beginsel der wet om practische redenen tegen te stemmen. Dit ont werp toeli is een eiseb van recht en de rechtsgrond, waarop het steunt, is allerminst een Marxistische. Spr. hoopte, dat liet met groote meerderheid' zal worden aangenomen. De heer Duys begon met te herinneren aan de besluiten door het internationaal soc.-dem. congres aangenomen omtrent de sociale verzekeringen. Daarna deed hij zijn licht vullen op de motieven van de schijn bare liefde der bezittende klasse voor de arbeiders en de sociale verzekeringen. Van origine is dë sociale verzekering in Duitsehland ontstaan niet anders ge weest dan een middel tot bestrijding van het socialis me. Deze motieven, uitsluitend' gebaseerd op het klas- sebelang, ziet men in Duitsehland telkens terugkee- ren, maar men heeft aldus, met dë z. g. „Staatserhal- tende Politik," de sociaal-democratie niet kunnen be strijden, dat blijkt uit den groei der.soc.-d'ein. partij in Duitsehland. De oorzaak hiervan is, dat de feitelijke positie van de arbeiders door de sociale verzekeringen niet wordt veranderd, hij blijft proletariër, onder den iruk van de productiewijze cn de tyrannic van het kapitalisme. Ook Minister Talma volgt de „Staatser- ha.ltende Politik"; bij erkent zelf kapitalistische toe standen te handhaven die hij afkeurt, terwijl het toch voor de hand lag, die toestanden) te verbeteren. En niet Arheiterfreundliehkeit is aanleiding tot de sociale verzekeringen. Met een vrije gift van) het kapitalisme aan de arbeiders heeft men hier dan ook niet te doen. Een debat over rechtsgronden noemt spr. een mor- linar vader naar streefde, n.l. een presidentenzetel te verkrijgen. Bickenbach was er van overtuigd, dat hij dat ideaal zou bereiken. Kwam echter zijn huis in opspraak doordat zijn dochter het ontvluchtte, don zou dat niet anders dau schade doen voor hem. Ja, 't zou misschien aan al zijn verwachtingen den bodem inslaan. Daarom was Ute gebleven, hoeveel strijd haa-r dat besluit ook gekost had-. XI. Tn de groote rijbaan van het huzarenregiment, was men druk bezig met de laatste hand aan de versierin gen te leggen. Wagens vol denneboomen, guirlandes, bloemen en planten kwamen aangereden en werden leeggemaakt, terwijl de decorateurs met tapijten en draperieën de wanden bedekten, de zitplaatsen in orde brachten en aan de tribunes een feestelijk aanzien ga ven. Eindelijk was de laatste spijker in het hout ge dreven, de laatste tak bevestigd. Vroolijk wapperden de vaandeels en vaantjes in den wind. Het geheel bood een buitengewoon mooi gezicht aan. En allengs kwamen nu de officieren en andere heeren met hunne dames, die zij beleefd naar hun plaatsen brachten. Ella zat naast Ute dat geschiedde op haar uit- drukkelijken wensch en keek met haar kinderooger. vol verbazing rond in deze voor haar geheel vreemde wereld. De vroolijke muziek, die door een- fanfarecorps ten beste werd gegeven, deed' haar eerst pijnlijk aan, maar het ongewone van het schouwspel dat zij hier zag, dreef deze gevoelens spoedig weg. Paarsgewijze kwamen de ruiters binnen op prachtig opgetuigde paarden. Men vormde een oud-Engelsche quadrille. De heeren in pantser, met opgeslagen vi- sier en hoe-dvormigen lielm, waarop vederen woeien, de dames in lange gewaden, baret op het hoog opge maakte haar. Een luid bravo klonk na de eerste proeven van rij kunst. Nu volgden cl owns grappen en een vervolging van een dame door een heer, beiden gekleed in rococo- costuum. Dat gaf aanleiding tot algemeene vroolijk heid. (Wordt vervolgd)^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1