"T,IOH WAV
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
INCENIEU8eieiiW HOOFDOPZICHTER
No. 124
Honderd en veertiende Jaargang.
DINSDAG
28 MEI.
NATIONALE MILITIE.
BINNENLAND.
Onderwijzeres,
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
r
Oproeping onderzoek verlofganger?.
Dinsdag 18 Juni
ALKMAARSCHE
Ann de Derde Gemeenteschool (Hoofd de heer P.
Schipper) wordt gevraagd eene
bevoegd voor de vakken a tot en met k. Jaarwedde
7251025. Voor het bezit- der hoofdakte 100
meer.
Stukken (adres op zegel) in te zenden aan het Ge
meentebestuur vóór 11 JUNI a.s.
Bij den dienst der Gemeentewerken te ALKMAAIl
is te vervullen de betrekking van
waaraan verbonden is eene jaarwedde van 1700 tot
2000.
Sollicitanten, niet ouder dan 35 jaar, in het bezit
van het diploma Delft voor civiel of bouwkundig in
genieur, dan wel van bouwkundig opzichter, bij voor
keur met eenige jaren practijk, gelieven hunne stuk
ken (adres op zegel) in te zenden aan het Gemeente
bestuur vóór 1 JULI e. k.
De BURGEMEESTEE van ALKMAAR roept bij
deze op, de verlofgangers van do militie
te land, binnen deze gemeente in het register van
verlofgangers der Nationale Militie ingeschreven, om
zich op
dezes jaars, des voormiddags te öVz ure, te laten vin
den in de Nieuwe Doelen, aan de Doelenstraat alhier,
om aldaar door of van wege den Militie-Commissaris
te worden onderzocht, gekleed! in uniform en voorzien
van al de door hen van het korps medegebrachte klee
ding- en uitrustingstukken, van de wapenen, het le
dergoed, de reglementen en dienstvoorschriften, hem
uitgereikt, henevens zakboekje en verlofpas.
Aan het onderzoek zullen belmoren deel te nemen
alle verlofgangers der militie te land, onverschillig tot
welke lichting zij behooren, met uitzondering
echter van de verlofgangers, welke in 1912 vóór het
voor het onderzoek bepaalde tijdstip uit anderen hoof
de dan krachtens art. 124 of art. 131 der Militiewet
1901 of artt. 91 en 97 der Militiewet 1912, onder de
wapenen zijn geweest, of die bestemd! zijn om in 1912
krachtens art. 114 van laatstgenoemd© wet in werke-
1 ijken dienst te worden geroepen, van de verlofgangers
die in 1912 bestemd! zijn om ingevolge art. 99, lid 1,
der Militiewet 1912 naar de Landweer over te gaan en
van de verlofgangers, die zijn vrijgesteld van de ver
plichting om het onderzoek bij te wonen.
Ingelijfden bij de militie, die krachtens art. 113 der
Militiewet 1901 van den werkelijken dienst zijn onthe
ven of aan wie krachtens art. 114 der wet uitstel van
eerste oefening of van verblijf onder de wapenen of
krachtens art. 77. lid 2 der Militiewet 1912 uitstel van
eerste oefening is verleend, zijn gedurende den tijd,
welken zij in het genot zijn van de ontheffing of van
het uitstel, mede niet aan het onderzoek onder
worpen.
Militieplichtigen, die dadelijk na de inlijving met
verlof tot nadere oproeping huiswaarts worden gezon
den, zijn tijdens dat verlof niet gehouden deel te ne
men aan het onderzoek.
De verlofgangers wordeu overigens herinnerd aan
de navolgende bepalingen der Militiewet 1912.
Art. 74. Van het oogeublik, waarop aan de man
schappen bij of na hunne inlijving is bekend gemaakt,
dat zij onder de militaire tucht staan, zijn op de man
schappen der zeemilitie het Crimineel Wetboek en het
Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te wa
ter en op die der militie te land het Crimineel Wet
boek en het Reglement van krijgstucht .voor het krijgs
volk te lande van toepassing:
lo. zoolang zij niet met groot-verlof huiswaarts
zijn gezonden;
2o. ingeval zij -met groot-verlof huiswaarts zijn ge
zonden
a. zoodra zij, voor den werkelijken dienst opgeroe
pen, ter plaatse hunner bestemming- zijn aangekomen;
b. zoolang eenig onderzoek duurt, waartoe zij als
verlofganger zijn opgeroepen;
c. wanneer zij in uniform gekleed zijn;
d. voor zooveel desertie betreft, zoodra zij ingevolge
het bepaalde in art. 97 als deserteur zijn afgevoerd.
Art. 93. 1. De verlofganger verschijnt bij het on
derzoek in uniform gekleed en voorzien:
a. van de tot zijne voorgeschreven uitrusting verder
behoorende kleeding- en uitrustingstukken;
b. van de wapenen, het ledergoed, de reglementen
en de dienstvoorschriften, hem uitgereikt;
c. van zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
2. Hij staat bij het onderzoek, en zoolang hij ter
gelegenheid van het onderzoek in uniform.gekleed is,
onder de bevelen van den militiecommissisaris.
Art. 94. 1. Onverminderd het bepaalde in art. 74
onder 2o, b en c, in verband met liet bepaalde in art.
93, tweede lid, kan hetzij een arrest van een dag tot
zes dagen, te ondergaan in de naastbijgelegen provoost
of het naastbijzijnde huis van bewaring, hetzij een
kwartierarrest van een dag tot zes dagen, te onder
gaan in eene kazerne, door den1 militiecommissaris
worden opgelegd aan den verlofganger:
lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek
verschijnt
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige re
den niet voorzien is van al de in het vorig- artikel ver
melde voorwerpen;
3o. die de in het vorig artikel vermelde voorwerpen
bij het onderzoek niet alle in den vereischten staat
vertoont
4o. die een of meer der in het vorig artikel vermel
de voorwerpen, aan een ander toebehoorende, als de
zijne vertoont.
2. Is den verlofganger kwartierarrest opgelegd, dan
word't hij tot het ondergaan van die straf in werkelij
ken dienst geroepen.
Art. 95. De verlofganger, die zich niet onderwerpt
aan eene hem door den militiecommissaris of door de
maritieme of militaire autoriteit opgelegde straf, uit
gezonderd kwartierarrest, wordt op schriftelijke aan
vrage van den militiecommissaris of van die autori
teit, te richten aan den burgemeester der verblijfplaats
van den verlofganger, aangehouden en onder verze
kerd geleide naar de naastbijgelegen provoost of het
naastbijzijnde huis van bewaring overgebracht.
Art.. 90. De verlofganger, die zich schuldig heeft
geblaakt aan een' der in art. 94, eerste lid, bedoelde
feiten, is, onverminderd1 de in dat artikel vermelde
straf, verplicht op den daartoe döor den militiecom
missaris te bepalen tijd en plaats voor deze te verschij
nen of opnieuw te verschijnen om te worden onder
zocht. Hierbij geldt art. 93 en, voor zooveel noodig,
ook het derde lid van art. 92.
Art. 97. De in art. 96 bedoelde verlofganger, die niet
overeenkomstig dit artikel voor den ïnilitieeommissa-
ris verschijnt of, voor deze verschenen zijnde, zich
daarbij schuldig maakt aan een der in art. 94, eerste
lid, onder 2o., 3o. en 4o. vermelde feiten, wordt in
werkelijken dienst geroepen of gehouden voor den tijd
van ten hoogste twee maanden. De duur van dezer,
dienst wordt door Onzen Minister van Oorlog bepaald.
Art. 98. De verlofganger, die niet voldoet aan eene
oproeping voor den werkelijken dienst, wordt als de
serteur behandeld, zoodra hij ingevolge den last van
Onzen Minister van Marine, zoo de verlofganger tot
de zeemilitie, van Onzen Minister van Oorlog, zoo de
verlofganger tot de militie te land behoort, als deser
teur is afgevoerd.
De Burgemeester voornoemd,
JAN DE WIT Dz., lo.-Burg.
Alkmaar, 24 Mei 1912.
ALKMAAR, 28 Mei.
De week vóór Pinksteren is in de bui tenia ndsche
politiek een week van onrust geweest.
Bloedige onlusten vielen er te Boedapest voor,
waarbij volgens de officieele opgaven van de politie
230 personen gewond en 7 gedood werden. De botsin
gen met militairen en politieagenten ontstonden bij
de algemeene staking, welke de sociaal-democraten
hadden afgekondigd, en bij de straatbetoogingen der
arbeiders voor het algemeene kiesrecht. Het is een
wonder, dat het aantal slachtoffers niet nog veel hoo-
ger is geworden, immers het was, alsof er een revolu
tie in de Hongaarsche hoofdstad was uitgebrokener
werd gemolesteerd, geschoten en geplunderd! op ver
schrikkelijke wijze. De leiders waren zooals ge
woonlijk in dergelijke gevallen niet in staat het
opgewonden volk tot bedaren te brengen. Van de
81.500 fabrieksarbeiders moet ongeveer de helft aan
het oproer hebben deelgenomen, versterkt door eenige
duizenden uit de omliggende voorsteden. Gevecht op
gevecht had er plaats en telkens opnieuw moesten po
litieagenten en huzaren uitvallen doen. Terwijl bui
ten de bloedige onlusten plaats hadiden, was graaf
I isza als voorzitter in het parlement onverzettelijk.
Men wilde hem de zitting laten schorsen, maar hij wei
gerde, zeggende, dat de kamer geen zenuwachtige
juffrouw was!
En den volgenden dag toonde de voorzitter moed,
door aan het adres der oppositie in deze woelige dagen
het volgende te durven zeggen
,.Daar de voor de vergadering vastgestelde tijd ge
ëindigd is, moet ook deze dag voor de natie weer als
verloren worden beschouwd; voor dezen tijdroof moet
ik u daarb'j wees hij op de oppositie voor de
openbare rneening en voor de geschiedenis verantwoor-
uelijk stellen. En tevens moet ik u opmerkzaam ma-
keu dat het niet alleen mijn recht, maar ook mijn
plicht is als voorzitter, de beraadslaging te leiden in
overeenstemming met den waren zin van het regle
ment van orde."
De president was voortdurend omringd, door eeuige
leden van zijn partij, om hem te beschermen, terwijl
alle inktkokers en andere voorwerpen, waarmede go-
schikt gegooid kon worden, waren weggenomen!
De minister-president Lukacz is inmidldels naar
Weenen gereisd en men hoopt, dat de regeering bereid
zal zijn, maar aan den wensch van de oppositie toe te
geven, en aan de behandeling van de militaire hervor
mingswet zal laten voorafgaan een voorstel tot her
vorming van het kiesrecht.
Engeland' is nauwelijks goed en wel uit de ernstige
economische en sociale crisis; de mijnwerkersstaking
geraakt, of het wordt gesteld voor een nieuwe beproe
ving van dezelfde soort. Wegens de aanstelling van
ongeorganiseerde schuitenvoerders zijn de transportar
beiders in het Londensche havenbedrijf gaan staken.
Het aantal stakers wordt op 125000 geschat, terwijl
er voortdurend meerderen zich bij hen aansluiten.
Groot is natuurlijk het ongerief dat er uit deze sta
king voortvloeit en de schade die er het gevolg van
is. Daarbij komt, dat tegen Woensdag de algemeene
staking in andere groote havens van het rijk dreigt
uit te breken. De regeering heeft zich onmiddellijk
met deze beweging bemoeid. Ouder leiding van Sir
Edward Clarke wordt er een regeeringsondërzoek in
gesteld.
De Duitsche Rijksdag is niet eer met vacantic ge
gaan, dan nadat hij een stormachtige vergadering
heeft gehad.
- De Keizer praatte onlangs in Elzas Lotharingen
zijn mond voorbij, toen hij zeide: „Als gij Rijkslan-
ders niet van houding verandert, zal ik uwo grondwet
tot scherven slaan en het Rijksland bij Pruisen inlij
ven
Over deze uitlating heeft de sociaal-democratische
afgevaardigde Scheidemann een daverende redevoe
ring gehouden, welke van het begin tot het einde een
smaadTede op Pruisen was, waardoor hij de nationale
hartstochten wakker riep.
Het was wel heel erg rumoerig, maar de rijkskanse
lier had ditmaal geen moeielijke taak. De nieuwe
rijksdag heeft zich overigens een zeer bruikbaar in
strument voor de nationale weermacht getoond. De
militaire wetsontwerpen zijn er met vlag en wimpel
doorgegaan.
Ook in het Pruisische Huis van Afgevaardigden
kwam het tot opgewonden tooneelen, waar de katho
lieke minister von Schorlemer door den katholieken
spreker Maix krachtig werd aangevallen en zich ook
krachtig verdedigde. Dit Huis keurde voorts de ver
volging van de socialistische afgevaardigden Bor-
chardt en Leinert goed.
In de Vereenigde Staten wordt op onstuimige wijze
de strijd om het presidentschap voortgezet. De strijd
heeft een dusdanig karakter, dat men zich niet kan
voorstellen, dat zoo een der beide heeren Roosevelt en
Taft gekozen wordt, hij over den eerbied beschikt en
het gezag inboezemt, welke men bij een staatshoofd
mag verwachten. De politieke hartstocht is in die
mate ontwaakt, dat de politieke zeden er geweldig
door bedorven worden.
Overigens schijnt het, dat de kansen van den heer
Roosevelt rijzen en dat de heer Taft zich langzamer
hand reeds begint te gewennen aan het denkbeeld, dat
hij het onderspit zal moeten delven.
In het Italiaansch-Turksch conflict eindelijk is een
verscherping ingetreden, doordat de Turken de bezet
ting der eilanden in de Egeïsche zee door de Italia
nen beantwoorden met de verbanning van Italianen.
De Italianen zijn hoogelijk veorntwaardigd over de-
zo maatregelen en zeggen dat Turkije zich hierdoor
buiten de rij der beschaafde natiën heeft begeven!
Maar de Turken trekken zich van zulke verwijten
bitter weinig aan en verklaren, dat Italië dan maar
niet al die Sporaden-eilanden had' moeten bezetten!
Er gaan geruchten over een poging der mogendhe
den, om door een conferentie aan den oorlog een eind
te maken.
Evenwel zou er onder de tegenwoordige omstan
digheden wel veel van een dergelijke actie te verwach
ten zijn?
la ndsche zaken, den heer de Ma rees van Swinderen,
naar aanleiding van de reis van Koningin Wilhelmi-
na en Prins Hendrik naar Parijs.
De minister zeide, dat het een hoofdbelang voor Ne
derland was om in het buitenland gekend te worden.
Men kende ons land daar nog te weinig en soms ook
verkeerd.
De minister zeide verder, dat de aanraking van Ne
derland met Frankrijk in den laatsten tijd ontbroken
had en dat de Franschen wat zij met veel anderen
gemeen hadden de dwaling beginnen niet overtuigd
te zijn van Nederlands volstrekte onafhankelijkheid.
Vele Fransche politici, zeide de minister, waren ge
wend, Nederland aardrijkskundig en politiek te be
schouwen als een voortzetting van het groote naburi
ge keizerrijk; maar Nederland is volstrekt onafhanke
lijk en zijn politiek van absolute onzijdigheid.
Omtrent de reis voegde de minister hieraan toe, dat
deze er nog toe zal medewerken, dat de twee volkeren
elkander beter leeren kennen, hetgeen zoo bevorderlijk
is voor alle betrekkingen.
Tenslotte legde de minister den nadruk op den ge
lukkigen invloed, die uitgaat van bezoeken als dat van
president Fallières en het aanstaande bezoek van II.
M. de Koningin aan Parijs.
De burgemeesters van Amsterdam en den Haag
zijn uitgenoodigd door het gemeentebestuur van Pa
rijs, om op Zondag 2 Juni, de ontvangst ten raadhuize
aldaar van II. M. de Koningin en den Prins der Ne
derlanden bij te wonen.
STAATSCOMMISSIE VOOR DE VERDEDIGING
VAN INDIë.
De Javabode deelt mede, dat tot leden van de
staatscommissie voor de verdediging van Indië zijn
benoemd de heeren G. J. Staal, algemeen secretaris, J.
P. Michielsen, gen.-majoor, chef van den generalen
staf, en F. A. Liefrinck, directeur van financiën. Zij
vertrekken in Juni naar Nederland.
OCTROOIWET 1910.
Bij Kon. Besl. van 23 Mei Staatsblad no. 172 is be-
paald dat de Octrooiwet 1910 (Stbl. no.o 313) in wer
king zal treden op 1 Juni 1912, des namiddags te twee
uur Amsterdamsche tijd, hetgeen overenkomt met des
namiddags acht uur vijftig minuten in Nederlandsch-
j Indië, des voormiddags negen uur acht-en-vijftig mi
nuten in Suriname en des voormiddags negen uur drie
minuten in Curasao. (St.-Ct)
PROF. Dr. A. NOORDTZIJ.
Dir. A. Noordtzij, leeraar aan het Gereformeerd
Gymnasium te Kampen, en lector aan de Theologische
School aldaar, is benoemd1 tot gewoon hoogleeraar in
de faculteit der godgeleerdheid aan de Rijksuniversi
teit te Utrecht.
Prof. Noordtzij zal onderwijs geven in de geschie
denis van den Israëlietisehen godsdienst, Israëlietische
letterkunde en uitlegging van het Oude Testament.
De nieuwe hoogleeraar werd' 29 April 1871 te Kam
pen geboren. Hij is een zoon van prof. M. Noordtzij,
hoogleeraar aan de Theologische School te Kampen.
DE KONINGIN EN DE PRINS NAAR PARIJS.
De correspondent te Parijs van de N. R. Ct. meldt:
De Haagsche berichtgever van de „Figaro" heeft
een onderhoud' gehad! met den minister van buiten-
NED. ROODE KRUIS.
De gewone algemeene vergadering van het Ned.
Roode Kruis is te 's-Gravenhage in Pulchri gehouden
onder voorzitterschap van Z. K. II. den Prins.
Blijkens het verslag, loopende over het tijdvak van
1 Juli 1909 tot en met 31 Dec. 1911 bedroeg het aantal
comité's op 30 Juni 1910 52 en dat. der correspondent
schappen 30.
Mevr. de wed. van Vliet geboren Borski te Overveen
schonk 10.000 per jaar gedurende haar leven.
De afdeeling Ned.-Indië zal haar organisatie wijzi
gen in den geest der Ned. Vereeniging.
Het hoofdëomité moest weigeren het verzoek van
het Haagsche Vrouwencomité om rentegarantie over
60.000, noodig voor verbouw der kliniek.
Een informatiebureau is tot stand gekomen. Vooral
in het tijdvak 1 Juli 1910 tot 31 Dec. valt groote werk
zaamheid te const ateeren zoowel bij het hoofdcomité
als bij de comité's en correspondentschappen. De meer
derheid' der comité's en daaronder comité's in grooto
steden, blijft echter nog werkeloos.
Hoewel de geldmiddelen niet ongunstig zijn, wordt
zeer betreurd de weinig tegemoetkomende houding
van de zijde van den Staat.
Het jaar 1913 nadert, zei de Prins in zijn slotwoord.
Nederland maakt zich thans op om dat herinnerings-
juar luisterrijk te vieren. Ook in dat jaar hopen wij
het Vredespaleis te zien openen. Ik behoef u wel niet
te wijzen op de zeer buitengewone beteekonis van dit
feit. Dan zal Nederland als het ware overstroomd
worden door vreemdeliugen. Vreemdelingen, die in
eigen land gewoon zijn daden te zien van hun Iioode
Kruis, dat Roode Kruis te eeren en hoog te houden.
Zorgen wij er voor, dat zij, terugkeerende, zeggen
kunnen: „Ook in Nederland doet het Roode Kruis
goed werk. Wij hebben het gezien." Zorgen wij er
voor, dat het Nederlandsche Roode Kruis aandeel
hebbe in de verschillende commissies voor 1913, daar
in oene rol vervulle, iets zichtbaars verrichte. Wil,
krachtige goede wil, uiterste inspanning en werkzaam
heid, volstrekte daadwerkelijke medewerking en sa
menwerking zijn onontbeerlijk. Dan worde 1913 een
glansjaar ook voor het Nederlandsche Roode Kruis!
Gemengd uleuwr.
VAN BUSSEL GEVALLEN.
De Rotterdamsche vliegenier Van Bussel, die verle
den jaar te Alkmaar vloog, is Zondagavond half acht.
nadat hij van het vliegterrein aan den Bergweg was
opgestegen, door een defect aan den motor, op een
hoogte v ui 2:1 meter zijnde met zijn vliegmachine in
de R' v Krooswijk, gevallen. Met een roei-