DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 134
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
ZATERDAG
8 J U N I.
Geneeskundig Schooltoezicht.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—
A.fzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
ONGEVRAAGD EERVOL ONTSLAG.
COURANT.
ALKMAAR, 8 Juni.
Verleden Zaterdag werd op deze plaats geschreven
over „een onderwijsweek.In het artikel' van diep
dag waren verslagen gereviewd van congressen welke
er ongeveer gelijktijdig op onderwijsgebied! te Berlijn
waren gehouden. Meer in het bijzonder werd daarbij
de aandacht gevestigd op hygiënische zaken, de ver
warming en de 1 uchtv&rversohi 11g in de scholen, de
taak van1 den schoolarts hij een bepaalde ziekte, het re
sultaat van het onderzoek naar het gezichtsvermogen
der schoolkinderen. Ook werden enkele mededeelin-
gen gedaan naar aanleiding van een gehouden1 ten
toonstelling, welke op het onderwijs betrekking had,
en welke over het gebit der schoolkinderen, over de
verhouding tusscheu school en tuberculose e. a. droe
vige feiten' aan het licht bracht. Een en ander werd
aangehaald, om te doen uitkomen, dat juist in de
school meer gezondheid, meer volksgeluk, meer volks
kracht kan worden aangekweekt
Het artikel van verleden week was bedoeld! als in
leiding voor het artikel van heden. Door namelijk ter
overdenking aan te bieden hetgeen te Berlijn was ge
bleken, hoopten we belangstelling te wekken voor het
geen toevallig in hetzelfde nummer in een verslagje
even ter sprake was gebracht: „het rapjwrt van de
oommissie van toezicht op het lager onderwijs te Alk
maar, betreffende de aanstelling van' een schoolarts,"
een rapport, dat alleszins die belangstelling van een
ruimen lezerskring waard is.
Over schoolartsen is, zooals onlangs terecht werd
verklaard, al heel wat geschreven' en nageschreven.
De een heeft zijn verwachtingen zoo rozig getint,
dat men meenen zou, weldra te leven in een maat
schappij, waar de bril als artikel van weelde moet
worden beschouwd! en de ronde rug als zeldzaam na
tuurwonder; terwijl de ander met de kracht der min
achting zijn scherpste pijlen op het instituut heeft af
geschoten, alsof de nagel van den kleinsten vinger nog
ruimte te over bieden zon om er het nut der school
artsen op te beschrijven.
De overdreven voorstelling van den een heeft de
twijfelzucht bij den andetr tot sterker werkzaamheid
geprikkeld. Schouderophalend heeft men geglim
lacht over hygiëne en minachtend heeft men aan de
statistiek den rug toegedraaid. Het schoolartsenin
stituut werdi een gril' der mode genoemdl dat is im
mers het hoedje, waaronder de menschen alle nieuwig
heden, waarvan zij afkeerig zijn, trachten te vangen,
indien ze geen deugdelijker middelen ter afweer tot
hnn beschikking hebben.
Meer en meer heeft men echter den tegenstand la
ten varen en is men tot waardeering gekomen van het
geen er door de instelling van schoolartsen werd1 be
reikt.
In het rapport der schoolcommissie, welke zich nu
reeds v ij f t i e n jaair geleden tot den Raadl wendde
met het verzoek een schoolarts' te benoemen, belast
met het toezicht op den gezondheidstoestand der scho
lieren, en welke in haar jaarverslagen van 1901, 1904,
1908, 1909 en 1910 telkens; maar weer opnieuw aan
drong oip de aanstelling van zulk een arts, is overtui
gend materiaal ten! gunste van zulk een benoeming
bijeengebracht. In de gemeenten, waar een of meer
schoolartsen werden aangesteld! en dat zijn zoowel
groote (Amsterdam) als kleine (Enschedé, Wagenin-
gen, Schoten) terwijl er thans ook reeds te Heiloo
wordt getracht een zeer bescheiden stap in deze rich
ting te doen was er volgens de geraadpleegde ver
slagen in allerlei opzichten voor deze ambtenaren veel
arbeid te verrichten, kwameni er gebreken en afwijkin
gen bij de kinderen aan het licht, welke uiteraard aan
de aandacht der onderwijzers ontsnappen en de resul
taten van het onderwijs op nadeelige wijze 'be-invloe
den.
Deze algemeene opmerking wordt in het rapport
met die volgende gegevens gestaafd:
De schoolartsen te Utrecht vonden onder de 16000
aan hun toezicht toevertrouwde kinderen niet minder
dan 2102 die eenige afwijking vertoonden o.a. 573 met
gezichtsdefecten, 846 met vergroote amandelen. Vau
1400 onderzochte leerlingen hadden niet minder dan
435 caries der tandén.
De schoolartsen te Arnhem gaven in 1906 aan 662
kinderen een medischen raad op een totaal van 6939.
Onder 1381 nieuwe leerlingen waren ca* in 1906 26
wier toestand aanleiding tot een opmerking gaf. In
1907 ontvingen 396 kinderen op 1578 nieuwe leerlin
gen een raad. In 1908 waren deze cijfers 414 op 1703.
De schoolarts in Groningen had in 1908 het toezicht
op 8000 leerlingen. Hiervan ontvingen 1139 een me
dedeling, waaronder 249 betreffende hun gezichtsor
ganen, 222 betreffende het gehooT, wegens bloedar
moede 123, huidziekten 123. Van 1250 nieuwe leerlin
gen ontvingen 855 een kennisgeving betreffende eeni-»
ge aanwezige afwijking.
Dergelijke cijfers zijn Schilderachtig.
Waarom, mag men met de commissie vragen, zou
de toestand der schoolkinderen te Alkmaar nu geheel
anders zijn dan op allerlei andere plaatsen in ons
land, van Groningen tot 's-Gravenhage, van Arnhem
tot Enschedé?
De gTonden, waarop het schoolairtseni-instituut wor
den of mogen we zeggen „vooral werden?" be
streden, vindt men in het rapport aangegeven en
weerlegd.
De verhouding der schoolartsen tot dé onderwijzers
mogen we stilzwijgend voorbij gaan. De Alkmaarsche
onderwijzers toch toonden Teeds bij herhaling zooveel
belangstelling voor deze instelling, dat zij ongetwijfeld
een schoolarts met open armen in hun lokaal zullen
begroeten en diens voorlichting, in fret belang van het
kind' en in het belang van het onderwijs met vreugde
zullen ontvangen. Van hun zeer gewichtige medewer
king mag men zich dus bij voorbaat verzekerd houden.
Ook bij de verhouding van den schoolarts tot de
huisartsen behoeft niet lang te worden stil gestaan,
omdat er misschien wel conflicten kunnen worden ge
zocht, maar gemakkelijker nog kunnen worden verme
den.
Van meer belang is het echter eens na te gaan hoe
het staat met de verhouding tusschen de ouders en
schoolartsen.
Ouders van gezonde kinderen stemmen over het ge
heel natuurlijk slechts zonder voorbehoud in met het
aanstellen van een schoolarts, omdat die kinderen
daardoor beter dan tot dusverre worden beschermd te
gen besmettelijke ziekten of schadelijke invloeden.
Maar ouders van zieke 'kinderen? Zij begrijpen niet
ltijd, dat een half-hersteld kindl niet op de school
thuis hoort, hetzij wijl het gevaar voor de anderen op
levert, hetzij omdat het toch ongeschikt is het onder
wijs te volgen, daar het zich de lichamelijke en geeste
lijke inspanning niet kan getroosten, welke dit vergt.
Zij willen ook dikwijls niet inzien, dat het voor een
kind, hetwelk een ziekte reeds onder de leden heeft,
?an belang is, wanneer het naar huis gezonden wordt.
En dan de medicus heeft aan de ouders vaak me-
dedeelingen te doen, vooral op het gebied! van zinde
lijkheid en reinheid, welke hen onaangenaam kunnen
treffen. Dat op dit terrein veel voetangels en klem
men liggen, dat hier van den schoolarts zeer veel tact
en menschenkennis wordt vereisoht, wie zou het wil
len ontkennen?
Leerzaam is hetgeen de commissie ten opzichte van
dit teere punt uit de verslagen van de schoolartsen
heeft geput.
Zoo rapporteert de schoolarts1 te Groningen in 1908,
dat de strijd tegen haarparasieten vooral bij meisjes
vaak eenige moeilijkheid oplevert, omdat de ouders
de beteekenis der adviezen niet verstaan. Sedert zij
echter hebben ondervonden, hoe groot de invloed' van
zindelijkheid is, blijkt voortdurend hun meerdere zorg
voor de reinheid! der kinderen. De schoolarts te Lei
den constateert in zijn verslag 1907/1908: „moeilijkhe
den met ouders kwamen niet voor; de ouders raken
vertrouwd met het instituut der schoolartsen en vol
gen gewoonlijk dén gegeven raadl op." In het jaarver
slag 1908/1909 wordt gezegd: „toestanden van onrein
heid komen niet meer voor; de ouders bemerken, dat
de kinderen onderzocht worden, en geven blijk te wil
len medewerken; dé adviezen worden vrij getrouw na
gevolgd." De schoolarts te Utrecht rapporteert in
1907: „vooral de eischen' van reinheid! moeten in het
begin niet overdreven worden; gematigdheid is noo-
dig; de ouders, ofschoon eerst terilghoudend, gevoelen
veel voor het schoolartsen-instituut, vooral sedert zij
merkel» dat düt hun kinderen ten goede komt; raadge
vingen der artsen worden door velen gewaardeerd,
slechts door enkelen in' de wind geslagen." In 1909
wordt gezegd!: „Meer en meer blijkt, dat ouders het
belang van het schoolartsen-instituut inzien, al blijven
enkele ouders hunne medewerking weigeren." In 1910
kan worden verklaard!: „Bij ouders bestaat geen te
genkanting." De schoolartsen) te Arnhem verklaren
„de ouders zijn verheugd, dat „dokter" op school komt
en passen in de meerderheidl der gevallen d. i. in 61.7
den gegeven raadl toe." De schoolarts' te 's-Gra
venhage heeft de 61ste Aligemeene Vergadering van
het Geneeskundig Genootschap te Tilburg in 1910 een
zeer belangrijke redevoering gehouden' over „Haagsche
schoolbemoeiingen" en daarbij uitvoerig gesproken
over zijne wijze van optreden tegenover de ouders der
aan zijn toezicht toevertrouwde kinderen. In deze re-
d£ zet Dr. Pigeaud uiteen, welke goedé resultaten hij
verkrijgt door voortdurend de moeders der door hem
te onderzoeken kinderen uit te noodigen bij het on
derzoek tegenwoordig te zijn en door met haar de be
langen der jongelieden te bespreken. Hierdoor komt
de schoolarts voortdurend! in overleg met de betrok
ken moeders, weet ten slotte alles wat hem kan inte
resseeren aangaande de geschiedenis zijner leerlingen
en wint het vertrouwen der moeders. Kort en goed
verklaart Dr. Pigeaud' met de nood.ige voorzichtig
heid kan ik van mijn bureau maken, wat het wezen
moét: een moederschool, en daardoor is de geestdoo
dendheid, welke zoozeer gevreesd) werd, er uit gewe
ken.
Naast de opvatting van dir. Pigeaud! „het schoolart
sen-instituut leide tot een moederschool" bestaat na
tuurlijk ook een andere, n.l. déze, dat men enkel de
schoolarts in de school wenscht. Doch dat is tenslot
te een zaak van inwendige dienst-regeling, zooals er
meer uiteenloopende meeningen mogelijk zijn ten aan
zien van de wijze, waarop het geneeskundige school
toezicht geregeld dient te worden. Hoofdzaak is ten
slotte toch, dat de ouders dit toezicht waardeeren en
willen steunen, omdat dé kindéreni er baat van onder
vinden.
Natuurlijk zullen er weer zijn, die zeggen: zoo'n
instelling is voor Alkmaar te duur, dat is iets voor
een groote stad, maar niets1 voor ons stadje, die vra
gen of dit nu weer het allefnoodigste is en of Alkmaar
zijn geld niet beter kan besteden.
Do commissie is van meening, dat een uitgave, wel
ke gemeenten als Wageningen, Zaandam, Deventer,
Helder, Enschedé zich getroosten, voor een bloeiende
en in omvang toenemende stad' als Alkmaar zeker ge
motiveerd! mag heetan. Daarbij komt, dat hier niet
noodig is een beroeps-schoolarts, zoodat men kan vol
staan met een bedrag, dat ten opzichte der totaalkos-
ton van het onderwijs zeker niet hoog is.
Maar ook al wil men zich niet laten leiden door
overwegingen van hoogere orde, doch door redenen
van practisch nut, dan nog moet men met de gegevens
zooals er hier boven zijn aangehaald, wel tot de slot
som komen, dat de schoolarts niet enkel voor de
school, maar ook voor de samenleving, ook voor de
maatschappij nut en voordeel kan bieden. Zonder
toch zijn verwachting al te rozig te tinten, kan men
op grond der feiten met vertrouwen een dergelijke
uitspraak aanvaarden.
Tenslotte mag een woord! van waardeering niet
worden onthouden aan de commissie, welke niet ver
saagde, maar volhield! en haar volhardende pogingen
bekroonde met het gedécumenteerde rapport, dat op
een uitgebreid' onderzoek berust.
Moge zij ditmaal een gunstig Tosultaat bereiken,
voor de laatste maal hebben aangedrongen op de in
stelling van het school-artsen-instituut!
H. M. DE KONINGIN TE PARIJS.
De Haagsche burgemeester vertelde alsnog aan de
N. Ct. het volgend» in verband met het bezoek van II.
M. de Koningin aan Parijs.
Het was bij de schitterende ontvangst ten Stad-
huize. Het vorstelijk gezelschap werd! van de eene
prachtige zaal in de andere geleid en de bewondering
voor den luister van dit gemeentehuis was algemeen.
Maar waar houditl gij uwe vergaderingen? vroeg on
ze Koningin.
Daar had men 't minst aan gedacht. Maar blijkbaar
was dit voor H. M. het interessantste van het geheele
bezoek. Op eens was Zij verdkvenen met een paar
heeren en op de vraag van het overige gezelschap waar
de Koningin was bleek dat Zij met groote belangstel
ling de eigenlijke raadzaal bezig was op te nemen.
Gemengd nieuw*.
BESCHERMING VAN VOGELS.
Van Terschelling wordt gemeld:
Door den minister zijn twee wakers aangesteld om
de broedende vogels op het eilandje Griend, tusschen
Terschelling en Harlingen, te hesehermen.
B. en W. van Delft stellen den' gemeenteraad voor,
aan den leer a ar in de Nedérlandsche taal en letter
kunde aan de H. B. S„ den heer M. Steenhuisen met
ingang van 1 September a.s. ongevraagd eervol ont
slag te verleenen.
Zij herinneren er den Raad aan, dat deze in 1904
den heer Steenhuisen benoemde tegen het adVies van
B. en W. en tegen het bericht vaü den inspecteur.
De grief tegen den heer Steenhuisen geldt niet zijn
goeden wil of ijver, maar zijn belangrijk tekort aan
tact en geschiktheid in paedagogisch opzicht.
W EST-FRIESCHE CENTRALE.
De oprichting eener Electrischo Centrale voor West-
Friesland is thans verzekerd. De volgende 8 gemeen
ten: Berkhout, Hensbroek, Widwoud, Wijdenes, Schel
linkhout, Opmeer, Westwoud en Zwaag, hebben zich
heden definitief tot aansluiting bij de N. V. verbon
den.
TWEEDE KAMER.
In de vergadering van gisteren was aan de orde de
artikelsgewijze behandeling van het ontwerp-Raden-
wet. Een amendemont-Treub, om te bepalen dat het
gebied van een raad van arbeid ten minste 5000 en
ten hoogste 25.000 inwoners zal tellen, was bij artikel
1 (instelling van de Raden van arbeid, en vaststelling
van hun gebied) aanhangig. Het ontwerp spreekt
van „ten minste 25,000" inwoners. De heer Treub
(V. D.) had zijn amendément reeds toegelicht.
De heer P a t ij n (U. L.) lichtte een amendement
toe, om den naam „raad1 vau arbeid" te vervangen
door „verzekeringsraad," welke naam, naar hij meent,
meer in overeenstemming zal zijn met de taak van den
Raad.
De heer De Savor n in Lohman (C. H.)
zette uiteen, dat, naar zijn inzien1, de behandeling van
de Radenwet kan worden voortgezet, ondanks de in
diening van zijne amendementen op de Ziektewet, bij
welker aanneming dan eenvoudig de Radenwet wordt
ingetrokken. Als de Kamer de eindstemming maar
uitstelt kan' dés nu de Radenwet worden behandeld,
alsof er op de Ziektewet geen amendementen zijn in
gediend, die aangenomen, de heele Radenwet overbo
dig maken.
De heer Rutgers (A. R.) sprak zich ook tegen
beide amendementen uit.
De heer Loeff (R.-K.) had! principieel bezwaar
tegen toekenning van een publiekrechtelijk karakter
aan de Raden van Arbeid. Zij behooren geen veror
deningsrecht te erlangen. Dat zou zijn in strijd! met
de grondwet.
De heer Schaper ((S. D. A. P.) kreeg den in
druk, dat dé heer Lohman de Radenwet wil verwor
pen zien. Gaat dé Kamer nu ndet monnikenwerk
doen, door aan die wet eenige weken lang moeite te
besteden? Spr. was voor het amendement-Patijn.
Vervolgens' bepleitte spr. het amendement-Treub,
voorzoover dit het beginsel van zelfbestuur ten grond
slag heeft, en het onderling initiatief zal bevorderen.
MaaT het amendement is daartoe niet strikt noodig;
dat is langs anderen weg ook te verkrijgen. Tegen
het amendement is, dat men er te kleine kassen mee
krijgen zal. Hij zal tegen het amendement stemmen.
De minister van Landbouw, N. en II. (de heer
Talma) zal zien, of hij aan de grondwettelijke bezwa
ren van den heer Loeff kan tegemoet komen. Het
amendement-Treub leek den minister onuitvoerbaar,
met name in de groote gemeenten; en vooral, wanneer
de dienstboden eens in dé ziekteverzekering mochten
opgenomen worden. De minister blijft tegenover den
heer Patijn aan den naam „Raad! van arbeid" hech
ten.
De heer Duys (S. D. A. P.) verklaarde zich tegen
het amendement-Treub, dat z. i. veel te kleine kassen
in het leven zal roepen. Het zou leiden tot versplinte
ring van de overheidskassen.
De heer Treub verdedigde nader zijn amende
ment. Het stelsel van het ontwerp draagt, meent hij,
een te bureaucratisch karakter. Spreker nam het
maximum van 25.000 uit zijn amendement terug.
De heer Van Karnebeek (V. L.) betoogde
dat de Kamer thans monnikenwerk deed. Hij gaf in
overtveging, dé beraadslaging over de wetsontwerpen
te schorsen, totdat de Kamer kent het advies der com
missie van voorbereiding over de belangrijke amende
menten van den heer Lohman.
De heer Nolens (R. K.) had tegen terugwijzing
naar de commissie geen bezwaar, als de Kamer er
tevreden mede is, als de commissie Dinsdag kort haar
oordeel geeft. Na vrij uitvoerige discussie besloot de
Kamer, op voorstel van den heer van Karnebeek,
Dinsdag a.s. niet te vergaderen. Alsdan zal de volle
dige commissie van voorbereiding bijeenkomen, om
overleg te plegen over de amendementen-Lohman.
Dit besluit werd! daarna met algemeene stemmen
genomen.
De vergadering werd verdaagd tot. Dinsdagavond1 8
uur.
EEN DIAKEN, DIE NIET TER KERK GAAT.
Het classikaall bestuur van Zutphen heeft beslist
dat het bezwaar van1 eenige leden der Ned. Herv. Ge
meente te Ilaarloo, waarin zij verzoeken den benoem
den diaken B. J. Timmerije niet als lid' van den kerko-
raad toe te laten, daar hij gedurende de ongeveer vijf
jaren, dat hij te Haarloo woont, in het geheel slechts
viermaal ter kerk is geweest, geldend is, zoodat B. J.
Timmerije niet als diaken kan worden bevestigd.
DE* PAPENDRECHTSCHE ZAAK.
Door tal van ingezetenen te Papendrecht wordt
aan de verdedigers in de Papendreohtsche zaak een
huldeblijk aangeboden voor hetgeen zij in deze zaak
hebben gedaan.
Mr. Dicke krijgt een blauw kristallen kaarteneoupe,
in zilver gevat, uitgevoerd in empire-stijl.
Prof. Van Hamel en de heer Van ÏÜk wordt leder
een compleet schrijfgarnituur vereerd, uitgevoerd in
zilver, eveneens in empire-stijl.
UIT HENSBROEK.
Onder voorzitterschap van deni heer C. Wit verga
derde Vrijdagavond bij den) heer Gunder de Land
bouw- en IIa ndelsverconigitig HensbroekObdam.
De bijeenkomst was flink bezocht.
Na opening met een welkomstwoord1 en voorlezing
der notulen 'kwam in bespreking de aanvang der vei
lingen door deze vereeniging gehouden aan het station
Obdam. Nadat twee datums waren' opgegeven werd
bij stemming besloten dat de aardappelveilingen zul
len aanvangen op 18 Juni en zoo vervolgens tot nade
re aankondiging op alken Dinsdag en! Vrijdag des
morgens te half tien. Nu volgde verpachting van
het grasgewas op het veilingsterrein; ingekomen wa
ren 5 biljetten, bij dé opening bleek, de heer J. Muns
ter te Obdam de hoogste inschrijver.
Nadat door het bestuur prijsopgaaf was gevraagd
omtrent aardappelzakken werdl besloten 1500 dezer ba
len te betrekken van den heer Baldér te Alkmaar te
gen 11 per honderd.
Goedgevonden werd! het bezorgloon der manden te
verhoogen tot 5.
Benoemd werd tot afslager der vereeniging de heer
D. Stapel te Hensbroek.
In verband met het vroeger genomen besluit tot
oprichting van een geheel nieuw veilingsgebouw op
het terrein) van de Hall. IJ. Sp. Maatsch, werd door
het bestuur medegedeeld, dat tot nog toe op een desbe
treffend verzoek aan de Maatschappij geen antwoord
is ingekomen.
Met het oog op de sorteering der aardappelen werd
besloten de artikelen van het reglement, daarop be
trekking hebbende, streng te handhaven.
Als kosten van afslag zal weer 2 worden gehe
ven. Hierna rondvraag en sluiting.
UIT BERGEN.
Geslaagd voor de acte onderwijzeres mej. P.
Oldenburg, alhier.
A.
UIT WEST-GRAFTDIJK.
In de Starnmeer, gemeente Graft, heeft zich een ge
val van roodvonk voorged'aan bij een schoolgaand
kind.
UIT SCHOORL.
Ter gelegenheid van dé Paardenmarkt zal er een
landbouwtentoonstelling worden' gehouden, waarvoor
een zeer bevredigende aangifte is. Immers 33 num
mers zijn er in de rubriek paarden, 20 in dé rubriek
rundvee, 12 in de rubriek wolvee, en 34 in de rubrie
ken pluimgedierte en konijnen.
De tentoonstelling wordt Maandag om elf uur ge
opend. Zij zal zich ongetwijfeld in een druk bezoek
mogen verheugen.
KORTE BERICHTEN.
B. en W. van Schiedam hebben den gemeente
raad het voorstel gedaan tot aankoop Van eeni auto-
stoombrandsipuit waarvoor zij een crediet vragen van
10.500.
De voorzitter van de commissie van beheer der
Ger. kerk te Rotterdam heeft van iemand, die onbe
kend wenscht te blijven 5000 ontvangen voor den
bouw van een Nieuwe Kerk.