DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Inmaak-cursus.
Alles Eleclrisch!
No. 140.
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
ZATERDAG
15 U N I.
BIJNSEMAM».
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Zij, die zich met 1 Juli
op dit blad abonneeren
ontvangen de tot dien datum ver
schijnende bladen gratis en franco.
DE UITGEVERS.
Aan de Alkmaarsche Huishoud
school wordt een inmaakcursus ge
geven gedurende zes lessen. Les
geld f 6.per cursus. De cursus
vangt aan 25 Juni.
Aangifte tot 22 Juni.
Inlichtingen
trice
verstrekt gaarne de direc-
M. W AKBE1TEB
ALKMAAR, 15 Juni.
Onlangs vestigden we op een klein handig boekje,
dat ons door de uitgevers van Mantgem en de Does
te Amsterdam ter aankondiging was toegezonden, de
aandacht, ons voorbehoudende er nader op terug te
komen. Waar toch te Alkmaar binnen korten tijd elec-
triciteit op ruime schaal voor lieht of kracht zal
kunnen worden aangewend, daar mag men belang
stelling verwachten voor „een gids voor leeken," zeer
vrij bewerkt naar een bekroonde Duitsche uitgave
door den heer L. A. S. Rosman, electr. ing.
Voorop wordt in dit werkje, hetwelk de pakkende
leuze „Alles electrisch!" tot titel draagt, de stelling
gezet, dat de electriciteit den begenwoordigeu tijd be-
heerseht, dat deze wondere natuurkracht, welke in
zulk een korten tijd haar zusteren op zijde wist, te
dringen, een eerste plaats wist te bemachtigen. En
dan wordt do vraag gesteld en beantwoord, hoe het wel
zou komen, dat in de steden, zoowel als op het platte
land, het aantal electriciteits-verbruikers zoo reusach
tig toeneemt, zoo de toepassing der electriciteit niet
economisch ware.
Bij de behandeling der verbreiding en het wezen
der electriciteit worden uitvoerig' de gevaren van den
eleetrischen stroom besproken. En volkomen terecht.
De angst voor kortsluiting toch is bij leeken zeer
groot. Kaar de schrijver aantoont is die vrees verre
van gegrond. De kortsluiting in een electrische in
stallatie vergelijkt hij met een huisbreuk der gas- of
waterleiding.
Evenals gas of water bij onbeschadigde buizen
slechts in geringe en beperkte hoeveelheden uit een
kraan stroomen kan, zoo kan door de electrische lei
dingen, die b.v. een gloeilamp voeden, in normale om
standigheden slechts die stroom vloeien, welke de
uiterst dunne gloeidraad doorlaat. Indien echter in
't eerste geval- de buis lek wordt of stukspringt, zal
het gas of het water in een overweldigende hoeveel
heid op de foutieve plaats uit de buis storten. Bij
kortsluiting nu wordt b.v. door beschadiging der
isolatie van de draden aan den eleetrischen stroom,
in plaats van den weg met grooten weerstand door de
gloeilamp, een weg geopend met misschien duizend
maal minder weerstand, en wel door onmiddellijk con
tact der koperkernen der beide toevoerdraden.
Onder hevige vuur- en vonkverschijnselen stormt de
electriciteit in groote hoeveelheden door de kortslui
tingsplaats, terwijl tegelijkertijd de reusachtige stigjom
in de toevoerdraden datgene bewerkt, wat eerst de
zwakke normale stroom slechts in den gloeidraad kon
tot stand brengen; de draden worden, over de geheele
lengte gloeiend en geraken in brand. In electrische
installaties, nauwkeurig uitgevoerd volgens de beken
de voorschriften van het Koninklijk Instituut van In
genieurs of volgens de installatie-voorschriften eener
gunstig bekend staande centrale, is kortsluiting vrij
wel buitengesloten. Zou deze evenwel toch optreden
wet b.v. wel voorkomt binnen in de tegenwoordig
veel gebruikte metaaldraadlampen dan zorgen de,
op een marmeren schakelbord aangebrachte z.g. smelt-
veiligheden er voor, dat door het tijdig cloorsmelteD
van daarin aangebrachte, uiterst duune, zilverdraad
jes. de leidingen geheel stroom- en spanningloos ge
maakt worden, nog vóór de hevig toenemende stroom
tijd en gelegenheid gehad heeft, de electrische leidin
gen te verhitten en te doen ontbranden.
Ten bewijze, dat electrische verlichting beslist
brandveiliger is dan petroleum- of gaslicht^ haalt de
schrijver de „Amsterdamsche Annalen," orgaan der
Vereenigiug van ter Amsterdamsche Beurze verte
genwoordigde Brand-assuradeuren aan, waarin
maandelijks statistieken worden opgenomen van
branden in ons land, welke een schade van 300
te boven gaan. In het jaar 1906 hadden 1500 branden
plaats, waarvan er slechts één door electriciteit werd
veroorzaakt en door petroleumverlichting, lucifers,
gaslicht, gasontploffing en kaarsen 118 ontstonden.
Door algemeeue invoering van electriciteit voor
verlichting zou het aantal branden met ongeveer 7V2
procent verminderd kunnen worden.
Ook leert de statistiek, dat het persoonlijk gevaar
bij het gebruik van electriciteit zeer veel geringer is
dan bij gas- of petroleumverlichting.
Terwijl er in Duitschland blijkens de Ongevallen
statistiek over 1909 daar in woonhuizen geen enkel
ongeval veroorzaakt werd door electriciteit, kwamen
cr niet minder dan 145 lichtgasvergiftigingen, 58
lichtgas-explosies en 145 aan petroleum te wijten on
gevallen voor.
Niet miuder sprekend zijn de cijfers welke zijn ont
leend aan de Ongevallen-statistiek, samengesteld door
het Centraal bureau voor de statistiek in ons land. Zij
zeggen dat de invoering van electromotoren in een be
drijf het gevaar voor de arbeiders aanmerkelijk ver
mindert.
Vervolgens wordt in het boekje uiteengezet, dat
electrisch licht onvoorwaardelijk goedkooper en veili
ger is dan kaarsen-, petroleum- of acetyleenverlichting
en dus liet prijsverschil van gas- en electriciteit in de
meeste gevallen zoo gering is, dat electrische verlich
ting de voorkeur verdient.
Ongetwijfeld zijn de meeste menschen wel hiervan
doordrongen, maar stuit hun voorkeur voor electrici
teit af, op het financieele bezwaar, dat een electrische
installatie nog altijd' duurder in aanleg is (circa 25
dan een gelijkwaardige gaslichtinstallatie.
Het spreekt wel vanzelf, dat wij niet alles kunnen
aanhalen, hetgeen in dit werkje besproken wordt.
Over de electriciteit in het woonhuis, in den winkel,
in het magazijn, in het restaurant en in liet hotel is
trouwens, ook in, dit blad, reeds meer dan eens iets
medegedeeld. Maar wel mag deze raad hier wel even
worden weergegeven, dat uien, indien men electrisch
licht in zijn woonhuis neemt, verstandig doet met zich
tot een ervaren installateur te wenden, die zich niet
alleen belast met de technische uitvoering der instal
latie, maar ook in staat is goeden raad1 te geven om
trent dp juiste plaatsing en de vereisclite kaarssterk^e
der lichtpunten, daar men anders de kans loopt, dat
hierin vele fouten worden gemaakt.
Hoe het hier in Alkmaar met de installatie zal gaan
is ons nog niet bekend. Maar wel is het waarschijn
lijk dat velen met de toepassingen van de electriciteit
te maken zullen krijgen, die er tot dusverre natuurlijk
niets mee noodig hadden.
liet behoeft ons dan bijv. ook niet te verwonderen,
dat, zoodra er te Leeuwarden sprake was van den
bouw van een electrische centrale, in de Openbare
Leeszaal en Boekerij de vraag naar boeken over elec-
t'/O-techniek in erge mate toenam.
„Vele klei tl-i ndustri eelen zoo staat er verder in
een artikel „de beteekenis der Openbare Leeszaal- en
Bibliotheek voor de technische ontwikkeling van ons
volk," dat voorkomt in „de Boekzaal" wensehen
voordat ze eventueel tot aanschaffing van electrische
drijfkracht besluiten, eerst nog eens de voor- en na
deden van de verschillende soorten van mechanische
beweegkracht na te gaan en om hierover het een en
ander te lozen, is de leeszaal het adres."
En de eminente voorzitter van de centrale vereeni
giug, het kamerlid dr. I). Bos, zeidc verleden jaar in
een rede over „de beteekenis der openbare leeszalen
en bibliotheken voor de technische ontwikkeling van
ons volk: „k'u hebben wij in „de Boekzaal" kunnen
lezen een heel merkwaardig en interessant feit, dat
ook te verwachten was, n.l. dat in die plaatsen, waar
een electrische centrale is gekomen tegelijkertijd in
de leeszaal buitengewone belangstelling is gekomen
voor alles wat op elektrotechniek betrekking heeft.
Tal van personen, zooals timmerlieden, loodgieters,
mensehen, die op de oen of andere wijze met de elec
trische geleidingen in aanraking komen, beginnen dan
de boeken over electrotechniek in de leeszaal te raad
plegen, zoodat die bijna voortdurend] zijn uitgeleend.
Zij maken er studie van en trekken er groot nut uit."
Wij twijfelen er niet aan, of het bestuur der Alk
maarsche Openbare Leeszaal en Boekerij zal er wel
naar trachten, dat er over het onderwerp „electrici
teit" lectuur voor belangstellenden aanwezig is.
En omgekeerd weten de belangstellenden, dat zij ge
bruik kunnen maken van de diensten van de Openba
re Leeszaal en Boekerij.
Keereu wij na dit kleine uitstapje tot het boekske
terug. Erg aardig lijken ons de voorbeelden, welke
de schrijver geeft over de electriciteit ten dienste der
handwerkslieden en van het kleinbedrijf. Hij gaat na
welke voordeelen en besparingen electro-inotoren ge
ven ia een bakkerij, in een vleeschhouwerij, in een
meubelmakerij, in een smederij. Voor werkplaatsen,
zegt hij, die reeds dcor een gas- of anderen motor ge
dreven worden, is het in rele gevallen voordeeüger, de
kleine arbeidswerktuigen, die maar zelden gebruikt
worden, van de gasmotortransmissie af te koppelen,
en ze ieder een afzonderleken electromotor te geven.
Een alphabetische lijst van het benoodigde vermogen
in 1'. K. voor verschillende arheidswerktuigen (Band-
zaag, boormachine, cirkelzaag, draaibank, hamei',
naaimachine, pomp etc.) geeft hier gewenschte in
lichtingen.
Ook wordt nagegaan welke werktuigen in het land
bouwbedrijf in aanmerking kunnen komen om elec
trisch te worden aangedreven.
De slotsom van den schrijver is, dat de electriciteit
haar kinderschoenen ontwassen is, een gezonde, krach
tige. volwassen persoonlijkheid is geworden, die een
schitterende toekomst tegemoet gaat.
In haar diient men vertrouwen te hebben, de dwaze
vrees voor kortsluiting dient te worden overwonnen,
de oude sleur van het lichtgas en de petroleum ter zij
de gesteld.
Al mag men misschien niet dadelijk „alles elec
trisch maken, men zal toch, door electriciteit voor
verlichting of voor kracht te bezigen, de eerste schre
den doen op den weg, die veel aangenaams biedt en
tot voordeel leidt.
TWEEDE KAMER.
Aan de orde was het advies van de Commissie van
oorbereiding over de wetsontwerpen tot regeling der
arbeiders-ziekteverzekering met betrekking tot. het
geen h. i. geschieden moet met de amendementen-
Roodhuyzen.
De lieer Kol ens (R.-K.), voorzitter der commis
sie, zei, dat de meerderheid daarvan tegen verzending
der amendementen naar de afdeelingen is. Alleen vat.
den heer Lobman kon een nadere toelichting, verdedi
ging en overleg met de commissie verwacht worden.
De heer Roodhuyzen achtte zich niet verplicht de ver
(lediging van de amendementen te voeren.
De lieer Goeman Borgesius (U.-L.) kriti
seerde de houding van de commissie, die onder den in
vloed van der heer Lohinan zichzelf en de Kamer
voor de natie belachelijk maakt. De zeer sterke argu
menten, die de commissie gisteren voor afdeelirigson-
derzoek heeft aangevoerd, blijven gelden. De heer
Roodhuyzen kan ook niet elk detail voor zijn rekening
nemen, als de heer Lohman zelf erkent, dat de details
wijziging behoeven. Bovendien moest de heer Rood
huyzen door ernstige ziekte van een familielid de stad
verlaten. Waren de amendementen niet overgenomen,
dan zouden de denkbeelden later toch opnieuw in
amendementen zijn opgedoken. Spr. kritiseert nader
het beleid van den heer Lohman en van de commissie.
Ook de heer Drucker (V.-D.) deed dit. Men
zou met het sectieonderzoek althans een vruchtbaar
resultaat gehad hebben. Nu zal de behandeling van
ue wet niet alleen lijden onder de beheersching der dis
cussie door de amendementen, doch ook onder de in de
j Kamer gewekte stemming. S-pr. hoopty dat de com
missie op haar besluit zal terugkomen.
De heer Troelstra (S. D. A. P.) verweet
I den heer Lohman tegenstrijdigheid tusschen de intrek-
king zijner amendementen en zijn erkenning, dat met
tie Radenwet niet kan worden voortgegaan, zonder dat
de Kamer zich een grondige opinie heeft gevestigd
over de amendementen. De Kamer in haar groote
meerderheid wil het stelsel-Lohman overwegen en de
j heer Roodhuyzen heeft daarom zijn plicht gedaan. Do
behandeling, niet de verdediging, der amendementen
weegt hier. De amendementen blijven anders toch.
Spr. waarschuwt de meerderheid) voor haar machtspo
litiek.
De heer Roodhuyzen (U.-L.) wees er op, dat
hij niet in de secties aanwezig had kunnen zijn, als
men tot afdeelingsonderzoek zou hebben besloten. Bo
vendien had hier de commissie de leiding moeten heb
ben. Spr. richt zich nader tegen den heer Lolnnan en
de meerderheid, terwijl hij waarschuwt tegen de ver
antwoordelijkheid, die deze op zich neemt.
De heer De Savornin Lohman (C.-H.)
zei, dat het onmogelijk is geweest vóór de indiening
zijner amendementen met deu minister te eonfereeren.
Hij lichtte toe, wat zijn bedoeling met de indiening
tijdens de behandeling der Radenwet is geweest en
ontkent, dat zijn voorstellen een geheel nieuw stelsel
inhielden. Bij eventueel afdeelingsonderzoek zouden
er tal van quaesties rijzen betreffende de Ziektewet en
niet betreffend© de organisatie. Men zou een lang
durige behandeling krijgen; de Radenwet zou niet af
gehandeld worden. Spr. dichtte het standpunt van de
rechterzijde in deze toe. Aan de rechterzijde werd voor
de amendementen als voor een struikelblok gevreesd;
anderen wenschten niet over de organisatie te beslis
sen; er werden fouten in de amendementen opge
merkt. Toen heeft hij deze ingetrokken. Tegen sec
tieonderzoek van de sedert door den heer Roodhuyzen
overgenomen amendementen blijven dezelfde bezwaren
gelden. Spr. zou ook tegen onderzoek van de amen
dementen geadviseerd hebben, toen die nog op zijn
naam stonden. Zijn denkbeeld is in de Radenwet niet
te belichamen.
De heer A a lb er se (R.-K.) zei, dat ook gisteren
leden van de rechterzijde tegen afdeelingsonderzoek
gestemd zouden Hebben. De heer Lohman had in
strijd met de ratio van bepalingen van het Reglement
x irii Orde gehandeld.
De. heer Nolens verdedigde de rechterzijde te
gen de besehuldiging van partijoverwegiugen. Het
ging hier voor de commissie om de wijze, waarop do
amendementen waren ingediend. Het was niet meer
dezelfde zaak geworden daardoor.
De heer Van Karnebeek (V.-L.) wees er op,
dat de eindstemming over de Radenwet eerst volgt nil
behandeling van de Ziektewet. Men kan dus niet zeg
gen, da't na verwerping van de Radenwet nog een
Ziektewet mogelijk is. Voor een degelijke behande
ling der Radenwet is noodig, dat men het vóór en te
gen van de amendementen kent. Spr. stelde voor de
amendementen-Roodhuyzen naar dé afdeelingen te
zenden. Hij merkte nader op, dat, de behandeling van
de Radenwet inmiddels moet worden geschorst.
De heer Van Ids in ga (C.-H.) was van den
aanvang tegen sectie-onderzoek. De grootste fout
was, dat men ook de behandeling van de Radenwet
schorste. Wil men nu ook opschorting, dan moet het
in de motie staan. Spr. zal echter tegen sectie-onder;
zoek stemmen, waarvan hij geen nut verwacht.
Luid geroep rechts: Stemmen! Stemmen!
De voorzitter: Het woord is aan den heer
Goeman Borgesius. (Rumoer).
De heer Roodhuyzen (U. L.) De rechterzijde
gaat koffiedrinken. (Gelach).
Er is een hevig rumoer in de Kamer, overdaverd
'oor 't hameren van den voorzitter.
De heer Borgesius vraagt om thans te
zeereu; er komen nog meer sprekers,
links).
De voorzitter: Er heeft zich
aangemeld.
De heer Schaper (S.-D.): Ik!
De voorzitter: Dan schors ik de vergadering.
(Luid gejubel liuks).
De heer Thomson (U. L.)De school gaat uit!
Na een pauze van een half uur verweet de heer
Gooman Borgesius den heer Lohman en de
rechterzijde gehoor gegeven te hebben aan overwegin
gen van partijpolitiek. Afdeelingsonderzoek en in
middels voortgaan met de Radenwet is niet aanbeve
lenswaardig. Spr. richtte zich opnieuw tegen het be
leid \*an de commissie. Uit de verklaring van den
lieer Aalberse is het te duidelijker geworden, dat gis
teren wel tot sectie-onderzoek zou zijn besloten.
De heer S c h a p e r (S. D. A. P.) wees er o.a. den
heer Lohman op, dat hij niet had kunnen verwachten,
lat zijn voorstel dadelijk in het openhaar behandel!
zou worden. Spr. verzocht aan de commissie, alsmtg
tot sectie-onderzoek te adviseerCn.
De heer Roodhuyzen zei, dat hij de amende
menten als bona fide-votirsteller en met den steun vajn
de eerste mannen van links zal verdedigen.
liet debat werd ge-sloten en het voorstel-vaKarnt
boek verworpen met 50 tegen 36 stemmen, rechts it
pau-
(Tustemming
nienfand meer
gen links.
Tee* de heer
kerzijde.
De heer D u
te weten komt!
Kuyper tegen stemde, joelde de lir,
Standaard"
.y s (S.-D.): Als dat „Di
(Groote vroolijkheid.)
Vervolgens werd de beraadslaging voortgezet vei
art. 132 van het wetsontwerp omtrent de militair»
rechtspleging.
De r e g e e r i n g 8-c o m m i s s a r i 8, de heer
Dresselhuys, verdedigde de gemengde militaire recht
spraak tegenover den heer Duymaer van Twist. Vol
gt-os de nieuwste wetenschappelijke opvattingen is de
beste rechtspraak die van leeken, tezamen met juris
ten. Door het voorstel der regeering werd een even
wicht verkregen tusschen het recht en het militair be
lang.
De minister van oorlog wees er op, dat het
enige doel der regeering is geweest te waken voor de
instandhouding van het militaire recht. Spr. kwam
°t' tegen de uitlating van den heer Hugonholtz als
zouden de militaire rechters onbekwaam, onzelfstan
dig en partijdig zijn.
De heer Hugonholtz maakte een enkele op
merking over do positie van den regeeringscommis-
saris.
Na nog eenige discussie werd de beraadslaging ge
sloten in art. 132, alsmede enkele volgende aange
nomen.
Bij art. 115 der wet lichtte de heer Van Hamel
zijn amendement toe om, voor de aanstelling om een
fiscaal bij den krijgsraad voor de zeemacht, te Am
sterdam ook de keuze tehebben op een officier, daarbij
vasthoudend aan den eisch van het doctoraat in de
rechtswetenschap. Het geval ia echter denkbaar, dat
bepaaldelijk onder de officieren van administratie én
wegens hun opleiding èn wegens hun ervaring een
uitmuntend fiscaal te vinden is.
De stemming over het amendement en het artikel
zal plaats hebben Dinsdag a.s.
De volgende artikelen werden z. h. st. aangenomen.
De voo rzitter zei dat het zijn voornemen is
de eindstemming Donderdag 20 dezer te houden.
I)e vergadering werd hierna om 5 uur verdaagd tot
Dinsdagochtend a.s. 11 uur, waaneer voortgogaan
wordt met de behandeling der Radenwet.
VREDESCONFERENTIE.
De Nederlandsche commissie van voorbereiding
voor de derde vredesconferentie heeft in de verleden
week gehouden bijeenkomst zich bezig gehouden met
de door Nederland zelfstandig, of in het algemeen op
zijn programma te plaatsen onderwerpen. Het inter
nationaal comité uit de verschillende staten zal in
1913 definitief het programma vaststellen voor de
conferentie, welke niet voor 1915 zal bijeenkomen.
DE STATENLEDEN VAN NOORD-HOLLAND.
Mr. J. \V. Losccaat Vermeer, president der recht-
bank en lid) der Provinciale Staten te Haarlem, heeft
zich aangesloten bij dw afdeeling Haarlem van den
Vrijz.-Dem. Bond. Dientengevolge stijgt het aantal
V.-D. Statenleden van Noord-Holland tot 9, tegenover
33 unie- en vrije liberalen, 9 sociaal-democraten en 26
leden van rechts.
Geiueugd nieuws.
VAN TEXEL.
In de duinen op Texel is, onder hooge heide, hot
nest gevonden van een torenvalk met daarin vier eie
ren. Dit is wel eene zeldzaamheid, daar de torenvalk
toch nestelt in oude gebouwen, molens of hoog ge
boomte. Een bewijs dus, dat de vogels zich, bij gebrek
anti geschikte nestgelegenheid zeer goed weten te be
helpen. Enkele binnen- cn bnitenlandsche ornitholo
gen, wien het nest werd getoond, verklaarden een der
gelijke afwijking nimmer te hebben wanrgenomen.
BEHEKST!
Te Heesselt, (gem. Varik) is door den gemeente
veldwachter proces-verhaal opgemaakt tegen 4 perso
nen, die een man gebonden op een kruiwagen tegen
zijn wil vervoerden naar de woning eener zieke vrouw,
die, naar het heette, door hem behekst was.
Ds. EWOLDT.
Bij het vrijsprekend vonnis in die zaak-Ewoldt over
woog de rechtbank te Iloerenveen o.m. dat bij het ter
terechtzitting gehouden onderzoek niet uit wettige be
wijsmiddelen do overtuiging is geput, dat. de beklaag
de het hem hij de dagvaarding ten laste gelegde heeft
gepleegd en is daarbij bepaald, dat de kosten door be
klaagde geiTfihikt tot schadeloosstelling van deskundi
gen hem door den Staat zullen worden vergoed tot
een bedrag van 128.32.
INBREKERS BETRAPT.
Gisternacht betrapte de veldwachter te Sassenheim
twee inbrekers, die waren binnengedrongen in het
kantoor van de bloembolJenhandelaars R. aldaar. Hij
slaagde er in een der inbrekers onder bedreiging met
zijn revolver, te arresteeren en in bewaring te stellen.
De andere inbreker had per fiets de vlucht genomen,
doch werd nu door den veldwachter, eveneens per
fiets, nagezet. Toen hij hem bijna had ingehaakt, liet
de inbreker zijn fiets in den steek en wist, door over
een sloot te springen, te ontkomen.
De gearresteerde bleek te zijn een recidivist, en
thans te Rotterdam woonachtig.
Beiden waren per fiets gekomen en van inbrekers-
werktuigen voorzien.
KORTE BERICHTEN.
De woning van den a r bei der F. Iloekstein, te
Onna, staande aan den rijksweg naaT Steenwijk, stort
te gistermiddag plotseling onder vreeselijk gekraak in.
Alleen een paar muren bleven staan. Een wonder mag
het lieeten, dat de vrouw en twee kinderen, die thuis
waren, ongedeerd bleven.
Hoewel de heer P. Varekamp, arts te Zandvoort.
uitdrukkelijk verzocht had dit niet te doen, werd hem
Donderdagavond door de muziekvereeniging Harmonie
een serenade gebracht naar aanleiding van aujn vrij
spraak door de 1 laarleuvsche Rechtbank in de bekende
liphtheriequaestie. De heer C. Kruysmulder voerde
het woord en wenschte den heer Varekamp geluk.
Op den hoek van de Regentesselaan in deu Haag
is gisteren een meisje met een rijwiel tegen een
vrachtwagen aangereden, met het gevolg, dat zij een
achterwiel van den zwaar beladen wagen over het li
chaam kreeg. Nadat de dokter van den gemeentelij-
hen eerste-hulpdienst haar ter plaatse geneeskundige
hulp had verleend, werd zij met de auto van dien
dienst naar Bronnvo vervoerd, waar het meisje over
leden is.
UIT EGMOND AAN ZEE.
Gisteravond had in het Kurhaus de algemeene ver
gadering van de tentoonstellings-eommissie plaats.
De voorzitter, de heer A. C. Bos, wees er in zijn
"peuingswoord op, dat de heeren allen langs den weg
waren gekomen die tot dusverre steeds in desolnten
toestand verkeerde, maar thans aanzienlijk verbeterd
is. Veertien, vijftien jaar was men tevergeefs bezig
geweest, oin die verbetering aan te brengen, den nieu
wen burgemeester echter was het gelukt haar binnen
enkele weken tot stand te brengen. Spreker bracht
een geestdriftig woord van hulde aan den heer Eijnta,