DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het grootste Waddeneiland. No. 146 Honderd en veertiende Jaargang. \M2 ZATERDAG 22 U N I. Gemeenteraad van Alkmaar, Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl, Afzondei lijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Zij, die zich met 1 Juli op dit blad abonneeren ontvangen de tot dien datum ver schijnende bladen gratis en franco. DE UITGEVERS. VERGADERING van den op Woensdag 30 Juni 1913, 's n.iu. 1 uur. Punten van behandeling: 1. Vaststelling der notulen van de vorige vergade ring. Mededeelingen. Ingekomen stukkeu. 2. Voorstel van B. en W. tot onderhandsche verhu ring van grondi (Bijlage no. 50). 3. Alsvoren, tot het doen verbetereu van de lokalen waarin het personeel der oplitie is gehuisvest (Bijlage uo. 51). 4. Alsvoren, tot benoeming van een lsteu opzichter bij de gemeentewerken (Bijlage no. 53). 5. Alsvoren, tot het aangaan van een' ruiling van grond met het Rijk (Bijlage no. 54). 6. Alsvoren, tot het aangaan eener tijdelijke geld- leening, tot afsluiting van den dienst 1911. (Bij lage no. 55). 7. Alsvoren, tot het déein van af- en overschrijvingen op de gemeentebegrooting, dienst 1911. 8. Alsvoren, tot wijziging van de verordening om trent het toelaten van kinderen uit buitengemeen ten op de openbare lagere scholen (Bijlage no. 56.) 9. Alsvoren, tot herziening van de jaarwedden van de onderwijzers (Bijlage no. 57). ALKMAAR, 22 Juni. „Jjjja, Jjja." Zoo klonk het keer op keer uit den mond van den koetsier der diligence tusschen Oudeschild en den Burg, die zijn buspaardenl mende met een bravour als of hij Sam Weller was en een vurig span coach-horses had1 te besturen. Wij hadden, daar het ons binnen-in met veel men sehen in een beperkte ruimte weinig aanlokkelijk leek, boven op de bus plaats1 genomen en smaakten daar door het voorrecht, van uit de hoogte op Texels ei genaardig schoon te mogen neerzien en tevens te kun nen luisteren naar het gezellige gepraat van dezen ouderwetschen koetsier, die, als hij niet floot om den weg vrij te krijgen, schreeuwde tegeni zijn paarden of tegen de staanblijvende en voorbijgaande menschen en onder de hand' nog gelegenheid! had een passagier be zig te houden. Zeventig jaar was hij nu. Maar hij voegde er da delijk aan toe, dat hij wel' twintig jaar wilde wezen. .Natuurlijk vraagt men dan belangstellend „waarom?" in de verwachting, dat die grijsaard, die den levens weg al een heel eind1 heeft afgelegd, zal vertellen, hoe liij zijn leven zou inrichten, zoo hij als jonkman weer herbeginnen mocht. 't Antwoord luidt: ,,'t Staat me nog al goed an, .jjja, jjja Negen en veertig jaar is hij nu als knecht aan den omnibusdienst verbonden en volkomen tevree met zijn lot. Zaterdags had hij altijd) zijn geld gevangen en de zorgen waren voor den patroon. Nog altijd stond hij van 's morgens vier uur tot 's avonds in de schoenen. En hij hoopte, dat hij het zoo nog twintig jaar zou mogen volhouden. O, oude menschen waren er genoeg op het eiland. Verscheidene warenl er van 80, 90, 95 jaar. Eens was er een oude man „van deur gegaan", die 99 jaar en 11 maanden was. Dat vond onze koetsier doodjammer een honderd jatige te hebben gehad, dat was voor zoo'n eiland wat mooi. Eerlijk gezegd) wij verdenken den ouden maar nog levenslustigen Jan sterk, dat hij in dit opzicht Texel's trots wil worden! Al pratendl en luisterend) gaven wij echter ook onze oogen den kost. Waren we niet gekomen om Texel te bezichtigen en was de tweedaagsehe excursie van de Alkmaarsche afdeeling der Nederlancteche Heidemaat schappij niet een mooie gelegenheid! om te vol doen aan den reeds lang gekoesterde n wenscb, om dien eersten schakel aan de keten, welke zich uit strekt van Noordhollands noordkust tot Jutlands westkust, eens te aanschouwen. Wij, Nederlanders, kennen onze eigen eilanden in den regel het slechtst. Borkum, NTorderney, Wight dat is iets anders. Marken dat trekt nog als bewaar plaats van merkwaardigheden op het gebied' van klee derdrachten en gewoonten. Maar de Waddeneilan den? En toch is Texel overwaard bezocht te worden het valt dan ook te betreuren, dat slechts zoo weinig leden aan deze excursie hebben deelgenomen. Mocht de afdeeling een volgend! jaar nog eens een dergelijke studie- en vermaaktocht organiseeren, dan zullen er ongetwijfeld heel wat meer personen meegaan. Wanneer men na een aardig zeereisje van een half uur boven op de omnibus geklommen is en de paarden hebben schoft-striemend! den heuvel beklommen, die euphenqistisch Hooge Berg heet, dan heeft men al da delijk een prachtig panorama over het eiland. Hoe geheel anders had men het zich voorgesteld! 1 Hier drijven de mooie wolken boven het Hollandsche pol derland, afgesloten door ®pni massieven dijk, ginder vertoont het landschap den vriendelijken glans van de rose hei, verder op ontwaart men den lichten achter grond van het duinzand, dat kleurig afsteekt bij de rest. Soms is het of men in een veenland is, maar tusschen de bruine zooden dijkjes, welke dienen ter af schutting van het land en ter beschutting van de schapen, die er in ontelbare hoeveelheden grazen, dui ken dan plotseling de steeds breeder wordende stroo- ken groen land op, zoodat de typische dijkjes bijna ge heel verdwijnen. De hofsteden en woonhuizen zijn allen even kleurig, maar ook allen even net. Als gehalveerde boerenwo ningen zien de schapenkooien er uit, welke hier en daar zijn opgesteld! en de schapen tot onderdak die nen. Al die schapen zijn een bron van welvaart en soms van vreugde, immers een zwart schaap, dat men in het rijtuig voorbij komt geeft naar het oude Texelsche gebruik hetzelfde recht aan den jongeling als de ma retak op een Engelsch Kerstfeest. De beteekenis der schapenteelt blijkt op dezen marktdag in de hoofdplaats dent Burg. Als de, diligence vlak bij de markt stilhoudt is het daar een drukte van belang. Meer dan tweeduizend1 lammeren laten hun akelig geklaag hooren. Zij zijn voor het eerst van de moe derschapen weg, om verkocht en gemerkt en over en kele dagen geleverd te worden. Ze zijn tot dusverre gewend geweest in de ruimte te huppelen op de dui nen, op de polders ent nu zitten ze na een tocht op een wagen eng in de tjokvolle hokken. Voordat ze het ei land verlaten om naar Londen ta wordten getranspor teerd Texel voert er jaarlijks 40.000 uit en als men weet, dat ieder lam gemiddeld 12 opbrengt, krijgt men eenig denkbeeld van de schapenteelt gaan ze voor een paar dagen near de wei of het duin terug. In den namiddag waren we in de gelegenheid' zulk een terugkeer van de markt bij te wonen. Welk een zielig gezichtDe moederschapen herkennen de ge merkte lammeren, die bovendien een bijzonder lucht je hebben meegenomen, niet meer, willen niets van hen weten. Wanneer de lammeren naar de schapen toehuppelen, worden ze telkens en telkens afgestooten en uren kan het soms duren, voordat ze weer worden herkend en aangenomen helaas is de vereeniging voor korten duur. Als een oase in de marktwoestijn is er een klein, rus tig en aangenaam parkje. Hoe druk het verkeer in de te nauwe straten is, blijkt hetl best hieruit dat op een hoekpunt een brigadier der veldwacht staat, die met zijn krom houten pijpje het verkeer dirigeert naar den trant van een Londeuschen bobby alleen wat gemoedelijker Den Burg is eeni plaatsje zooals men op Texel niet had verwacht. Trouwens wie zou er op dit eiland! 7 Herv., 5 R. K., 4 Doopsgez. en 1 Geref. kerk, 11 openbare en 1 bijzondere school, 2 algemeene en 1 bijzondere bewaarschool hebben vermoed'? Hotels zijn er, zooals men tevergeefs in steden van 20.000 inwoners zoekt. Auto's brengen) u langs de lange wegen een heet er typisch „gebed zonder end" en er is een stalhouderij met uitnemende landauers en kloeke paarden. Maar wie Texel's schoon wil bewonderen, moet tegen een ferme wande ling niet opzien. Meer dan vier uur achtereen heb ben we onder de deskundige leiding der beide houtves ters, de heeren Epe en van der Craats, rondgedocjld in de duinen, om te zien hoe de Staat daar de vast legging en ontginning ter hand! neemt. Die beide heeren stelden zich welwillend! ter beschikking van de excursisten en hebben aanspraak op een woord' van welgemeenden dank, daar zij geen moeite ontzagen qm ons den tocht aangenaam een leerrijk te maken. Voor een groot deel zijn de duinen de natuurlijke beschermers van het eiland, die echter voortdurend den strijd! tegen golven) eni wind! hebben te voeren. Vandaar dat het stuivende zand! door helmbeplantipg wordt vastgelegd, dat de aanstuiving op kunstmatige wijze wordt gevorderd, maar bovenal, dat het Staats- boschbeheer ijverig bezig is door bebossching de dui nen te versterken. De duinbebosschin-g dat is het misschien wel dure maar dan ook duurzame middel bot vastlegging. Hier zijn de duineu bijna geheel Staats bezit over een oppervlak van 3694 hectare. Aan vankelijk trad de Nederlandsche Heidemaatschappij hier op, maar sinds 1899 doet heb Staatsboschbehqer het. Het plantsoen wordt hoofdzakelijk in eigen kwee kt: rij en gekweekt Aardig zijn die bedden met de t#e- re plantjes, van nog geen centimeter hoog, die ziph eens zullen ontwikkelen tot krachtige dennen en pu welverzorgd! met zijn vijftien a zestien honderd! op één vierkanten meter staan. Iets verder ziet men de twee jarigen, reeds aardig opgeschoten, die weldra in het duin zullen worden geplant. Eerst moet de grotd echter bewerkt worden en dit gebeurt op dé mieat- gronden soms met een ploeg, getrokken d'oor zes os sen! Behalve naaldhoutsoorten wordt er loofhout ge plant ter bescherming. Ileele loofhoutsingels wordén er aangelegd om bij brand het overslaan der vlammen te bemoeilijken. Want het vuur is ook een groente vijand. Verleden jaar is er hier nog brand geweept 1 oen waren alle beschikbare werkkrachten aan dpn arbeid gegaan om heele stukken af te kappen het werk van jaren vernielen! eindtelijk had men een bosch in de nabijheid ook maar in brand gestoken, qui door „tegenbranden de vlammen te stuiten, 't Gevqlg van dézen brand! is geweest, dat men door afkappipg vele wegen aanzienlijk heeft verbreed. Door deze be- bossching zijn dorre duinstreken veranderd' in plekjes, die voor heb Gooi nieb behoeven onder te doen. Atle kleurschakeeringen van donker tot licht-groen en bruin zijn hier aanwezig en het zacht geruisch in de reeds hooge hoornen biedt 's Zondags een heerlijke af wisseling voor de bewoners van het vlakke polderland. Maar ook aan het ontginningswerk doet het Rijk. Het witte zand' wordt er door bemesting en bewerking herschapen in grasland. Veel gaat er verloren de weelderige plantengroei, welke ons denken doet aan een vreemd land. Maar de economische toestand van de duinstreek wordt er aanzienlijk door verbeterd en tal van menschen worden hierdoor tot welstand ge bracht. En de Staat, zorgt wel, dat de liefhebbers van vo gels en planten er niet door te kort komen. Dat bleek ons den tweeden dag. De voorkomende houtvesters hadden het program ma uitnemend samengesteld. De eerste dag was een dag van loopen geweest, dit zou er een worden van veel rijden. Des te aangenamer was deze verdeeling, nu het den tweeden dag regende. Reeds betrekkelijk vroeg stondten de rijtuigen voor en even daarna reden de flinke paardeni in gestrekten draf naar de Koog, vanwaar naar de Nederlanden werd gewandeld, een waar vogelparadijs, dat onder de be scherming van het Rijk staat. Het nadeel hiervan is, dat dit paradijs voor den gewonen bezoeker van het eiland vrij wel afgesloten is slechts bij uitzonde ring wordt toestemming verleend! er een bezoek te brengen. Maar daartegenover staat, dat de vogel stand verrijkt wordt- Of dit dan zoo uood'ig is? Er was vroeger een plekje op Texel waar de graote ster- na broedde hetgeen heel zeldzaam was, daar deze vogels anders slechts in het hoogere noorden hun broedplaatsen hebben. Hoe groot deze kolonie wel was, kan hieruit blijken, dat een molenaar, die in de buurt woonde, emmers vol eieren van deze vogels ging rapen, welke dan werden gebezigd als.... var kensvoer! Het gevolg is geweest, dat dé groote ster- na elders zijn broedplaats heeft gezocht. Men vindt er geen enkel nest meer op heel het eiland. Ook de grootste polder van het eiland, Eierland, heeft vroeger uitgebreide broedkolonies gehad, welke thans eveneens geheel verdienen zijn. Zooveel eieren werden er gevonden, dat vroegere pachters hun huur bijna geheel konden betalen uit de opbrengst daarvan 1 Thans herinnert slechts de naam van den polder aan den rijkdom van weleer die vogels hebben zich veili ger broedplaatsen uitgezocht. Dergelijke ontvolking nu tracht de regeeriug in „de Nederlanden", in de Mjjij, te voorkomen. Vandaar de veelvuldige verbo den- toegangbordjjee, vandaar ook de bewaking over dag en bij nacht. Behalve de bijzondere vergunning heeft men voor een bezoek öf een paar goede waterlaarzen öf onver schilligheid ten opzichte van natte voeten en beenen noodig, daar men af en toe tot ver over de enkels door het water moet waden. Ook is deskundig geleide zeer gewenscht. Aldra begint dé wandeling belangwekkend! te wor den. Jonge vogeltjes schuilen in1 grooten getale tus schen het gras. De leek ziet ze niet, verbaast er zich telkens over, dat hij er onder zijn voet geen vermor zelt, maar de kenners vani het gezelschap vinden ze telkens weer. Nu eens is het een jeugdige, nijdige velduil, de dagjagor, die hoewel hij zijn leven nog bij dagen telt, er steeds een geduphti paar klauwen op na houdt, en een snavel, die ontzag inboezemt. Dan weer een nest met vlugge faizantjes, die in een ommezien een goed heenkomen gezocht hebben, zoodat men zich niet kan voorstellen dat moeder de hem ze strakjes als het gevaar verdwenen is, weer bijelkaar zal krijgen. In een rank bootje worden we over een zoetwater- plas, beroemd door zijn Tijkdom aan vogels, naar een meeuwenbroedkolonie gebracht. Wat een beweeg, wat een gekrijsch! In alle richtingen en op alle hoogten zweven en klapwieken de vogels en de lucht is vol le ven en vol geluid. En kwaje rakkers dat het zijn, die meeuwen! Een echte vrij gevochten bende. Waar de meeuwen zich neergezet hebben, daar waagt geen an dere zwemvogel of steltvogel zich en ook de roofvogels weten ze wel met zijn honderden van de nesten te hou den. Zelfs mogen wij de pet wel stijf op het hoofd drukken en moeten we af en toe met den stok een afwerende beweging maken zoo brutaal is het tie rend goedje, dat men voor een aanval lang niet veilig is. De neus kan men op deze broedplek, waar het jon ge leven ontstaat te midden van vervuiling eni verrot- ting, gerust dicht houden, maar de oogen geve men ge ducht den kost. Zoo groot is het getal nesten, dat men den voet schier niet verzetten durft uit vrees de bespikkelde eieren of de teere jongen te zullen verplet teren. Och wat zien die donsjongen er aardig uit. Geelgrauw zwartgevlekte veertjes hebben ze, in niets gelijkend op de krachtige, maar toch ranke, zilverglan- zende ouders daarboven in de lucht. Maar de kletir der eiereu en die der jongen lijken brokjes land met schaduwplekjes, zoodat zij het oog van menig vijand verschalkt. En vlug dat het kleine goedje is! Nau welijks een paar dagen oud, weet het bij dreigend ge vaar beenen te maken, weg te komen van het nest en zicli te verschuilen op een veiliger plekje. Wij varen verder naar een drijvend nest, d. w. z. een hoopje takjes op hef. water. ,,'t Is leeg!" roept er een. Maar als we naderbij ko men en we leggen de rottende blaren en de modder wat op zij, dan zien we de eitjes liggen. De dodaar heeft allang onraad gemerkt en is in do buuirt onder gedoken, doch heeft het nest niet verlaten, voor het zorgvuldig toegedekt te hebben, zóó, dat de eieren verstopt zijn en bovendien warm blijven! In een ander Texels vogelparadijs zouden we later op den dag nog aardiger staaltjes van behoedzaamheid en mogen we zeggen vindingrijkheid in de vo gelwereld aanschouwen. Doch hierover een volgen den keer. (Slot volgt.) Geineugd Nieuws. DRIE KINDEREN VERMOORD. Omstreeks drie uur gistermiddag sprong een man in de Haarlemmervaart nabij Sloterdijk. Door eenige po- litie-ngeuten werd tie drenkeling op het droge ge bracht, doch nauwelijks was hij aan dé handen van zijn redders ontsnapt, of wederom sprong de man te water. Het werd den politiemannen nu duidelijk, dat de man zich van het leven wilde berooven, doch ook dit maal gelukte het den agenten, den drenkeling, dien zij nu niet weer loslieten op dén wal te halen. Plotseling ontdekte een der politie-agenten, d'at geronnen bloedvlekken de handen van den drenkeling bedekten en nu begrepen zij, dat er meer stak achter dit vrijwillige bad. De man bleek te zijn de omstreeks vijftigjarige kleermaker Van Bilderbeek, wonende Van Hogendorp- straat 193, te Amsterdam. Tijdens de afwezigheid van zijn 39-jarige vrouw, van wie deze kleermaker de tweede man is, had hij de drie kinderen gesproten uit dit tweede huwelijk, van het leven beroofd, door hen hals af te snijden. Toen de politie-mannen, op het spoor gebracht door een politiehond, in de woning van den kleermaker aan kwamen, vonden zij de drie kinderen van twee, vier en zes jaar, badende in hun bloed) en reeds stervende. De vader werdl terstond! in hechtenis genomen en eenigen tijd later reeds was het parket ter plaatse oni de misdaad vast te stellen en het onderzoek in deze zaak te beginnen, terwijl eenige d'oktoren den dood van de kindéren constateerden. Wat de oorzaak van deze afschuwelijke misdaad is geweest, kon nog niet worden geconstateerd, wel weet men, dat krankzinnigheid) voorkomt in de familie van den ongelukkigen vader, en een broer van dén kleer maker wordt in een idiotengesticht verpleegd. Uit het eerste huwelijk der vrouw zijn twee kinde ren gesproten, die thans ongeveer 20 jaren oud zijn. Ook deze kinderen waren afwezig, toen de vreeselijke misdaad geschiedde. Nader verneemt het H b 1 d. dat het echtpaar Van den hals af te snijden, is komen wonen, uit Den Haag. Toen zij ongeveer zeven jaar geleden hun huwelijk aangingen, waren zij beiden gescheiden. De man had uit zijn eerste huwelijk geen kinderen, de vrouw een zoon, die thans als koloniaal in het Oost-Indisch leger dient en een dochter, dlie in een dagdienst is, en 'a avonds thuis kwam slapen. Uit den tweeden echt waren drie kinderen gespro ten, twee meisjes en één jongen. De meisjes waren 6 en 3 jaar, het jongetje 1%. Er moet altijd vreeselijke oneenigheid in het gezin bestaan hebben. PUBLIEKRECHTELIJKE VERTEGENWOOR DIGING VAN DEN MIDDENSTAND. „De Middenstandsbond)" van 21 Juni bevat twee praeadviezen op dé vraag „Is publiekrechtelijke verte genwoordiging van den Middenstand gewenscht?," welke op het 9de congres van den Middenstand in be handeling zal worden gebracht. Mr. E. J. Korthals Altes concludeert: a. publiekrechtelijke vertegenwoordiging van den Middenstand althans op dé wijze als door de Staatscommissie voor den Middenstand voorgesteld is vooreerst in strijd met de Nederlandsche Grond wet en met de Nederlandsche Staatsinstellingen, zoo nis deze zich in overeenstemming met het Nederland sche Volkskarakter hebben ontwikkeld', en is bovendien niet gewenscht, le. omdat het begrip „Middenstand" niet voldoen de omlijnd en te omlijnen is, 2e. omdat het doel, waarvoor zij zou worden inge steld, langs anderen weg beter en met veel minder kosten te bereiken is. b. een Middenstandsraad zal als adlviseerend' li chaam belangrijke diensten aan dén zoogenaamden Middenstand kunnen bewijzen, waar 't geldt de voor bereiding van wetten en bestuursmaatregelen, waarbij in de allereerste plaats de belangen van kleinhandel en kleinnijverheid betrokken zijn. Mr. F. de Vries neigt tot een bevestigendé beant woording van dé gestelde vraag; een publiekrechtelijke vertegenwoordiging van dén middenstand met be stuursbevoegdheden acht hij wenschelijk. Eén voor waarde moet echter vervuld zijn en wel deze, dat de middenstand door een krachtig en bloeiend! vereeni- gingsleven zich rijp toone voor deze taak. BENOEMD. Bij Koninklijk besluit is benoemd in Noord-Holland tot heemraad van Wieringen de heer C. Kooyman, Wieringen; tot dijkgraaf van den polder Eijerland de heer II. Flens, Texel. UIT HENSBROEK. 'I en huize van de Wed. Ruiter heeft de Landbouw- en Handelsvereeniging HensbroekOlxl'am gister avond een buitengewone algemeene vergadering ge houden. De bijeenkomst was zeer druk bezocht. Deze groote belangstelling ondanks de dTukke werkzaam heden op den akker werd door den voorzitter C. Wit op prijs gesteld, die bij dé opening tevens de reden der vergadering ontvouwde. Het gold n.l. het nieuw op te richten veilingsgebouw. Van de II. IJ. S. M. was nu een schrijven ontvangen op het verzoek der vereeniging om op het terrein der maatschappij aan het station Obdam een met teekening verduidelijkt veilingsgebouw te maken Waarbij tevens een sloot door dat terrein zal méeten worden gegraven. Bij genoemd schrijven der maatsch. was een con tract gevoegd. Beide stukken werden aan de vergadering overge legd, waarbij vooral het contract aan eenige bespre kingen werd onderworpen, inzondérheidl de bepaling dat jaarlijks 25 huur moet worden betaald voor het terrein.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1