Verzoek de verordening op het gemeentelijk werk- loozen fonds te willen herzien; De voorzitter stelt voor aan adressante te berichten, dat er geen termen zijn om aan dit verzoek te voldoen. De heer Van den Bosch zal thans geen voorstel doen om de verordening te wijzigen, maar wenscht toch bij dit punt, iets te zeggen. Allereerst wijst hij er op, dat hij van de kwestie van verzekering tegen werkloosheid een bijzondere studie had gemaakt en met alle ernst heeft gepoogd, de zaak zooveel mogelijk te verbeteren. Daar tegenover toont spreker aan, hoe onvoldoende deze zaak door B. en W. was voorbereid, om ten slotte als een zijner grieven te kennen te geven, dat deze zaak, een stuk belangrijke sociale wetgeving, is afgemaakt in 'n zitting, waarin slechts 10 leden aanwezig waren, terwijl spreker als voorsteller van ingrijpende amende menten, verhinderd was door zijn vertrek naar 't bui tenland op dien avond aanwezig te zijn. Dit heeft spreker gegriefd en to meer nog, nu de voorzitter, blij keris het verslag van de handelingen, heeft gezegd, dat de voorsteller zijn kinderen stiefmoederlijk had be deeld. Spreker is er van overtuigd, dat hij in dezen juist veel zorg voor zijne kinderen heeft gehad. Wil men van stiefmoederlijk spreken, dan. geldt dit naar spr, meent eerdeT de behandeling van deze zaak door het college van B. en W., dat niet van harte met zijn voor stellen kwam, zooals spr. nader aantoont. De behandeling, die al zoo lang was verschoven, had thans ook nog wel kunen worden uitgesteld. Dat ware beter geweest, dan een zoo belangrijke zaak af te ha nieren op het eind van een avondzitting, wanneer de leden van den raad vermoeid zijn. Deze wijze van be handeling van een belangrijk punt, dat spreker zoo zeer ter harte ging, heeft hem zoodanig gegriefd, dat hij een oogenblik er zelfs aan gedacht heeft zijn man da at neer te leggen. De voorzit ter zal hierop niet veel zeggen (Do heer van den Bosch: Neen!) Hij heeft den lieer Van den Bosch laten uitspreken, ofschoon deze dingen lieeft gezegd, die eigenlijk niet te pas Romen. De raad heeft zelf de behandeling in Je Vorige zitting gewild. Er zijn wel voorstellen ge weest o.a. van de heeren Meienbrink en Govers om de zuak van de baan te schuiven, maar daar wilde de raad blijkbaar niet aan, men wilde de zaak afdoen. Dat de eerste verordening van B. en W. minder goed was stemt de voorzitter toe, doch ook van de eerste amendementen van den Bosch kon gezegd worden, dat er ook heel wat aan ontbrak. Voorts merkt de voorzitter op, dat het toch ook steeds in de bedoeling lag van den raad, om met de vverkloozenverzekering allereerst te voorzien in de behoeften van lien, die van die werkloosheid het meest hadden te lijden, en dat daartoe niet adressanten be booren, bij wie werkloosheid in geringe mate voor voorkomt. De heer \an den Bosch vindt in deze laatste opmerking aanleiding om aan te toonen, dat de voorzitter door deze redeneering blijk geeft de bc- teekenis van de werkloozenverzekering niet goed in te zien. Ilet werkloozenfonds is geen instelling van liefdadigheid en moet daarom juist allen omvatten, voor wie de verzekering in een behoefte voorzien kan. Als spreker hierop doorgaat, valt de heer de Wit hem in de rede met de woorden: „dat is thans niet aan de orde." De voorzitter zegt, dat hij in het gesproke ne van den heer Van den Bosch dat verband houdt met het adres, geen aanleiding vindt, om hem tot de orde te roepen. De heer \an den Bosch betoogt dan verder, dat het verzoek van adressante overweging zou verdie nen. Do heer Dorbeck is het met den heer van den Bosch eens en. betreurt ook de wijze, waarop de zaak in do vorige zitting is behandeld. De Iiaad kon des middags niet weten, dat er een avondzitting zou wor den gehouden, en waar het bekend kon zijn, dat de hoofdvoorsteller der amendementen niet aanwezig kon zijn, keurt ook hij liet af dat B. en W. de zaak zoo op de spits hebben gedreven. Uit het. gebeurde blijkt al weer, dat wnt spreker bij een vroegere gelegenheid, die bij niet nader wil aanduiden, gezegd heeft, ook thans nog waar blijft. Spreker doet ten slotte het voorstel om binnenkort de bedoelde verordening alsnog te hor zien. De voorzitter merkt den heer Dorbeck op, fiat in den oproepingsbrief aan den Raad de mogelijk heid van oen avondzitting in uitzicht werd gesteld. De raad is flus met die avondzitting niet. overrompeld De heer Van der Fe en de L i 11 e betoogt dat een eventueele herziening van de verordening tot niets zou leidon. De artikelen werden bijna alle zon der stemming aangenomen, liet. komt hem dan ook voor dat de heer van den Bosch in de vorige zit ting geen succes zou hebben gehad. De heer van den Bosch is het niet eens met den vorigen spreker. Het. had toch kunnen zijn dat door de verdediging der voorstellen de raad van meening was veranderd cn de gelegenheid tot die ver dediging heeft hij nu gemist. Wat de zaak verder betreft, spreker zal er niets meer van zeggen, de lust is er bij hem af, van zijn kant zal geen voorstel komen, om alsnog tot herzie ning te besluiten. liet voorstel van den heer Dorbeck om binnenkort de herziening weer ter ha.nd te nemen, wordt niet vol doende ondersteund, waarna conform het voorstel van den voorzitter wordt besloten 1c. alsvoren, het proces-verbaal van kasverificatie 17 Juni 1.1.; oor kennisgeving aangenomen. 1. alsvoren, een schrijven cLd. 1 Juni 1.1. van mevr. G. van der HeijdeOver, houdende mededeeling, dat zij de aanneming barer benoeming tot lid van de dames-commissie van bijstaaad voor het toezicht op het onderwijs in de handwerken voorloopig wenscht uit te 6tellen; Alsvoren. m. alsvoren, een schrijven van 17 Juni 1.1., van J. Pan der c.s., overlieden der kaasdragers, houdende dank betuiging voor de tegemoetkoming in het rlraagloon der kaasdragers en voor de regeling ten opzichte van het Oranjeveem; Alsvoren. n. alsvoren, een adres d.d. 34 Juni 1.1., van de afd. Alkmaar van den Bond van Nederlandsche Onder wijzers, naar aanleiding van de voorgestelde .her ziening der onderwijzersjaarwedden; Te behandelen bij punt 9 der agenda, o. alsvoren, een adres d.d. 22 Juni 1.1. van de afd. Alk maar van het Nederl. Onderwijzersgenootschap, alsvoren Alsvoren. p. alsvoren, het uitvoerig en beredeneerd verslag van den toestand der gemeente over 1911, dat bij deze don Raad wordt aangeboden en waarvan oen exem plaar aan elk der leden zal worden toegezonden, q. alsvoren, een schrijven d.d. 25 Juni 1.1. van de afd. Alkmaar van den Bond van Nederl. Gemeentewerk lieden, houdende dankbetuiging voor do genoten toeslag op de loonen dor gemeentewerklieden, gedu rende 6 maanden. Voor kennisgeving aangenomen, r. alsvoren, een adres d.d. 25 Juni van de afd. Alk maar van tien Bond van Ved, geiYieenta-warkltaden, op houdende het verzoek de loonen der gemeente-Werk lieden te herzien bij de behandeling der gemeen te- begrooting. Te behandelen bij de begrooting. s. alsvoren, een schrijven d.d. 25 Juni 1.1. van regen ten van het Stadsziekenhuis, daarbij in overweging gevende de jaarwedden van de helpster in de stads apotheek, mej. S. E. Lobach te verhoogen. Te behandelen bij de begrooting voor 1913. t. Een dankbetuiging van dr. Schroder voor zijn her benoeming tot gemeentearts. Voor kennisgeving aangenomen. ONDERHANDSCIIE VERHURING VAN GEMEENTEGROND. B. en W. stellen voor te besluiten Een stuk gemeentegrond aan het Zeglis ter grootte van 1070 vierkante Meter onderhands te verhuren aan den heer J. G. Messelaar, als directeur der alhier ge vestigde Naamlooze Vennootschap „Bouwstoffen'', voor den tijd van 8 jaren, met stilzwijgende verlen ging telkens voor een jaar, indien drie maanden vóór het eindigen van het huurjaar de huur door een der partijen niet is opgezegd, voor een huurprijs van 85 per jaar, onder de navolgende en eventueel nader door Burgemeester en Wethouders vast te stellen voorwaarden, zullende de huur gerekend worden in te gaan 1 Januari 1913: de huurder zal het terrein niet tot reclame-doel einden mogen gebruiken noch doen gebruiken, zonder schriftelijke toestemming der verhuurders; b. de kosten van afscheiding van het terrein, wel ke afscheiding moet zijn ten genoegen van Burge meester en Wethouders, komen, evenals die van het op te maken huurcontract, voor rekening van deu huurder; c. de huursom moet betaald worden ten kantore van den gemeente-ontvanger in één termijn vóór of op 1 Februari van ieder jaar, voor het eerst vóór of op 1 Februari 1913; d. de huurder zal het terrein slechts mogen ge bruiken als opslagplaats en het zonder schriftelijke vergunning van de verhuurders niet aan anderen in gebruik mogen geven. Conform besloten. VERBETERING LOCALITEIT VOOR DE POLITIE. In verband met het adres d.d. 24 October 1911 van de Alkmaarsche Politievereeniging „Met en voor elkaar', waarin werd verzocht om bij eene eventueele verbouwing van het Stadhuis in aanmerking te willen nemen den toestand van de wachtkamer der agenten 2e en 3e klasse, stellen B. en W. voor: I. over te gaan tot de gewenschte verbetering van de wachtkamer, volgens het door den directeur der gemeentewerken, in overleg met de commissie van bij stand voor de publieke werken, opgemaakte plan, waarvan do kosten, met inbegrip der centrale verwar ming, 1623 zullen bedragen; II. de benoodigde gelden te vinden door afschrij ving van den post voor „onvoorziene uitgaven" der gemeente-begrooting voor 1912 en overschrijving daar van op volgnummer 122 dier begrooting. De v oo r z i 11 e r licht dit voorstel nader toe de ruimte, de verwarming enz. laat alles te wenschen over, die zal nu veel beter kunnen worden, ook zullen er een paar closets gesteld worden, zoodat de toestand geheel in arde zal komen. De heer Leguit merkt op, dat er niet. gesproken wordt van een nieuwe deur. De vo o r z i 11 er zegt, dat deze gemaakt wordt in overleg met den heer Stuijt en in overeenstemming- met het karakter van het stadhuis. Daarom staat die deur niet in deze begrooting. De heer Van den Bosch wil dit gaarne aan nemen, maar vraagt of het nu zeker is, dat die deur er komt, waar zij niet in deze begrooting staat. De voorzitter stelt den beer van den Bosch in dit opzicht gerust. De heer Van deu Bosch betoogt voorts, dat het ook wemschelijk is de binnendeuren ter plaatse thans te vernieuwen. De voorzitter antwoordt hierop, dat ten op zichte dezer deuren vroeger er vooral op is gewezen, ook door den heer Leguit, dat. ze noodzakelijk in'over eenstemming met de omgeving zullen moeten worden geschilderd. Nieuwe deuren werden niet noodig ge acht. De heer Leguit bevestigt dit. N adat nog een vraag van den heer Van B u ij- s c n aangaande den post voor centrale verwarming is beantwoord en den heer Ringers er op is ge wezen, dat er van overschrijding van de begrootiuj geen sprake is, wordt het voorstel goedgekeurd. EERSTE OPZICHTER BIJ DE GEMEENTE WERKEN. Bij Raadsbesluit van 31 Mei 1911, No. 7, werd de heer G. A. J. Kloos, voor deu proeftijd van een jaar, ingaande 1 Juni d.a.v., belast met de waarneming der betrekking van eersten opzichter bij den dienst der gemeente-werken, ten einde de ervaring uitspraak te laten doen of de heer Kloos werkelijk zal beantwoor den aan de van hem gekoesterde verwachtingen. Waar B. en W. en ook de directeur der gemeente werken, in die verwachtingen niet zijn teleurgesteld en de betrekking door hem goed werd waargenomen, stellen B. en W. voor: den heer G. A. J. Kloos, met ingang van 1 Juni 1912, definitief te benoemen tot eersten opzichter bij en dienst der gemeente-werken, op de daarvoor bij verordening (Gemeenteblad No. 372) vastgestelde pnarwedde en onder gehoudenheid zich in die betrek king te gedragen naar de bestaande of later vast te stellen verordeningen en instructiën. De heer Kloos wordt met algemeene stemmen be noemd. RUILING VAN GROND. B. en «tellen den Raad voor met den Staat der Nederlanden de volgende ruiling van grond aan te gaan: De Staat draagt in eigendom aan de gemeen te Alkmaar over: drie stukken grond, op het zooge naamde Eiland aan het Noord-Hollandsch Kanaal (twee stukken Waterstaatsgrond en een stuk militaire landsgrond) benevens de stoep aan de Westzijde van de brugwaehterswoning op het Heiligland. De gemeente Alkmaar draagt daarentegen aan den Staat der Nederlanden over: Drie stukken grond op het gemelde zoogenaamde Eiland, een stuk grond aan hei Heiligland en een st.uk grond aan de oude Hoarn- sche Vaart, zullende de gemeente voor de meerdere waarde van het door haar verkregene aan den Staat der Nederlanden moeten betalen de som van 265.50. Goedgekeurd. TIJDELIJKE GELDLEENING. B. en W. noodigen den Raad uit te willen overgaan tot vaststelling van het volgende ontwerp-besluit De Raad der gemeente Alkmaar, Overwegende, dat het met het oog op de sluiting van het dienstjaar 1911 wenschelijk is over te gaan tot het sluiten van eene tijdelijke, geldleening, tenein de uit de opbrengst voorshands te bestrijden de kos ten, die het gevolg zijn van: lo. den aiankoop van land en water aan den Ber- gerweg 2o. idem van dan molen „do Wolf"; 3o. idem van een stuk weiland achter de algemeene begraafplaats; 4o. idem van een strook etortgrond bij de terreinen van den reinLgingedienet eu 5o. den bouw van oen hulpwaaggebouw; dat deze kosten te zamen bedragen de som van ,1 59921.78°, doch dat in mindering daarvan kan strek ken de- opbrengst, van den verkoop van een gedeelte van het sub lo. bedoelde land, alsmede die van een gedeelte grond, afgestaan aan de Vereeniging voor olkshuisveating „Alkmaar" en van een gedeelte van de Znndersloot aan de Nederl. Bouwmaatschappij te Amsterdam, te zamen bedragende 47588.25, zoodat te leenen valt de som van 12333.53°; Gelet op de artt. 44 sub 136 en 194 sub a der Ge meentewet Besluit: Ouder verband der inkomsten der gemeente, tegen den koers van den (lag, aan te gaan eene tijdelijke geldleening. groot 12333.53°, met de bedoeling deze, tegelijk met de thans nog loopende tijdelijke leaning ad 75562.46°. in haar geheel af te lossen bij gelegen heid eener weldra te sluiten definitieve leening. Afschrift van dit besluit (in duplo), onder overleg ging van een exemplaar dezer bijlage, te zenden aan heeren Gedeputeerde Staten van Noordholland, ter erlanging vai* de vereischte goedkeuring. Goedgekeurd. AF- EN OVERSCHRIJVING OP DE GEMEEN- TE-BEGROOTTNG, DIENST 1911. Goedgekeurd. TOELATING VAN KINDEREN UIT NABURIGE GEMEENTEN OP OPENBARE LAGERE SCHO LEN TE ALKMAAR. 13. en W. is het wenschelijk voorgekomen eenige wij zigingen aan te brengen in de verordening houdende bepalingen, waarop kunnen worden aangegaan ge meenschappelijke regelingen met naburige gemeenten, omtrent de toelating van kinderen uit die gemeenten tot de openbare lagere scholen te. Alkmaar. Zij stellen den Raad voor de verordening, dUs gewijzigd, vast to stellen. Onder anderen komen in de nieuwe verorde ning de volgende bepalingen voor: Jaarlijks, vóór 1 Juli, voor zooveel betreft de Meis jesschool en de Burgerschool eu vóór 10 April voor zooveel aangaat de 3e en 4e Gemeenteschool, zenden Burgemeester en Wethouders der betrokken gemeente eene lijst van de bij hen ingekomen aanvragen aan hunne ambtgenooten der gemeente Alkmaar, met op gave van de namen der kinderen, wier toelating wordt verlangd en onder vermelding van de school, waarop de plaatsing is verzocht. Op deze lijst ïpoeten tevens de ouderdom der kin deren, zoomede de namen der ouders worden vermeld. Aanvragen na dezen termijn ingekomen, kunnen door Burgemeester en Wethouders der betrokken ge meente terzijde worden gelegd. Op aanvragen tot tussehentijdsche toelating wordt in elk bijzonder geval door Burgemeester en Wethou ders van Alkmaar beslist. Zoodanige toelating zal slechts geschieden indien de ouders of verzorgers dier kinderen zich van elders in de betreffende gemeente hebben gevestigd en voor zooveel op de school plaats beschikbaar is. Als vergoeding in de kosten van het onderwijs zal bovendien door de betrokken gemeente jaarlijks wor den betaald: voor de Derde en Vierde Gemeenteschool 8 per leerling; voor de Burgerschool 18 per leerling; voor de Meisjesschool 18 per leerling die de klassen 1 tot en met 7 en 36 per leerling, die de klassen 8 tot en met 10 bezoekt. Op verzoek van 't betrokken gemeentebestuur kan door Burgemeester en Wethouders van Alkmaar over zoovele kwartalen van het schooljaar als gedurende welke van het onderwijs in het geheel niet gebruik is gemaakt, ontheffing of teruggave van de vergoeding bedoeld in art. 5 worden verleend: a. bij overlijden vau de(n) leerling; b. wanneer deze de school verlaat wegens het eindi gen van den leertijd of door vertrek naar elders; c. wanneer uit een bewijs van een geneeskundige blijkt, dat de leerKrug wegens ziekte de school niet heeft kunnen bezoeken. Het bestuur van elk der gemeenten kan deze ge meenschappelijke regeling met het einde van iederen cursus opheffen, mits van het voornemen daartoe minstens twee maanden te voren aan het bestuur der andere betrokken gemeente kennis wordt gegeven. Conform besloten. AANKOOP GROND. De voorzitter deelt mede, dat door B. en W. in openbare verkooping is nnagekocht een stuk grond groot 936 cA. aan de 2e Landdwarsstraat, voor de som van 900 plus 74.20 aan kosten van overdracht. Daar naar hunne meening bet bezit van dit terrein, dat aan gemeentegrond grenst, voor de gemeente vau groot belang is, bieden zij dit thans de gemeente aan. De koopprijs bedraagt dus ongeveer 1 per M2. liet voorstel tot overname wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. HERZIENING JAARWEDDEN ONDER WIJZERS AAN DE OPENBARE LAGERE SCHOLEN. B. en stellen den Raad voor het volgende be sluit te nemen: Do Raad der gemeente Alkmaar, Overwegende, dat het wenschelijk wordt geacht de verordening tot regeling der jaarwedden van de on derwijzers aan de ogenbare lagere scholen in deze ge meente, zooals die is vastgesteld •bij raadsbesluiten van 14 October en 25 November 1908 (Gemeenfebldtl No. 280) en gewijzigd bij raadsbesluit van 19 Mei 1909 (Gemeenteblad No. 307) te herzien; Gelet-op art. 26 der Wet tot regeling van het lager onderwijs, zooals dat. artikel is gewijzigd' bij de Wot van 28 December 1907 (Staatsblad No. 361); Besluit de bedoelde verordening te wijzigen als volgt: Art. 1 wordt ingetrokken en vervangen door een nieuw artikel van den volgenden inhoud: Art. 1. De jaarwedden van de hoofden der open bare lagere scholen bedragen voor: Het hoofd der Eerste gemeenteschool 1200, Het hoofd der Tweede gemeenteschool 1200, Het hoofd der Derde gemeenteschool 1200, liet hoofd der Vierde gemeenteschool 1200, Het hoofd der Vijfde gemeenteschool 1200, Het hoofd der Burgerschool 1500,—. Het hoofd der Meisjesschool 1500, Deze jaarwedden worden, tenzij daartegen overwe gende bezwaren bestaan, na 3, 6, 9 en 12 jarigen dienst als hoofd, telkenmale met 1Q0, door Burge meester en Wethouders verhoogd, den Arrondisse- ments^Schoolopziener en de Commissie van toezicht op het lager onderwijs gehoord. 1 nor het toekennen der periodieke verhoogingen worden de dienstjaren elders als hoofd eener school doorgebracht, medegerekend. De verhooging der jaarwedden gaat in met den eersten dag der maand, volgende op die waarop de verhooging is toegekend of waarin men daarop aan spraak heeft gekregen. De hoofden genieten vrije woning. Ingeval hun geen vrije woning kan verschaft wor den, ontvangen zij eene vergoeding voor huishuur, ten bedrage van 400 's jaars. Art. 2 wordt ingetrokken en vervangen door een nieuw artikel van den volgenden inhoud: t Art. 2. De jaarwedden van de onderwijzers, die de hoofden van «obolen bijstaan, bedragen 700. Deze jaarwedden worden, tenzij daartegen overwe gende bezwaren bestaan, waardoor echter geen in breuk op het wettelijk minimum mag worden ge maakt, na 3, 6, 9, 12, 15 en 18 jarigen dienst met 50 door Burgemeester en Wethouders verhoogd, den Ar- rondissemente-Schoolopziener en de Commissie van toezicht op het lager onderwijs gehoord. oor liet toekennen der periodieke vorhoogingen worden de dienstjaren elders als-'onderwijzer doorge bracht, medegerekend. Hij, die de akte van hoofdonderwijzer verkrijgt of verkreeg, heeft aanspraak op eene verhooging zijner jaarwedde met 100. Aan de onderwijzers met verplichte hoofdakte, die als zoodanig door den Raad zijn benoemd of aange wezen, wordt bovendien eene verhooging hunner jaar wedden met 100 toegekend. De onderwijzer met verplichte hoofdakte, die met de waarneming der betrekking van hoofd der school gedurende meer dan eene maand onafgebroken is be last «geweest, heeft voor dien tijd aanspraak op eene belooning, berekend naar 200 in het jaar. De verhooging der jaarwedden gaat in met tien eer sten dag van de maand volgende op die, waarin da verhooging is toegekend of waarin men daarop aan spraak heeft gekregen. De tegemoetkoming in de kosten voor woninghuur aan gehuwde mannelijke onderwijzers, die den acht- en-twintigjarigen leeftijd hebben bereikt, bedraagt 150 per jaar, terwijl die tegemoetkoming ook wordt uitgekeerd aan weduwnaars van denzelfden leeftijd die een eigen huishouding hebben. Art. 3 wordt ingetrokken en vervangen door eau nieuw artikel van den volgenden inhoud: Art. 3. De onderwijzers aan de Burgerschool en aan do Meisjesschool hebben voor het door hen te ge ven onderwijs in de vreemde talen en in de wiskunde aanspraak op eene verhooging met 100 voor ieder dezer vakken, waarin zij, krachtensi hunne aanstel ling of eene nadere opdracht van Burgemeester en Wethouders onderwijs geven. Voor het bezit eener akte M. O. in de vreemde talen wordt in dit geval 50 meer toegekend. N oor het bezit der akte handwerken wordt aan do onderwijzeressen aan de openbare lagere scholen 25 per jaar toegekend. /ij, die krachtens hare aanstelling of eene nadere opdracht van Burgemeester en Wethouders worden belast met het geven van onderwijs in de nuttige en fraaie handwerken, hebben bovendien aanspraak op (ene verhooging barer jaarwedden met 25 per weke- lijksch lesuur, indien de lessen buiten de gewone schooltijden vallen. In behandeling komen thans ook de ingekomen adres sen van de afd. van den B. v. N. O. en van het N. O. G. Het eerste luidt: dat zij met groote verbazing en teleurstelling heeft keunis genomen van de voorstellen tot herziening dor onderwijzersjaarwedden, vervat in bijlage No. 57 van 14 Juni 1912, dat zij, gezien de motie-Uitenbosch, in Uwe verga dering van 19 April 1911 met 11 tegen 3 stemmen aangenomen, en in verband met de toezegging, ge daan bij de behandeling van de Gemeentebegrooting. dienst 1912, had meenen te mogen verwachten, dat door B. en W., bij 't opmaken van hun voorstellen, meer rekening was gehouden met de wenschen, .door adressante neergelegd in haar adres van 27 Juni 1011 cn in de breedvoerige toelichting daarop nader door haar gemotiveerd, dat zij de onderhavige voorstellen ten eenenmale on voldoende acht, om de salariëering in overeenstem ming te brengen met de dienstprestatie van den on derwijzer als ambtenaar en met den stand, waarin hij, uithoofde van zijn ambt, in Alkmaar moet leven; reden, waarom zij Uwen Raad beleefd verzoekt, als nog in do salarisverordening zoodanige wijzigingen aan te brengen, dat op afdoende wijze verbetering worde gebracht in den ongunstigeu toestand, waarin de onderwijzers hier ter stede onder de thans vigee- rende verordening verkeeren. Bij dit adres is een memorie van toelichting ge voegd. Het tweede is van den volgenden inhoud: Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de afd. lkmaar van liet. Nederlandsch Onderwijzersgenoot schap; dat zij met belangstelling kennis heeft genomen van Ge aan den Raad gedane voorstellen van B. en W. in zake herziening der jaarwedden voor onderwijzers es - seu) niet-hoofden, naar aanleiding van het verzoek van genoemde Afd. d.d. 25 Januari 1911 en het besluit van den Raad van 19 April 1911; dat zij met voldoening heeft gezien, dat aan 2 zaken, n.l. meetelling van dienstjaren, elders doorgebracht, en verhooging der tegemoetkoming in woninghuur, dóór B. en gevolg wordt gegeven, dat evenwel het eerste punt in genoemd adres, n.l. icrhooging van het eind-salaris der onderwijzers (es sen), onaangeroerd wordt gelaten in de voorstellen van B. en W. en dus de bestaande regeling in dat op- zicht van kracht zou blijven; dat zij daarom eerbiedïglijk zich tot Uedelachtbaren wendt met het verzoek, het daarheen te willen leiden, dat alsnog het eind-salaris na 18 dienstjaren verhoogd worde, te vinden door een andere regeling der perio dieke verhoogingen; en dat zij ter verduidelijking van haar wenschen be deeld de vrijheid neemt, te verwijzen naar nevensgaan de memorie van toelichting. De heer \nn den Bosch zou voor deze zaak uitstel willen vragen. Men zal wellicht zeggen, daar heb je t alweer, maar „esist ein alte geschichte, und bleibt doch immer neu." De bijlage 57 is gedateerd' van 14 Juni eu bereikte den raad eerst den 18en. Zaterdag is spreker van de reis thuisgekomen, zoodat hij geen gelegenheid heeft gehad de zaak behoorlijk na te gaan. Waar ons nu een paui dagen voor de behandeling- nog weer verzoe ken van belanghebbenden bereiken, waarbij er een is waarin het voorstel van B. en W. is nagerekend, een berekening, waarbij de belanghebbenden blijkbaar en kele dagen hebben noodig gehad om ze te maken, daar kan men niet verwachten dat de raadsleden in een paar dagen au courant zijn. Daarom zou spreker wil- len voorstellen deze zaak aan te houden tot de vol gende vergadering. De voorzitter is daar niet tegen, doch dan i zal de heer Van den Bosch zijn voorstel moeten uit breiden tot de Septembervergadering. Door den heer van der Feen de Lille toch is verzocht geworden, om in de vacautiemaanden Juli en Augus tus geen belangrijke voorstellen in den Raad te bren gen. uPeP5er. au den Bosch is daar niet tegen. IIij vindt het ook beter dergelijke belangrijke kwesties in pJeno te behandelen, en daar aan de besluiten toch altijd terugwerkende kracht kan worden gegeven, be hoeven de belanghebbenden daardoor geen nadeel tc lijden. De heer Van der Feen de Lille dankt den voorzitter voor de gedane toezegging, en verklaart net voorstel van den Bosch gaarne te steunen. Dit wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan- genomen.1 Daarna wordt de vergadering gesloten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 6