DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Cacao
DE VOLKSDRANK
IDe leste voor de
VAN HOUTEN S
No.
165.
Honderd en veertiende Jaargang.
1912.
MAANDAG
15 JULI.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone adverfenfiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
bij uitnemendheid
Telefoonnummer 3.
GOED en GOEDKOOP.
VERTEERBAAR.
1 Kg. 1.50 P/4 Kg.
- 0.80 ho,. - 0.18
BINNENLAND.
VilA'
VOEDEND en
GEMAKKELIJK
ALKMAAR, 15 Juli.
De republiek Portugal is als een vulkaan, die tijdeu
van betrekkelijke rust heeft, zoodat men de vernielen
de krachten uitgewerkt zou achten en op een periode
van kalmte zou hopen, totdat plotseling het gerommel
de illusie komt verstoren en de volkshartstoch'ten weer
aan het werken, gaan.
Portugal vervult tegenwoordig in Europa de rol
van die Zuid-Amerikaansche staten, welke voortdu
rend door groote en kleine revoluties worden geteis
terd en voor welke onlusten bijna dén normalen toe
stand vormen.
Toch is dit alles niet zoo heel bevreemdend. Men
kan niet zeggen, dat Portugal vóór de omwenteling
een voorbeeld van een monarchistischen staat was en
men mocht daarom niet hopen, dat het in korten tijd
een model van een republiek zou worden. Een dooi
en door ziek land kan niet enkel door een overhaast
tot stand gekomen regeeringswijziging gezond wor
den. Hu is het waar, dat de republikeinsche regeering
tot dusverre zeer weinig tot stand gebracht heeft. Het
geknoei en gekuip is op den zelfden voet voortgezet en
persoonlijke eer- en heerschzucht deden vaak de belan
gen van land en volk terzijde stellen. Verder had de
onderlinge tweedracht bij de republikeinen natuurlijk
een noodlottigen invloed op den gang van zaken. Er
wordt dan ook verklaard, dat een Kroon-pretendenf,
in vele kringen, waarin men zich aanvankelijk vóór
de republiek verklaarde:, aanhangers zou vinden, zoo
hij maar de waarborg kon geven, dat hij de orde en de
rust in het land zou herstallen. Maar zoo iemand
is er niet. Ook zijn de leiders der royalistische bewe
ging met uitzondering dan van Paiva Coueeiro -
er niet de mannen naar, om geestdrift bij de bevolking
op te wekken.
Hoe zwak de regeering dan ook innerlijk moge we
zen, het is haar tot. dusverre steeds gelukt alle opstan
den meester te wordfen. Doch dat. die opstanden zich
voortdurend kunnen herhalen en bijna een chronisch
kwaad zijn geworden, is een bedenkelijk teekeu.
Nog kan de regeering bouwen op leger en vloot
maar men vrage niet op welke wijze. Lang niet ieder
officier en ieder soldaat is de republiek toegedaan,
ook in dé discipline wordt geen waarborg gevonden,
maar alleen door een stelsel van verklikking kan de
regeering rekenen op den steun der militaire macht,
wanneer zooals deze week zonen van het land
met kanonnen en mitrailleuses tegenover haar staan.
Er is namelijk in het noorden weer een inval door de
monarchisten gedaan, welke onder leiding stond van
Pniva Coueeiro. In de buurt van het plaatsje Chaves
aan de grens is langdurig gevochten tussehen monar
chisten en regeeringstroepen met het gevolg, dat de
eersten op de vlucht werden gedreven. Van een aan
slag, om de monarchie te herstellen, kan men dunkt
ons in tussehen kwalijk spreken. Veeleer heeft het
hier gegolden een van de vele pogingen, om de ook
linancieel zwak staande republiek op kosten te jagen
en onrust te wekken, op deze wijze voorbereidend een
snelle revolutie, zooals de republikeinen tegen de mo
narchie in het leven riepen. Zoolang niet een derge
lijke beslissende poging om de monarchie te herstellen
door de regeering- is afgeslagen, zal de burgeroorlog
in Portugal voortduren en zal men geen vertrouwen
kunnen hebben in de toekomst der republiek.
In Turkije heeft de minister van oorlog Makmoed
Sjefket pasja zijn ontslag genomen. Er zou geen re
den zijn van dit feit. in het weekoverzicht melding te
maken, indien liet hier niet een buitengewoon man
gold, die een grooten invloed heeft gehad op het lot
van het Turksche rijk.
Toen drie jaar geleden sultan Abdoel Harnid op
den pas ingeslagen weg- van hervormingen wilde te-
rugkeeren, was het deze Arabier, .klein van gestalte,
doch groot van geest, militair van top tot. teen en
drager van de Jong-Turksche idee, die aan het hoofd
van een aanzienlijke legermacht uit Saloniki naar
Konstantinopel oprukte. Genaderd tot, de hoofdstad
gaf hij een proclamatie uit, waarin hij aan de bevol
king- mededeelde, dat hij met. een leger gekomen was
om de bedreigde constitutie te redden, de orde in
Konstantinopel en. de discipline in liét. leger te her
stellen. En terzelfder tijd seinde hij 'aan den sultan,
dat hij niet was verschenen om hem te onttroonen,
doch daaromtrent het land zou laten beslissen. Mak
moed' Sjefket pasja was enkele dagen daarna als over
winnaar Konstantinopel binnengedrongen en twee et
malen later was tot de afzetting van den sultan door
oen Nationale vergadering besloten en werd, diens
broeder Mahomed V tot sultan uitgeroepen. De ziel
van deze omwenteling werd minister van'oorlog en
dank zij zijn onbegrensde autoriteit in het leger en
onder de bevolking-, berustend op zijn militaire be
kwaamheden zoowel als op zijn uitnemende karakter
eigenschappen bekleedde hij een eerste plaats en was
er niemand machtiger dan hij, zelfs de sultan en dt
Khalif niet, Hij bezat dictatoriale macht, maar zijn
roem zal het blijven, dat hij daarvan nimmer misbruik
maakte. Het is niet meer dan natuurlijk, dat een
man in oen dusdanige positie een steeds toenemende
oppositie tegenover zich vindt, verantwoordelijk wordt
gesteld voor fouten, die anderen bedreven, verzet ont
moet tegen de maatregelen én hervormingen, welke hij
wenscht intevoeren. Vooral zijn pogen, om den offi
cieren in te prenten, dat zij zich buiten de politiek
moesten houden, stuitte op tegenstand. Zijn officiers-
politiek heeft hem tenslotte, tot heengaan genoopt
Streng wenschte hij opgetreden tegen de muitende of
ficieren in. het Albaneesche officierskorps en door al
zijn autoriteit op het spel te zetten wist hij nog van
de Kamer gedaan te krijgen, dat zij elke politieke agi
tatie van officieren verbood, maar toen is hij gegaan,
vermoedelijk omdat, hij na de aanneming, de uitvoe
ring van het betrekkelijke wetsontwerp aan een ander
wenschte over te laten - gezien zijn verleden, is hij
hiervoor zeker ook niet dé meest aangewezen man.
Bij de algemeene ontevredenheid in het Turksche
''ijk, tijdens den oorlog en den Albaneesehen opstand
komt zijn ontslagaanvrage wel zeer ongelegen. En het
zal zeker niet gemakkelijk vallen hem zoodanig te ver
vangen, dat de dreigende crisis er door wordt afge
weerd, een in hooge mate kritieke toestand! er door
kan worden voorkomen. Het leger is waehtensmoede
geworden en wil liever vandaag nog dan morgen laten
zien wat bet kan. Zelfs als liet mocht gelukken den
vrede met Italië op een aannemelijken grondslag te
sluiten zooals een niet bevestigd gerucht in het
uitzicht stelde dan nog moet gerekend worden, dat
de ontstemming van het leger zich richt tegen de heer-
schende partij. En een opvolger van den démission-
nairen minister, iemand die de teugels van het bewind
flink, krachtig kan aanpakken, is nog- steeds niet ge
vonden.
De Engelsche minister van buitenlandscbe zaken,
Sir Edward Grey, is een merkwaardig man. Zijn koele
manier van handelen en spreken imponeert het mee-
rendeel zijner landgenooten, omdat zij den indruk
geeft, dat die portefeuille vttor het buitenland berust
bij een persoonlijkheid, die na rustige overweging weet
wat. hij wil, zich niet door geestdrift laat meesleepen
en door zijn ijzige kalmte een streepje op zijn tegen
stander voor heeft. - Er wordt wel eens beweerd, dat
het koele in zijn optreden slechts een masker is, waar
achter hij zijn weifelenden, onzekeren aard verbergt.
In elk geval is het wel eigenaardig, dat juist de libe
rale Engelsche pers hem gebrek, aan consequentie en
voorts bekrompenheid en te groote geheimzinnigheid
verwijt. Zijn redevoeringen zijn meestal onduidelijk
en kunnen op verschillende wijzen worden uitgelegd.
Ilij zegt van een hangende kwestie nooit precies,
waarop het staat, maar verkondigt algemeenheden, ge
kleed in allerlei vage zinnetjes, zoodat het moeielijk
is een bepaalde beteekenis eraan te hechten. Hij is
altijd bezig zoo werd eens aardig opgemerkt ach
terdeurtjes te maken, om daar door te kunnen sluipen,
indien hij aan de hoofddeur met min-vriendelijke be
doelingen wordt opgewacht.
Verleden Woensdag heeft Sir Edward Grey in het
Engelsche parlement weer een groote redevoering* ge
houden. Zijn verklaring over de verhouding tussehen
Engeland en Duitschland bestond niet uit de orakel
taal. welke hij in Hovember van het vorige jaar bezig
de, maar zijn welwillende uiteenzetting verloor een
groot deel van hare beteekenis door het betoog dat de
Engelsche Koordzeevloot met het oog op Duitschland
aanzienlijk diende te worden versterkt. Over den.Ita-
liaansch-Turkschen oorlog sprak de minister met geen
woord. Wel daarentegen vond hij het zeer noodzake
lijk, dat Engeland in de Middellandsehe Zee een vloot-
maelit, krijgt „die eerbied afdwingt en in alle opzich
ten beschikbaar is, ofschoon hij voorop stelde, dat et-
geen gevaar dreigt en er geen vrees behoeft te wor
den geducht, dat, er één mogendheid is, welke voor
Engeland gevaarlijke of nndéelige plannen koestert.
Veel wijzer wordt men door zoo'n officieel® verkla
ring niet.
Over "de Middellandsehe zee is deze week overigens
nogal geschreven.
De bekende Engelsche publicist Lucien Wolf be
weerde in de Daily Graphic, dat er een overeenkomst
was gesloten tussehen Engeland en Frankrijk, waarbij
de tegenwoordige toestand in en om de oude wereldzee
gehandhaafd bleef, met dien verstande, dat de annexa
tie van Tripolis door Italië erkend werd. Ka een on
derhoud tussehen Sir Edward Grey met den Franschen
gezant. Cambon, den 5den Juni j.l. gehouden, zoudei:
er onmiddellijk met succes bekroonde stappen te
Rome zijn gedaan, om ook Italië voor een dergelijke
overeenkomst te winnen. De drie mogendheden zou
den geen enkele wijziging in de politieke kaart, van do
Middellandsehe zee goedkeuren, d. w. z. indien andere
mogendheden er de hand in hebben. Door deze over
eenkomst zouden de Sporaden dus niet verhinderd wor
den het, Turksche juk af te wenden, maar wel zou wor
den voorkomen, dat andere mogendheden ze als basis
kozen voor eventueele operaties in de Middellandsehe
zee.
Het Fransehe Wad de Temps schreef hierop, dat het
bericht over de overeenkomst onjuist was maar voeg
de er aan toe, dat in Frankrijk en in Engeland de
wenschelijkheid van zoo'n overeenkomst werd beaamd
on dat er reeds besprekingen in die richting werden
gehouden.
De Italiaansche Corriere del'la Sera deelde verder
mede, dat aan Italië nog geen voorstel in dezen geest
was gedaan. Er is in elk geval iets gaande en men
mag afwachten, wat die officieuse Oostenrijksche per
zal zeggen van de besprekingen over zulk een nieuwe
M i d del 1 a ndsche zee-overeenkomst.
„Deze wet is in overeenstemming met de rechtvaar
digheid, de wijsheid en de waardigheid" zeide de Fran
sehe minister-president, de heer Poincaré, toen de Ka
mer deze week het wetsontwerp nopens de kieswether-
vorming met 339 tegen 217 had1 aangenomen.
„Uit republikeinsch oogpunt beschouwd, beteekent,
deze wet. verraad. Wat is het voor een stelsel, dat be
staat in het verkozen verklaren van mensehen, aan
wie de kiezers hun stem niet hebben willen geven?
Het is ondenkbaar en gevaarlijk. Mét slechts zal ik
er tegen stemmen, maar bovendien met alle kracht die
in mij is, er tegen strijden.
Aldus een invloedrijke oud-minister, thans senator,
over hetzelfde ontwerp, waarover de premier in den
hierboven weergegeven geest sprak.
De oordeelvellingen loopen zoo ver mogelijk uiteen.
Gelukkig blijken in de practijk dergelijke veroordeelde
wetsontwerpen nog al eens mee te vallen. Twee jaar
is men in Frankrijk nu al bezig- met de evenredige
vertegenwoordiging, la representation proportioimel-
le, kortweg R. P. geheeten. Het stelsel van de helft
plus ééu bevredigt ook in de republiek niet meer. Het
is door minister Briand' zelfs een stilstaande poel ge
noemd, waaruit het verderf opstijgt. Maar liet is ge
makkelijker zulk een vergelijking te maken, dan een
nieuw kiesstelsel te ontwerpen met vertegenwoor
diging der minderheden en zonder al .te veel
onbillijkheden. Daarbij komt meer kijken dan men op
pervlakkig wel zou denken. Wanneer men niet to
veel partijen heeft, dan is het gemakkelijk genoeg.
Stel dat er in een district zestigduizend kiezers stem
men en dat ér vier zetels te bezetten zijn. Men deelt
het aantal uitgebrachte stemmen door het getal dei-
vacante zetels, om het zoogenaamde kiesquotiëut te
krijgen. In ons voorbeeld is dit vijftien duizend. In-
diep partij A vijf en veertig duizend stemmen heeft
uitgebracht en partij B vijftien duizend, dan heeft de
eerste aanspraak op drie zetels en de tweede op één.
Maar zoo eenvoudig gaat het meestal niet de ver-
kiezingsarithmetica is heel wat ingewikkelder. Kernen
we maar eens een ander voorbeeld. In een district
met 145.800 kiezers moeten 8 afgevaardigden worden
aangewezen. Het kiesquotiënt bedraagt dus 145.800
gedeeld door 8 is 18.225. Er zijn drie Candidatenlijsten
ingeleverd: een radicale met 54.000 stemmen, een soci
alistische met 32.000 .stemmen en een conservatieve
met 59.800 stemmen. Daar het radicale stemmencijfer
tweemaal het quotient bevat, krijgen de radicalen al
vast twee zetels toegewezen, de socialisten -een en de
conservatieven drie. Er blijven dus nog- twee zetels te
verdeelen over. De radicalen hebben een stemmen
overschot van 17.550, de socialisten van 14.775, de
conservatieven van 5035. Men past nu liet „stelsel
dc-r gemiddelden" toe. Onder liet gemiddelde van een
lijst wordt hierbij verstaan het getal, dat men krijgt,
indien men het aantal barer stemmen deelt door het
aantal aan haar toegekende zetels. Die gemiddelden
bedragen hier: 27.000, 32.000 en 19.9000 (ruim) stem
men, zoodat de zevende zetel ten deel valt aan de soci
alisten en de achtste aan de radicalen en het eindre
sultaat is, dat de radicalen en de conservatieven elk
drie en de socialisten twee zetels krijgen.
Maar nu is liet zeer waarschijnlijk, dat het minder
mooi „rond'Toopt, dat sommige partijen een aanzien
lijk aantal stemmen „over" hebben. Dan vindt er iets
plaats, waarvoor men een nieuw woord heeft uitge
dacht, l'apparentement. Bij het indieneu der candida-
tenlijsten kunnen de partijen verklaren, dat zij wel
een eigen candidaat stellen, maar goedkeuren, dat do
stemmen, die zij over hebben, worden toegekend aan
den candidaat van een andere partij, met welke zij
een overeenkomst tot wederkeerigen steuu hebben ge
sloten.
Men ziet, dat het een ingewikkelde historie is en
dat wie zich verklaart voor het sympathieke denkbeeld
Ier evenredige vertegenwoordiging, wel moet bedenken
lat er heel wat aan vast zit.
In de Fransehe Kamer vond het ontwerp vooral be
strijding van de zijde der radicalen. Hun tegenstand
hoeft evenwel' daar niet gebaat en zij hebben nu Koop
op den Senaat, waar, na October, de heeren Combes
en Clemenceau den strijd zullen aanbinden. Kiet on
mogelijk is het, dat liet ontwerp, na eenige malen van
Kamer naar Senaat heen en terug te zijn geweest,
tenslotte het „ministerie van de sterke mannen" ten
val brengt.
Had de opening der Belgische Kamer zonder eenig
incident plaats, bij het debat over het onderzoek dei-
geloofsbrieven heeft het geducht gespookt. De linker
zijde heeft allerlei ongeoorloofde, leelijke uitdrukkin
gen gebezigd omdat een rechtsch afgevaardigde buiten
de Kamer iets dergelijks had gedaan. De vergadering
moest voor drie kwartier geschorst worden, zoo hevig
was het tumult. De afgevaardigde Delvaux, een dei-
oudste Kamerleden, heeft na sluiting- der zitting, aan
don heer Brifaut zelfs zijn getuigen gezonden, om to
eischen, dat deze de uitdrukking: „al zijn niet alle ah-
ti-clericalen schurken, alle schurken, zijn toch anticle-
ricaal" zou terugnemen, daar hij het er anders voor
moest houden, dat de ander hem een oorvijg- had ge
geven. De heer Brifaut heeft, dadelijk zijn getuigen
gezonden, zoodat het nog wel op een duel kan uitloo-
pc-n. Deze gebeurtenis wijst er op, dat België een
roezemoest] gen. tijd tegemoet gaat,
Het was een drukke week en daar het overzicht
reeds lang is kunnen wij eenige andere feiten enkel
aanstippen. Zoo versloeg' de Fransehe generaal Gou-
nnud in Marokko den Rhogi, den kroon pretendent, die
den heiligen oorlog predikte. De toestand in Marra-
kesj, ingesloten door de Marökkaansche stammen,
baart generaal Liautey nog- al zorg. Te Londen had
den bloedige botsingen tussehen stakers en werkwilli
gen plaats, zoodat de politie eraan te pas moest ko
men. Een ontzetten-de mijnramp te Cadéby, in het
graafschap York eischte 74 menschenlevens. En ein
delijk bezetten de Italiaansche troepen na een heet ge
vecht, de. stad Misrata aan dë Tripolitaansche kust.
DE KOOD OP BOK AIRE.
Betreffende den nood op het eiland Bonaire tot le
niging- waarvan door JI. M. de Koningin een gift van
j 1000 werd geschonken,-worden de volgende bijzonder
heden gemeld.
Ten gevolge van de langdurige droogte is de oogst
op het eiland totaal mislukt, waardoor algemeen groo
te armoede hee.rscht, vooral in het dorpje Rincen, dat,
ruim 1800 inwoners telt. Door te geringe en te slech
te voeding en bovendien nog dikwijls gebrek aan goed
drinkwater zijn er veel zieken; vooral lijders aan
scheurbuik cu dysenterie.
Het voornaamste voedsel is faensje (gekookt maïs
meel) met als het te krijgen is een stukje zout
vleesch of zoutevisch, van de allergoedkoopste en bij
gevolg- van de allerslechtste soort.
Voor het herstel van dé scheurbuiklijders werden
van Gouvernementswege vruchten en lenxoenen ver
strekt, en aan hen, die bepaald melk moeten gebrui
ken, blikmelk. Een en ander moet van buiten af
worden aangevoerd.
Voorts worden aan de schoolkinderen beschuiten
uitgedeeld, voor velen van hen het eenige voedsel, dat
zij krijgen. Aan zieken, ouden van dagen en moeders
van groote gezinnen wordt eenige geldelijke ondersteu
ning verstrekt.
Van gouvernementswege wordt aan. vrouwen onder
richt gegeven in het hoedenvlechten, opdat, daarmede
iets kan worden verdiend.
HOORD-ILOLLAND.
Aan de adviezen der commission uit de Provinciale
Staten van Koord-Holland ontkenen we het volgende:
Bezwaar wordt gemaakt tegen het subsidie van 50
per maand aan de Visscherijschool te Den Helder,
wegens een verschil in de rekening, waarbij een bedrag-
van 502.54 nog niet tot klaarheid is gekomen.
Worden voldoende inlichtingen daarover verstrekt,
dan adviseert de commissie het .subsidie toe te staan.
De meerderheid der betreffende commissie stelt
voor niet J 1000 voor den handelsavondéursus van de
gemeente Zaandam te geven, doch volgens het verzoek
dier gemeente 1400 toe te staan.
De commissie, die had te adviseeren over het subsi
die aan de maatschappij Alkmaar Packet voor den
dienst 1 iel andTerschelling, wenscht 5000 per jaar
toe te staan, doch stelt voor bij wijze van proef in de
vier zomermaanden van 1913/15 een dubbele verbin
ding- van- en met Harlingen te doen plaats hebben en
wanneer daaraan niet wordt voldaan, het subsidie tc
verlagen tot 4000.
De aangevraagde sommen voor vernieuwing- van
vloeren^ in het krankzinnigengesticht „Duin-en-
Bosch, hebben op de commissie een pijnlijken indruk
gemaakt. Gebleken was toch, dat de aannemer wel
Amerikaansch grenenhout leverde, zooals het bestek
aangaf, maar niet van de goede soort.
De deskundige leden der commissie waren eenstem
mig van oordeel, dat de ondeugdelijkheid van het hout
reeds dadelijk te zien was geweest, waarmede zij zich
niet wilden uitspreken over het toezicht bij den bouw
in het algemeen, doch wilden zeggen, dat dit toezicht
op dat eene punt scherper had kunnen zijn.
De commissie erkent, dat. dit hout werd geleverd
voor de provincie, die den afbouw van Duin-enBosch
in eigen beheer nam.
De commissie adviseert ook nu weer Amerikaansch
grenenhout te gebruiken.