DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Om het koude goud. Honderd en veertiende Jaargang. 1912. WOENSDAG 17 JÜLI. FEUILLETON. No. 167. STA DSNIEUWS. ALKMAARSCHE ALKMAAR, 17 Juli. In een klein berichtje werd gisteren melding ge maakt van de reis van d'eri gewezen Japanschen mi nister-president Katsoera naar Europa. Wanneer een invloedrijk staatsman uit het verre Oosten, wiens rol nog niet uitgespeeld isi, een wereldreis maakt, en Europeesche regeeringen bezoekt, dan is dit zeker niet van gewicht ontbloot. Deze staatsman is de dra- ger der Japansche politieke denkbeelden en hoewel hij thans niet actief werkzaam is', wordt verwacht, dat hij binnen afzienbaren tijd de draden der Japansche binnen- en buitenlandsche politiek weer in handen zal krijgen. Men heeft hem natuurlijk gevraagd', wat zijn reis beoogde. Aanvankelijk verklaarde hij, dat het slechts een onts.pannings- en studiereis was. Hij wilde eerst St. Petersburg bezoeken. Daar hij echter als staatsman natuurlijk overal ook gaarne staatslieden zou ontmoeten en deze heeren in den nazomer in den regel zelf op reis zijn, zou hij eerst een tijdlang naar het schoone Noorwegen en Zwitserland gaan en daar tevens het hotel- en touristenwezen bestudeeren. TT ij 'behoort namelijk tob die menschen, die het. groote belang van het vreemdelingenverkeer inzien en gaarne dat verkeer in hun vaderland bevorderen. In den herfst zal prins Katsoera Frankrijk en Engeland eni daarna Duitsehland! bezoeken, eau in dit laatste land, waar hij vroeger heeft gewoond, het langst te vertoeven. Met deze verklaringen was de Japansche pers echter niet tevreden. Zij betwijfelde, of de man, in wiens handen waarschijnlijk ten deele Japans toekomst be rust, enkel wel op reis ging voor het vreemdelingen verkeer. Zij verlangde inplaats van suikerwater kla ren wijn en de prins verklaarde nu nader het volgen de: „Mijn reis heeft ten doel, de grondslagen van het Engelsch-Japansche verhond te versterken en de vriendschappelijke betrekkingen tusschen Rusland en Japan, evenals tusschen Frankrijk en Japan te be vestigen. Tusschen Japan en Duitsehland! bestaat tot dusver geen verdrag. Ik wil echter trachten, de beide volkeren dichter bij elkaar te brengen.'' Het Engelsch-Japansch verbond werd den llden Februari 1902 op dezen datum valt de, grootste na tionale feestdag van Japan afgekondigd. Maar toen Engeland toenadering zooht tot. Rusland', bleef Japan niet in gebreke hetzelfde te doen en terwijl de verhouding tusschen Japan en Rusland beter werd, werd die tusschen Japan en Engeland koeler. Het ver bond werd een entente en hoe weinig deze beteekent bleek bij het uitbreken der Chineesche revolutie. Ja pan hoopte in China door een revolutie te bereiken, Roman uit he£ Duitsch van GEORG HARTWIG. 89) -o- Omdat cle lucht zoo warm en drukkend was, terwijl de nachtwind zwoel door het stukje tuiu woei, dat zij bezfrten, was de jonge vrouw op het kleine balkon van de slaapkamer blijven zitten, waar een weinig' bloe- mengeui van ondaag van tijd tot tijd waarneembaar was. De sterren wilden niet opkomen. Een dikke wol kenlaag onttrok ze aan haar blik. Ver weg schoten bliksemflitsen door die lucht en af en toe dreunde bet van verwijderd rommelen in de werkende lucht. De drukkende hitte d^edi haar denken trager wor den. Verwarde beelden doken op voor haar blik, ter wijl een sluimer haar de oogen sloot. Daar werd zij opgeschrikt door hot roepen van haar naam. f Zich bezinnend drukte zij haar hand tegen het voor hoofd, vóór zij opsprong en in de kamer snelde. Het licht daarin verblindde haar. Zij wist niet hoe lang zij op het balkon gezeten had. Zij moest naar bed gaan en niet langer wachten. „Is het dan al zoo V' Zij voleindigde de vraag niet, ook streek zij haar verwarde haren niet van heur voorhoofd1 woorden en bewegingen bleven weg tegenover de woede van haar man, die haar onheilspellend aanzag. Rood was zijn gelaat, fonkelen deden de oogen. Zij zag daarna, dat hij een verfrommelden brief in de hand hield en deze hand sidderde van opwin ding. De geheele gedrongen gestalte van kapitein Kroehel sprak van drift en woede. „Wat is er riep zij, onwillekeurig van schrik ten schrede terug doende. wat het door een oorlog, waarvoor geen voorwendsel was te vinden, niet kon bereiken. Het 'wilde met En geland tezamen tot gewapende tusschenkomst over gaan en mobiliseerde reeds, toen Engelands weigering om aan dit avontuur deel te nemen, kwam. Van dien tijd af begon de Japansche pers geringschattend té schrijven over de beteekenis van de verhouding tot Engeland en kwam de regeering tot de, overtuiging, dat Japan aansluiting moest zoeken bij een of meer andere mogendheden. De heer Katsoera wil blijkbaar zien of hij de grond slagen. van de verhouding met Engeland' kan verster ken. Maar tegelijkertijd! wil hij elders toenadering zoeken. Hij zal trachten in verband met de gemeen schappelijke belangen in Oost-Azië gedaan te krijgen, dat Japan en Rusland, nog dichter bij elkaar komen fin het berichtje van gisteren was reeds sprake van een vcrdeeling van Mantsjoerije en Mongolië! Hij wil trachten in Frankrijk een groote leening te plaat sen, daar Japan tegenwoordig veel geld noodig heeft, eigenlijk boven zijn standi leeft. En eindelijk hoopt hij een vriendschappelijke ver standhouding tot Duitsehland in het leven te roepen. Zooals uit het bovenstaande blijkt neemt deze Oos- tersehe politieke handelsreiziger heel wat goede plan nen mee op reis. Krijgt hij de gehoopte notities in zijn aanteekenboekje, dan is zijn tocht zoowel voor Japan als voor Europa van zeer groot belang. Van zoo groot belang, dat het vreemdelingenverkeer mag wor den beschouwd als een zeer gering bij-age.ntuurtje, dat de prinselijke commis-voyageur wel zoo goed is op zich te nemen, maar dat in geen verhouding staat tot de groote zaken, waarvoor hij op reis gaat. NED. HERV. KERK. Dezer dagen hebben wij gemeld, dat de bevestiging van de in Februari gekozen ouderlingen en diakenen bij de Ned. Ilerv. Gemeente alhier zal plaats hebben op Zondag 21 Juli. Zooals men weet was in verband' met deze bevesti ging een kwestie gerezen. Bij ,een indertijd gehouden bespreking tusschen den kerlteraiad! en ee,n deel deir benoemden ouderlingen en diakenen openbaarde zich een verschil van meening over de opvatting- der bevestigingsvragen, waarvan de tweede volgens de bewering van den predikant, aan wien de bevestiging zou wordenl opgedragen, moest worden opgevat volgens artikel' van 27 der Neder- landsehe geloofsbelijdenis, terwijl de benoemden ver klaarden bij zoodanige opvatting der bevestigingsvra gen niet bevestigd! te kunnen worden. Om openhaar schandaal' te, vermijden waren de ker- kera,ad en de nieuw benoemde ouderlingen en diake nen Overeengekomen deze zaak als een kerkelijk ge schil van art. 68 van het reglement voor kerkelijk op zicht en tucht enz. te onderwerpen aan het oordeel van het klassikaal' bestuur van Alkmaar. Bij besluit van 20 Maart j.l'. berichtte dit klassikaal bestuur aan den kerkeraad! en de nieuwbenoemde ouderlingen en diakenen, dat het hier niet gold! een geschil in den zin van het hierboven aangehaald ar tikel. Vani het besluit' van het klassikaal bestuur* isi de kerkeraad in lioioger beroep gegaan. Den löden April evenwel1 bevestigde het Provinciaal kerkbestuur van NoorcD-Holland! het besl'uit. De kerkeraad vroeg van dit besl'uit in liooger beroep daarna cassatie aan bij de algemeene synodale com missie, welke den 21sten Mei' besliste, dat het pro vin- ciaal' kerkbestuur (evenals het klassikaal bestuur van Alkmaar) terecht beeft geoordeeld', dat de zaak geen geschil was in den zin van de kerkelijke reglementen, maar da.t het dan ook niet de zaak als een geschil had mogen behandelen, wat het evenwel gedaan had door de kosten van zijn besluit in hooger beroep ten laste te brengen van de partij, die in het ongelijk was ge- steld, en door aan zijn besluit, .ook door de onderteeke- ning door al de leden den vorm te geven van een be slissing in een kerkelijk geschil. Wegens die formeiele afwijkingen werd het besluit van het Provinciaal Kerkbestuur vernietigd. Het Pro vinciaal Kerkbestuur van Zeeland werd' voorts tot bet nemen va,n een eindbesluit aangewezeni. De kerkera,adl zond na, deze beslissing aian laatstge noemd Provinciaal bestuur een, memorie, waarin werd erkend, dat die zaak blijkens de uitspraken van de verschillende kerkelijke besturen onder verkeerden vorm werd aangebracht en waarin er op werd aange drongen, de zaak thans te beschouwen eni te behande len als ingebracht bezwaar. Het Provinciaal kerkbestuur van Zeeland was evenwel van meening, dat de zaak niet anders kon worden, behandeld dan zooals zij door het klassikaal bestuur van Alkmaar behandeld! is>. Het laatstgenoemde provinciaal bestuur heeft in zijn buitengewone vergadering van den eersten Juli het besluit van het klassikaal bestuur van Alkmaar bevestigd en bepaald, dat de kosten van het besluit in hooger beroep komen' ten laste van den Kerkeraad en de kosten van bet eindbesluit worden gedragen dooi de Kerk. Nadat de kerkeraad kennis gekregen had van dit eindbesluit heeft bij besloten dat- de bevestiging Zon dag a,.s. zal plaats hebben door dsl H. P. de Pree. Op grond van ingewonnen informaties mogen wij de verwachting uitspreken, dat deze bevestiging zal ge schieden zonder een soortgelijk betreurenswaardig in cident, als indertijd in Dordrecht is voorgevallen. ONTZETVEREENIGING. Gisteravond vergaderde bovengenoemde vereeniging- in de Harmonies» Bijzonder groot was het aantal le den, dat ter vergadering was gekomen, ook nu niet. Na 'n kort openingswoord' van den voorz., den hr. F. H. Ringers Sr., las de secretaris, de lieer A. J. Stikkel, liet jaarverslag, een kort verslag' van het 50-jarig ju bileum der Ontzet vereeniging, dat onder dankzegging werd1 goedgekeurd. Aan de orde was hierna de rekening en verantwoor ding van de,n penningmeester, den1 heer H. Bossert 1 Izn. De voorzitter deelde mede, dat het bestuur het met het oog op cle groote uitgebreidheid van de rekening wenschelijk had geacht vooraf eenig-c heeren te benoe men om de rekening na te zien; hiervoor was de keuze gevallen op de heeren dr. R. J. v. d. Ileijde en J. Cock. Bij monde van den beer Cock deelde deze commissie van kasnazieming' mede, dat ten huize van den pen ningmeester die rekening was nagezien, waarbij alle bescheiden werden overgelegd en' alle géwenschte toe lichtingen werden gegeven. De rekening en verant woording werd! in volkomen orde bevonden en door de commissie goedgekeurd, en onderteekend. De ont vangsten bedroegen in het geheel 5129.32, de uitga ven 7231.93°, nadeelig saldo op 31 December 1911 2102.61''. Eenige posten werden even gememoreerd. Kosten der vergaderingen 389.58; algemeene; onkos ten 321.96°; eerste kerkconcert, uitg. 525.81, ont vangsten 365.20, tekort 160.61; reveille, uitg. 217.86, ontv. 20.60, tekort 197.26, optocht; uitg. 3506.34, ontv. 702.35, tekort 2804.04; kosten hul diging bij het beeld! 146.97; tentoonstelling, uitg. J 187.09, ontv. j 153.17, tekort J 33.92; f eestcourant, ontv. j 266.53°, uitg. J 160.25, voordeelig saldo 106.28°; tweed,a kerkconcert, ontv. 337.10, uitg. J 217.45, voordeelig saldo 119.65. De opbrengst dei- circulaires bedroeg 792.55. Er is een leening gesloten waaruit alle rekeningen zijn betaald. De commissie stelde voor den penningmeester de charge te verleenen, waarmede de vergadering door applaus instemde. De voorzitter wees er op, dat, toen de feestviering een nadeelig saldo aanwees, van 1800, nog alles niet was betaald. Vele waren de werkzaamheden van den penningmeester, om dat alles voor elkaar te brengen. Er is toen gelei voor rekening van het bestuur opge nomen. Het bestuur werd teleurgesteld; toen de leden en Alkmaar's burgerij in de gelegenheid waren gesteld „Dit hier Zij hoorde zijn trillende stem en toen het knisteren van het papier dat hij haar toewierp. „Dat is je vermogen! Je g-rootv&der heeft ons be drogen!'" Zij hoorde slechts de woorden. De beteekenis ervan was haar niet duidelijk. Zij strekte afwerend de han den uit, als wilde zij hem daarmee tot zwijgen bewe gen. Hij greep haar hand' en dat zoo- fel, dat het kaar was of een ijzeren ring haar vingers omkneep. „Zoo'n groote huichelaar en bedrieger!" bracht hij met moeite uit. Ilij had het benauwd van drift en werd steeds bleeker. „Wat een huichelaar is jouw grootvader. Eerst stak hij mijn geld in zijn zak, on der voorwendsel, dat hij het goed' met mij meende en dat ik er in het geheel geen' schade van zou hebben - cii. nu, nu is de fabriek, waar-in jouw geld belegd was, failliet gegaan. Jij zit daar met een langen neus en ik ben duizend mark kwijt. Wat een dwaas ben ik geweest, dat ik nog- één oogenblik vertrouwen heb ge steld in den zwendelaar! Dat ik mij zoo beet liet ne- men dat ik één woord geloofde van zijn valsche praterij. Die domheid, die kolossale domheid....!" Zij deed een poging om den brief op te rapen, maar zijn vuist die haar hand nog steeds met kracht om klemd had, maakte het haar onmog-elijk. Het .warrelde in haar hoofd. Zij was niet in staat kalm te denken. Met oogen, die star stonden' van schrik, maar tevens j spraken van mét-begrijpen, staarde zij hem in het ge- zicht. Dat zij hem niét dadelijk begreep, verhoogde nog zijn woede. „Ben je werkelijk zoo traag- van begrip, dat het je onduidelijk blijft welk mooi werk je grootvader heeft gedaan riep Ivrochel, „of houdt je jo maar zoo? Speel je met mooie meneer grootpapa onder één hoed je? Hoe zit hot? Begrijp je het dan nog niet? Je grootvader heeft mij infaam bedrogen. Ik heb gezegd: nu g'oed, laat mij dan het uitzet betalen en het bruids- j gekl opgeven maar ik ben niet zoo'n Croesus dat ik mij honderdduizend mark kan laten, -ontstelen zon- j om het tekort te helpen dekken. Bij het tweede con cert hebben zelfs leden niet meegewerkt. Toch ver volgde de voorzitter, moeten we voortgaan. De Ont- zetvereeniging, één der grootste vereenigingen onzer vaderstad moet voortwerken, trots financieel© bezwa ren, in vertrouwen op de burgerij. Spr. hoopte, dat ieder zou inzien, dat, waar hier de vrijheid is1 bevoch ten, groote daden zijn verricht, die moeten worden herdacht. De penningmeester deelde mede, dat het tekort, dat 31 December 2102.61° bedroeg, thans is gereduceerd' tot' 1525. De heer J. W. Teerink bracht een woord' van hulde aan den penningmeester, terwijl! de' heer J. Jonker uiting gaf aan zijn waardeering van het geheele be stuur. Het bestuur stelde voor over te gaan t-ot het uit breiden vani het bestuur met 2 leden. Hjet hadl een aanbeveling opgemaakt van 3 leden, de heeren ,Cock, J. van der Moer en O. Nannes; Gorter. Uitge bracht werden 45 'stemmen, waarvan op den heer Cock 36, op den heer de Moer 29, op den Keer Gorter 23 en op den heer M. I. Lewijt 2. Gekozen waren dus de heeren Cock en van dér Moer. Door den' voorzitter gevraagd, of hij de benoeming aannam, verklaarde dé heer Cock, dat tot zijn spijt da keuze op hem gevallen was. Spr. had) niet gezegd, dat hij niet in aanmerking wenschte te komen, omdat hij hoop had, dat de keuze niet op hem zou vallen. Spr. wees er thans' op, dat het Ontzetfeest niet altijd ge vierd wordt op 8 October. Valt 8 October op Zondag, dan hoort dat feest gevierd te worden op Zondag. Van den kant van het bestuur heeft spr. nooit een stem hooren opgaan) om het 8 October-feest op 8 Oc tober te vieren. Daarom wenschte spr. geen bestuursu lid! te zijn van dé 8 October-vereeniging. De heer Van; der Moer nam de benoeming aan. De voorzitter merkte op, dat we wonen in een vrij land en- ieders overtuiging eerbiedigen. Spr. was het niet met den heer Cock eens, doch hij res'pecteerde het, dat ieder voor zijn overtuiging uitkomt. Toch moest het spr. van het hart, dat het h>em speet, dat de heer Cock had bedankt. Spr. is 5 jaar met den heer Cock in een der commissies werkzaam geweest en de samen werking was steeds uitstekend'. Er werd hierna een nieuwe vrije stemming gehou den, waarbij 42 stemmen werden uitgebracht. Hiervan verkreeg de heer C. Nannes Gorter 26 st., de heer Cock 11, de hcer Masse 2, de heer Lewijt 1 en de heer Blauw 1. De heer Nannes Gorter was dus gekozen en ver klaarde zich desgevraagd bereid' de benoeming aan te nemen. Ook de feestcommissie diende te worden aangevuld en wel met een drietal leden, nu dé heer Nannes Gor ter, die lid der feestcommissie was, tot bestuurslid' wa$ benoemd. ITet bestuur beval aan de heeren D. Pronk, P. G. J, Jung, J. Holsmuller en J. W. Teerink, waaraan de heer L. Trijbetz toevoegde de namen dér heeren A. Ohlen en M. I. Lew ij t. Uitgebracht werden 40 stemmen, i-esp. op de heeren Pronk 24, J. Holsmuller 24, J. W. Teering 14, Jung 12, Lewijt 12, Ohlen 6 en P. H. Ringers Jr. 6. De heer D. Pronk nam dé benoeming aani, de heer Holsmuller was niet ter vergadering aanwezig. Bij een nieuwe vrije stemming verkreeg niemand da volstrekte meerderheid!, terwijl daarna 39 stemmen werden uitgebracht, waarvan op den heer Teerink 16 en op den heer J. Jonker 17 stemmen, terwij'l 5 st. yan onwaarde waren en 1 blanco. Do heer Jonker wenschte de benoeming niet te aan vaarden. De heer Teerink werd nu bij acclamatie be noemd, doch wilde de benoeming onder dezè omstan digheden' niet aannemen. De benoeming- werdl nu aangehouden tot een vol gende vergadering. De feestviering van den a. s, O'ctoberdag maakte n.p een punt van bespreking- uit. Het bestuur heeft ge meend geen kerkconcert t,e moeten geven, daar dit een gaping in de kas brengt. De reveille, zoo ge- wenscht, dacht het bestuur ditmaal samen te doen gaan met de gewone huldiging- van het beeld. Het oog moet gericht blijven op het tekort in de kas. liet der het te bemerken'! Als het nog op passende wijze gegaan was als ik ze verteerd had' maar dit is zoo brutaal en gemeen. Hij had geen woorden genoeg' om zijn ergernis lucht te geven. Tot zelfs haar lippen waren doodsbleek toen zij het hoofd achterover wierp om beter te kunnen ademha len. Schaamte en smart overweldigden haar. „O, lieve, hemel!" fluisterde zij, haar handen, die hij Weer vrij had' gelaten, in elkaar drukkend. „Wat moet dat gefluister?" riep hij. „Kom, wat zeg je hier wel van? Sta daar toch niet als een geknakte lelie! Als ik vooruit geweten had,, dat ik dat; mooie papier zou ontvang-en en dan verbonden zou zijn aan deze lieve, hartochtelijke, temperamentvolle vrouw ^waarachtig Zijn toorn deed de aderen van zijn slapen opzwel len. Ella's bloed) joeg wild door haar lichaam bij de zen spot benden toon. Het angstgevoel maakte dat zij een lichten kreet niet kon onderdrukken. „Had men het je dan toch maar gezegd!" zei ze ge jaagd. Zij zei het zonder liet te willen. Onderdrukken kon ze het niet meer. Hij staarde haar met bliksemende oogen aan. „Wat was da.t? Zeg het nog eens - wat zei je daar?" riep hij dreigend. Zij kon zijn blik niet verdragen. „Het was beter geweest voor jou en voor mij alls ze je de waarheid gezegd hadden," zei ze nauwelijks ver staanbaar. Ilij lachte kort en sehe'l. Zijn eigen liefde was zwaar gekwetst. „Wel fameus! Prachtig! Moet dat zooveel als een verwijt beteekenen? Vooruit spreken zul je! Daar heb ik nu toch in ellt geval recht op." Zij sloeg haar handen voor haar gezicht. Waarom had zij toegegeven aan den dwang van haar grootvader en haar moeder? Waarom had zij niet liever haar eenzaam en onaangenaam leven thuis voortgezet, hoe moeilijk het dan ook was? Waarom maar steeds gezwegen en toegegeven en gedaan wat haar grootvader haar zei? Nu kwam de straf! Nu moest zij de gevolgen van) haar domheid! en zwakheid ondervinden! Als zij toch indertijd) maar den moed gehad had hem te zeggen: ik heb je niet ilief, ik kan jc vrouw niet worden ik heb een ander lief, aan hem alleen behoort mijn hart, ik ben door hem echter zoo diep teleurgesteld, zoo diep heleedigd. „Ik wil' weten, wat je da,ar zoo pas bedoeld hebt," riep hij steeds ongeduldiger ,en sfeecfe rooder in het gezicht van opwinding. „Ellendig, ongelukkig ben ik .fluisterde zij, met haar tranen strijdend. „En ik ben, zeker zeer gelukkig.? Een prachtig geluk en met duur geld gekocht!" Nogmaals greep hij haar hand ,eu trok haar dicht tegen zich aan, zoodaf zijn heete adem langs haar wangen gleed. „Ben je datgene voor mjj wat je, behoorde (e zijn?" vroeg hij met trillende lippen, „Sta je mij niet overal als een rem iii dén weg? Is de goede, domme Kroehel .er niet ingeloopen, zooals het een ander niet licht zal overkomen? Zeg, is dat zoo of niet? Neem je in acht, dat het mij niet blijkt dat je comedie met mij gespeeld hebt! Neem je in acht, want. als dat. wèl het. geval mocht blijken.,.," „Ik kan niet meer," stamelde zij, het hoofd! buigend. rouwenkunstenzei hij mét grimmige bitter heid. „Als het. vuur jelui yrouwep wat dicht bij do beenen komt, kunnen jelui plotseling- niet meer. Maar wat jelui dan wèl kunt, is de- mannen opwin den en razend maken. ILeb je mjj genomen omda.t ik Ki-üche'l heet? of om mijn mooje oogen?" Zij dacht aan Ute en aan de liefde en vereering, die Rönniges haar steeds bewees. Wat een verschil met haar eigen huwelijk! „Wat ik je smeeken wil;" zei ze hijgend, „laat mij nu met rust. Hij stiet haar ruw van zich af. ..Morgen afrekening met jo lieven grootpapa een gevaarlijk sujet is hij." (Wordt vervolgd}.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1