DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Om het koude goud.
Honderd en veertiende Jaargang.
1912.
WOENSDAG 17 JÜLI.
FEUILLETON.
No. 167.
STA DSNIEUWS.
ALKMAARSCHE
ALKMAAR, 17 Juli.
In een klein berichtje werd gisteren melding ge
maakt van de reis van d'eri gewezen Japanschen mi
nister-president Katsoera naar Europa. Wanneer
een invloedrijk staatsman uit het verre Oosten, wiens
rol nog niet uitgespeeld isi, een wereldreis maakt, en
Europeesche regeeringen bezoekt, dan is dit zeker
niet van gewicht ontbloot. Deze staatsman is de dra-
ger der Japansche politieke denkbeelden en hoewel hij
thans niet actief werkzaam is', wordt verwacht, dat
hij binnen afzienbaren tijd de draden der Japansche
binnen- en buitenlandsche politiek weer in handen zal
krijgen. Men heeft hem natuurlijk gevraagd', wat zijn
reis beoogde. Aanvankelijk verklaarde hij, dat het
slechts een onts.pannings- en studiereis was. Hij wilde
eerst St. Petersburg bezoeken. Daar hij echter als
staatsman natuurlijk overal ook gaarne staatslieden
zou ontmoeten en deze heeren in den nazomer in den
regel zelf op reis zijn, zou hij eerst een tijdlang naar
het schoone Noorwegen en Zwitserland gaan en daar
tevens het hotel- en touristenwezen bestudeeren. TT ij
'behoort namelijk tob die menschen, die het. groote
belang van het vreemdelingenverkeer inzien en gaarne
dat verkeer in hun vaderland bevorderen. In den herfst
zal prins Katsoera Frankrijk en Engeland eni daarna
Duitsehland! bezoeken, eau in dit laatste land, waar hij
vroeger heeft gewoond, het langst te vertoeven.
Met deze verklaringen was de Japansche pers echter
niet tevreden. Zij betwijfelde, of de man, in wiens
handen waarschijnlijk ten deele Japans toekomst be
rust, enkel wel op reis ging voor het vreemdelingen
verkeer. Zij verlangde inplaats van suikerwater kla
ren wijn en de prins verklaarde nu nader het volgen
de:
„Mijn reis heeft ten doel, de grondslagen van het
Engelsch-Japansche verhond te versterken en de
vriendschappelijke betrekkingen tusschen Rusland en
Japan, evenals tusschen Frankrijk en Japan te be
vestigen. Tusschen Japan en Duitsehland! bestaat tot
dusver geen verdrag. Ik wil echter trachten, de beide
volkeren dichter bij elkaar te brengen.''
Het Engelsch-Japansch verbond werd den llden
Februari 1902 op dezen datum valt de, grootste na
tionale feestdag van Japan afgekondigd. Maar
toen Engeland toenadering zooht tot. Rusland', bleef
Japan niet in gebreke hetzelfde te doen en terwijl de
verhouding tusschen Japan en Rusland beter werd,
werd die tusschen Japan en Engeland koeler. Het ver
bond werd een entente en hoe weinig deze beteekent
bleek bij het uitbreken der Chineesche revolutie. Ja
pan hoopte in China door een revolutie te bereiken,
Roman uit he£ Duitsch
van
GEORG HARTWIG.
89) -o-
Omdat cle lucht zoo warm en drukkend was, terwijl
de nachtwind zwoel door het stukje tuiu woei, dat zij
bezfrten, was de jonge vrouw op het kleine balkon van
de slaapkamer blijven zitten, waar een weinig' bloe-
mengeui van ondaag van tijd tot tijd waarneembaar
was.
De sterren wilden niet opkomen. Een dikke wol
kenlaag onttrok ze aan haar blik. Ver weg schoten
bliksemflitsen door die lucht en af en toe dreunde bet
van verwijderd rommelen in de werkende lucht.
De drukkende hitte d^edi haar denken trager wor
den. Verwarde beelden doken op voor haar blik, ter
wijl een sluimer haar de oogen sloot.
Daar werd zij opgeschrikt door hot roepen van haar
naam. f
Zich bezinnend drukte zij haar hand tegen het voor
hoofd, vóór zij opsprong en in de kamer snelde. Het
licht daarin verblindde haar. Zij wist niet hoe lang zij
op het balkon gezeten had. Zij moest naar bed gaan
en niet langer wachten.
„Is het dan al zoo V'
Zij voleindigde de vraag niet, ook streek zij haar
verwarde haren niet van heur voorhoofd1 woorden
en bewegingen bleven weg tegenover de woede van
haar man, die haar onheilspellend aanzag. Rood was
zijn gelaat, fonkelen deden de oogen.
Zij zag daarna, dat hij een verfrommelden brief in
de hand hield en deze hand sidderde van opwin
ding. De geheele gedrongen gestalte van kapitein
Kroehel sprak van drift en woede.
„Wat is er riep zij, onwillekeurig van schrik
ten schrede terug doende.
wat het door een oorlog, waarvoor geen voorwendsel
was te vinden, niet kon bereiken. Het 'wilde met En
geland tezamen tot gewapende tusschenkomst over
gaan en mobiliseerde reeds, toen Engelands weigering
om aan dit avontuur deel te nemen, kwam. Van dien
tijd af begon de Japansche pers geringschattend té
schrijven over de beteekenis van de verhouding tot
Engeland en kwam de regeering tot de, overtuiging,
dat Japan aansluiting moest zoeken bij een of meer
andere mogendheden.
De heer Katsoera wil blijkbaar zien of hij de grond
slagen. van de verhouding met Engeland' kan verster
ken. Maar tegelijkertijd! wil hij elders toenadering
zoeken. Hij zal trachten in verband met de gemeen
schappelijke belangen in Oost-Azië gedaan te krijgen,
dat Japan en Rusland, nog dichter bij elkaar komen
fin het berichtje van gisteren was reeds sprake van
een vcrdeeling van Mantsjoerije en Mongolië! Hij
wil trachten in Frankrijk een groote leening te plaat
sen, daar Japan tegenwoordig veel geld noodig heeft,
eigenlijk boven zijn standi leeft.
En eindelijk hoopt hij een vriendschappelijke ver
standhouding tot Duitsehland in het leven te roepen.
Zooals uit het bovenstaande blijkt neemt deze Oos-
tersehe politieke handelsreiziger heel wat goede plan
nen mee op reis. Krijgt hij de gehoopte notities
in zijn aanteekenboekje, dan is zijn tocht zoowel voor
Japan als voor Europa van zeer groot belang. Van zoo
groot belang, dat het vreemdelingenverkeer mag wor
den beschouwd als een zeer gering bij-age.ntuurtje, dat
de prinselijke commis-voyageur wel zoo goed is op zich
te nemen, maar dat in geen verhouding staat tot de
groote zaken, waarvoor hij op reis gaat.
NED. HERV. KERK.
Dezer dagen hebben wij gemeld, dat de bevestiging
van de in Februari gekozen ouderlingen en diakenen
bij de Ned. Ilerv. Gemeente alhier zal plaats hebben
op Zondag 21 Juli.
Zooals men weet was in verband' met deze bevesti
ging een kwestie gerezen.
Bij ,een indertijd gehouden bespreking tusschen
den kerlteraiad! en ee,n deel deir benoemden ouderlingen
en diakenen openbaarde zich een verschil van meening
over de opvatting- der bevestigingsvragen, waarvan de
tweede volgens de bewering van den predikant, aan
wien de bevestiging zou wordenl opgedragen, moest
worden opgevat volgens artikel' van 27 der Neder-
landsehe geloofsbelijdenis, terwijl de benoemden ver
klaarden bij zoodanige opvatting der bevestigingsvra
gen niet bevestigd! te kunnen worden.
Om openhaar schandaal' te, vermijden waren de ker-
kera,ad en de nieuw benoemde ouderlingen en diake
nen Overeengekomen deze zaak als een kerkelijk ge
schil van art. 68 van het reglement voor kerkelijk op
zicht en tucht enz. te onderwerpen aan het oordeel
van het klassikaal' bestuur van Alkmaar.
Bij besluit van 20 Maart j.l'. berichtte dit klassikaal
bestuur aan den kerkeraad! en de nieuwbenoemde
ouderlingen en diakenen, dat het hier niet gold! een
geschil in den zin van het hierboven aangehaald ar
tikel.
Vani het besluit' van het klassikaal bestuur* isi de
kerkeraad in lioioger beroep gegaan. Den löden
April evenwel1 bevestigde het Provinciaal kerkbestuur
van NoorcD-Holland! het besl'uit.
De kerkeraad vroeg van dit besl'uit in liooger beroep
daarna cassatie aan bij de algemeene synodale com
missie, welke den 21sten Mei' besliste, dat het pro vin-
ciaal' kerkbestuur (evenals het klassikaal bestuur van
Alkmaar) terecht beeft geoordeeld', dat de zaak geen
geschil was in den zin van de kerkelijke reglementen,
maar da.t het dan ook niet de zaak als een geschil had
mogen behandelen, wat het evenwel gedaan had door
de kosten van zijn besluit in hooger beroep ten laste
te brengen van de partij, die in het ongelijk was ge-
steld, en door aan zijn besluit, .ook door de onderteeke-
ning door al de leden den vorm te geven van een be
slissing in een kerkelijk geschil.
Wegens die formeiele afwijkingen werd het besluit
van het Provinciaal Kerkbestuur vernietigd. Het Pro
vinciaal Kerkbestuur van Zeeland werd' voorts tot bet
nemen va,n een eindbesluit aangewezeni.
De kerkera,adl zond na, deze beslissing aian laatstge
noemd Provinciaal bestuur een, memorie, waarin werd
erkend, dat die zaak blijkens de uitspraken van de
verschillende kerkelijke besturen onder verkeerden
vorm werd aangebracht en waarin er op werd aange
drongen, de zaak thans te beschouwen eni te behande
len als ingebracht bezwaar.
Het Provinciaal kerkbestuur van Zeeland was
evenwel van meening, dat de zaak niet anders kon
worden, behandeld dan zooals zij door het klassikaal
bestuur van Alkmaar behandeld! is>.
Het laatstgenoemde provinciaal bestuur heeft in
zijn buitengewone vergadering van den eersten Juli
het besluit van het klassikaal bestuur van Alkmaar
bevestigd en bepaald, dat de kosten van het besluit in
hooger beroep komen' ten laste van den Kerkeraad en
de kosten van bet eindbesluit worden gedragen dooi
de Kerk.
Nadat de kerkeraad kennis gekregen had van dit
eindbesluit heeft bij besloten dat- de bevestiging Zon
dag a,.s. zal plaats hebben door dsl H. P. de Pree.
Op grond van ingewonnen informaties mogen wij de
verwachting uitspreken, dat deze bevestiging zal ge
schieden zonder een soortgelijk betreurenswaardig in
cident, als indertijd in Dordrecht is voorgevallen.
ONTZETVEREENIGING.
Gisteravond vergaderde bovengenoemde vereeniging-
in de Harmonies» Bijzonder groot was het aantal le
den, dat ter vergadering was gekomen, ook nu niet.
Na 'n kort openingswoord' van den voorz., den hr. F.
H. Ringers Sr., las de secretaris, de lieer A. J. Stikkel,
liet jaarverslag, een kort verslag' van het 50-jarig ju
bileum der Ontzet vereeniging, dat onder dankzegging
werd1 goedgekeurd.
Aan de orde was hierna de rekening en verantwoor
ding van de,n penningmeester, den1 heer H. Bossert
1 Izn.
De voorzitter deelde mede, dat het bestuur het met
het oog op cle groote uitgebreidheid van de rekening
wenschelijk had geacht vooraf eenig-c heeren te benoe
men om de rekening na te zien; hiervoor was de keuze
gevallen op de heeren dr. R. J. v. d. Ileijde en J. Cock.
Bij monde van den beer Cock deelde deze commissie
van kasnazieming' mede, dat ten huize van den pen
ningmeester die rekening was nagezien, waarbij alle
bescheiden werden overgelegd en' alle géwenschte toe
lichtingen werden gegeven. De rekening en verant
woording werd! in volkomen orde bevonden en door de
commissie goedgekeurd, en onderteekend. De ont
vangsten bedroegen in het geheel 5129.32, de uitga
ven 7231.93°, nadeelig saldo op 31 December 1911
2102.61''. Eenige posten werden even gememoreerd.
Kosten der vergaderingen 389.58; algemeene; onkos
ten 321.96°; eerste kerkconcert, uitg. 525.81, ont
vangsten 365.20, tekort 160.61; reveille, uitg.
217.86, ontv. 20.60, tekort 197.26, optocht; uitg.
3506.34, ontv. 702.35, tekort 2804.04; kosten hul
diging bij het beeld! 146.97; tentoonstelling, uitg.
J 187.09, ontv. j 153.17, tekort J 33.92; f eestcourant,
ontv. j 266.53°, uitg. J 160.25, voordeelig saldo
106.28°; tweed,a kerkconcert, ontv. 337.10, uitg.
J 217.45, voordeelig saldo 119.65. De opbrengst dei-
circulaires bedroeg 792.55.
Er is een leening gesloten waaruit alle rekeningen
zijn betaald.
De commissie stelde voor den penningmeester de
charge te verleenen, waarmede de vergadering door
applaus instemde.
De voorzitter wees er op, dat, toen de feestviering
een nadeelig saldo aanwees, van 1800, nog alles niet
was betaald. Vele waren de werkzaamheden van den
penningmeester, om dat alles voor elkaar te brengen.
Er is toen gelei voor rekening van het bestuur opge
nomen. Het bestuur werd teleurgesteld; toen de leden
en Alkmaar's burgerij in de gelegenheid waren gesteld
„Dit hier
Zij hoorde zijn trillende stem en toen het knisteren
van het papier dat hij haar toewierp.
„Dat is je vermogen! Je g-rootv&der heeft ons be
drogen!'"
Zij hoorde slechts de woorden. De beteekenis ervan
was haar niet duidelijk. Zij strekte afwerend de han
den uit, als wilde zij hem daarmee tot zwijgen bewe
gen.
Hij greep haar hand' en dat zoo- fel, dat het kaar
was of een ijzeren ring haar vingers omkneep.
„Zoo'n groote huichelaar en bedrieger!" bracht hij
met moeite uit. Ilij had het benauwd van drift en
werd steeds bleeker. „Wat een huichelaar is jouw
grootvader. Eerst stak hij mijn geld in zijn zak, on
der voorwendsel, dat hij het goed' met mij meende en
dat ik er in het geheel geen' schade van zou hebben -
cii. nu, nu is de fabriek, waar-in jouw geld belegd was,
failliet gegaan. Jij zit daar met een langen neus en
ik ben duizend mark kwijt. Wat een dwaas ben ik
geweest, dat ik nog- één oogenblik vertrouwen heb ge
steld in den zwendelaar! Dat ik mij zoo beet liet ne-
men dat ik één woord geloofde van zijn valsche
praterij. Die domheid, die kolossale domheid....!"
Zij deed een poging om den brief op te rapen, maar
zijn vuist die haar hand nog steeds met kracht om
klemd had, maakte het haar onmog-elijk. Het .warrelde
in haar hoofd. Zij was niet in staat kalm te denken.
Met oogen, die star stonden' van schrik, maar tevens j
spraken van mét-begrijpen, staarde zij hem in het ge-
zicht.
Dat zij hem niét dadelijk begreep, verhoogde nog
zijn woede.
„Ben je werkelijk zoo traag- van begrip, dat het je
onduidelijk blijft welk mooi werk je grootvader heeft
gedaan riep Ivrochel, „of houdt je jo maar zoo?
Speel je met mooie meneer grootpapa onder één hoed
je? Hoe zit hot? Begrijp je het dan nog niet? Je
grootvader heeft mij infaam bedrogen. Ik heb gezegd:
nu g'oed, laat mij dan het uitzet betalen en het bruids- j
gekl opgeven maar ik ben niet zoo'n Croesus dat
ik mij honderdduizend mark kan laten, -ontstelen zon- j
om het tekort te helpen dekken. Bij het tweede con
cert hebben zelfs leden niet meegewerkt. Toch ver
volgde de voorzitter, moeten we voortgaan. De Ont-
zetvereeniging, één der grootste vereenigingen onzer
vaderstad moet voortwerken, trots financieel© bezwa
ren, in vertrouwen op de burgerij. Spr. hoopte, dat
ieder zou inzien, dat, waar hier de vrijheid is1 bevoch
ten, groote daden zijn verricht, die moeten worden
herdacht.
De penningmeester deelde mede, dat het tekort, dat
31 December 2102.61° bedroeg, thans is gereduceerd'
tot' 1525.
De heer J. W. Teerink bracht een woord' van hulde
aan den penningmeester, terwijl! de' heer J. Jonker
uiting gaf aan zijn waardeering van het geheele be
stuur.
Het bestuur stelde voor over te gaan t-ot het uit
breiden vani het bestuur met 2 leden. Hjet hadl een
aanbeveling opgemaakt van 3 leden, de heeren
,Cock, J. van der Moer en O. Nannes; Gorter. Uitge
bracht werden 45 'stemmen, waarvan op den heer Cock
36, op den heer de Moer 29, op den Keer Gorter 23 en
op den heer M. I. Lewijt 2. Gekozen waren dus de
heeren Cock en van dér Moer.
Door den' voorzitter gevraagd, of hij de benoeming
aannam, verklaarde dé heer Cock, dat tot zijn spijt da
keuze op hem gevallen was. Spr. had) niet gezegd, dat
hij niet in aanmerking wenschte te komen, omdat hij
hoop had, dat de keuze niet op hem zou vallen. Spr.
wees er thans' op, dat het Ontzetfeest niet altijd ge
vierd wordt op 8 October. Valt 8 October op Zondag,
dan hoort dat feest gevierd te worden op Zondag.
Van den kant van het bestuur heeft spr. nooit een
stem hooren opgaan) om het 8 October-feest op 8 Oc
tober te vieren. Daarom wenschte spr. geen bestuursu
lid! te zijn van dé 8 October-vereeniging.
De heer Van; der Moer nam de benoeming aan.
De voorzitter merkte op, dat we wonen in een vrij
land en- ieders overtuiging eerbiedigen. Spr. was het
niet met den heer Cock eens, doch hij res'pecteerde het,
dat ieder voor zijn overtuiging uitkomt. Toch moest
het spr. van het hart, dat het h>em speet, dat de heer
Cock had bedankt. Spr. is 5 jaar met den heer Cock
in een der commissies werkzaam geweest en de samen
werking was steeds uitstekend'.
Er werd hierna een nieuwe vrije stemming gehou
den, waarbij 42 stemmen werden uitgebracht. Hiervan
verkreeg de heer C. Nannes Gorter 26 st., de heer
Cock 11, de hcer Masse 2, de heer Lewijt 1 en de heer
Blauw 1.
De heer Nannes Gorter was dus gekozen en ver
klaarde zich desgevraagd bereid' de benoeming aan te
nemen.
Ook de feestcommissie diende te worden aangevuld
en wel met een drietal leden, nu dé heer Nannes Gor
ter, die lid der feestcommissie was, tot bestuurslid' wa$
benoemd.
ITet bestuur beval aan de heeren D. Pronk, P. G. J,
Jung, J. Holsmuller en J. W. Teerink, waaraan de
heer L. Trijbetz toevoegde de namen dér heeren A.
Ohlen en M. I. Lew ij t.
Uitgebracht werden 40 stemmen, i-esp. op de heeren
Pronk 24, J. Holsmuller 24, J. W. Teering 14, Jung
12, Lewijt 12, Ohlen 6 en P. H. Ringers Jr. 6.
De heer D. Pronk nam dé benoeming aani, de heer
Holsmuller was niet ter vergadering aanwezig.
Bij een nieuwe vrije stemming verkreeg niemand da
volstrekte meerderheid!, terwijl daarna 39 stemmen
werden uitgebracht, waarvan op den heer Teerink 16
en op den heer J. Jonker 17 stemmen, terwij'l 5 st. yan
onwaarde waren en 1 blanco.
Do heer Jonker wenschte de benoeming niet te aan
vaarden. De heer Teerink werd nu bij acclamatie be
noemd, doch wilde de benoeming onder dezè omstan
digheden' niet aannemen.
De benoeming- werdl nu aangehouden tot een vol
gende vergadering.
De feestviering van den a. s, O'ctoberdag maakte n.p
een punt van bespreking- uit. Het bestuur heeft ge
meend geen kerkconcert t,e moeten geven, daar dit
een gaping in de kas brengt. De reveille, zoo ge-
wenscht, dacht het bestuur ditmaal samen te doen
gaan met de gewone huldiging- van het beeld. Het
oog moet gericht blijven op het tekort in de kas. liet
der het te bemerken'! Als het nog op passende wijze
gegaan was als ik ze verteerd had' maar dit is
zoo brutaal en gemeen.
Hij had geen woorden genoeg' om zijn ergernis lucht
te geven.
Tot zelfs haar lippen waren doodsbleek toen zij het
hoofd achterover wierp om beter te kunnen ademha
len. Schaamte en smart overweldigden haar.
„O, lieve, hemel!" fluisterde zij, haar handen, die hij
Weer vrij had' gelaten, in elkaar drukkend.
„Wat moet dat gefluister?" riep hij. „Kom, wat zeg
je hier wel van? Sta daar toch niet als een geknakte
lelie! Als ik vooruit geweten had,, dat ik dat; mooie
papier zou ontvang-en en dan verbonden zou zijn aan
deze lieve, hartochtelijke, temperamentvolle vrouw
^waarachtig
Zijn toorn deed de aderen van zijn slapen opzwel
len. Ella's bloed) joeg wild door haar lichaam bij de
zen spot benden toon. Het angstgevoel maakte dat zij
een lichten kreet niet kon onderdrukken.
„Had men het je dan toch maar gezegd!" zei ze ge
jaagd.
Zij zei het zonder liet te willen. Onderdrukken kon
ze het niet meer.
Hij staarde haar met bliksemende oogen aan.
„Wat was da.t? Zeg het nog eens - wat zei je daar?"
riep hij dreigend.
Zij kon zijn blik niet verdragen.
„Het was beter geweest voor jou en voor mij alls ze
je de waarheid gezegd hadden," zei ze nauwelijks ver
staanbaar.
Ilij lachte kort en sehe'l. Zijn eigen liefde was
zwaar gekwetst.
„Wel fameus! Prachtig! Moet dat zooveel als een
verwijt beteekenen? Vooruit spreken zul je! Daar
heb ik nu toch in ellt geval recht op."
Zij sloeg haar handen voor haar gezicht.
Waarom had zij toegegeven aan den dwang van
haar grootvader en haar moeder? Waarom had zij niet
liever haar eenzaam en onaangenaam leven thuis
voortgezet, hoe moeilijk het dan ook was? Waarom
maar steeds gezwegen en toegegeven en gedaan wat
haar grootvader haar zei? Nu kwam de straf! Nu
moest zij de gevolgen van) haar domheid! en zwakheid
ondervinden! Als zij toch indertijd) maar den moed
gehad had hem te zeggen: ik heb je niet ilief, ik kan
jc vrouw niet worden ik heb een ander lief, aan
hem alleen behoort mijn hart, ik ben door hem echter
zoo diep teleurgesteld, zoo diep heleedigd.
„Ik wil' weten, wat je da,ar zoo pas bedoeld hebt,"
riep hij steeds ongeduldiger ,en sfeecfe rooder in het
gezicht van opwinding.
„Ellendig, ongelukkig ben ik .fluisterde zij, met
haar tranen strijdend.
„En ik ben, zeker zeer gelukkig.? Een prachtig geluk
en met duur geld gekocht!"
Nogmaals greep hij haar hand ,eu trok haar dicht
tegen zich aan, zoodaf zijn heete adem langs haar
wangen gleed.
„Ben je datgene voor mjj wat je, behoorde (e zijn?"
vroeg hij met trillende lippen, „Sta je mij niet overal
als een rem iii dén weg? Is de goede, domme Kroehel
.er niet ingeloopen, zooals het een ander niet licht zal
overkomen? Zeg, is dat zoo of niet? Neem je in
acht, dat het mij niet blijkt dat je comedie met mij
gespeeld hebt! Neem je in acht, want. als dat. wèl het.
geval mocht blijken.,.,"
„Ik kan niet meer," stamelde zij, het hoofd! buigend.
rouwenkunstenzei hij mét grimmige bitter
heid. „Als het. vuur jelui yrouwep wat dicht bij do
beenen komt, kunnen jelui plotseling- niet meer.
Maar wat jelui dan wèl kunt, is de- mannen opwin
den en razend maken. ILeb je mjj genomen omda.t ik
Ki-üche'l heet? of om mijn mooje oogen?"
Zij dacht aan Ute en aan de liefde en vereering, die
Rönniges haar steeds bewees. Wat een verschil met
haar eigen huwelijk!
„Wat ik je smeeken wil;" zei ze hijgend, „laat mij
nu met rust.
Hij stiet haar ruw van zich af.
..Morgen afrekening met jo lieven grootpapa een
gevaarlijk sujet is hij."
(Wordt vervolgd}.