DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Om het koude goud. No 168. Honderd en veertiende Jaargang. 1912. DONDERDAG 18 JULI. FEUILLETON. Stedelijk Museum. BINNENLAND. SYNODE DER NED. HERV. KERK. ALKMAARSCHE COURANT. KOSTELOOZE BEZICHTIGING op ZONDAG 81 JULI R.H., 'a namiddags van 1 tot 3 nur. Ingang BBEEDSTBiAT. Kinderen beneden 12 jaar worden niet toegelaten, van 12 tot 16 jaar slechts onder geleide. Gelijktijdig mogen niet meer dan 50 personen in de lokalen zijn. HLet I. Ter boden In de lokalen te rooken. POSTKANTOOR TE ALKMAAR. Rijst van de aan dit kantoor ter post bezorgde brie ven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van de geadresseerden niet zijn kunnen worden uitgereikt. Ie helft- der maand) Juli 1912. Brieven. Mej. T. v. d. Kamp, Amsterdam. Ph. Bleeker, Amsterdam. Mej. E. M. Schermer, Amsterdam. I'. II. Berker, Amsterdam. P. Barendregt, Beverwijk. Mej. C. H. Il&mmelder, Hage. ITeverman, Haarlem. R. Bruin, Helder. K. van Baarn, Remme. H. Kleiman, Rotterdam. X. V. Schager Bank, Sohagen. Buitenland. Mej. 1). v. d. Zant, 's Bosch. J. J. van Klaveren, Haarlem. Mej. A. Bakker, Hage. Mej. M. Linde, Hilversum. .Mej. A. van Ierse! Rotterdam. B. v. d. Slo.t, Hoorn. ALKMAAR, 18 Juli. Nu de beweging in Albanië een steeds dreigender karakter aanneemt, heeft een buitenlandsch blad een medewerker naar deze oproerige streek gezondenBo ven zijn eerste artikel schrijft' dezie journalist „in het land van den eeuwigen opstand." Hij vergelijkt de toestand van de stad Uskjub, zooals deze thans is en zooals hij dez.en verleden jaar vond. Toen vlaggen en ■roolijkheidi de sultan bracht er bezoek thans een sombere stemming, veroorzaakt door angst en zorg. Allerlei wilde geruchten over overwinningen van oproerige benden, over to verwaeliten invallen doen er de ronde. En intusschen1 zijn de Europeanen er hun leven niet veilig'. Een spoorwegambtenaar bijv. had op een dronken Albameesch woesteling ge schoten, die hem met een mes had bedreigd. De Al banees was spoedig' hersteld', ma-ar de ambtenaar zit nog steeds in de gevangenis en zal er voorloopig wel blijven ook. Ofschoon de Oostonrijksche consul, hemel en aarde heeft bewogen om hem te bevrijden, ofschoon van het ministerie van justitie te Kon&tantinopel reeds weken geleden het bevel is uitgegaan, den man op vrije voeten te stellen, denkt, de plaatselijke over heid er niet aan hem los1 te laten -zonder genade zouden de betrokken personen bloot staan aan de wraak der Albaneezen, indien ze het. bevel opvolgden. Ken ander geval: een Eransch ingenieur, die in op dracht van de Turksehe regeering te Monastir ver toefde, werd op straat doodgeschoten, enkel en alleen omdat hij een vreemdeling was. De moordenaar is niet gestraft het heette, dat hij ontvlucht was! Deze twee voorbeelden zijn teekenend voor de vei ligheid, die er heerscht of liever niet heerseht. En dit betreft nog wel hoofdsteden. De Oostenrijksche in genieurs, die op het land wegen en spoorwegen aan leggen, kunnen nog heel andere dingen vertellen. Met- de revolvers in het land! komen de boeren vaak op hen af, hen dwingend, de benoodigdheden weer in te pak ken en terug te keeren. En toch verlangden de be- Roman uit het Duitsch van GEORG HARTWIG. 90) -o- Als Boigitzky zich over iets verwonderd had, dan was het hierover dat het faillissement van de cellu- loidfabriek zoo lang uit bleef. Hij begreep wel dat ai liet mogelijke was gedaan om het te voorkomen, maar hij wist te veel1 om niet te verwachten dat de slag af veel eerder zou valient Toen liet eindelijk zoo ve» was, zat hij in zekere spanning, omdat hij wel begreep dat Krochel hem zou komen bezoeken. _„De barometer zal eenigszins op storm staan," zei hij tot zijn dochter. „Maar wees onbezorgd, met dien hekkensipringer zal ik nog wel weten klaar te- komen. ■Wat kan hij mij doen? Hoogstens; leed dat is alles. Maar ben ik alwetend? Zijn er niet allerlei zaken te genwoordig, waar men veeil verwachting van heeft, juaar die dan plotseling failliet gaan. Kan- men altijd vooruit zien wat zwendel is en wat niet?" „Tk zou liever gewild hebben", zei Fidelia, ditmaal eens een eigen meening verdedigend, wat niet haar gewoonte, was, „dat u zich indertijd) niet met die ar tikelen in de binden over den goeden stand van de fa briek had ingelaten. Zulke co-urantenschrijvers zwij gen niet altijd. En alsi Krochel bemerkt dat wij er meer van. „Kiest mijn goudduifje partij tegen mij?" schertste Bergitzky, scherper luisterend1, want hij meende de huisbel gehoord te hebben. „Als dat Krochel mocht zijn, blijf dan in de zijkamer voor bet- geval hij al te ruw tegen mij mocht opspelen. Het zal, dunkt mij, echter niet noodig zijn dat, je te hulp komt." Het dienstmeisje kwam binnen mei de boodschap dat kapitein Krochel er was. weners steeds wegen en spoorwegen van de regeering! Verleden jaar was dit nog een hoofdeisck, wel ker vervulling de regeering met; nadruk moesten be loven. Nu echter maken zij zelf eiken arbeid! onmoge lijk. Van alle kanten' komen de ingenieurs en hun on dergeschikten terug een Oosten,rijksoh ambtenaar, die door zijn moedige jonge vrouw in de wildernis was vergezeld, ontkwam slechts met levensgevaar, ofschoon de menschen hem zeer goed kenden en tend'eele door hem aangenomen en betaald; waren. Ze hebben nu weer geen zin aan werken. Hun hoofden hebben hun iets wijs-gemaakt, over nieuwe belastingen, welke de Turken willen hetffen, of iets dergelijks. En blind ge hoorzamend aan de woorden van hun leiders, grijpen zij na'ar de wapens. Zelfbestuur' en soortgelijke din gen laten de wildie bergbewoners en de boeren uit de Boheemsche dorpen koud en niemand) hunner zal daar voor een schot lossen. Alle opstanden zijn steeds meer of minder particuliere ondernemingen van enkele clan-hoofden, die slechts hun eigen belangen beharti gen. Orde en beschaving kunnen deze heeren niet schelen. Zij vreezen, en niet ten onrechte, dat hun macht en hun invloed daardoor spoedig ten einde zou den zijn. Daarom kan dit land nooit of te nimmer tot rust komen. Daarom wordt; het vuur van den op stand niet uitgebluscht. Hoogstens gloeit- het onder een misleidende aschlaag verder. I Nu flikkert- het weer op. Niet plotseling' en op eens, maar hier en daar, waar het den betrokken hoofdman het best uitkomt. Zoo kronkelt de vlam in verscheiden plaatsen omhoog en komen er dagelijks berichten over opstanden -en aanslagen op postwagens en reizigers. Geen mensch kan ontkennen, dat deze gebeurtenissen, hoe plaatselijk' ze ook mogen zijn, voorboden zijn van ernstiger dingen. Maar geen mensch weet, ook de vali in Usjub niet, wat er eigenlijk in de woeste bergen en in het vlakke land wordt voorbereid. De arm der overheid) reikt 7.00 ver niet. De Turken hebben intusschen rekening gehouden met alle mogelijke gebeurtenissen. Zij hebben troe pen gezonden en zij' hebben te Usjub de kanonnen gericht op de Bulgaiarsche wijken, want men ver-' trouwt de Bulgaren niet verder als de schoten der ka nonnen reiken1 en men heeft gehoord', dat zij in het geheim met de Albaneezen een afspraak hebben ge maakt en dadelijk in opstand «uilen komen, indien de ze voor de stad verschijnen. Dat de Turken met de Albaneezen en eventueel ihet de Bulgaren klaar zullen komen, lijdt' geen twijfel als de troepen echter geen streep door de rekening maken. Zoo betrouwbaar als vroeger zijn ze niet meer. Tot dusverre zijn slechts enkele afzonderlijke gevallen van desertie voorgekomen, maar bij de heer- schende toestanden, kan geen mensch zeggen, wat de dag van morgen brengen zal. De dobbelsteenen zijn geworpen zij beslissen over liet lot van Turkije, aldus eindigt de correspondent zijn brief, welke gedateerd is 13 Juli. Sindsdien is de toestand aanmerkelijk verergerd. De stad; Prisjti- na bijv. is door de oproerige Albaneezen gelieel inge sloten. En in Konatantinopel is een crisis ingetreden. Dinsdag heeft het kabinet lang beraadslaagd', met na me over de onafhankelijkheid en de voorrechten van Albanië, maar het slot is geweest, dat de minister van marine, die oorlog waarnam, de verantwoordelijkheid niet langer op zich durfde, nemen en is- heengegaan, waarop het g-eheela kabinet is afgetreden. Ondanks de geruststellende verklaringen, welke de grootvizier ■enkele dagen geleden in de Kamer aflegde, is de toe stand in Turkije, voor heel Europa van belang, zeer ernstig. „Dadelijk!" riep Bergitzky, terwijl hij door een zij deur verdween en eerst weer binnen kwam toen Kro-" chel den drempel ,al overschreden had. „Ik wedt", zei hij ernstig en met bedroefd gezicht, „ik weet, wat ik niet waag uit te spreken.". „Maar niet wat ik daarop te zegg'en heb", viel Kro chel met gefronst voorhoofd' in. „Toch wel, mijn waarde Armin. Je ziet in mij een ;man, die door het noodltot schijnt uitgezocht te zijn om ter aarde geslingerd te worden. Als ik mijn ge loof niet behouden had te midden van ai de slagen, die mij hebben getroffen, ik zou thans werkelijk niet- meer tot de levenden behooreni" „Ik kom hier niet om ov,er het noodlot te spreken of jet® dat daarmee im verband) staat!" zei Krochel, eenigszins uit het veld! geslagen, door Bergitzky's waardig optreden. „Ik vraag u, geachte heer, voor J100 dom u mij eigenlijk aanziet? Daarin moet toch ook een grens zijn. Of meent u misschien van biet Bergitzky schudde stilverwijtend het hoofd' en zei afwerend: „Beste Krochel, je weet hoe hoog ik je schat, niet waar. Het is daarom. „lot gisteren kon mijn bezit, geschat worden op vijf honderdduizend mark", viel Krochel driftig in. „He den zijn hettechter slechts vierhonderd! duizend, die ia mijn bezit zijn. Honderdduizend zijn mij ontroofd." „E11 wanneer dat nu al zoo is, wie is daar dan de schuld van?" vroeg Bergi'tzky op waardigen toon. „Moet- ik de verantwoordelijkheid dragen voor dingen, die buiten mij om geschied zijn, d'ingen die ik moet aanzien en dulden omdiat ik nog plichten op aarde heb? aarom ga ik niet heen na .alles! wat in de laat ste maanden gebeurd is en van mijn lijfrente leven er gens in een oude-heeren-pension V' „Dat moet u maar voior u zelf utitmaken", zei kapi tein Krochel. „Degene; die in deze zaak voorjal er in is gevlogen, ben ik. Ik wil nu wel een-s van u hooren hoe u zich het verdere verloop der zaak voorstelt. Hoe zal de vos uit de klem komen?" „Krochel, ik zo-u je willen verzoeken..-..", zei Ber gitzky, als was hij beleedigd door Kroel (cl» a vrijmoe- BEZOEK VAN H. M. DE KONINGIN-MOEDER AAN DE' KOLONIALE LANDBOUWTENTOON STELLING. Gistermiddag' bracht II. M. de Koningin-Moeder het. aangekondigde bezoek aan de koloniale landbouw tentoonstelling' te Deventer. II. M. was als gevolg vergezeld) van de hofdames baronesse van Ittersum en jkvr. Van de.Poll, en door de kamerhe,eren jhr. mr. Sehimmelpenninck en jhr. Van Tets. Tegen half vijf kwam het hooge gezelschap met de twee dochtertjes! van het lid; van het- tentoonstellings comité, den heer mir. II. F. de Boei', die H. M. -een bouquet hadden aangeboden op het, •tentoonstellings terrein, waarna II. M. met gevolg door eenige straten van de stad naar het station der II. IJ. S. M. reed, om met dien' trein van 6 uur 31 minuten, waarin ztch een eigen salonrijtuig bevond, weer naar Soestd'ijk te rug te keeren. Bij Haar rit door de stad! werd H. M. luide toege juicht. DE NIEUWE KAMERPRESIDENT. Naar het Hbld. uit gpede bron vernam is de rech terzijde het eens geworden over den opvolger van den heer Van Bylandt als president der Tweede Kamer. Niet dr. De Visser zal daartoe gekozen worden, zooals aanvankelijk het gerucht, luidde, doch de tegenwoordi ge eerste vice-president, de heer Van Nispen. DE AANVULLING VAN ONZE MUNITIE. Naa-r aan het Ildbld. .wordt meegedeeld', zal op de begrooting van oorlog voor 1913 een bedrag van 1.100.000 gulden worden aangevraagd' voor de aanvul ling van de munitie van de artillerie en de infanterie. COLLEGE VOOR DE VISSCIIERIJEN. A.s. Zaterdag zal het nieuwbenoemde college voor de viu§cherijen door den minister van landbouw, han del en nijverheid worden geïnstalleerd. De zitting der nlg. synode der Ned. Ilerv. Kerk werd gisteren te 's-Gravenhnge geopend'. Gekozen werd tot president ds. II. A. Leenmaits te Harlingen; tot vice-president dr. G. J. Weyland te Veere; plaatsverv. ds. D. Eilerts de Haan te Ileilo. Jhr. Mr. W. F. ROOHUSSEN. 1' Jhr. mr. W. F. Rochusaen, oud-lid' van den Raad van State en oud'-minister van Bui tenia ndsche Zaken, is te den Haag in den ouderdom van bijna 80 jaren overleden. Hij was de zoon van den bekenden Staats man en Gouverneur-generaal van Ned.-Ind'ië, jhr. Ro- chussen. Van 1881 tot 1883 was jhr. Rochuseen minister van Bui tenia ndsche Zaken. Zeer spoedig 11» zijn aftreden als zoodanig, werd! hij benoemd tot lid van den Raad van State, waadbij hij deel uitmaakte van de afdeeling buitenlandsche zaken en financiën. Hij was een man van groote bekwaamheid. Van zijn hand verschenen tal van- geschriften op wetgevend ge bied, speciaal ook wat het financiewezen betreft. Een zijner bekende werken handelt voorts over administra tieve rechtspraak. HOO RN GA RN I ZO EX STA D Naar aanleiding van de looperule geruchten omtrent opheffing- van het garnizoen te Hoorn was den afge vaardigde van het district, den heer de; Jong, verzocht bij den minister van oorlog daaromtrent inlichtingen te willen vragen. De minister heeft daarop volgens het- N. v. d. Dag geantwoordi „dat het naar zijne meening geen aanbeveling ver dient de manschappen over vele kleine garnizoenen te verdeelen. Uit een oogpuint van economisch beheer zullen in de toekomst kleine garnizoensplaatsen moe ten verdwijnen. Daaronder behoort ook Hoorn, en digheid. „Kort en goed, ik wensch een antwoord", zei Kro chel. „Denkt u", vervolgde Krochel, „dat ik het aange naam vind, steeds alsi aambeeld behandeld! te worden? Huwdijkskosten, uitzet, Ella's vermogen, mijn hon derdduizend Mark louter voor mijn plezier uitgege ven, denkt ge? Wat? Over het) eerste wil ik heenetap pen. Maar de honderdduizend Mark behooren mij toe. Dus als 't u blieft waar blijven die nu? U moest zelf begrijpen; dat ik daar een antwoord op kan ver wachten." Krochel streek driftig door zijn baard. Bergitzky, vast besloten om te behouden wat hij in handen had, deed! eenige schreden in diep nadenken in de richting van het raam. Toen hij bij Krochel te rugkeerde, was zijn stem kalm en zijn houding onbe rispelijk. „Je gaat- van een verkeerd' standpunt uit, waarde Krochel, beter gezegd) van een eenzijdig' standpunt. Je ziet in mij voor alles1 Ella's grootvader. Ik ben echter vóór alle dingen vader, dp vader van Ella's moeder. Ik heb een dochter dat die tegelijk jouw schoonmoe der is, kan buiten beschouwing- bliiven een onge lukkige dochter, die zonder schuld'. enfin sta mij toe over de vele ellende', die haar getroffen heeft, te zwijgen. Wat ik jou -en Ella; geef, moet'ik haar na tuurlijk ontnemen." Hij wachtte even en streek niet de hand) over zijn voorhoofd. „liet moet alles doorgemaakt; worden", zei hij toen op droevigen maar berustenden toon. „Dat ia geen nieuws", zei Krochel droog. „Daarmee komen wij geen stap verder." „Ik heb het uiterste gedaan om ook tegenover jou zoo rechtvaardig mogelijk te zijn, ik heb de heiligheid der familieaangelegenheden openlijk voor je oogen bloot-gelegd'. Wacht het verdere verloop der dingen af, meer kan ik niet beloven. Als wij daartoe in staat zijn, zullen wij graag -alles betalen wat ge wilt Als wij er toe in- staat zijn, zeg ik. Dat is het laatste wat ik in deze aangelegenheid1 te zeggen heb en zeggen niet het .minst,"omdat door den hoogen trap van cul- tiveering der omgeving voldoend oefenterrein te Hoorn ontbreekt." De minister is echter niet, voornemens thans in den bestaanden toestand verandering te brengen, en ver klaarde, dat de verandering zeker in de eerste vijf jaren nog niet te verwachten- is. Gemengd nieuws. RIJWIELDIEFSTALLEN. Men schrijft aan de N. Ct. Ze zijn een ramp voor Den Haag' en voor overal. Je mooie kar verdwijnt- plotseling; de schurk, die hem je ontrooft-, weet best. wat hij doet, welk een verdriet hij over je brengt. 't kan hem niet schelen; het is een parasiet d£,r bevolking. Hij krijgt voor de mooie kar van 80 gulden er misschien 15 of 20 'tkomt er niet op aan Vrijdagavond werden er twee fietsen gestolen uit Weimarstraat 159. Dat gebeurde te 10.40 of 45 '3 avonds. Er stonden twee fietsen in de donkere gang onder, soms staan er 3. De rooversi er waren er twee, zooals latei- blijkt wisten de deur te openen en gingen met de karretjes aan dein haal, het eene een dames- het andere een heerenfiets. Spoedig volgde ontdekking en aangifte bij de .politie. De meeniingeni over dit laatste loepen in Den Haiag zeer uiteen, ,,'t Is absoluut nutteloos," zegt de een, „de politie staat machteloos en -bekent- dat." ,,'t Helpt nooit en nergens," zegt een ander. Doch Zaterdagmorgen kwam reeds vroeg een agent vragen of de „juffrouw van de gestolen fiets" eens even op het bureau wou komen.... Ja, waarachtig, daar stond haar lieve karretje! Wat een geluk; ze hor- kende het uit de verte, al en had) het wel willen om helzen van blijdschap. De boef had op deze fiets zonder lantaarn gereden, was aangehouden en om zijn houding en uiterlijk gearresteerd. Goed! zoo! DOMlNé HOOREN. Uit, Zuid-Holland togen twee heeren naar Driesum, om den gereformeerden predikant te hooren. Eerst hadden ze zich, naar het „Nieuwsbl. voor Kollum" meldt, door een blad, waarin de predikbeurten worden geplaatst, uit Leeuwarden te laten komen, vergewist, dat dominé preeken zou. En toch, toen zij aankwa men, was hij er niet, maar las de ouderling een preek. Het genoemde blad herinnert zich nog een ander geval. In zekere plaats was het preeklezen bij domi- né's afwezigheid vaste gewoonte. De ouderling, die het deed, stond dan op den kansel. En de z.g.n. dominé-hoorders, meenende, dat het de dominé zelf was, (de ouderling' schijnt het er nog al knap te hebben afgebracht) brachten zulk een gunstig rapport uit, zoodnt dominé werd' beroepen, en men toch maar den ouderling had gehoord. ELECTRTSOHE CENTRALE IN OVERUSED Naar verluidt moet tussohen de combinatie Zwolle Deventertfutphen, voor bet bouwen van ,een electri- sclie centrale en de interprovinciale kabelmaatschappij, in hoofdzaken overeenstemming verkregen zijn, een overeenstemming door den minister van Waterstaat, gewenscht, Allicht zal dit het tot- standi komen der plannen bevorderen. DE ZAAK-EWOLDT. liet „Weekblad van liet. Recht." 'bevat- een artikel van dr. T. S. Steenhuis, privaat-docent- voor gerechte» lijkè geneeskunde aian de universiteit te Groningen, over het gerechtelijk geneeskundig onderzoek in de zaak-Ewoldt. Het is, meent de schrijver, een fout geweest van de deskundigen Peters en LTkeuia, dat zij de zelfkennis misten, dat, zij, in hun omstandighed'en, geen goed sec tie-onderzoek konden verrichten; een fout, dat zij de eventueele moeilijkheden niet voorzagen en een erger fout was het, dat zij de onvolledigheid en onbetrouw baarheid van hun onderzoek niet inzagen, bij het be werken van de conclusies. Hadden zij beseft, dat liun onderzoek niet met de vereischte hulpmiddelen was geschied, dan hadden zij zich van hun positieve gevolgtrekkingen onthouden. Hetzelfde geldt voor den deskundige a décharge Schoo. zal." „E11 met dat al hen ik het, die er is ingevlogen", lachte Krochel bitter. „Gij hebt er op gespeculeerd dat ik geein verder schandaal zou maken, omdat mijn gevoel en mijn naam mij dat zouden verbieden. Die 'berekening was goed'. Ik doorzie alles nu zeer goed." „Als Ella „Mijn vrouw blijft buiten spel!" onderbrak hem Krochel, zeer driftig. „Die kan na,air haar geld flui ten. 't Is een mooie boel. Enfin ik doorzie u nu en daarmee uit! Afgeloopen 1" Ilij groette, Vluchtig en ging de karneT uit. Met een blik vol haat en ergernis, maar ook vol e pot, zag Bergitzky hem na. Een verachtelijk lachje kwam toen om zijn lippen. Hij knik'te even en riep zijn dochter toen uit de zijkamer. XXL Nu de dagen van droge hitte en stof, was in den naeht een verfrisschend onweer losgebroken. Regen- vloed drenkte de dorstige landen, tuinen en straten. Het loof der boomen kwikte op door liet koelende nat, de versmachtende planten richtten zich weer op, vo geltjes baadden zich in de»plassen op den weg. Ook de laatste morgennevels trokken op. Overal hi ngeu parelende droppels in het komende licht te fonkelen. De grauwe wolken werden grijs, wit, ein delijk heerlijk blauw. Een dag kon niet gemakkelijker mooier zijn dan de ze nu Ute en Lili tegen het middaguur terug ver wacht werden. Generaal Baclimann en zijn vrouw, dokter Soden met zijn knappe Marie, de heer en mevrouw Bicken- baeh allen waren cip het perron gekomen om de joiïge vrouw van den president te begroeten. Allen hadden bloemen voor Ute in de hand en zoetigheden voor Lili een opmerkzaamheid, die mevrouw Bic- kenbach met genoegen zag. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1