DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Om het koude goud.
No. 173.
Honderd en veertiende Jaargang.
1912.
WOENSDAG
24 JULI.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel i 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
ENGELSCHE BRIEVEN.
Telefoonnummer 3.
BINNENLAND.
t lAViSj
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk
maar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de
gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen
ingediende verzoek met bijlagen van W. WEBER,
aldaar, om vergunning tot het oprichten van een ben
zinemotor van 6 P.K. in een te maken gebouwtje op
het Doelenveld, dienende tot het geven van bioscoop
voorstellingen in het perceel Koningsweg, wijkB, No. 67
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in
gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op
Dinsdag 6 Augustus e.k., 's voormiddags te elf uur en
schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen
vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die be
zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge
meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis
nemen.
Alkmaar, 23 Juli 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
LONDEN, 24 Juli 1912.
In de afgeloopen week hebben de zoogenaamde mill
tante suffragettes weer allerlei schandalen uitgehaald',
ten einde de Engelsche ministers zoo -te plagen, dat
die geen raad meer weten en in hun angst onmiddel
lijk vrouwenkiesrecht1 voorstellen, om verder levensge
vaar te ontgaan.
Ditmaal traden ze op in Dublin, toen de eerste
minister, de heer Asquith, daar zijn groote redevoering
hield over het stelsel van zelf regeering (Home Rule)
voor Ierland1, waartoe op 't oogeublik een wetsvoorstel
dooT het parlement wordt behandeld.
't Schijnt niet onbelangwekkend hierover het een
en ander te vertellen. Natuurlijk niet, omdat het op
treden dezer vrouwen iemand ter wereld het recht zou
geven tot de bewering, dat zij typisch Eugel-sch zijn,
doch om eens nader kennis te maken met personen, die
vallen buiten liet. gewone kader en eer buitengewoon
dan Engels-ch moeten genoemd worden.
Den zestienden Juli kwamen eenige dezer vrouwen
naar Dublin en namen daar kamers. Den achttienden,
Donderdag dus, namen twee harer kaarten voor het
balcon in het lhéatre Royal aldaar. De- vorige week
werden daar, wijl er toen zoo enorm veel vreemdelin
gen in Dublin waren, in dat theater eiken avond' twee
voorstellingen gegeven met den cinematograaf. Ge
durende de eerste voorstelling gebeurde er niets, doch
aan het eind daarvan zag iemand een dezer beide da
me» vlak bij liet toestel, dat achter in het- balcon staat.
Zij wierp een brandenden lucifer er in en liep toen
gauw weg; doch werd tegengehouden en men vroeg
haar wat ze had uitgevoerd, waarop ze antwoordde,
dat ze zou doen wat ze verkoos. Ze liep weer terug' iu
de richting van het toestel, doch werf door een der
toeschouwers bij den arm gegrepen, terwijl op- hetzelfde
oogenblik vlak voor het toestel' een groote vlam op
sloeg en een hevige ontploffing volgde.
Bijna tegelijkertijd zag' men een andere dame bezig
in een der loges, waar ze de gordijnen daarvan hield
boven een vlam, die daar opflikkerde. Twee sergeants
van de fusiliers sloegen dat vuur met hun capuchons
uit en hielden deze dame vast, tot een pol'itie-agent
haar arresteerde, terwijl de andere wist te ontsnappen;
het duurde een uur of wat voor ook die gepakt was.
Intusscheh"hadden een paar dames, die, haar naam
niet hadden opgegeven, het volgend) ingezonden stuk
afgegeven aan het redactiebureau van een der couran
ten. dat, luidde al» volgt
„Wij, Engelsche suffragettes, in het- vol besef van
Roman uit hef Duitsch
van
GEORG HARTWIG.
95) _0_
De toorn overweldigde hem. Het schemerde hem
voor de oogen hij wist niet meer wat hij deed.
„Je zult en moet mij antwoord geven!"
Zijn stem klonk als gebrul.
Zij uitte een kreet. Zij viel achterover.
Zijn hand had haar wang getroffen.
Een oogenblik stond hij nog in de, kamer, ontnuch
terd, besluiteloos. toen keerde hij zich om en
stormde de kamer uit, bleêk en verward.
Het geheele garnizoen was uitgetrokken naar de
manoeuvres. De meeste officiersvrouwen hadden reeds
hare huishouding verlaten en die andere gingen ook
zoo spoedig mogelijk de stad uit.
De eenige, die alleen thuis bleef, was Ella.
Bergitzky stond' voor het venster, toen het regiment
voorbijtrok en had! kapitein Kröchel met een glimlach
nagezien.
Hij wachtte dezen morgen, evenals iederen dag op
den postbode.
Maar de brieven, welke hij persoonlijk in ontvangst
nam, hadden zoo weinig' waarde voor hem, dat hij ze
meestal dadelijk na lezing-, in de papiermand wierp."
Twee oproepingen en geen antwoord!!
Do tweehonderdduizend! mark waren, en bleven ver
dwenen en er was geen middel ze terug te bekomen.
Achter de honderdduizend mark, die hij zich toe
geëigend' had, stond! een groot vraagteeken. Hij had
reeds lang tot zijn bittere teleurstelling ingezien dat
Kröchel geen Heinrich Bickenbach was, die zich
goedschiks misbruiken en uitplunderen liet; bovendien
onze verantwoordelijkheid, hebben op ons genomen
een antwoord te geven op de: verklaring, door den heer
Asquith in het Lagerhuis afgelegd) op Vrijdag 12 Juli.
Wij hebben door die verklaring de overtuiging gekre
gen, dat hij zijn belofte, wat betreft vrouwenkiesrecht,
niet alleen in den geest, doch ook in de letter heeft ge
broken en dab ook nu weer verraad) is gepleegd aan
onze zaak.
Vorder hebben wij den raad gevolgd, door den heer
Hobhouse, een verantwoordelijk minister, gegeven in
eene redevoering,die hij 16 Februari 1912 te Bristol
■hield. Daarin zeide hij
„In de kwestie van vrouwenkiesrecht bestaat er
niet die algemeene uitbarsting van een geweldig' ge
voel, die in 1831 leidde tot het verbranden van Not
tingham Castle."
Wij hebben deze uitdaging aangenomen en. hebben
niet een kasteel verbrand, doch een schouwburg in
Dublin. Daar de heer Asquith eerste minister over do
Britsohe eilanden is en daar wij zijn tracteonent moe
ten betalen, achten wij het onzen plicht d'e kwestie
van vrouwenkiesrecht nadrukkelijk onder zijne aan
dacht te brengen, onverschillig of hij zich in Ierland,
Engeland, Schotland of Wales bevindt."
Dat een derde vrouw eeu bijl wierp naar den heer
Asquith eu daarmee deii leider der Ieren, den lieer
Redmond, kwetste- is- bekend. Een der commissaris
sen van orde deed zijn best deze vast to houden, doch
ze sloeg hem zoo kwaadaardig op het gezicht, dat Lij
er niet in slaagde en hij haar wel moest laten gaan.
Zij werd later gevang-en genomen en Vrijdagmorgen
werden bovenbedoelde drie met- nog eeu suffragette
voor den rechter gebracht.
De beschuldiging tegen dit viertal luidde: Samen
spanning met anderen, onbekend, om personen en goe
deren ernstig' te kwetsen en te beschadigen eu anderer
eigendom te vernielen; een ontploffing veroorzaken in
het .Theatre Royal, van. dien aard, dat daar levens
gevaar voor -derden uit kon ontstaan; een poging om
genoemd theater in brand! te steken; en in het onwet
tig bezit te zijn van buskruit en petroleum in het The
atre Royal.
Een harer, mevroutf Mary Leigh, werd persoonlijk
nog beschuldigd van het verwonden van den heer Red
mond met haar hakmes.
De ambtenaar van het openbaar ministerie had na
tuurlijk geen woorden genoeg om de laagheid van deze
handelingen te beschrijven, want geen -meuse-h kon' zog
gen hoeveel menschenlevens- zouden verloren zijn ge
gaan, als men er in. geslaagd ware het theater in brand'
te krijgen; en de schade daardoor veroorzaakt zou na
tuurlijk duizenden ponden sterling bedragen hebben.
Ze hadden het vloerkleed! in de loge met petroleum
gedrenkt en trachtten dat! op verschillende plaatsen in
brand' te steken, tot de twee fusiliers de vlammen uit
sloegen en de dame, die de ontploffing veroorzaakte,
had den geheelen schouwburg daardoor met dikke
rookwolken gevuld.
In de loge vond men bussen met petroleum en kruit,
een mand met vuurmakers, een kan petroleum met een
brandende lont er aan. In haar kamer» vond de poli
tie nog meer van deze jniddelen tot- brandstichting en,
trouwens, de dames, op één© na, erkenden ten volle,
dat ze al die ellendige buitensporigheden hadden be
gaan.
Ze werden door den politierechter alle vier verwezen
naar de openbare strafzitting en in voorloopige hech
tenis gehouden op die ééne na, die, tegen een borg
tocht van 1200, op vrije voeten werf gelaten. De
andere -erkende dat ze niet had meegedaan en er voor-
af niets van had geweten.
Het is een treurig verschijnsel, dat deze vrouwen
op die wijze te keer gaan, steeds erger dingen doen en
met steeds schandelijker geweldenarijen dreigen. Haar
beroep op het gebeurde met Nottingham Castle in
1831, toen de beweging- voor kiesrecht-hervorming heel
Engeland' op 't randje van omwenteling bracht, toen
d!e natie tegengewerkt en teleurgesteld werd, toen Gi
g-een volksvertegenwoordiging' was en geen dagblad
pers, zooals we die nu kennen, dat beroep is natuurlijk
onzin. Bovendien zijn toen niet een paar kiesrechther-
vormers in 't kasteel geslopen, in 't donker en in 't
geheim, doch geheele benden zijn er op losgetrokken
om dat oude symbool van feudale tyrannic te vernielen.
Is die verwoesting van Nottingham Castle in onze
oogen echter een wandaad, het volk had er toen ten
minste tienmaal sterker gronden voor en miste zoowat
alle grondwettige middelen waarover ook de lieden-
daagsche vrouw beschikt en tot- wier gebruik zij zich
behoort te bepalen, wil ze het recht waardig' blijven
om deel te nemen aau het bestuur van den Staat.
Het kwaad ligt evenwel minder in den last en de
schade, het nadeel en het gevaar waaraan ministers
bloot staan, al is dat volstrekt niet gering te schatten;
bet ligt in de mogelijkheid, dat de Engel-schen deze
vrouwen op dezelfde ongrondwettige, manier gaan be
strijden waarop ze aangevallen worden, dat het volk
hier te lande in zijn verbittering tegen de suffraget
tes, die steeds g-rooter wordt, zijn toevlucht gaat ne
men tot mishandeling dier personen en vernieling' van
haar kleeren en andere eigendommen. Als dat het
geval wordt, als zulke politieke zeden hier weer ople
ven, verliezen we meer dan we in lange jaren kunnen
terug winnen door invoering van het vrouwenkies
recht. i i
DEFILé VOOR II. M. DE! KONINGIN.
Gistermorgen heeft de eerste afdeeling van het 4de
regiment veldartillerie uit 's-H-ertogenbosch, op weg
naar d'e legerplaats bij Old-enbroek, voor H. M. de Ko
ning-in gedefileerd. De troep, onder commando van
majoor J. A. de Bruijn, bestond uit 140 manschappen,
5 32 onderofficieren en 10 officieren. Om half elf on-
geveer werd de troep halverwege de, Loolaan tegemoet
gereden door een ordb-nnansofficier van de Koningin.
Onderwijl begaf zich de Koningin met de Prinses in
een open rijtuig naar den ingang van het cour, te
voet gevolgd door den Prins en klein gevolg'. Toen
de troep voorbij trok, sloeg de Prinses, staande iu het
rijtuig, de beweging van de militairen gade. Na af
loop van het défilé begaven de Koningin en de Priu-
ses zich naar de manege, waai- de manschappen wói'r
den onthaald, terwijl den officieren v ervef selling en
werden aangeboden.
STAATSCOMMISSIE GRONDWETSHER
ZIENING.
Do Staatscommissie voor de Grondwetsherziening is
onder dankbetuiging ontbonden.
De secretaris der commissie, mr. J. B. Kan, secre
taris-generaal bij het Departement van Binnenland
s-die Zaken, is benoemd tot commandeur in de orde
van Oranje Nassau, terwijl aan d'e beidé adjunct-secre
tarissen, jhr. mr. W. D. d'e Jonge en mr. J. R. Thor-
beeke, liet ridderkruis dier orde is verleend.
had) Ella tot nu toe, op geen enkele wijze getracht, de
gespannen verhouding tusschen ham en kapitein Krö
chel ook maar «enigszins te verbeteren.
Nu nam hij dadelijk de gelegenheid! waar, op dezen
dag van den afmarseh, Ella in dit opzicht te bewerken.
Ilij ging met Eidelia uit om Ella te bezoeken.
„Mevrouw is- niet wel," zeide liet kamermeisje be
sluiteloos.
„Eeu reden te meer yoor ons," zeide Bergitzky
glimlachend.
„Geen uitvluchten, wij kunnen den weg' wel vinden."
Dat was een nacht geweest voor Ella! Zij bad op
de logeerkamer geslapen, om ze wilde bet' voor het
dienstpersoneel nauwelijks woord) hebben door het
vroege opstaan van haren echtgenoot niet- gestoord
te worden.
Hier, waar niémand haar zag' of hoorde, liad ze op
en neer ge-loopen. Ze was> gekleed' te bed! gaan liggen,
was weer opgestaan, had' het licht opgestoken en weer
uitgedaan.
Tevergeefs! De slag op haar wang brandde voort.
Het was geen lichamelijke pijn, neen, zielepijn,
brandende zielepijn.
Verwarde plannen gingen koortsachtig door haar
hoofd geen enkele gedachte kwam haar goed voor.
Toen 's morgens het trompetgeschal weerklonk en
tot in haar kamer doordrong, viel ze voor het bed op
de knieën neder en drukte haar hoofd' in dé -kussens
om niets meer te hooren en te zien, van wat er om
haar voorviel.
„Waar verbergt zich ons zonnestraaltje?" vroeg Ber
gitzky, en hij opende de deur van de woonkamer, waar
Ella in de grootste onrust op en neer ging.
Deze stem klonk haar onaangenaam in de ooren. Op
dit oogenblik niet dit verschrikkelijk gezelschap! Zij
voelde dat er in ha-ar borst iets geweldigs rees.
„II bent hetzei ze met bl-eeke lippen.
„Als men je zoo weinig ziet, moeten wij wel eens.
zei haar moeder naar voren tredend. „Ben je niet
goed
Bergitzky, wat- zenuwachtig) in tegenstelling van J
DE IN VALIDITEIT S VERZEKERING.
Naar Het Volk verneemt, heeft minister Talma in
de gisteren gehouden vergadering van de commissie
van voorbereiding' zich absoluut tegen vrijstelling van
de laagste loonen verklaard) en gezegd, voor een ande
re regeling, die- hetzelfde doel beoogt, geen praktische
oplossing te weten.
zijn gewoonte, strekte beide zijn armen uit.
„Fladder hier heen, mijn kleine vogel, kom in het
oude nest-," zei hij.
Zij huiverde bij deze woorden.
„Wat wil' jelui van mij?" vroeg' zij met onzekere
stem. „II kunt niets meer van mij verlangen na alles
wat- ge mij reeds hebt afgedwongen. Uit de ellende,
waarin ge mij gebracht, hebt, kunt ge mij toch niet
meer.
Haar stem begaf haar. Zij drukte de banden voor
de oogen, waarin tranen, die niet te voorschijn wilden
komen, brandden.
„Zooiets!" zei Fidelia Bickenbach, onaangenaam
aangedaan.
„Slechts één ding één ding moet ik nog' weten en
doorgronden," fluisterde zij als tot zicb-zelf, „waarom
Willi mij indertijd! dat verdriet heeft aangedaan. Als
ik dat weet, dan...."
„Omdat hij een windbuil is," viel Bergitzky in, even
onaangenaam aangedaan door de ontvangst. „Een
vrouw als jij moest zich niets- aantrekken van zulke
personeu als hijvoegde hij -er, uit de rol vallend, aan
toe.
Zij zag hem met een onuitsprekelijk droevigen blik
aan.
„Mijn geheele gelul-:, mijn geheele leven wist heel
goed' dat ik Armin niet liefhad, u wist. dat ik Willi
Bachmann nooit zou kunnen. Weer begaf haar
stem haar. „Dat ik hem liefhad, dat wisten jelui. En
ondanks dat grootvader, hebt u mij bij de hand' ge
nomen en bij Armin in de kamer gebracht, daarheen
getrokken hebt u mij, gescholden hebt u, toen ik uw
zin niet dadelijk deed. Ik had geen hulp tegen u -
en geen moeder om mij bij te staan. Nu," riep zij lui
der, „wat zal ik nu doen? Wat moet er van dit alles
worden? Het is uit! uit!.,Dat is jelui werk. En," ging
zij met- bevende lippen voort, „bij veracht jelui! O,
hoe diep veracht hij jelui 1 Zeg maar niets ik weet
nu alles. Mijn geld! mag gerust verloren zijn, dat is
het ergste niet, maar zijn geld, geef hem dat terug."
-■En je moeder?" vroeg Bergitzky op dreigenden
Ook voor het overige heeft de minister geen enkele
concessie van eenige beteekenis gedaan,
DE ECHTSCHEIDINGS-PROCEDURE.
Naar de Msb. verneemt, is dé indiening van een
wetsontwerp, vervangende het ingetrokken ontwerp-
Nelissen in zake de echtscheiding, elk oogeublik te
verwachten.
Gemengd nieuw».
DE MOORDENAAR VAN MURAD BAY
GEARRESTEERD.
Over de arrestatie van den moordenaar van Murad
Bay wordt nog het volgende gemeld':
Men zal' zich den afschuwelijken moord' herinneren,
ruim een jaar geledén gepleegd op den Pers Murad
Bay, die te 's-Gravenhage in de Eerste Wagenstraat
een fabriekje en winkel van Perzische suikerwerken
hield.
Onmiddellijk viel de verdenking op een Griekschcn
bediende van het -slachtoffer, genaamd' AndTelos, dio
voortvluchtig was en die ijverig nagespoord1 werf door
de justitie onder leiding van mr. Van Kleffen-s, sub
stituut-officier van justitie bij dé Haagsehe rechtbank
en door de Haagsehe recherche, welker chef, de heer
Aaltz, zich in verband met' dezen moorf voor het on
derzoek naa/r Berlijn had begeven. Telkens raakte
men het spoor bijster; geruchten, indertijd' verspreid,
dat de verdachte in een kleine garnizoensplaats in het-
gebergte van Griekenland! zou zijn gearresteerd, ble
ken spoedig' ongegrond.
Intusschen zat de justitie niet stil en ging' mr. Van
Kleffe-ns voort met stappen te laten doen in het. bui
tenland!, inzonderheid in Griekenland', om tot de ont
dekking' van den steeds onvindbaar blijvenden Andre-
los te komen.
Dit is nu eindelijk gelukt; dé justitie beeft Üian-s
van officieele zijde het bericht ontvaugen, dat d© ver
moedelijke moordenaar van Murad' Bay gearresteerd
is.
DE UITLEVERING DER GEBROEDERS
VAN EYCK.
Allerlei tegenstrijdige geruchten doen de ronde, naar
aanleiding van liet f-eit, dat Zaterdag alleen Dirk van
Eyck voor den officier van justitie kon worden geleid',
wijl lief Amerikaans'che gouvernement de uitlevering
van Chris, van Eyck bad! geweigerd) en deze--laatste
dus te Boston moest achterblijven.
Nu eens vertelt men, dat Dirk uit eigen beweging
terug is gekomen, en Chris, weigerde t.e vertrekken,
dap weer doet men het voorkomen, alsof de Neder-
landsche regeering teruggeschrokken was voor de
hooge kosten, die verbonden zijn aan een uitleverings
procedure. Al deze geruchten zijn echter onjuist.
Blijkens onze informatie is de toedracht dei' zaak
als volgt:
Toen de woonplaats dier gebroeders Van Eyck te
Boston werd' ontdekt, zijn zij door die Anierikaansehe
politie op verzoek der Nederlandsche regeering on
middellijk gearresteerd. En met de uitleveriugsl'onna-
liteiten werd terstond' een aanvang gemaakt.
De rechter-corami-ssaris alhier hoorde verschillende
getuigen, liet de-ze verklaringen met zijn eigen bevin
dingen in het; Engelseh vertalen, en zond' deze stukken
langs dien diplomatieken weg naar de autoriteiten te
Boston.
Volgens de Amerikaansche uitleveringswet moet het
begin van schuld bewezen zijn door getuigen. Wanneer
nu een zoodanig' bewijs van strafbaarheid is geleverd,
dat er voldoende grond i» om, indien daar ter plaatse
het misdrijf gepleegd ware, men tot veroordeeling over
zou gaan, dan eerst wordt uitgeleverd.
toon.
„Sta dat geld liever af 1" zei Ella, haai' krullend
haar van het voorhoofd strijkend. „Hoe kan geld ge
luk brengen? Zie eens naar mij. Alle geld in de we
reld is niet in staat om de schande, die mij is aange
daan, van mij af te nemen of den slag ongedaan te
maken, dien hij
Zij had het niet willen zeggen, maar de woorden wa-
iv n haar ontglipt vóór zij er aan dacht. Zij schrok er
zelf zoo hevig' van, dat zij naar een stoelleuning moest
grijpen om te blijven staan.
„Wat?" riep Bergitzky, alsof hem een nieuw licht
was opgegaan. „Een slag? Geslagen heeft hij je?
Kröchel dat zal je wat duur te staan komen! Fide
lia druk je dochter aan het hart- zij behoort nu ons
weer. Het overige breng- ik in orde, zoodra ik een
inzicht in de zaak gekregen heb. Je zult voldoening
krijgen, mijn schaapje je zult weer vrij worden. De
ze -ik kan er geen woorden voor vinden. wat een
brutaliteit!''
Zij kreeg een gevoel van gfooten angst.
„Roer mij nu niet aan moeder! Laat mij alleen. U
kunt mij niet helpen en u zult dat ook niet doen. Lie
ver zou ik sterven! Als ik maar kon en wist.
Zij sprak den zin niet uit. In groote haast snelde
zij de kamer uit en wierp de deur achter zich dicht,
Ook in dezen tweeden nacht kwam er geen slaap
in Ella's oogen. Het was haar of er bergen om haar
heen werden opgetrokken en dat alle uitwegen voor
haar waren afgesloten. En in deze benauwenden
kring kwamen de gedachten steeds tot hetzelfde punt
terug, namelijk tot de vraag: Wat zal er van mij wor
den?
Zij had er rustiger over kunnen denken, als niet de
aanduidingen van haar grootvader haar bloed steeds
weer in heftige beweging hadden gébracht. Weer in
de macht van dien grootvader komen? Weer een weev-
looze, een speeltuig zijn in zijn handen, zooals Voor
haar huwelijk. Nooit!
(Wordt yervolgd.J