Schaakrubriek.
BESTELDIENST
Damrubriek.
ÈLfflÈkfa
DE KLEINE BARON.
TIJD
Vraag en aanbod.
v. d. V.
5. 35-
6. 44
7. 49
8. 32
-30
35
20
5
5.
6.
7.
25
33
15
34
44
24
%Sil mm. ÜH mm.
Ui
Het Weeshuis te Graft.
1. 28—22 1. 17 28
2. 26 17 2. 11 22
3. 33—29 3. 24 33
4. 30—24 4. 20 40
__P:A. G.
VERLAAT
OF
■sxrfsgsr&xiwiL^ nmivmg
vrueht'boomen. Men beeft- den banaan evengoed als
een appel- of perenboom, -dem amandel naast een ci
troen- of vijgeboom. Vooral de sinaasappelboomen
prijken in hun praehtigen vr'uchtenlast, alles goudgeel.
Waar al die vruchten blijven begrijp ik niet, daar zij
niet alleen zeer duur zijn, doch zelfs- niet eens te koop.
Men vraagt .gerust voor een sinaasappel vier sous, al-
zoo een dubbeltje,en de takken buigen onder hun last.
Doch het zijn niet alleen de vruchten, die tegen
schrikkelijke prijzen worden verhandeld, evenzoo gaat
het met de levensmiddelen, die natuurlijk grootem-
deels door de hulp der militaire konvooien moeten
worden aangevoerd. De- burgers, die naar hi'er komen
om te werken aan de militaire gebouwen of ten dien
ste der genie, klagen steen en been. Al mogen de
weekloonen het dubbele bedragen dan die iri Holland,
de menschen zijn nog armer dan een legioensoldaat,
terwijl ze dikwijls genoodzaakt zijn, bij gebrek aan mo
derne kleeding, rond te loopen als -een Marokkaan of
als een joodsehe handelaar.
Negoeiant-en ontbreken hier niet, alles drijft handel
en menigmaal moet een Europeaan, die een beschei
den nerinkj© had, pla.ats maken voor da op groot©
schaal verkoopende joden, die met de kolonnes mede
trekken en de compagnies tegen bespottelijk hooge
prijzen hunne waren aansmeren. Die brengen in' re
kening het gevaar, dat ze doorstaan mo-eten. Soms
maken ze in verhouding tot hun risico het te bar, er
volgen kibbelarijen met de legionairs e.n het slot van
de historie is, dat ze met. hun zaakje buiten het kamp
worden gezet, overgelaten aan hiyi lot en de wil'lek-eur
der Marokkanen, die gewoonlijk enkeft hunne waren
medenemen en de gedupeerde joden terugzenden naar
Fez, waar ze weer opnieuw kunnen aanvangen. Ook
hier geldt dus weer de oude wet, dat wie teveel uit de
kan wil halen, het lid op den neus krijgt.
De moeite van aandachtige bestudeering ten zeerste
waard1!
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 194 van J. Nwme Mzn., Purmerend.
Zw. 7, 9, 11/15, 17, 19/22, 24.
W. 25, 28, 31/34, 38, 40, 43, 44, 47, 48, 50.
Opl. voor of og_ 8 Aug., bureau v. d. blad.
Redacteur: A. VAN EELDE, Bloemendaal.
Ufo. 355.
(Eerste publicatie).
II. van Beek te Naaldwijk.
//A77ÏÏ/,
vw/y.
Mat iu 2 zetten.
Oplossing van No. 352 (F. Groszl)
1 P fl d2 enz.
Goede oplossingen ontvingen wij van:
P. J. Boom, F. Böttger en G. Imhiilsen te Alkmaar;
G. v. Dort te Leusden, Mr. Ch. Enschedé en P. Fa
briek te Haarlem, P. Bakker, Jos. de Koning en H.
Weenink te Amsterdam, J. W. Le Comte en J. Vijze
laar te VGravenhage, S. te S., J. Deuzeman te Fre-
deriksoord, J. Re-eser te Voorburg, Mr. A. v. cl. Ven te
Arnhem, W'. Korteling te Deventer, H. Strick van
Kinschoten te Rijswijk eni O. B-oom-sma te Kampen.
Ad No. 355.
Met genoegen geven wij een plaatsje aan een eerste
publicatie van dén overbekenden componist, die met
zijn vriend van Dijlc het West-land sinds geruimen tijd
tot een brandpunt van nationale probleemeompositie
maakt.
Zoo namen de Westlanders! de taak der Warmonders
over waarvoor een aantal jaren Kouwenhoven en wij
len Papot de vaderlamdteche „probleem" lakens uit
deelden.
Tout passe! Toch hopen wij dat het Feestnummer
N. S. B. een Warmonds-ch leukigheidj-e zal bevatten al
heeft de heer K. de lier dan ook sinds langen tijd aan
de „Schaak'Vilgen gehangen.
-• AAN DE DAMMERS
Met dank voor de ontvangen opl. van probleem 193
van J. Vardon.
Stand
Zw. 6, 10, 11, 13, 14, 15, 18, 19, 2Q, 23, 24, 30.
W. 17, 27, 33, 37, 38, 40, 41, 43, 44, 45, 47, 48.
Oplossing.
1. 18 27
2. 11 22
3. 27 36
4. 36 47
5. 22 33 of 23 32
40
1. 27—22
2. 40—35
3. 37—31
4. 47—12
5. 33—28
6. 38 9
7. 45 25
8. 25 5
6. 47
7. 14
Wij ontvingen goede opl. van de heeren:
G. Cloeck, D. Gerling, .T. Iloutkooper, J. K., G. van
Nieuwkuyk te Alkmaar, S. Ho-man te Wijde-V orraer
en TI. E. Lantinga te Haarlem.
SLAGZET.
In onze vorige.rubriek plaatsten wij een slagzet, sa
mengesteld' door den beer Dambrun. De zet, dien wij
thans, laten volgen,, is' van den heer Fabre, prachtig
van constructie, doch berustend' ,op een zelfde gronde
idéé.
Wit voert op de volgende
combinatie uit:
wijze
een schitterende
(Ingezonden.)
Het nieuwe weeshui® alhier is in gébruik genomen
en zal weldra voor belangstellenden te bezichtigen
zijn. Het geheel draagt een eenvoudig en degelijk
karakter, dat aan zulk eene stichting past. De
gevel is- in eenigszinsi ouden trant opgetrokken met
trapjesgevel en kruiskozijnen. Het dak is voorzien
van vier massale schoorsteen-en en twee soliede blik
semafleiders.
Daar het nieuwe Huis eenige meters van den open
baren! weg gebouwd is, maakt het een beteren indrul
dan het oude. Het inwendige is in overeenstemming
met het uitwendige; vooral treffen ons het ruime por
taal met de gangen, die hun licht ontvangen door
kleurige ruiten. De bovenverdieping isi te bereiken
door gemakkelijke trappeni; waar de slaapkamers voor
de weesjongens en -meisjes aangebracht zijn.
Van de benedenvertrekken is de bestuurskamer met
den antieken schouw bezienswaardig, daiar deze laatste
o. a. een tegeltableau voorstelt van den St. Nicolaas
avond naar J. Steen.
Een woord van dank mag den ontwerper van het
gebouw, onzen plaatsgenoot, den heer Koppen, niet
onthouden worden, die wederom getoond heeft dat de
eenvoud in zijn werk waarde bezit.
Bij het sloopen van het Oude Huis kwam onwillekeu
rig de vraag, hoe het' Weeshuis te Graft ontstaan is.
Om den belangstellende te voldoen, zal ik het -een
en ander meedee-len, dat mij door oude geschriften be
kend is.
De verzorging van ouderlooze kinderen of weezen
werd in vroeger dagen hoofdzakelijk geregeld door het
burgerlijk bestuur en overgedragen aan de' Armvoog-
dij. Reeds in 't begin der 17e eeuw vonden wij de
Armvo-ogdij belast niet deni steun voor armen en de
zorg voor arme weezen. Deze laatst en. werden daartoe
besteedl of ondergebracht in het Armenhuis-. In elk
dorp van de Grafter han-ne was een armenhuis. Volgens
notarieele overdrachten en protocollen is te Graft in
het jaar 1632 ten Noordoosten van de Kloosterbuurt
(bij de Kerk) oen huis afgebroken en aldaar een
Weeshuis gebouwd; en ter zelfder tijd1 is te Noordeind
mede een perceel tot amotie verkocht en ook daar een
Weeshuis gesticht. Of in de andere dorpen in
noemd jaar gelijk daartoe besloten was, is mij niet be
kend'; maar w-el in overdrachten van veel later jaren
ward't gerept van Weeshuizen te Oos-t- en West-Graft-
dijk. Door het afnemen d'e.r bevolking in de 18e
eeuw en het niet bezitten van voldoende fondsen zijn
de weeshuizen te Nóordeind, Oost- en West-Graft-dijk
opgeheven.
Te Graft heeift de zaak -een ander verloop gehad.
Daar bleek in de 17e eeuw het primitieve weeshuis op
de Kloosterbuurt te klein; zoodat de Armen- of Wee-
zenvoogden een aantal weezen bij anderen onder dak
brengen en besteden moesten. De oorzaak van dit
overclo-mpleet was de gevangenneming in 1635 van
vele Grafter zeelieden d-oor roovers van Duinkerken
en andere plaatsen, waardoor velen, voor wie het niet
gelukt was den losprijs bijeen te brengen, aldaar van
jaar tot jaar in gevangenschap overleden. Hierdoor
nam het aantal weduwen en ouderlooze kinderen toe
en kwam veel armoede in het dorp, waarom de Staten
besloten aan de Grafters vergunning te geven tot het
bouwen van een beter weeshuis.
Derhalve is men begonnen om het oude huis op het
Klooster te sloopen. Ter verduidelijking omtrent tijd,
diene dat in het jaar 1654 nog van twee Wgezenvader
gewaagd werd over 't Weeshuis op 't Clooster gelegen;
en het volgende jaar komt het nog op de verpondings
lijst voor, als doende 2:12aan lasten. Naderhand
kwam dit niet meeT voor, wel als ledig erf, daar1 in
den jare 1667 bij notarieele acte gemeld werd! van een
huis, belend! aan 't oude W-eeshuiserf op 't Clooster.
Het tweede Weeshuis is op de Baangaard of Ban
gert gebouwd!, waar nu het nieuwe staat, en men kan
wel aannemen dat dit geschied is na de concessie door
de Staten verleend' op 30 Dec. 1656.
Oude prenten alhier aanwezig toonen aan hoe het
huis is geweest na d;e,ni brand van 1705. Volgens de
kroniek van Medemblik zijn in den nacht van 28 op
29 Juni 1705 in het vermaarde dorp Graft wel 43 hui
zen verbrand met het Weeshuis, door onvoorzichtig
heid van een huisman. Op een groot bord, waarboven
twee weeskinderen afgebeeld zijn, en dat voorheen
aan de schutting van het huis bevestigd) was, vindt
men het volgende opschrift:
„Hoezeer dat ook Go.d-s1 toorn vuur blaakte,
toen het Oude Huis tot asch geraakte;
Nog blijkt veel meer Gods- liefde en trouw,
in 't stichten van,dit -nieuw gebouw;
't Geen staat, daar 't oude stond voor dezen,
waarin de ouderlooze weezen,
Die- d'eigendom van 't aardsche goet ontberen
worden opgevoed." 1708.
Op een steen in da voorpui -stond1: „Cornelis- Dan-
zer, Vroedschap alhier, 'heeft den eersten steen geleyt.
14 Juni 17Q8."
Dubbel jammer is het, dat deze stichtingssteen ver
leden jaar niet in eere is gehouden, daa-r hij bij de
sl-ooping is stuk gehakt. Personen als dei Heer Dan-
zer, die h-et weeshuis te Graft 10 H.A. land' schonk, en
Juffrouw van Wilre, echtgenoote van den Heer Abra
ham van Bronkhorst, die kan hetzelfde Huis 5000 gul
den legateerde, mogen wel in herinnering blijven.
Om nog even terug te komen op d'e ramp die het
dorp Graft, trof in 1705, is na> consent van Gec. Ra
den door de Vroedschap geoordeeld in de Kerk eene
collecte te houden en ook in andere plaatsen inzame
lingen te doen. Tot- leniging van den nood' is mede
door Gec. Raden toeges-taan eene geldloterij te hou
den, -en is deze besteed in 1708 aan Pr. Scheperus te
Amsterdam.
Bij de bespreking over de bouwing van een nieuw
weeshuis is geoordeeld ua bezichtiging van 't oude
baanerf bij t Huis, de lijnbaan weer te bouwen, en is
dezelve besiteldl aan Krijn Oly voor 99 gulden. Den
lOen Mei 1708 had de besteding van het nieuw te bou
wen weeshuis plaats en is gegund) aan L. Drijverman,
timmerman te de Rijp, die het timmerwerk aannam
voor 998 gulden. De bouw van het geheele werk vor
derde ruim 8000 gu-lden; -en tot' de fundeering zijn
825 juffers van 20 tot 24 voet ingeslagen.
Zooals gebleken is had) het weeshuis ook een lijn
baan in exploitatie, die gelegen was aan den noord
kant der Gra-fterlaan. Eene boerderij aan den Krom
men Ilorn „de Prins" geheet-en, was ook het eigendom
van het genoemde huis. Beide bedrijven zijn door den
plaatselijken teruggang in het laatst der 18e eeuw
opgeheven, da,ar ze geen voordeel' meer aan het Huis
brachten. Dit laatste is een langer leven toegezegd,
en nu vier jaren terug heeft men het tweehonderd ja
rig bestaan herdacht. Ter herinnering aan dit feit
is op het terrein van het Hui-s een flinke regenbak ge
plaatst. Reeds toen zag men met zorg dat de muren
van het Huis bedenkelijke scheuren to-onden, en dit
euvel een gevolg was vain den sedert jaren verlaagden
waterstand. Bij onderzoek bleken de fundamenten
ongeveer een Meter uit het water te staan, e-n is na
derhand besloten het oude gebouw te amoveeren en
een nieuw in plaats 'te stellen. Zoo staat dan thans
lnet nieuwe Weeshuis als -eene waardige versteening in
ons dorp, en moge er zedelijke kracht van uitgaan tot
bevordering der dorpswelvaart.
DE GESCHIEDENIS VAN EEN KUS,
door KaTHE LASKER.
Vrij naar het Duitsch.
den
was
kon
zoo-
zelf
blo-e-
Wij spraken -over kussen. Wanneer drie jonge echt-
voor- j paren met eenige ongetrouwde heeren van rijperen
leeftijd met elkander een glas ouden- Rauentoler zitten
te drinken, dam is dit misschien niet ziulk een heel
ongewoon onderwerp.
Een der heeren zeide: „Wij moesten de zaak toch
een weinig methodisch behandelen. Iedereen moet
de geschiedenis vertellen van den kus-, die hem de
merkwaardigste toeschijnt van zijn1 levten en het aar
digste verhaal wordt door onze "lieve gastvro-uw opge
schreven.
Dat voorstel vied in goede aarde. Het best beviel
ons de geschiedenis v-an het allerliefste vrouwtje van
den kantonrechter.
Hier volgt ze.
Het i-s nu drie ja-ar geleden een jaar ongeveer
vóór onze verplaatsing n'a.ar Bterlijn. Daar bracht mijn
ma.n eens op een dag een heel jong substituut griffier-
tje mee aan tafel. Die kleine, jonge man wast hem on
langs gerecommandeerd' en toegevoegd; hij had mijn
m-an heel openhartig zijn leed geklaagd! over de sléch
te voeding aan de jongeheerentafel, zoodat zijn chef
haast niet kon nalaten hem aan te bieden bij ons te
komen dineeren o-f liever onzen eenvoud'igen maaltijd
te deelen.
Ik wil den jetugd'igenj substituut kortweg het baron-
nets© noemen; de naam doet niets- ter zake.
Het duurde niet meer dam enkele minuten of Ik
merkte dat de kleine baron d-oodelijk van mij was. Ik
mocht zoo iets best opmerken hij was1 nog maar 22
jaar! En als men zelf al 27 isi en) vier ja'ar getrouwd,
dan beschouwt men zich zelf als een vrouw va-n tach
tig jaar tegenover zoo'n kijk-in-de-werel'd.
Toch wil ik gaarne bekennen dat d'e*hulde van
kleinen1 baron mij nitet onaangenaam wak Het
zoo'-n knappe, teera, gedistingeerde jongman, hij
met zulk een dwepende uitdrukking igüimlaéhen,
dra ik mijn mondl maar opendeed', zo-odat ik mij
is heel geestig begon tel vinden. Hij bracht
men en lékkerhijnen voor mij mee, sloeg de muziek
om als ik vroolijke lied-jtes- bij dé piano zong, bij pa-ste
op mijn waaier en fichu im da balza'a.l wanneer i k
danste kortom hij hield zich steeds op in mijn na
bijheid als een ridderlijke, jeugdige page, -steeds aan
dachtig -op iederen wenk van zijn meesteres. Ik zou
wel een vrouw willen zien die onverschillig blijft voor
zulk een vereering of neen ik wo-u haar liever niet
zien, want het moet een 'akelig onvrouwelijk wezeu
zijn.
Een half jaar duurde dia vreugde. Toen werd! de
kleine baron ziek-, e-en hevige ziekte die zich plotseling
vertoonde. Het was zulk eert vochjige, ruwe herfst en
hij was zo-o teer en zo-o zwak.
Br kwam een kennis' van hem bij ons en zeide:
„De jonge baron ligt ziek in zijn bedje en hij ver
langt naar u.. Hij heeft koorts en, klaagt over pijn op
de borst. De- dokter is bang v-o-or longonsteking."
ij gingen natuurlijk dadelijk naar hem toe. Daa-r
fag hij met vochtige, schitterende oogen in zijn „bed
je" zooals zijn vriend! h'a.d gezegd en in da primitie
ve omgeving- van een kl-einsteedsché -gemeubileerde
amer zag hij er nog -dubbel jongensachtig en aristo
cratisch uit.
Hij stak mij zijn mooie blanke hand-en toe en zeide
mét aandoenlijke innigheid: „O, hoe lief van u dat
n gekomen is. Ik dank u, ik dank u!"
Toen greep hij -mijn hand en hield die krampachtig
vast even als een kind' dat bang was in donker en nu
met -een gevoel van verlichting de hand van zijn moe
der beschermend in de zijne vo-elt!
Van dat oogénblik af aan- gingen wij iederen dag
naar hem toe, naar het lage, grijze huis-je, de kléine
gemeubileerde 'kamer, waar dé jeugdige aristocraat
werkelijk als een verwend ziek kindl in bed' 'lag.
Natuurlijk mankeerde het niet aan go-ede vrienden
en trouwe buren, die niet begrijpen konden hoe mijn
man zulk -een ongepaste vriendschap kon goedkeuren.
Ja lia-ar zelfs nog kon: -ondersteunen. Mijn man lachte
om al de min -of meer bedekte toespelingen en zeide
„Ik gun het arme ventje die vreugde."
Jai, het verheugde hem wanneer ik kwam, dien klei
nen baron. Zo-od'ra ik den knop van -de deur neerdruk
te, hoorden wij hem al roepen: „Ac-h-, ia u het me
vrouw" en iederen dag weder was h-et of die -stem ju
belde. Natuurlijk schudde ik zijn kussens op, ik on
dersteunde hem wanneer 'hij een klein beetje van den
wijn dronk dien mijn man- voor hém had meegebracht,
en' het 'dee.dl mij bepaald een eigenaardig soort ge-noe-
en wanneer ik gloedl zag komen in zijn mooie, heldere
oogen e-n zijn ademhaling -sneller en zwaarder werd.
En juis-t boen het wat beter ging met den kleinen ba
ron en de dokter gesproken had van een reis naar het
Zuiden, moest ik op reis.
Jk was zelf verbaasd) hoeveel het-mij kostte afscheid
te nemen van het kleine, lage huisje. De gedachte,
voor een lieven zieke zooveel te wezen, h-adl mij geluk
kig gemaakt het bewustzijn zooveel invloed' uit te
oefenen op dien jongen man, had mijn vrouwelijke
ijd-elheid gestreeld) en nu zat ik bij hem en moest
afscheid van hem nemen.
Hij zag -er zoo- onuitsprekelijk ongelukkig uit, dat
mijn man zelfs er van schrikte.
Ik had' plotseling h-et gevoel of ik door een ijskoude
hand' werd) aangegrepen. Was- hij in zulk een- slechten
toestand, mijn kleine baron, met wien ik nog slechts
-eenige weken ge-leden zoo onschuldig gekheid' ge
maakt had?
Ik deed mijn best den ouden, gekscherenden toon
we-er aan te slaan.
„O, ondeugende, nietswaardige jongen", zei ik op
schoolmeesterachtige!! toont, „ik word heel, heel boos
als je ooit zoo iets leelijks weer zegt! Maar nu moet
ik w>eg, anders kom ik te la.at aan) -den trein! Kan ik
nog iets voor u doen v-o-o-rdat wij afscheid nemen, een
wensch van u vervullen?"
Toen hief de jonge baron liet hoofd' een weinig op
en zag mij aam, ja, 't wa-si of hij mijn gelaatstrek-ken
goed in z'n geheugen wou prenten voor tijd en eeuwig
heid.
„Ja", zeide hij toen met luide, vaste stem, „ik heb
een wensch. Wilt u mij een bus geven?"
Het was een- oo-genblifc heel stil in de kamer: Mijn
man ging voor het venster staan en keek naar de een
zame straat: Mijn hart klopte tot in mijn keel'..
„Frits", riep ik met beklemde stem. Dadelijk
draaide mijn man zich om. Zijn gezicht had een ern
stige, maar vriendelijke uitdrukking.
„Ja, ja, vrouwtje", zeide hij vol liefde, met een
merkwaardige week© en vriendelijke stem, „'daar zal
niets aan te doen zijn, de zi-e-kenoppasster heeft haar
patient al te erg verwend!"'
Oogen vol dankbaarheid en gloeiende van koorts
werden tot mijn man opgeslagen - toen voelde ik
eensklaps twee armen om mijn hals en heete, jonge
lippen op mjjn mond. -
Dat is de kus, dien ik nooit vergeten zal, de laatste
vreugde, die ik een st-erv-ende heb mogen ve-rschaffen.
GROENVOER.
(Van onzen' landbouwkundigen medewerker).
Is d'e rogge- van 't veld' da-n is de tijd voor stoppa-
knollen en spurrie aangebroken. Deze gewassen .willen
op zand- en veengronden uitstekend groeien en geven
een niet te versmaden groenvoer. Met het uitstrooien
van het zaad mogen we niet wachten-, daar de groeipe
riode niet in de beste maanden valt. Is- de vrucht
baarheid van den grond) voldoende dan mogen we per
H.A. toch- nog wel op 15000 K.G. stoppelknol1 -f- loof
rekenen. Ons fijn spurrre-plant-je geeft aan opbrengst
niet zooveel. Toch kunnen we, zoo de plant over. vol
doende voedsel kan beschikken nog wel een 6000 a
7000 K.G. oogsten-. Ni-et alleen het weer, ma-ar ook de
bem-e-stingstoestand van den grond regelt de opbrengst.
H-et is vooral kali en stikstof, wat door de plant ge
vraagd' wordt en waar onze veen- en zandgronden niet
rijk aan zijn. Staan de st-oppelknollen weeldéri-g, is
de opbrengst groot, dan wordt ongeveer 48, K.G. stik
stof, 16 K.G. p-hosiphorzuur en 56 K.G. kali aan den
bodem onttrokken; overeenkomende met 3: baal chili-
1 baial slakkenmeel en 2% baal' pat-entkali. Zoo zal
ook d-e stoppelsipurrie, al is de opbrengst ook maar het.
0,4 gedeelte va-n die der stoppelknollen- toch nog -een
28 K.G. stikstof 16 K.G. phosphorzuu-r en 35 K.G.
ka-li voor kaar groei noodig hebben. Het zou dwaas
zijn o-nze bemesting naar ge-no-emd'e cijfers vast te
stellen, daar ook met andere factoren rekening gehou
den moet worden en het onmogelijk is voor de ver
schillende gronden één „bemestingsrecept" op te ge
ven.
Iedere boer kent zijn eigen land) h-et best, moet we
ten waar zijn grond in de eerste plaiats behoefte aan
heeft, moet rekening houden met de voorvrucht en de
meststoffen, die daarvoor gegeven zijn om te bepalen
of de tweede vrucht nog toegift n-ood'ig heeft. Zoo ja!
dan zal in de eers-te plaats stikstof genoemd moeten
worden, daar deze meststof maar heel' zuinig uitge
strooid wordt e-n de voorvrucht zek-er weinig heeft
achtergelaten. Daarom zal een weinig chili op onze
stoppelgewassen w-el raadzaam zijn. Veel behoeft
niet. Een 100 K.G. op stoppelknollen ia wel voldoende,
terwijl We op den spurrieakker met 75 K.G. per H. A.
kunnen vo-lstaan.
De gro-ei wordt er krachtig door bevorderd, wat
juist in die s-le'chte maanden noodig 'is. Spurrie is
voor o-ns melkvee een uitstekend voer. D-e dieren ge
ven in 't algemeen veel en go-ede melk. Ook het ge
halte en de smaak van de boter wordt bij 't voederen
van spurrie er beter op. Bij 't gebruik moet men in
eens niet te veel afmaaien, want blijft h-et groenvoer
in hopen liggen dan begint het licht te bro-eien, wgar-
door smaak en voedzaamheid achteruit gaat.
W.
HOUTTIL
Telef
Van 15 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling.
„Maar beste jongen!" zei hij vriendelijk, „het hoofd
omhoog als je blieft. Jij gaat op reis en nog wel heel I
spoedig."
Ja, en alsi u dan fri-scb en opgesterkt 'terugkeert, I 'J'E KOOP Meubelen, Stoelen en Spiegels in ver
dan komt- >u dikwijls 'bij ons niet waar en ik zal al' uw j schillende stijlen, Kamermeubelen, ook solied Stof
lievelingsliedjes- voor u zingen", voegde ik er bij. feerwerk te leveren. Aanbevelend,
,Ja indien ik terug kom", zei d'e jonge, man zacht- Firma P. J. C. NIEROP.
jes. Dit klonk onuitsprekelijk tre-urig en wanhopig. j Alkmaar. Fnidsen 113. Langestraat 58.