Schaakrubriek. BESTELDIENST Damrubriek. ÈLfflÈkfa DE KLEINE BARON. TIJD Vraag en aanbod. v. d. V. 5. 35- 6. 44 7. 49 8. 32 -30 35 20 5 5. 6. 7. 25 33 15 34 44 24 %Sil mm. ÜH mm. Ui Het Weeshuis te Graft. 1. 28—22 1. 17 28 2. 26 17 2. 11 22 3. 33—29 3. 24 33 4. 30—24 4. 20 40 __P:A. G. VERLAAT OF ■sxrfsgsr&xiwiL^ nmivmg vrueht'boomen. Men beeft- den banaan evengoed als een appel- of perenboom, -dem amandel naast een ci troen- of vijgeboom. Vooral de sinaasappelboomen prijken in hun praehtigen vr'uchtenlast, alles goudgeel. Waar al die vruchten blijven begrijp ik niet, daar zij niet alleen zeer duur zijn, doch zelfs- niet eens te koop. Men vraagt .gerust voor een sinaasappel vier sous, al- zoo een dubbeltje,en de takken buigen onder hun last. Doch het zijn niet alleen de vruchten, die tegen schrikkelijke prijzen worden verhandeld, evenzoo gaat het met de levensmiddelen, die natuurlijk grootem- deels door de hulp der militaire konvooien moeten worden aangevoerd. De- burgers, die naar hi'er komen om te werken aan de militaire gebouwen of ten dien ste der genie, klagen steen en been. Al mogen de weekloonen het dubbele bedragen dan die iri Holland, de menschen zijn nog armer dan een legioensoldaat, terwijl ze dikwijls genoodzaakt zijn, bij gebrek aan mo derne kleeding, rond te loopen als -een Marokkaan of als een joodsehe handelaar. Negoeiant-en ontbreken hier niet, alles drijft handel en menigmaal moet een Europeaan, die een beschei den nerinkj© had, pla.ats maken voor da op groot© schaal verkoopende joden, die met de kolonnes mede trekken en de compagnies tegen bespottelijk hooge prijzen hunne waren aansmeren. Die brengen in' re kening het gevaar, dat ze doorstaan mo-eten. Soms maken ze in verhouding tot hun risico het te bar, er volgen kibbelarijen met de legionairs e.n het slot van de historie is, dat ze met. hun zaakje buiten het kamp worden gezet, overgelaten aan hiyi lot en de wil'lek-eur der Marokkanen, die gewoonlijk enkeft hunne waren medenemen en de gedupeerde joden terugzenden naar Fez, waar ze weer opnieuw kunnen aanvangen. Ook hier geldt dus weer de oude wet, dat wie teveel uit de kan wil halen, het lid op den neus krijgt. De moeite van aandachtige bestudeering ten zeerste waard1! Ter oplossing voor deze week: Probleem 194 van J. Nwme Mzn., Purmerend. Zw. 7, 9, 11/15, 17, 19/22, 24. W. 25, 28, 31/34, 38, 40, 43, 44, 47, 48, 50. Opl. voor of og_ 8 Aug., bureau v. d. blad. Redacteur: A. VAN EELDE, Bloemendaal. Ufo. 355. (Eerste publicatie). II. van Beek te Naaldwijk. //A77ÏÏ/, vw/y. Mat iu 2 zetten. Oplossing van No. 352 (F. Groszl) 1 P fl d2 enz. Goede oplossingen ontvingen wij van: P. J. Boom, F. Böttger en G. Imhiilsen te Alkmaar; G. v. Dort te Leusden, Mr. Ch. Enschedé en P. Fa briek te Haarlem, P. Bakker, Jos. de Koning en H. Weenink te Amsterdam, J. W. Le Comte en J. Vijze laar te VGravenhage, S. te S., J. Deuzeman te Fre- deriksoord, J. Re-eser te Voorburg, Mr. A. v. cl. Ven te Arnhem, W'. Korteling te Deventer, H. Strick van Kinschoten te Rijswijk eni O. B-oom-sma te Kampen. Ad No. 355. Met genoegen geven wij een plaatsje aan een eerste publicatie van dén overbekenden componist, die met zijn vriend van Dijlc het West-land sinds geruimen tijd tot een brandpunt van nationale probleemeompositie maakt. Zoo namen de Westlanders! de taak der Warmonders over waarvoor een aantal jaren Kouwenhoven en wij len Papot de vaderlamdteche „probleem" lakens uit deelden. Tout passe! Toch hopen wij dat het Feestnummer N. S. B. een Warmonds-ch leukigheidj-e zal bevatten al heeft de heer K. de lier dan ook sinds langen tijd aan de „Schaak'Vilgen gehangen. -• AAN DE DAMMERS Met dank voor de ontvangen opl. van probleem 193 van J. Vardon. Stand Zw. 6, 10, 11, 13, 14, 15, 18, 19, 2Q, 23, 24, 30. W. 17, 27, 33, 37, 38, 40, 41, 43, 44, 45, 47, 48. Oplossing. 1. 18 27 2. 11 22 3. 27 36 4. 36 47 5. 22 33 of 23 32 40 1. 27—22 2. 40—35 3. 37—31 4. 47—12 5. 33—28 6. 38 9 7. 45 25 8. 25 5 6. 47 7. 14 Wij ontvingen goede opl. van de heeren: G. Cloeck, D. Gerling, .T. Iloutkooper, J. K., G. van Nieuwkuyk te Alkmaar, S. Ho-man te Wijde-V orraer en TI. E. Lantinga te Haarlem. SLAGZET. In onze vorige.rubriek plaatsten wij een slagzet, sa mengesteld' door den beer Dambrun. De zet, dien wij thans, laten volgen,, is' van den heer Fabre, prachtig van constructie, doch berustend' ,op een zelfde gronde idéé. Wit voert op de volgende combinatie uit: wijze een schitterende (Ingezonden.) Het nieuwe weeshui® alhier is in gébruik genomen en zal weldra voor belangstellenden te bezichtigen zijn. Het geheel draagt een eenvoudig en degelijk karakter, dat aan zulk eene stichting past. De gevel is- in eenigszinsi ouden trant opgetrokken met trapjesgevel en kruiskozijnen. Het dak is voorzien van vier massale schoorsteen-en en twee soliede blik semafleiders. Daar het nieuwe Huis eenige meters van den open baren! weg gebouwd is, maakt het een beteren indrul dan het oude. Het inwendige is in overeenstemming met het uitwendige; vooral treffen ons het ruime por taal met de gangen, die hun licht ontvangen door kleurige ruiten. De bovenverdieping isi te bereiken door gemakkelijke trappeni; waar de slaapkamers voor de weesjongens en -meisjes aangebracht zijn. Van de benedenvertrekken is de bestuurskamer met den antieken schouw bezienswaardig, daiar deze laatste o. a. een tegeltableau voorstelt van den St. Nicolaas avond naar J. Steen. Een woord van dank mag den ontwerper van het gebouw, onzen plaatsgenoot, den heer Koppen, niet onthouden worden, die wederom getoond heeft dat de eenvoud in zijn werk waarde bezit. Bij het sloopen van het Oude Huis kwam onwillekeu rig de vraag, hoe het' Weeshuis te Graft ontstaan is. Om den belangstellende te voldoen, zal ik het -een en ander meedee-len, dat mij door oude geschriften be kend is. De verzorging van ouderlooze kinderen of weezen werd in vroeger dagen hoofdzakelijk geregeld door het burgerlijk bestuur en overgedragen aan de' Armvoog- dij. Reeds in 't begin der 17e eeuw vonden wij de Armvo-ogdij belast niet deni steun voor armen en de zorg voor arme weezen. Deze laatst en. werden daartoe besteedl of ondergebracht in het Armenhuis-. In elk dorp van de Grafter han-ne was een armenhuis. Volgens notarieele overdrachten en protocollen is te Graft in het jaar 1632 ten Noordoosten van de Kloosterbuurt (bij de Kerk) oen huis afgebroken en aldaar een Weeshuis gebouwd; en ter zelfder tijd1 is te Noordeind mede een perceel tot amotie verkocht en ook daar een Weeshuis gesticht. Of in de andere dorpen in noemd jaar gelijk daartoe besloten was, is mij niet be kend'; maar w-el in overdrachten van veel later jaren ward't gerept van Weeshuizen te Oos-t- en West-Graft- dijk. Door het afnemen d'e.r bevolking in de 18e eeuw en het niet bezitten van voldoende fondsen zijn de weeshuizen te Nóordeind, Oost- en West-Graft-dijk opgeheven. Te Graft heeift de zaak -een ander verloop gehad. Daar bleek in de 17e eeuw het primitieve weeshuis op de Kloosterbuurt te klein; zoodat de Armen- of Wee- zenvoogden een aantal weezen bij anderen onder dak brengen en besteden moesten. De oorzaak van dit overclo-mpleet was de gevangenneming in 1635 van vele Grafter zeelieden d-oor roovers van Duinkerken en andere plaatsen, waardoor velen, voor wie het niet gelukt was den losprijs bijeen te brengen, aldaar van jaar tot jaar in gevangenschap overleden. Hierdoor nam het aantal weduwen en ouderlooze kinderen toe en kwam veel armoede in het dorp, waarom de Staten besloten aan de Grafters vergunning te geven tot het bouwen van een beter weeshuis. Derhalve is men begonnen om het oude huis op het Klooster te sloopen. Ter verduidelijking omtrent tijd, diene dat in het jaar 1654 nog van twee Wgezenvader gewaagd werd over 't Weeshuis op 't Clooster gelegen; en het volgende jaar komt het nog op de verpondings lijst voor, als doende 2:12aan lasten. Naderhand kwam dit niet meeT voor, wel als ledig erf, daar1 in den jare 1667 bij notarieele acte gemeld werd! van een huis, belend! aan 't oude W-eeshuiserf op 't Clooster. Het tweede Weeshuis is op de Baangaard of Ban gert gebouwd!, waar nu het nieuwe staat, en men kan wel aannemen dat dit geschied is na de concessie door de Staten verleend' op 30 Dec. 1656. Oude prenten alhier aanwezig toonen aan hoe het huis is geweest na d;e,ni brand van 1705. Volgens de kroniek van Medemblik zijn in den nacht van 28 op 29 Juni 1705 in het vermaarde dorp Graft wel 43 hui zen verbrand met het Weeshuis, door onvoorzichtig heid van een huisman. Op een groot bord, waarboven twee weeskinderen afgebeeld zijn, en dat voorheen aan de schutting van het huis bevestigd) was, vindt men het volgende opschrift: „Hoezeer dat ook Go.d-s1 toorn vuur blaakte, toen het Oude Huis tot asch geraakte; Nog blijkt veel meer Gods- liefde en trouw, in 't stichten van,dit -nieuw gebouw; 't Geen staat, daar 't oude stond voor dezen, waarin de ouderlooze weezen, Die- d'eigendom van 't aardsche goet ontberen worden opgevoed." 1708. Op een steen in da voorpui -stond1: „Cornelis- Dan- zer, Vroedschap alhier, 'heeft den eersten steen geleyt. 14 Juni 17Q8." Dubbel jammer is het, dat deze stichtingssteen ver leden jaar niet in eere is gehouden, daa-r hij bij de sl-ooping is stuk gehakt. Personen als dei Heer Dan- zer, die h-et weeshuis te Graft 10 H.A. land' schonk, en Juffrouw van Wilre, echtgenoote van den Heer Abra ham van Bronkhorst, die kan hetzelfde Huis 5000 gul den legateerde, mogen wel in herinnering blijven. Om nog even terug te komen op d'e ramp die het dorp Graft, trof in 1705, is na> consent van Gec. Ra den door de Vroedschap geoordeeld in de Kerk eene collecte te houden en ook in andere plaatsen inzame lingen te doen. Tot- leniging van den nood' is mede door Gec. Raden toeges-taan eene geldloterij te hou den, -en is deze besteed in 1708 aan Pr. Scheperus te Amsterdam. Bij de bespreking over de bouwing van een nieuw weeshuis is geoordeeld ua bezichtiging van 't oude baanerf bij t Huis, de lijnbaan weer te bouwen, en is dezelve besiteldl aan Krijn Oly voor 99 gulden. Den lOen Mei 1708 had de besteding van het nieuw te bou wen weeshuis plaats en is gegund) aan L. Drijverman, timmerman te de Rijp, die het timmerwerk aannam voor 998 gulden. De bouw van het geheele werk vor derde ruim 8000 gu-lden; -en tot' de fundeering zijn 825 juffers van 20 tot 24 voet ingeslagen. Zooals gebleken is had) het weeshuis ook een lijn baan in exploitatie, die gelegen was aan den noord kant der Gra-fterlaan. Eene boerderij aan den Krom men Ilorn „de Prins" geheet-en, was ook het eigendom van het genoemde huis. Beide bedrijven zijn door den plaatselijken teruggang in het laatst der 18e eeuw opgeheven, da,ar ze geen voordeel' meer aan het Huis brachten. Dit laatste is een langer leven toegezegd, en nu vier jaren terug heeft men het tweehonderd ja rig bestaan herdacht. Ter herinnering aan dit feit is op het terrein van het Hui-s een flinke regenbak ge plaatst. Reeds toen zag men met zorg dat de muren van het Huis bedenkelijke scheuren to-onden, en dit euvel een gevolg was vain den sedert jaren verlaagden waterstand. Bij onderzoek bleken de fundamenten ongeveer een Meter uit het water te staan, e-n is na derhand besloten het oude gebouw te amoveeren en een nieuw in plaats 'te stellen. Zoo staat dan thans lnet nieuwe Weeshuis als -eene waardige versteening in ons dorp, en moge er zedelijke kracht van uitgaan tot bevordering der dorpswelvaart. DE GESCHIEDENIS VAN EEN KUS, door KaTHE LASKER. Vrij naar het Duitsch. den was kon zoo- zelf blo-e- Wij spraken -over kussen. Wanneer drie jonge echt- voor- j paren met eenige ongetrouwde heeren van rijperen leeftijd met elkander een glas ouden- Rauentoler zitten te drinken, dam is dit misschien niet ziulk een heel ongewoon onderwerp. Een der heeren zeide: „Wij moesten de zaak toch een weinig methodisch behandelen. Iedereen moet de geschiedenis vertellen van den kus-, die hem de merkwaardigste toeschijnt van zijn1 levten en het aar digste verhaal wordt door onze "lieve gastvro-uw opge schreven. Dat voorstel vied in goede aarde. Het best beviel ons de geschiedenis v-an het allerliefste vrouwtje van den kantonrechter. Hier volgt ze. Het i-s nu drie ja-ar geleden een jaar ongeveer vóór onze verplaatsing n'a.ar Bterlijn. Daar bracht mijn ma.n eens op een dag een heel jong substituut griffier- tje mee aan tafel. Die kleine, jonge man wast hem on langs gerecommandeerd' en toegevoegd; hij had mijn m-an heel openhartig zijn leed geklaagd! over de sléch te voeding aan de jongeheerentafel, zoodat zijn chef haast niet kon nalaten hem aan te bieden bij ons te komen dineeren o-f liever onzen eenvoud'igen maaltijd te deelen. Ik wil den jetugd'igenj substituut kortweg het baron- nets© noemen; de naam doet niets- ter zake. Het duurde niet meer dam enkele minuten of Ik merkte dat de kleine baron d-oodelijk van mij was. Ik mocht zoo iets best opmerken hij was1 nog maar 22 jaar! En als men zelf al 27 isi en) vier ja'ar getrouwd, dan beschouwt men zich zelf als een vrouw va-n tach tig jaar tegenover zoo'n kijk-in-de-werel'd. Toch wil ik gaarne bekennen dat d'e*hulde van kleinen1 baron mij nitet onaangenaam wak Het zoo'-n knappe, teera, gedistingeerde jongman, hij met zulk een dwepende uitdrukking igüimlaéhen, dra ik mijn mondl maar opendeed', zo-odat ik mij is heel geestig begon tel vinden. Hij bracht men en lékkerhijnen voor mij mee, sloeg de muziek om als ik vroolijke lied-jtes- bij dé piano zong, bij pa-ste op mijn waaier en fichu im da balza'a.l wanneer i k danste kortom hij hield zich steeds op in mijn na bijheid als een ridderlijke, jeugdige page, -steeds aan dachtig -op iederen wenk van zijn meesteres. Ik zou wel een vrouw willen zien die onverschillig blijft voor zulk een vereering of neen ik wo-u haar liever niet zien, want het moet een 'akelig onvrouwelijk wezeu zijn. Een half jaar duurde dia vreugde. Toen werd! de kleine baron ziek-, e-en hevige ziekte die zich plotseling vertoonde. Het was zulk eert vochjige, ruwe herfst en hij was zo-o teer en zo-o zwak. Br kwam een kennis' van hem bij ons en zeide: „De jonge baron ligt ziek in zijn bedje en hij ver langt naar u.. Hij heeft koorts en, klaagt over pijn op de borst. De- dokter is bang v-o-or longonsteking." ij gingen natuurlijk dadelijk naar hem toe. Daa-r fag hij met vochtige, schitterende oogen in zijn „bed je" zooals zijn vriend! h'a.d gezegd en in da primitie ve omgeving- van een kl-einsteedsché -gemeubileerde amer zag hij er nog -dubbel jongensachtig en aristo cratisch uit. Hij stak mij zijn mooie blanke hand-en toe en zeide mét aandoenlijke innigheid: „O, hoe lief van u dat n gekomen is. Ik dank u, ik dank u!" Toen greep hij -mijn hand en hield die krampachtig vast even als een kind' dat bang was in donker en nu met -een gevoel van verlichting de hand van zijn moe der beschermend in de zijne vo-elt! Van dat oogénblik af aan- gingen wij iederen dag naar hem toe, naar het lage, grijze huis-je, de kléine gemeubileerde 'kamer, waar dé jeugdige aristocraat werkelijk als een verwend ziek kindl in bed' 'lag. Natuurlijk mankeerde het niet aan go-ede vrienden en trouwe buren, die niet begrijpen konden hoe mijn man zulk -een ongepaste vriendschap kon goedkeuren. Ja lia-ar zelfs nog kon: -ondersteunen. Mijn man lachte om al de min -of meer bedekte toespelingen en zeide „Ik gun het arme ventje die vreugde." Jai, het verheugde hem wanneer ik kwam, dien klei nen baron. Zo-od'ra ik den knop van -de deur neerdruk te, hoorden wij hem al roepen: „Ac-h-, ia u het me vrouw" en iederen dag weder was h-et of die -stem ju belde. Natuurlijk schudde ik zijn kussens op, ik on dersteunde hem wanneer 'hij een klein beetje van den wijn dronk dien mijn man- voor hém had meegebracht, en' het 'dee.dl mij bepaald een eigenaardig soort ge-noe- en wanneer ik gloedl zag komen in zijn mooie, heldere oogen e-n zijn ademhaling -sneller en zwaarder werd. En juis-t boen het wat beter ging met den kleinen ba ron en de dokter gesproken had van een reis naar het Zuiden, moest ik op reis. Jk was zelf verbaasd) hoeveel het-mij kostte afscheid te nemen van het kleine, lage huisje. De gedachte, voor een lieven zieke zooveel te wezen, h-adl mij geluk kig gemaakt het bewustzijn zooveel invloed' uit te oefenen op dien jongen man, had mijn vrouwelijke ijd-elheid gestreeld) en nu zat ik bij hem en moest afscheid van hem nemen. Hij zag -er zoo- onuitsprekelijk ongelukkig uit, dat mijn man zelfs er van schrikte. Ik had' plotseling h-et gevoel of ik door een ijskoude hand' werd) aangegrepen. Was- hij in zulk een- slechten toestand, mijn kleine baron, met wien ik nog slechts -eenige weken ge-leden zoo onschuldig gekheid' ge maakt had? Ik deed mijn best den ouden, gekscherenden toon we-er aan te slaan. „O, ondeugende, nietswaardige jongen", zei ik op schoolmeesterachtige!! toont, „ik word heel, heel boos als je ooit zoo iets leelijks weer zegt! Maar nu moet ik w>eg, anders kom ik te la.at aan) -den trein! Kan ik nog iets voor u doen v-o-o-rdat wij afscheid nemen, een wensch van u vervullen?" Toen hief de jonge baron liet hoofd' een weinig op en zag mij aam, ja, 't wa-si of hij mijn gelaatstrek-ken goed in z'n geheugen wou prenten voor tijd en eeuwig heid. „Ja", zeide hij toen met luide, vaste stem, „ik heb een wensch. Wilt u mij een bus geven?" Het was een- oo-genblifc heel stil in de kamer: Mijn man ging voor het venster staan en keek naar de een zame straat: Mijn hart klopte tot in mijn keel'.. „Frits", riep ik met beklemde stem. Dadelijk draaide mijn man zich om. Zijn gezicht had een ern stige, maar vriendelijke uitdrukking. „Ja, ja, vrouwtje", zeide hij vol liefde, met een merkwaardige week© en vriendelijke stem, „'daar zal niets aan te doen zijn, de zi-e-kenoppasster heeft haar patient al te erg verwend!"' Oogen vol dankbaarheid en gloeiende van koorts werden tot mijn man opgeslagen - toen voelde ik eensklaps twee armen om mijn hals en heete, jonge lippen op mjjn mond. - Dat is de kus, dien ik nooit vergeten zal, de laatste vreugde, die ik een st-erv-ende heb mogen ve-rschaffen. GROENVOER. (Van onzen' landbouwkundigen medewerker). Is d'e rogge- van 't veld' da-n is de tijd voor stoppa- knollen en spurrie aangebroken. Deze gewassen .willen op zand- en veengronden uitstekend groeien en geven een niet te versmaden groenvoer. Met het uitstrooien van het zaad mogen we niet wachten-, daar de groeipe riode niet in de beste maanden valt. Is- de vrucht baarheid van den grond) voldoende dan mogen we per H.A. toch- nog wel op 15000 K.G. stoppelknol1 -f- loof rekenen. Ons fijn spurrre-plant-je geeft aan opbrengst niet zooveel. Toch kunnen we, zoo de plant over. vol doende voedsel kan beschikken nog wel een 6000 a 7000 K.G. oogsten-. Ni-et alleen het weer, ma-ar ook de bem-e-stingstoestand van den grond regelt de opbrengst. H-et is vooral kali en stikstof, wat door de plant ge vraagd' wordt en waar onze veen- en zandgronden niet rijk aan zijn. Staan de st-oppelknollen weeldéri-g, is de opbrengst groot, dan wordt ongeveer 48, K.G. stik stof, 16 K.G. p-hosiphorzuur en 56 K.G. kali aan den bodem onttrokken; overeenkomende met 3: baal chili- 1 baial slakkenmeel en 2% baal' pat-entkali. Zoo zal ook d-e stoppelsipurrie, al is de opbrengst ook maar het. 0,4 gedeelte va-n die der stoppelknollen- toch nog -een 28 K.G. stikstof 16 K.G. phosphorzuu-r en 35 K.G. ka-li voor kaar groei noodig hebben. Het zou dwaas zijn o-nze bemesting naar ge-no-emd'e cijfers vast te stellen, daar ook met andere factoren rekening gehou den moet worden en het onmogelijk is voor de ver schillende gronden één „bemestingsrecept" op te ge ven. Iedere boer kent zijn eigen land) h-et best, moet we ten waar zijn grond in de eerste plaiats behoefte aan heeft, moet rekening houden met de voorvrucht en de meststoffen, die daarvoor gegeven zijn om te bepalen of de tweede vrucht nog toegift n-ood'ig heeft. Zoo ja! dan zal in de eers-te plaats stikstof genoemd moeten worden, daar deze meststof maar heel' zuinig uitge strooid wordt e-n de voorvrucht zek-er weinig heeft achtergelaten. Daarom zal een weinig chili op onze stoppelgewassen w-el raadzaam zijn. Veel behoeft niet. Een 100 K.G. op stoppelknollen ia wel voldoende, terwijl We op den spurrieakker met 75 K.G. per H. A. kunnen vo-lstaan. De gro-ei wordt er krachtig door bevorderd, wat juist in die s-le'chte maanden noodig 'is. Spurrie is voor o-ns melkvee een uitstekend voer. D-e dieren ge ven in 't algemeen veel en go-ede melk. Ook het ge halte en de smaak van de boter wordt bij 't voederen van spurrie er beter op. Bij 't gebruik moet men in eens niet te veel afmaaien, want blijft h-et groenvoer in hopen liggen dan begint het licht te bro-eien, wgar- door smaak en voedzaamheid achteruit gaat. W. HOUTTIL Telef Van 15 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling. „Maar beste jongen!" zei hij vriendelijk, „het hoofd omhoog als je blieft. Jij gaat op reis en nog wel heel I spoedig." Ja, en alsi u dan fri-scb en opgesterkt 'terugkeert, I 'J'E KOOP Meubelen, Stoelen en Spiegels in ver dan komt- >u dikwijls 'bij ons niet waar en ik zal al' uw j schillende stijlen, Kamermeubelen, ook solied Stof lievelingsliedjes- voor u zingen", voegde ik er bij. feerwerk te leveren. Aanbevelend, ,Ja indien ik terug kom", zei d'e jonge, man zacht- Firma P. J. C. NIEROP. jes. Dit klonk onuitsprekelijk tre-urig en wanhopig. j Alkmaar. Fnidsen 113. Langestraat 58.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 6