Schaakrubriek. flIJUSi lm wm en aanbod. B W* Sleehte S©tii*Éjwe§*®« In 15 lessen goed loopend schrift. mim a mm Wat men dient te weten. De ontsnapping van Ralph Mc Curshon. T-E KOOPMeubelen, Stoelen en Spiegels in ver schillende stijlen, Kamermeubelen, ook solied Stof feerwerk te leveren. Aanbevelend, ADVERTENTIEN. S. BAKKER Dx., Zij nam den spartelenden knaap op den arm en snoot zijn neusje. De jongen schreide natuurlijk, was echter gauw weer kalm en 'keek naar mij, alsof hij mij niet vertrouwde. „Titi, zeg ereis aan Oom hoe men in die schouw burg roept»" De bengel' sitopte zijn vuistje in den moncb „Titi is een knappe jongen. Hij weet wCl wat men in den schouwburg iroapt. Hu, kom Titi, neem het handje uit den rnondi en zeg aan oöm, wat men in d-en schouwburg roept. Toe nou! Bravo. Hiet waar? Bravo Titi zette een onvriendelijk gezidht en zeide enkel: „Brr „Hoort u?" riep mama verheugd, „hij zegt bravo." Ik had het niet gehoord, maar was natuurlijk te beellfd' om de verheugde moeder tegen te spreken. „Hij weet alles! Hu, Titi, hoe heet je? Zag het mama-tje eens, toe nou vent. Je heet Kropinski, hè. Kropinski Brr! zeide de jongen weer. „Kropinski, juist. Ileb U het gehoord?" Ik kreeg schik in het geval. „En hoe heet je tante?" vroeg ik. Maar Titi had het thans veel te d-ri+ met mama's oorbel en verwaardigde mij geen blik. „Titi," zeide de moeder, „Oom vraagt, hoe tante 'heet. Hu, kom kerel, zeg maar mooi: Beirtha. Jaj Ber tha." „Brr!" bromde de jongen weer en de trotsche moe der kuste zijn wangen, totdat bij begon te schreien. „Een buitengewoon kind!" zeide ik prijzend, „werke lijk een knappe jongen! Hij sprieekt elk woord! En word't over a-cht dagen! een jaar!" Gisteren werd er aan mijn deur geklopt. „Mijnheer Kashmir,zeide de stem van mijn sympa thieke gastvrouw. „Is U reeds gereed?" „,J a zeker mevrouw, kant en l$,laar." „Och zoudt U mij een genoegen willen doen? „Mijn man is naar de rechtbank, het meisje doet 'boodschappen en ik moet om el'f uur eeni japon passen. Wees U nu zoo go-edi en pas een kwartiertje op Titi." *,,Maar natuurlijk, als het anders niet is. „IT behoeft verder niets te doen. Titi zal' lief zijn, he kerel?" Titi zat op den vloer met zijn gummi-pop te spelen. „U moet zorgen, dat hij niet schreit. Gieeft U hem alles wat hij wil. Hij is verwend, maar hij mag niet schreien, want daar kan hij kramp van krijgen!" „Goed, ik geef hem alles wat hij wil!" „In een half uurtje ben ik terug, de -modiste woont hier in de buurt!" Mevrouw Kropinski kuste haar spruit en verdween. Titi, die niet1 gemerkt hadl, dat zij de kamer uitge gaan was, keek weldra eens rond en begon zacht te kreunen. Ik was in eern wip bij heml. „Wat wil je, Titi?" vroeg ik bezorgd, „wil je iets hebben1?" „Appies." „Wat kereltje? „Appiies," riep bij luider. De moeder had verboden hem iets te weigeren en hij wilde Appies. Ik nam een prentbriefkaarten-al bum en lei bet naast hem op den vloer. „Kijk eens, plaatjes! is dat niet mooi? Titi schopte het boek met zijn voetje weg. „Appies" brulde de jongen. „Wat wil Titi?" „Sjesje!" AaliaHu kwam er ook nog wat nieuws bij. Dat kom goed wordenIk kieek de kamer rond, om te zien, iwaf deze hoopvolle spruit wel bedoelde, maar wist geen -raad. Ilij schreeuwde zoo hard' hij maar kon. Ik kreeg mijn horloge, nam -een engeltje vani de kast, Sprong als een aap op de kermis), maair ik kon hem noch tot bedaren noch aan het lachen brengen. Het kind bleef maair builen en roepen van sjesje." Eindelijk kwam mevfouw Kropinski aanhollen „Hemeltje-, wat hebt U met het kindl gedaan?" riep ze en nam hem op den arm. „Ik lie'b niets met hem, gedaan," zeide ik gedWee, „maar Titi is niet kalfn gebleven." „Hu bedaart hij alweer. Men moet het kind toch wat te spelen geven." „Dat deed ik ook, maar. „Wat heeft U hem gegeven)? Hij zou toch niet zoo erbarmelijk schreien, als. Ik begon te kok-en, -maar beheersfchte me. „Stil maar ventje," zeide de moeder, „stoute hè, we zullen oom pats geven. „Wat moest ik beginnen," waagde ik te zeggen. Ti ti wilde appiies en sjesje. Mevrouw Kropinski begon hartelijk te lachen. „Och, jullie mannen," zeide ze eindelijk. „Het fg,terke, wijze geslacht! Een kind kan jullie nog niet stil houden „Maar hoe kon ik weten, wat sjesje is?" „Sjesje zegt hij tegen mijn broche, die ik hem vaak te spelen geef." „O juist," zei ik. „Maar dat is toch duidelijk. En daar hij ho-nger had riep hij natuurlijk om „appies," aardappelen. O, U behoeft U dat niet aan te trekken. Er is niets ge beurd, maart. was toch wel -een beetje dom van U. II ziet, hoe ver men met <le wijsheid der mannen komt zonder een vro-uwII kunt zonder vrouw nog niet eens op,, een kind' passen, op een kind nog wel, dat al praten kan Als een natte poedel stond1 ik daar. Maar ik beloofde mezelf plechtig, nooit weer te gaan logeeren bij mensche-n, met een knap kind', boe vriendelijk en hartelijk ze ook mochten zijn. Een knap kind. brr! Weenink te Amsterdam, J. W. Le Comte en J. Vijze laar te 's-Gravenhage, J. Deuzeman te Frederiksoord, J. Reeser te Voorburg, Mr. A. van der Ven te Arn hem, W. Korteling te Deventer, H. S trick van Kin schoten te Rijswijk en O. Boomsma te Kampen. Ad. Ho. 356. Als naar gewoonte werd ons de uitslag van den jongsten wedstrijd „Western Daily Mercury" toege zonden. V ij publioeeren dein lsten prijs hierboven on der opmerking, dat deze ook dten prijs verwierf, door Alain O. White uitgeloofd voor den besten 2zet waar in een „gebonden" stuk van wit door een zwart werd' losgemaakt. De toekenning der prijzen en de bepaling hunner volgorde werd' weder op een wijze verkregen, waarmede wij ons niet geheel kunnen veireenigen. De drie juryleden, Laws, dr. Palkoska en Würzburg rangschikten elk een aantal der mededingende pro blemen in de volgorde hunner waardeering. En wel Laws 34, dr. Palkoska 9 en Würzburg 121). Om onder die omstandigheden een zoo goed mogelijk gemiddelde te vinden besloot de redacteur geen bo-oger (of liever lager!) rangcijfer te geven dan 10 en -dat wel in ver band met het aantal door dr. Palkoska gerangschikte problemen. Het probleem, dat op die wijze het gering ste aantal punten behaalde, behaalde dus den eer-sten prijs. Eb. dit was nu Ho. 356, hoewel deze 2zet niet voor kwam onder de 34, door Laws gerangschikte proble men Doch èn dir. P. èn dl. W. kenden deze opgave de 3de plaats toe, zood'at het gemiddelde, door dit probleem behaald, 51/3 bedroeg (3 3 10 3). De drie volgende problemen behaalden 18 punten -en deel den dus den 2den, 3den en ,4den prijs' met 6 punten elk. De 5de .prijs werd) behaald met 20 punten of 62/3 als gemiddelde. Hu kwamen er weder Drie problemen met 21 pun ten of 7 gemiddeld, die dus de 1ste, 2de en 3de E. V. ex aequo' verwierven. De 5de prijs behaalde zijne onderscheiding omdat Dr. P. hem 1 stelde, Laws hem; de 9de plaats toekende en Würzburg hem niet opgaf (Dus 1 9 10 3). Had Laws deze opgave nu toevallig de 10e plaats ge geven zoo had deze 2zet ook 7 punten behaald en had den vier componisten den vijfden prijs moeten deelen Opmerking verdient' nog, dat de beide problemen, door Laws en Würzburg het' beste geacht, het niet ver der hebben kunnen brengen dan de 1ste, 2de en 3de E. V. ex aequo (1 10 10 3). De 1ste keuze van Würzburg, noch die van Laws werd1 door de 'beide andere juryleden geplaatst. „Der Dritte im. Bunde" werdi daarin opgenomen omdat dr. P. hem 2, W. hem 9 en Laws hem 16 plaatste. Want de lezer begrijpt dat in dit geval 16 feitelijk als 10 gold. appies,' Door deze handelwijze loopt men o. i. beslist gevaar abnormale uitkomsten te verkrijgen. Dit is 'hier o. i. reeds- bet geval geweest omdat de 2de, 3de en 4de prij zen gedeeld moesten worden. En wat een belachelij ke toestand verkregen zou zijn indien vier componis ten den vijfden prijs hadden moeten deelen, lieten wij reeds doorschemeren. Onze grootste bedenking tegen deze metbode is echter het feit, ons door de ondervinding geleerd, dat het oordeel over een probleem zoo vaak gewijzigd wordt tengevolge van mondelinge of schriftelijke ge- dachtenwis-seling met de andere juryleden. Het gun stigste geval, dat wij ons herinneren, wat dat de jury leden het dadelijk eens waren over den -eersten prijs, doch dan gaven de andere onderscheidingen nog ha ken en oo,gen te over. Onze totaal-indruk is dan ook beslist, dat geven en nemen schering en inslag is1 bij een probleem-wedstrijd. Het is bovendien o. i. niet meer dan natuurlijk, dat een jurylid een vlekje over het hoofd ziet of een aar dige eigenschap eener opgave niet opmerkt, aan de anderen niet ontsnapt. Zulke betrekkelijke kleinig heden blijven meer invloed' uitoefenen dan wens-ehelijk is, zoodra de juryleden niet onderling v-an gedachten wisselen. Anders worden zij stellig opgemerkt en het eind-oordeel vaak niet onbelangrijk gewijzigd. Waarvan de 4 laatste ex aequo, zoodat burg feitelijk ook niet hooger dan 9 kwam. Wiirz- jHedcdrelingeii. A. VAN EELDE, Bloemendaal. Redacteur No. 350. ERIO E. ESTBURY te Birmingham. 1ste Prijs „Western Daily Mercury" 1912., y"'"'/" r, KJ»'//, De nieren, gelegen ter hoogte van bet smalle ge deelte van den rug, zijn onontbeerlijke levensorganen, doordat zij uw bloed rein en zuiver houden en er alle onzuiverheden als urinezuur enz. uit filtreeren. Wan neer de nieren verstopt zijn, blijven de onzuiverheden in het lichaam achter en worden zij met het t>loed naar alle deelen van het gestel gevoerd en zult gij spoedig slechte hartswerking, duizeligheid en voortdurende hoofdpijn kunnen opmerken. Zij zullen zich trachten te verzamelen i-n de holle plaatsen van het lichaam en daardoor zwellingen -onder de oogen, in de polsen of enkels veroorzaken. Het urinezuur kristalliseert zich in de spieren en gewrichten -en veroorzaakt rheuma- tiek, lenden- en heupjicht, enz. De onzuiverheden "kunnen zich ook ophoopen in de urinewegen en nier zancl, niergruis, niersteen of verschrikkelijke urine- kwalen veroorzaken. Hoe de ziekte optreedt hangt natuurlijk af van het gestel van den patiënt, daar ge woonlijk het eerst de zwakste punten aangetast zullen worden. Het zal ons echter duidelijk zijn van welk belang het is. zorg te dragen voor een geregelde werking der nieren en der blaas, die de door de nieren afgeschei den onzuiverheden afvoert. Zwakke 'of zieke nieren kunnen niet uit zichzelf gezond worden. liet is nob- dig dat hun van buiten af hulp wordt geboden door een speciaal nieren-geneesmiddel. Voor dit doel is niets beters bekend1 dan Foster's Rugpijn Hieren Pil- Zij reinigen de nieren van de belemmerde onzui verheden, zij herstellen de ontstok-en of verwoeste weefsels en doordat zij uw ziekte in haar oorsprong aangrijpen, geven zij volkomen en blijvende genezing. Teneinde u voor namaak te behoeden dient gij er op te letten, dat op elke doos de handteekening van James Foster moet voorkomen. Foster's Rugpijn Nie ren Pillen zijn te Alkmaar verkrijgbaar bij de h'eeren Hierop Slothouber, Langestraat 83. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel a 1.75 voor één, of 10.voor zes doozen. vol -en ijverig had vervuld. Integendeel, in stede van afgunst of broodnijd te toonen, zijn zij doorgaans be reid mij een aandeel in hun ondernemingen te geven. Verbroedert wellicht het gevaar? Maar mijn schrij vers-bezigheid! was evenmin zonder gevaar. Drie 'mij ner collega s in het journalis-me heb ik- zien sterven, direct of indirect door den nacht-arbeid als redacteur van het ochtend-blad. Van 's avonds adht uur tot s morgeus vijf nur met het hoofd arbeiden, dikwerf in haast en bij t vertalen van Reuter-telegrammen in oorlogstijden hoogst verantwoordelijk, is schadelijk voor de hersens- en de zenuwen en alleen de allersterk- sten kunnen dat harden. De moordenaars, dieven, straat- en wegro-overs, de flesschentrekkers en de af zetters, die tegenwoordig mijn kring vormen, deni- greeren mij achter mijn rug nooit wegens mijn wat abnormale literaire productie. Ik heb bij de ontwik kelden onder hen soms zelfs iets- ondervonden, dat grenst aan respect voor werkkracht en een zekere vaardigheid in 't op papier rangschikken van gedach ten, beelden en ervaringen in woorden. Een mijner beste huidige kameraden, Ralph Mc Curshon, iemand met -een zeer zwart'verleden, maar die'zich jegens mij altoos trouwhartig en opofferend betoont,, zeide mij, toen ik hem eens 't een en ander uit mijn leven ver haalde: „Beste jongen, my dear boy ik heb niet zoo heel veel verstand van jouw vak. Maar mij dunkt, het moet toch ook wel zo-oiets als misdadig zijn, ik be doel anti-maatschappelijk. Anders zou de maatschap pij zich er niet zoo eensgezind tegen verzetten." Die woorden hebben mij te denken gegeven. Dit is meer, dan de woorden van de meesten mijner collega's ooit vermochten. Waarlijk het schrijven vau treurspelen, tooverspelen en blijspelen in verzen moet iets misda digs zijn. Waarom zou men bet anders zoo eensgezind tegengaan. Geen fatsoenlijk uitgever wensebt ze te publioeeren. Geen collega stelt er1 eenig belang in of voelt zich genoopt er een regel aan te wijden of er een -stap moeite voor te doen. Geen tooneelgezelschap „durft het aan" ze op te voeren. Geen tijdschrift in den lande neemt ze in druk aan. Geen enkel van de vele geleerde genootschappen in Nederland denkt er zelfs aan, al ware 't slechts de drukkosten te offeren voor het werk van degenen, die Shakespeare als voor beeld voor hun leven nemen. Geen der vele rijken in 't vaderland peinst -er over, eens een kleinigheid te doen voor de nationale dramatische dichtkunst in dit land. Beslist, be-slist Mc Curshon heeft gelijk. Het schrijven van treurspelen, tooneelspelen -en blijspelen in verzen is in Nederland iets, dat aan misdaad moet grenzen en waartegen dus terecht de geheele beschaaf de Nederlandsche maatschappij zich met hand en tand verzet. Ik sprak u va-n het „zwart" verleden van mijn vriend Mc Curshon. Het is niet geheel zwart geweest. Er komen ook blanke tijdperken in voor. Zwart en wit wisselden elkaar af. Tegenwoordig heeft zijn leven een neutrale kleur. Hij is directeur-eigenaar van een bioscoop-theater te L. in Engeland, heeft een behoor lijk inkomen en denkt er niet meer over andere mis daden te doen dan het vertoonen van series lichtbeel den, welke al wat er laag en gemeens i-n 't volk schuilt, vleien en aanmoedigen. Maar dit „vleiend" bedrijf, dat hij immers deelt met zoovele schrijvers en uitge vers van „lectuur die bet publiek wil", is niet baar en dus, volgens zijn misdadigers ethica, loofd. Op een avond met Ralph en eenige van zijn vroe gere kameraden zittend in de gezellige „Whitelock's White Horse Bar estd 1714 -spraken wij over on ze vroegere misdaden, straffen, gevangenis-verblijven, afzetterijen, ontsnappingen. De heele romantiek van h-et ware misdadigersbestaan werd daar, onder bet drinken van een goed glas whiskey en soda, voor mij opengelegd. De kameraden drongen er ten laatste op aan, dat ik, die steeds aandachtig had zitten toeluis teren, nu ook eens iets uit mijn misdadigers-carrière zou vertellen. Een van hen hield mij, als van zelf sprekend, voor „pick-pocket". Ralph, trouwhartige Schot die hij is, mijn verlegenheid bemerkend, redde mijn positie, zeggend: „Jelui weten toch allemaal bij elkaar niet, hoe ik mij, na de Midland-Bank robbery, heb gered." „Was jij daarachter?" vroeg een d'er boeven ver den weg; ze waren bang voor hun nette jasjes! Na drie maanden, was ?t uit. Jelui weet wel, lan- ger dan drie maanden duurt een vervolging nooit. Dan is -er -al weer een nieuw geval en de „noses" doen hun best om de ouwe zaak, waar ze geen succes mee hadden, te doen vergeten. Ze spreken er zelfs onder elkaar niet over.... Ik ben toen -naar Frankrijk ge gaan en toen ik weer hard op was, kwam ik terug. Van, _'t overschot richtte ik mijn theater op. Ma-ar 't wou in t eerst niet gaan. Ik had een te goeden smaak voor de films. En dan waren er een paar „blackmailers - chantage-spelers die mij tot het uiterste dreven. Eiken dag mijn ontvangst afgeven of ze zouden mij -aangeven!" De verontwaardiging onder de kameraden was al gemeen. „Ik heb toen een nieuwe onderneming gedaan, w-eer bij dezelfde bank, nu aan een ander kantoor. Daar heb ik hen in betrokken. Zij werden gepakt, maar ze verraadden mij nietwant dat had hun straf ver zwaard. Toch liad ik onaangenaamheden. Want de eerste, mijn zaak, kwam weer in herinnering en ze loerden op mij. T-oen heb ik naar betzelfde systeem gewerkt. Maar ik werd nu geen schoorsteenveger. Jelui weet wel, nooit tweemaal dezelfde „truc". Dat is zeker verlies, 't Is als* de ezel met de zoutzakken. De tweede keer zijn 't altoos sponsen. Dus werd ik nu werkman in een gips-fabriek. Met mijn „zwart" verled-en had ik gebroken; ik had nu mijn blanken tijd. En de „noses" waren natuurlijk al even bang om hun jasjes wit te maken als ze vroeger bevreesd waren ge weest om ze met roet te bevlekken. Diezelfde kerels, die je een revolver vo-or den neus kunt houden, zonder dat ze er aan denken, van je af te laten, gaan voor je uit den weg als wezel-s, als je- ze bedreigt met een wit te of een zwarte vlek op hun colbertjes of jacquets. zoo zijn zealtoos netjes en op hun uiterlijk fat soen „Gp hun uiterlijk fatsoen. dat zeg je juist. Maar innerlijk fatsoen hebben ze niet. Ik tenminste heb ondier de „noses" nog nooit een werkelijk fatsoen lijken vent ontmoet!" zei een der kameraden. En geen onzer sprak dat tegen integendeel, wij bestelden- allen nog -een glas. Burgerlijke Mand. straf- geoor- Oudkarspel (Juli). Getrouwd: J. Hink en F. Hoogeboom. Geboren: Simon, z. v. J. Plakman en Sijtje Bak ker. Geertje, d. v. E. v. d. Ham en G. Duyneveld. Pieter, z. v. P. Spaans en A. Dekker. Theodo- rus, z. v. D. Quax en J. Ros. Overleden: R. H. v. Dort, echtgen. van C. H. van Eek, 65 j. P. Goed, echtgen. van A. Reesz, 59 j. Noord-Seharwoude (Juli). Geboren: Hendrik, z. v. H. Swager en A. Nieuw- land. Leendert, z. v. A. Bus en M. Goed. Jacob Douwke, z. v. P. Busscher en J. Uedendorp. Trantje, d. v. F. de Boer en O. Kramer. Alida Jannetje, d. v. W. Jongejan en A. Kool. Overleden: Marijtje Beemsterboer 9 mnd. Karei Johannes Rijker lj. Maria Bekker 10 mnd. Petronella Keppel 5 j. Limmen (Juli). Geboren: Cornelia Catharina, d. v. A. Dekker en B. Schut. Magaretha Maria, d. v. C. Koot en H. Admiraal. Petrus, z. v. H. Bloedjes en C. van der Veer. Martha Maria, d. v. W. J. Seders en L. van der Schinkel. Anna Jacoba, d. v. P. van der Peesen en K. Wokke. St. Pan eras (Juli). Getrouwd: Petrus Henneman en Maartje Keizer. Mat i,n 2 zetten. Oplossing van Ho. 353 (T. TA VERHER). 1 Db8 f8 enz. Goede oplossingen ontvingen wij- van: Goede oplossingen ontvingen wij vanP. J Boom F. Böttger, G Imhülsen en C. Visser te Alkmaar; G. v. Dort te Leusden, Mr. Ch. Enschedé en P Fa briek te Haarlem, P. Bakker, Jos. de Koning en II Door BERNARD CAHTER. De omgang met mijne half-collega's, de misdadi gers, meen ik, -gaat mij hoe langer boe meer bevallen. Ik wist waarlijk niet, dat men ond-er deze lieden zoo veel respectabele karakters aantreft. Ziedaar ruim twintig jaren van mij-n leven ging ik om met mijn geheele collega's, de dichters, schrijvers en jour nalisten. Als ik de balans van dien omgang opmaak, kom ik tot zeer treurige uitkomsten. Een koopman zou bij een zoodanige balans volgens de wet verplicht zijn, faillissement aan te vragen. Sederi ik mijn vrien den onder de lieden zoek, die 's hemels vrije lucht dik werf langen tijd hebben beschouwd door spijlen, ben ik niet^ éénmaal bedrogen, noch bestolen. Geen hunner heeft mij tot nu toe belasterd1; geen hunner heeft mij uit een positie geknipt, welke ik jaren achtereen eer- „Wist je dat nu nog niet?. Denk je soms, dat ze mij mijn theater hebben geschonken?" Dadelijk zweeg de ondervrager beschaamd. Hij voelde, dat de anderen hem voor een Schot zouden houden wegens zijn langzaamheid van begrip. „Well", begon Ralph, „de zaak zelf was nogal een voudig. Wij ontmoetten op reis' een jongen klerk van die bank, die er met een onnoozele duizend pond! was vandoor gegaan. Hij gaf veel uit en was erg onrustig. Ik zag, dat het een aardig gevalletje kon worden, volg de hem, lei mijn hand op zijn schouder en verzocht hem met mij naar 't bureau van politie te gaan. Hij werd doodsbleek, viel dadelijk door de mand en smeek te mij, genade voor recht te laten gelden. Want zon der dat ik een woord gezegd had, hield hij mij al voor een detective. Ik weigerde zijn aanbod, mij al zijn ge stolen geld af te staan voor zijn vrijheid. Poor fellow. Hij had er immers de moeite voor gedaan! Maar ik gaf hem goeden raad en vroeg hem mij 't een en ander omtrent den dienst van de bank mede te deelen. Toen ik genoeg wist, verliet ik hem -en begon mijn eigen onderneming. Ze gelukte volkomen. Maar toen ze mij de chèque hadden uitbetaald, ik was toen een man van vijfduizend pond 60.000 had' ik spoedig spijt. Ze stuurden een l-eger van d-e beste detectives op mij af, en het beroerde was, dat de man aan 't lo ket, die mij uitbetaald had, mij herkende op een kiekje in een sportblad, waar ik als toeschouwer bij een box- match wa-s^genomen, zonder dat ik bet wist. Ze heb ben mij na dien tijd nooit meer op de gevoelige plaat gekregen en ik raad j%lui aan boys, en elkeen die in onze carrière gaat, laat je nooit photografeeren, hoe en waar en onder welke omstandigheden ook. Die lief hebberij heeft al wat ongeluk na zich gesleept. Goed, uit de kranten merk ik, dat de heele bende mij op de hi-elen zit, gewapend met mijn welgelijkende fotogra fie ten voeten uit. Dat was* een warm zaakje .voor mij. Onder zulke omstandigheden is vluchten zelf moord. Loop hun dan liever maar dadelijk in de ar men. Aan alle stations staan de „noses" detecti ves met een vriendelijke uitnoodiging vo-or de voli ère. Ik zit op mijn kamer en peins en peins, maar ik kreeg geen goed idee. Drommels, denk ik, dat zou toch al te sneu zijn. Het is wSarlijk onverdiend. Ik heb dien klerk toch fatsoenlijk behandeld. Als ik hem zijn geld had afgenomen en hem dan -een oogenblik van verstrooidheid had laten „ontsnappen", zou ik geen last hebben -gehad. Hij zou, zonder een cent op zak, natuurlijk dadelijk door een echten „nose" gepakt zijn en geen rechter, die zijn verhaal van den detective, die hem arresteerde, zijn geld afnam en liet ontsnap pen, zou geloofd hebben. Maar ik behandel hem no bel, doe mijn eigen onderneming en zou er nu inloo- pen. Dan zou er geen rechtvaardigheid meer bestaan. Terwijl ik zoo- zit te mokken, staar ik machinaal uit mijn venster, staar over de daken, als-of je daarover zoudt kunnen ontsnappen en kijk. ik zie een schoorsteenveger aan 't werk. Meteen, als een inge ving, voel ik mijn reddin-g. Die man daar, met zijn zwart gezicht, is niet te herkennen. Den volgendbn- morgen liep ik als- een behoorlijk schoorsteenveger op straat, 'k Was zwart als -een ne ger. 'k Ontmoette wel drie, vier „noses", die op mij loerden met het kiekje in hun zak. Ze liepen mij uit Schermerhom (Juli). Geboren: Niesje Sophia, d. v. Jacob Bos en Pietje van Beek. Getrouwd: Murk Vorst, van Zaandam en Petro nella Geertruida de Bakker. Overleden: Jan Kleijmeer 77 j., wedn. van Burg- tje Schermer. Oterleek (Juli). Getrouwd: Klaas Kooij alhier, onlangs te 's Gra- venhage en Antje van Doorn te Beemster. Geboren: Marie Margaretha, d. v. P. Reuzenaar en M. de Vries. Overleden: Arie Bruin 50 j., echtgen. van Antje Ruis. Winkel (Juli). Geboren: Cornelis, z. v. J. van Tiel en Maartje de Leeuw. Overleden: Antje Levendig, Wed". P. Mantel, 74 j. Maartje Molenaar, Wed. A. Korff, 72 j. Van 15 regels 35 Cents, bij vooruitbetaling. Firma P. J. C. NIEROP. Alkmaar. Fnidsen 113. Langestraat 58. J| B. L. SIMONAlkmaar. Steenhouwerij K o- ningsweg 46. Grafteekenen, Schoorsteen mantels enz. ^-|andel in nieuwe en gebruikte MachinerieënGe reedschappen. enz. Motoren ten alle tijde in wer king te zien. Werkplaats Koningsweg 65, Magazijn Kanaalkade 41. G. DOESCHOT en ZOON, Alkmaar. i Grafteekenen, Schoorsteenmantels enz., worden net en billijk geleverd door A. KALLANSEE, Steen houwerij, Korte Nieuwesloot BI. i fteen heerlijker, zuiverder en smake'ijker glas bier dan het beroemde TRAPPISTENBIER. Ook per halve flesch verkrijgbaar bij J. H. ALBERS, in den Bierkelder Verdronkenoord, ingang Kapelplein. QPRUIMING-van SCHOENEN bij JOH. CHATIL- ION, Stuarts'traat 44, Alkmaar. Spotprijzen. Spot prijzen. H. B. S. BOEKEN voor alle klassen TER OVER- NAME. 14 Verdronkenoord. ie zijn MEUBELEN in de KOOLTUIN 9 koopt- is gewaarborgd nimmer te veel te betalen daar alles ver beneden elke concurrentie wordt verkocht tegen vaste prijzen a contant. Aanbev., W. TIMMERMAN. Denkt s.v.p. om de naam en adres. Lenranr In bel a c h o o o s c b r IJ v e n, HOP 3NTo. <3.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 6