Schaakrubriek.
flIJUSi lm
wm
en aanbod.
B
W*
Sleehte S©tii*Éjwe§*®«
In 15 lessen goed loopend schrift.
mim a mm
Wat men dient te weten.
De ontsnapping van Ralph Mc
Curshon.
T-E KOOPMeubelen, Stoelen en Spiegels in ver
schillende stijlen, Kamermeubelen, ook solied Stof
feerwerk te leveren. Aanbevelend,
ADVERTENTIEN.
S. BAKKER Dx.,
Zij nam den spartelenden knaap op den arm en
snoot zijn neusje. De jongen schreide natuurlijk, was
echter gauw weer kalm en 'keek naar mij, alsof hij mij
niet vertrouwde.
„Titi, zeg ereis aan Oom hoe men in die schouw
burg roept»"
De bengel' sitopte zijn vuistje in den moncb
„Titi is een knappe jongen. Hij weet wCl wat men
in den schouwburg iroapt. Hu, kom Titi, neem het
handje uit den rnondi en zeg aan oöm, wat men in
d-en schouwburg roept. Toe nou! Bravo. Hiet waar?
Bravo
Titi zette een onvriendelijk gezidht en zeide enkel:
„Brr
„Hoort u?" riep mama verheugd, „hij zegt bravo."
Ik had het niet gehoord, maar was natuurlijk te
beellfd' om de verheugde moeder tegen te spreken.
„Hij weet alles! Hu, Titi, hoe heet je? Zag het
mama-tje eens, toe nou vent. Je heet Kropinski, hè.
Kropinski
Brr! zeide de jongen weer.
„Kropinski, juist. Ileb U het gehoord?"
Ik kreeg schik in het geval.
„En hoe heet je tante?" vroeg ik.
Maar Titi had het thans veel te d-ri+ met mama's
oorbel en verwaardigde mij geen blik.
„Titi," zeide de moeder, „Oom vraagt, hoe tante
'heet. Hu, kom kerel, zeg maar mooi: Beirtha. Jaj Ber
tha."
„Brr!" bromde de jongen weer en de trotsche moe
der kuste zijn wangen, totdat bij begon te schreien.
„Een buitengewoon kind!" zeide ik prijzend, „werke
lijk een knappe jongen! Hij sprieekt elk woord! En
word't over a-cht dagen! een jaar!"
Gisteren werd er aan mijn deur geklopt.
„Mijnheer Kashmir,zeide de stem van mijn sympa
thieke gastvrouw. „Is U reeds gereed?"
„,J a zeker mevrouw, kant en l$,laar."
„Och zoudt U mij een genoegen willen doen?
„Mijn man is naar de rechtbank, het meisje doet
'boodschappen en ik moet om el'f uur eeni japon passen.
Wees U nu zoo go-edi en pas een kwartiertje op Titi."
*,,Maar natuurlijk, als het anders niet is.
„IT behoeft verder niets te doen. Titi zal' lief zijn,
he kerel?"
Titi zat op den vloer met zijn gummi-pop te spelen.
„U moet zorgen, dat hij niet schreit. Gieeft U hem
alles wat hij wil. Hij is verwend, maar hij mag niet
schreien, want daar kan hij kramp van krijgen!"
„Goed, ik geef hem alles wat hij wil!"
„In een half uurtje ben ik terug, de -modiste woont
hier in de buurt!"
Mevrouw Kropinski kuste haar spruit en verdween.
Titi, die niet1 gemerkt hadl, dat zij de kamer uitge
gaan was, keek weldra eens rond en begon zacht te
kreunen. Ik was in eern wip bij heml.
„Wat wil je, Titi?" vroeg ik bezorgd, „wil je iets
hebben1?"
„Appies."
„Wat kereltje?
„Appiies," riep bij luider.
De moeder had verboden hem iets te weigeren en
hij wilde Appies. Ik nam een prentbriefkaarten-al
bum en lei bet naast hem op den vloer.
„Kijk eens, plaatjes! is dat niet mooi?
Titi schopte het boek met zijn voetje weg.
„Appies" brulde de jongen.
„Wat wil Titi?"
„Sjesje!"
AaliaHu kwam er ook nog wat nieuws bij. Dat
kom goed wordenIk kieek de kamer rond, om te zien,
iwaf deze hoopvolle spruit wel bedoelde, maar wist
geen -raad. Ilij schreeuwde zoo hard' hij maar kon.
Ik kreeg mijn horloge, nam -een engeltje vani de kast,
Sprong als een aap op de kermis), maair ik kon hem
noch tot bedaren noch aan het lachen brengen. Het
kind bleef maair builen en roepen van
sjesje."
Eindelijk kwam mevfouw Kropinski aanhollen
„Hemeltje-, wat hebt U met het kindl gedaan?" riep
ze en nam hem op den arm.
„Ik lie'b niets met hem, gedaan," zeide ik gedWee,
„maar Titi is niet kalfn gebleven."
„Hu bedaart hij alweer. Men moet het kind toch
wat te spelen geven."
„Dat deed ik ook, maar.
„Wat heeft U hem gegeven)? Hij zou toch niet zoo
erbarmelijk schreien, als.
Ik begon te kok-en, -maar beheersfchte me.
„Stil maar ventje," zeide de moeder, „stoute
hè, we zullen oom pats geven.
„Wat moest ik beginnen," waagde ik te zeggen. Ti
ti wilde appiies en sjesje.
Mevrouw Kropinski begon hartelijk te lachen.
„Och, jullie mannen," zeide ze eindelijk. „Het
fg,terke, wijze geslacht! Een kind kan jullie nog niet
stil houden
„Maar hoe kon ik weten, wat sjesje is?"
„Sjesje zegt hij tegen mijn broche, die ik hem vaak
te spelen geef."
„O juist," zei ik.
„Maar dat is toch duidelijk. En daar hij ho-nger
had riep hij natuurlijk om „appies," aardappelen. O,
U behoeft U dat niet aan te trekken. Er is niets ge
beurd, maart. was toch wel -een beetje dom van
U. II ziet, hoe ver men met <le wijsheid der mannen
komt zonder een vro-uwII kunt zonder vrouw nog
niet eens op,, een kind' passen, op een kind nog wel, dat
al praten kan
Als een natte poedel stond1 ik daar.
Maar ik beloofde mezelf plechtig, nooit weer te
gaan logeeren bij mensche-n, met een knap kind', boe
vriendelijk en hartelijk ze ook mochten zijn.
Een knap kind. brr!
Weenink te Amsterdam, J. W. Le Comte en J. Vijze
laar te 's-Gravenhage, J. Deuzeman te Frederiksoord,
J. Reeser te Voorburg, Mr. A. van der Ven te Arn
hem, W. Korteling te Deventer, H. S trick van Kin
schoten te Rijswijk en O. Boomsma te Kampen.
Ad. Ho. 356.
Als naar gewoonte werd ons de uitslag van den
jongsten wedstrijd „Western Daily Mercury" toege
zonden. V ij publioeeren dein lsten prijs hierboven on
der opmerking, dat deze ook dten prijs verwierf, door
Alain O. White uitgeloofd voor den besten 2zet waar
in een „gebonden" stuk van wit door een zwart werd'
losgemaakt.
De toekenning der prijzen en de bepaling hunner
volgorde werd' weder op een wijze verkregen, waarmede
wij ons niet geheel kunnen veireenigen.
De drie juryleden, Laws, dr. Palkoska en Würzburg
rangschikten elk een aantal der mededingende pro
blemen in de volgorde hunner waardeering. En wel
Laws 34, dr. Palkoska 9 en Würzburg 121). Om onder
die omstandigheden een zoo goed mogelijk gemiddelde
te vinden besloot de redacteur geen bo-oger (of liever
lager!) rangcijfer te geven dan 10 en -dat wel in ver
band met het aantal door dr. Palkoska gerangschikte
problemen. Het probleem, dat op die wijze het gering
ste aantal punten behaalde, behaalde dus den eer-sten
prijs.
Eb. dit was nu Ho. 356, hoewel deze 2zet niet voor
kwam onder de 34, door Laws gerangschikte proble
men Doch èn dir. P. èn dl. W. kenden deze opgave
de 3de plaats toe, zood'at het gemiddelde, door dit
probleem behaald, 51/3 bedroeg (3 3 10 3). De
drie volgende problemen behaalden 18 punten -en deel
den dus den 2den, 3den en ,4den prijs' met 6 punten
elk. De 5de .prijs werd) behaald met 20 punten of 62/3
als gemiddelde.
Hu kwamen er weder Drie problemen met 21 pun
ten of 7 gemiddeld, die dus de 1ste, 2de en 3de E. V.
ex aequo' verwierven.
De 5de prijs behaalde zijne onderscheiding omdat
Dr. P. hem 1 stelde, Laws hem; de 9de plaats toekende
en Würzburg hem niet opgaf (Dus 1 9 10 3).
Had Laws deze opgave nu toevallig de 10e plaats ge
geven zoo had deze 2zet ook 7 punten behaald en had
den vier componisten den vijfden prijs moeten
deelen
Opmerking verdient' nog, dat de beide problemen,
door Laws en Würzburg het' beste geacht, het niet ver
der hebben kunnen brengen dan de 1ste, 2de en 3de
E. V. ex aequo (1 10 10 3). De 1ste keuze
van Würzburg, noch die van Laws werd1 door de 'beide
andere juryleden geplaatst. „Der Dritte im. Bunde"
werdi daarin opgenomen omdat dr. P. hem 2, W. hem
9 en Laws hem 16 plaatste. Want de lezer begrijpt dat
in dit geval 16 feitelijk als 10 gold.
appies,'
Door deze handelwijze loopt men o. i. beslist gevaar
abnormale uitkomsten te verkrijgen. Dit is 'hier o. i.
reeds- bet geval geweest omdat de 2de, 3de en 4de prij
zen gedeeld moesten worden. En wat een belachelij
ke toestand verkregen zou zijn indien vier componis
ten den vijfden prijs hadden moeten deelen, lieten wij
reeds doorschemeren.
Onze grootste bedenking tegen deze metbode is
echter het feit, ons door de ondervinding geleerd, dat
het oordeel over een probleem zoo vaak gewijzigd
wordt tengevolge van mondelinge of schriftelijke ge-
dachtenwis-seling met de andere juryleden. Het gun
stigste geval, dat wij ons herinneren, wat dat de jury
leden het dadelijk eens waren over den -eersten prijs,
doch dan gaven de andere onderscheidingen nog ha
ken en oo,gen te over. Onze totaal-indruk is dan ook
beslist, dat geven en nemen schering en inslag is1 bij
een probleem-wedstrijd.
Het is bovendien o. i. niet meer dan natuurlijk, dat
een jurylid een vlekje over het hoofd ziet of een aar
dige eigenschap eener opgave niet opmerkt, aan de
anderen niet ontsnapt. Zulke betrekkelijke kleinig
heden blijven meer invloed' uitoefenen dan wens-ehelijk
is, zoodra de juryleden niet onderling v-an gedachten
wisselen. Anders worden zij stellig opgemerkt en het
eind-oordeel vaak niet onbelangrijk gewijzigd.
Waarvan de 4 laatste ex aequo, zoodat
burg feitelijk ook niet hooger dan 9 kwam.
Wiirz-
jHedcdrelingeii.
A. VAN EELDE, Bloemendaal.
Redacteur
No. 350.
ERIO E. ESTBURY te Birmingham.
1ste Prijs „Western Daily Mercury" 1912.,
y"'"'/" r,
KJ»'//,
De nieren, gelegen ter hoogte van bet smalle ge
deelte van den rug, zijn onontbeerlijke levensorganen,
doordat zij uw bloed rein en zuiver houden en er alle
onzuiverheden als urinezuur enz. uit filtreeren. Wan
neer de nieren verstopt zijn, blijven de onzuiverheden
in het lichaam achter en worden zij met het t>loed naar
alle deelen van het gestel gevoerd en zult gij spoedig
slechte hartswerking, duizeligheid en voortdurende
hoofdpijn kunnen opmerken. Zij zullen zich trachten
te verzamelen i-n de holle plaatsen van het lichaam en
daardoor zwellingen -onder de oogen, in de polsen of
enkels veroorzaken. Het urinezuur kristalliseert zich
in de spieren en gewrichten -en veroorzaakt rheuma-
tiek, lenden- en heupjicht, enz. De onzuiverheden
"kunnen zich ook ophoopen in de urinewegen en nier
zancl, niergruis, niersteen of verschrikkelijke urine-
kwalen veroorzaken. Hoe de ziekte optreedt hangt
natuurlijk af van het gestel van den patiënt, daar ge
woonlijk het eerst de zwakste punten aangetast zullen
worden.
Het zal ons echter duidelijk zijn van welk belang
het is. zorg te dragen voor een geregelde werking der
nieren en der blaas, die de door de nieren afgeschei
den onzuiverheden afvoert. Zwakke 'of zieke nieren
kunnen niet uit zichzelf gezond worden. liet is nob-
dig dat hun van buiten af hulp wordt geboden door
een speciaal nieren-geneesmiddel. Voor dit doel is
niets beters bekend1 dan Foster's Rugpijn Hieren Pil-
Zij reinigen de nieren van de belemmerde onzui
verheden, zij herstellen de ontstok-en of verwoeste
weefsels en doordat zij uw ziekte in haar oorsprong
aangrijpen, geven zij volkomen en blijvende genezing.
Teneinde u voor namaak te behoeden dient gij er
op te letten, dat op elke doos de handteekening van
James Foster moet voorkomen. Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen zijn te Alkmaar verkrijgbaar bij de h'eeren
Hierop Slothouber, Langestraat 83. Toezending
geschiedt franco na ontvangst van postwissel a 1.75
voor één, of 10.voor zes doozen.
vol -en ijverig had vervuld. Integendeel, in stede van
afgunst of broodnijd te toonen, zijn zij doorgaans be
reid mij een aandeel in hun ondernemingen te geven.
Verbroedert wellicht het gevaar? Maar mijn schrij
vers-bezigheid! was evenmin zonder gevaar. Drie 'mij
ner collega s in het journalis-me heb ik- zien sterven,
direct of indirect door den nacht-arbeid als redacteur
van het ochtend-blad. Van 's avonds adht uur tot
s morgeus vijf nur met het hoofd arbeiden, dikwerf
in haast en bij t vertalen van Reuter-telegrammen in
oorlogstijden hoogst verantwoordelijk, is schadelijk
voor de hersens- en de zenuwen en alleen de allersterk-
sten kunnen dat harden. De moordenaars, dieven,
straat- en wegro-overs, de flesschentrekkers en de af
zetters, die tegenwoordig mijn kring vormen, deni-
greeren mij achter mijn rug nooit wegens mijn wat
abnormale literaire productie. Ik heb bij de ontwik
kelden onder hen soms zelfs iets- ondervonden, dat
grenst aan respect voor werkkracht en een zekere
vaardigheid in 't op papier rangschikken van gedach
ten, beelden en ervaringen in woorden. Een mijner
beste huidige kameraden, Ralph Mc Curshon, iemand
met -een zeer zwart'verleden, maar die'zich jegens mij
altoos trouwhartig en opofferend betoont,, zeide mij,
toen ik hem eens 't een en ander uit mijn leven ver
haalde: „Beste jongen, my dear boy ik heb niet
zoo heel veel verstand van jouw vak. Maar mij dunkt,
het moet toch ook wel zo-oiets als misdadig zijn, ik be
doel anti-maatschappelijk. Anders zou de maatschap
pij zich er niet zoo eensgezind tegen verzetten." Die
woorden hebben mij te denken gegeven. Dit is meer,
dan de woorden van de meesten mijner collega's ooit
vermochten. Waarlijk het schrijven vau treurspelen,
tooverspelen en blijspelen in verzen moet iets misda
digs zijn. Waarom zou men bet anders zoo eensgezind
tegengaan. Geen fatsoenlijk uitgever wensebt ze te
publioeeren. Geen collega stelt er1 eenig belang in of
voelt zich genoopt er een regel aan te wijden of er
een -stap moeite voor te doen. Geen tooneelgezelschap
„durft het aan" ze op te voeren. Geen tijdschrift in
den lande neemt ze in druk aan. Geen enkel van de
vele geleerde genootschappen in Nederland denkt er
zelfs aan, al ware 't slechts de drukkosten te offeren
voor het werk van degenen, die Shakespeare als voor
beeld voor hun leven nemen. Geen der vele rijken in
't vaderland peinst -er over, eens een kleinigheid te
doen voor de nationale dramatische dichtkunst in dit
land. Beslist, be-slist Mc Curshon heeft gelijk. Het
schrijven van treurspelen, tooneelspelen -en blijspelen
in verzen is in Nederland iets, dat aan misdaad moet
grenzen en waartegen dus terecht de geheele beschaaf
de Nederlandsche maatschappij zich met hand en tand
verzet.
Ik sprak u va-n het „zwart" verleden van mijn vriend
Mc Curshon. Het is niet geheel zwart geweest. Er
komen ook blanke tijdperken in voor. Zwart en wit
wisselden elkaar af. Tegenwoordig heeft zijn leven
een neutrale kleur. Hij is directeur-eigenaar van een
bioscoop-theater te L. in Engeland, heeft een behoor
lijk inkomen en denkt er niet meer over andere mis
daden te doen dan het vertoonen van series lichtbeel
den, welke al wat er laag en gemeens i-n 't volk schuilt,
vleien en aanmoedigen. Maar dit „vleiend" bedrijf,
dat hij immers deelt met zoovele schrijvers en uitge
vers van „lectuur die bet publiek wil", is niet
baar en dus, volgens zijn misdadigers ethica,
loofd.
Op een avond met Ralph en eenige van zijn vroe
gere kameraden zittend in de gezellige „Whitelock's
White Horse Bar estd 1714 -spraken wij over on
ze vroegere misdaden, straffen, gevangenis-verblijven,
afzetterijen, ontsnappingen. De heele romantiek van
h-et ware misdadigersbestaan werd daar, onder bet
drinken van een goed glas whiskey en soda, voor mij
opengelegd. De kameraden drongen er ten laatste op
aan, dat ik, die steeds aandachtig had zitten toeluis
teren, nu ook eens iets uit mijn misdadigers-carrière
zou vertellen. Een van hen hield mij, als van zelf
sprekend, voor „pick-pocket". Ralph, trouwhartige
Schot die hij is, mijn verlegenheid bemerkend, redde
mijn positie, zeggend: „Jelui weten toch allemaal bij
elkaar niet, hoe ik mij, na de Midland-Bank robbery,
heb gered."
„Was jij daarachter?" vroeg een d'er boeven ver
den weg; ze waren bang voor hun nette jasjes!
Na drie maanden, was ?t uit. Jelui weet wel, lan-
ger dan drie maanden duurt een vervolging nooit.
Dan is -er -al weer een nieuw geval en de „noses" doen
hun best om de ouwe zaak, waar ze geen succes mee
hadden, te doen vergeten. Ze spreken er zelfs onder
elkaar niet over.... Ik ben toen -naar Frankrijk ge
gaan en toen ik weer hard op was, kwam ik terug.
Van, _'t overschot richtte ik mijn theater op. Ma-ar 't
wou in t eerst niet gaan. Ik had een te goeden
smaak voor de films. En dan waren er een paar
„blackmailers - chantage-spelers die mij tot het
uiterste dreven. Eiken dag mijn ontvangst afgeven
of ze zouden mij -aangeven!"
De verontwaardiging onder de kameraden was al
gemeen.
„Ik heb toen een nieuwe onderneming gedaan, w-eer
bij dezelfde bank, nu aan een ander kantoor. Daar
heb ik hen in betrokken. Zij werden gepakt, maar ze
verraadden mij nietwant dat had hun straf ver
zwaard. Toch liad ik onaangenaamheden. Want de
eerste, mijn zaak, kwam weer in herinnering en ze
loerden op mij. T-oen heb ik naar betzelfde systeem
gewerkt. Maar ik werd nu geen schoorsteenveger.
Jelui weet wel, nooit tweemaal dezelfde „truc". Dat
is zeker verlies, 't Is als* de ezel met de zoutzakken.
De tweede keer zijn 't altoos sponsen. Dus werd ik
nu werkman in een gips-fabriek. Met mijn „zwart"
verled-en had ik gebroken; ik had nu mijn blanken tijd.
En de „noses" waren natuurlijk al even bang om hun
jasjes wit te maken als ze vroeger bevreesd waren ge
weest om ze met roet te bevlekken. Diezelfde kerels,
die je een revolver vo-or den neus kunt houden, zonder
dat ze er aan denken, van je af te laten, gaan voor je
uit den weg als wezel-s, als je- ze bedreigt met een wit
te of een zwarte vlek op hun colbertjes of jacquets.
zoo zijn zealtoos netjes en op hun uiterlijk fat
soen
„Gp hun uiterlijk fatsoen. dat zeg je juist.
Maar innerlijk fatsoen hebben ze niet. Ik tenminste
heb ondier de „noses" nog nooit een werkelijk fatsoen
lijken vent ontmoet!" zei een der kameraden.
En geen onzer sprak dat tegen integendeel, wij
bestelden- allen nog -een glas.
Burgerlijke Mand.
straf-
geoor-
Oudkarspel (Juli).
Getrouwd: J. Hink en F. Hoogeboom.
Geboren: Simon, z. v. J. Plakman en Sijtje Bak
ker. Geertje, d. v. E. v. d. Ham en G. Duyneveld.
Pieter, z. v. P. Spaans en A. Dekker. Theodo-
rus, z. v. D. Quax en J. Ros.
Overleden: R. H. v. Dort, echtgen. van C. H.
van Eek, 65 j. P. Goed, echtgen. van A. Reesz,
59 j.
Noord-Seharwoude (Juli).
Geboren: Hendrik, z. v. H. Swager en A. Nieuw-
land. Leendert, z. v. A. Bus en M. Goed. Jacob
Douwke, z. v. P. Busscher en J. Uedendorp. Trantje,
d. v. F. de Boer en O. Kramer. Alida Jannetje,
d. v. W. Jongejan en A. Kool.
Overleden: Marijtje Beemsterboer 9 mnd.
Karei Johannes Rijker lj. Maria Bekker 10 mnd.
Petronella Keppel 5 j.
Limmen (Juli).
Geboren: Cornelia Catharina, d. v. A. Dekker
en B. Schut. Magaretha Maria, d. v. C. Koot en
H. Admiraal. Petrus, z. v. H. Bloedjes en C. van
der Veer. Martha Maria, d. v. W. J. Seders en
L. van der Schinkel. Anna Jacoba, d. v. P. van
der Peesen en K. Wokke.
St. Pan eras (Juli).
Getrouwd: Petrus Henneman en Maartje Keizer.
Mat i,n 2 zetten.
Oplossing van Ho. 353 (T. TA VERHER).
1 Db8 f8 enz.
Goede oplossingen ontvingen wij- van:
Goede oplossingen ontvingen wij vanP. J Boom
F. Böttger, G Imhülsen en C. Visser te Alkmaar;
G. v. Dort te Leusden, Mr. Ch. Enschedé en P Fa
briek te Haarlem, P. Bakker, Jos. de Koning en II
Door BERNARD CAHTER.
De omgang met mijne half-collega's, de misdadi
gers, meen ik, -gaat mij hoe langer boe meer bevallen.
Ik wist waarlijk niet, dat men ond-er deze lieden zoo
veel respectabele karakters aantreft. Ziedaar
ruim twintig jaren van mij-n leven ging ik om met
mijn geheele collega's, de dichters, schrijvers en jour
nalisten. Als ik de balans van dien omgang opmaak,
kom ik tot zeer treurige uitkomsten. Een koopman
zou bij een zoodanige balans volgens de wet verplicht
zijn, faillissement aan te vragen. Sederi ik mijn vrien
den onder de lieden zoek, die 's hemels vrije lucht dik
werf langen tijd hebben beschouwd door spijlen, ben ik
niet^ éénmaal bedrogen, noch bestolen. Geen hunner
heeft mij tot nu toe belasterd1; geen hunner heeft mij
uit een positie geknipt, welke ik jaren achtereen eer-
„Wist je dat nu nog niet?. Denk je soms, dat
ze mij mijn theater hebben geschonken?"
Dadelijk zweeg de ondervrager beschaamd. Hij
voelde, dat de anderen hem voor een Schot zouden
houden wegens zijn langzaamheid van begrip.
„Well", begon Ralph, „de zaak zelf was nogal een
voudig. Wij ontmoetten op reis' een jongen klerk van
die bank, die er met een onnoozele duizend pond! was
vandoor gegaan. Hij gaf veel uit en was erg onrustig.
Ik zag, dat het een aardig gevalletje kon worden, volg
de hem, lei mijn hand op zijn schouder en verzocht
hem met mij naar 't bureau van politie te gaan. Hij
werd doodsbleek, viel dadelijk door de mand en smeek
te mij, genade voor recht te laten gelden. Want zon
der dat ik een woord gezegd had, hield hij mij al voor
een detective. Ik weigerde zijn aanbod, mij al zijn ge
stolen geld af te staan voor zijn vrijheid. Poor fellow.
Hij had er immers de moeite voor gedaan! Maar ik
gaf hem goeden raad en vroeg hem mij 't een en ander
omtrent den dienst van de bank mede te deelen. Toen
ik genoeg wist, verliet ik hem -en begon mijn eigen
onderneming. Ze gelukte volkomen. Maar toen ze
mij de chèque hadden uitbetaald, ik was toen een man
van vijfduizend pond 60.000 had' ik spoedig
spijt. Ze stuurden een l-eger van d-e beste detectives
op mij af, en het beroerde was, dat de man aan 't lo
ket, die mij uitbetaald had, mij herkende op een kiekje
in een sportblad, waar ik als toeschouwer bij een box-
match wa-s^genomen, zonder dat ik bet wist. Ze heb
ben mij na dien tijd nooit meer op de gevoelige plaat
gekregen en ik raad j%lui aan boys, en elkeen die in
onze carrière gaat, laat je nooit photografeeren, hoe
en waar en onder welke omstandigheden ook. Die lief
hebberij heeft al wat ongeluk na zich gesleept. Goed,
uit de kranten merk ik, dat de heele bende mij op de
hi-elen zit, gewapend met mijn welgelijkende fotogra
fie ten voeten uit. Dat was* een warm zaakje .voor
mij. Onder zulke omstandigheden is vluchten zelf
moord. Loop hun dan liever maar dadelijk in de ar
men. Aan alle stations staan de „noses" detecti
ves met een vriendelijke uitnoodiging vo-or de voli
ère. Ik zit op mijn kamer en peins en peins, maar ik
kreeg geen goed idee. Drommels, denk ik, dat zou toch
al te sneu zijn. Het is wSarlijk onverdiend. Ik heb
dien klerk toch fatsoenlijk behandeld. Als ik hem zijn
geld had afgenomen en hem dan -een oogenblik van
verstrooidheid had laten „ontsnappen", zou ik geen
last hebben -gehad. Hij zou, zonder een cent op zak,
natuurlijk dadelijk door een echten „nose" gepakt zijn
en geen rechter, die zijn verhaal van den detective,
die hem arresteerde, zijn geld afnam en liet ontsnap
pen, zou geloofd hebben. Maar ik behandel hem no
bel, doe mijn eigen onderneming en zou er nu inloo-
pen. Dan zou er geen rechtvaardigheid meer bestaan.
Terwijl ik zoo- zit te mokken, staar ik machinaal uit
mijn venster, staar over de daken, als-of je daarover
zoudt kunnen ontsnappen en kijk. ik zie een
schoorsteenveger aan 't werk. Meteen, als een inge
ving, voel ik mijn reddin-g. Die man daar, met zijn
zwart gezicht, is niet te herkennen.
Den volgendbn- morgen liep ik als- een behoorlijk
schoorsteenveger op straat, 'k Was zwart als -een ne
ger. 'k Ontmoette wel drie, vier „noses", die op mij
loerden met het kiekje in hun zak. Ze liepen mij uit
Schermerhom (Juli).
Geboren: Niesje Sophia, d. v. Jacob Bos en Pietje
van Beek.
Getrouwd: Murk Vorst, van Zaandam en Petro
nella Geertruida de Bakker.
Overleden: Jan Kleijmeer 77 j., wedn. van Burg-
tje Schermer.
Oterleek (Juli).
Getrouwd: Klaas Kooij alhier, onlangs te 's Gra-
venhage en Antje van Doorn te Beemster.
Geboren: Marie Margaretha, d. v. P. Reuzenaar
en M. de Vries.
Overleden: Arie Bruin 50 j., echtgen. van Antje
Ruis.
Winkel (Juli).
Geboren: Cornelis, z. v. J. van Tiel en Maartje
de Leeuw.
Overleden: Antje Levendig, Wed". P. Mantel,
74 j. Maartje Molenaar, Wed. A. Korff, 72 j.
Van 15 regels 35 Cents, bij vooruitbetaling.
Firma P. J. C. NIEROP.
Alkmaar. Fnidsen 113. Langestraat 58.
J| B. L. SIMONAlkmaar. Steenhouwerij K o-
ningsweg 46. Grafteekenen, Schoorsteen
mantels enz.
^-|andel in nieuwe en gebruikte MachinerieënGe
reedschappen. enz. Motoren ten alle tijde in wer
king te zien. Werkplaats Koningsweg 65, Magazijn
Kanaalkade 41.
G. DOESCHOT en ZOON, Alkmaar.
i Grafteekenen, Schoorsteenmantels enz., worden net
en billijk geleverd door A. KALLANSEE, Steen
houwerij, Korte Nieuwesloot BI. i
fteen heerlijker, zuiverder en smake'ijker glas bier
dan het beroemde TRAPPISTENBIER. Ook per
halve flesch verkrijgbaar bij J. H. ALBERS, in den
Bierkelder Verdronkenoord, ingang Kapelplein.
QPRUIMING-van SCHOENEN bij JOH. CHATIL-
ION, Stuarts'traat 44, Alkmaar. Spotprijzen. Spot
prijzen.
H. B. S. BOEKEN voor alle klassen TER OVER-
NAME.
14 Verdronkenoord.
ie zijn MEUBELEN in de KOOLTUIN 9 koopt-
is gewaarborgd nimmer te veel te betalen daar
alles ver beneden elke concurrentie wordt verkocht
tegen vaste prijzen a contant.
Aanbev., W. TIMMERMAN.
Denkt s.v.p. om de naam en adres.
Lenranr In bel a c h o o o s c b r IJ v e n,
HOP 3NTo. <3.