DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het Circuskind. No 191. Honderd en veertiende Jaargang. 1912. WOENSDAG 14 AUGUSTUS. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. BINNENLAND. ALKMAARSC COURANT. riavi KENNISGEVING. Het IIOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad Mo. 22) ter kennis der inge zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvan ger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven: een kohier der bedrijfsbelasting No. 3, voor dienstjaar 1912/13 executoir verklaard door den Di recteur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam den lOen Augustus 1912; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat do termijn van zes weken binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Alkmaar, den 13en Augustus 1912. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. RIPPING. het Dr. A. K HYPER OVER DE HOOGBSO! 1001. VOOR VOLKENRECHT. Naar aanleiding van een artikel1 van prof. dr. Wal ter Schucking. in bet „Berliner Tageblatt" over de Hoogeschool voor Volkenrecht, bevat, dat blad een schrijven van dr. A. Kuyper over dit onderwerp. Hier aan is het volgende ontleend: „Het artikel van prof. Schucking geeft mij aan leiding," schrijft dr. Kuyper, „even uwen lezers mede te deelen, dat in het voorjaar door een comité van Nederlandsche beoefenaars van het volkenrecht, onder leiding van staatsraad prof. Asser, besloten is, te 's-Gravenhage 'een hoogeschool te stichten, ter bestu deering van het volkenrecht, en dat,, onder medewer king van dr. Porwn Scott, de tweede afdeeling van het Carnegie-Endowment, dit comité de onontbeerlijke middelen tot verwerkelijking van dit plan verzekerd had. Do voorlezingen zullen in het Vredespaleis gehouden worden en de directie van dit paleis zal de curatoren benoemen. Waarschijnlijk kan men de opening van dezo stichting tegelijk verwachten met de aanstaande opening van het Vredespaleis te Den Haag. Jammer genoeg kan deze academie in de eerste pe riode van haar bestaan niet veel meer brengen dan voorlezingen, die. gedurende de vacantie der universi teiten door de beroemdste geleerden van alle landen gehouden zullen worden. In den Nederlandschen Raad voor internationaal recht, waarvan ik de eer heb pre sident te zijn, heeft men iets meer van blijvenden aard verlangd en den wensch uitgesproken, dat tenminste drie professoren voortdurend aan deze stichting ver bonden zouden zijn, zoodat het onderwijs het. geheele jaar door voortgezet- zou kunnen worden, de onontbeer lijke eenheid van het onderwijs niet geheel verloren zou gaan en niet slechts willekeurig* gekozen gedeel ten, doch het gansche volkenrecht behandeld zou kunnen worden. Ook wij vreezen, dat prof. dr. Walter Schücking's voorspelling, dat de volkomen onafhankelijk gekozen voorlezingen, die slechts gedurende de vacantie ge houden zouden kunnen worden, de meeste studenten niet verplichten zouden, om niet hun vacantie bij hun familie door te brengen en hun vacantie-rust hiervoor op te offeren, zal uitkomen. Dit zijn reeds doorslaggevende motieven. Bovendien komt daar nog bij, dat dergelijke voorlezingen, die door geleerden uit verschillende landen gehouden zullen worden, aanleiding zouden kunnen geven, om de na- Roman van PAULA BIISCH. 3) o ,,0, als iemand ons hier zag", zeide zij angstig. ,.Y\ io dan lachte Gino. „De vrouwen slapen en de ^anderen hebben nog* allerlei in het circus te doen." Zoo genoten zij een poos ongestoord samenzijn, tot dat in Natalina de oude vrees opkwam. „Gino, wat moet er van ons worden? Ik ben zoo beangst, om papa iets te zeggen. Gij weet in het ge heel niet hoe hij zijn kan. En toch zal ik trachten hem voor ons te winnen, want" zij sloeg haar blan ken arm om zijn nek „ik heb je zoo lief! Wat zou ik wel zonder joü aanvangen? Wanneer het niet an ders wil, dan trek ik met je alleen door de wijde we reld, om ons brood ook zonder vader te verdienen." „Zoo weten wij dus wat wij te doen hebben, wan neer de oude niet wil", zeide Corvelli. Helder scheen de zon in het kleine woonvertrek. dflrin atalina zoooven ontwnnkte. Zij sloeg,' oen blik op de klok, en daar het reedis zeven uur was, kleedde zij zich spoedig* aan en wekte Mira, die naast haar op de groote sofa geslapen had, wiesch haar en trok haar een rood zijden costuumpje aan. „Papa zal zich over het mooie weer heden verheu gen", zeide Mira en zag* naar Verconi, die nog vast op de andere sofa sliep. „Ja, heden zullen veel menschen onzen optocht aanzien en ons naloopen", antwoordde de zuster. In de keuken hoorde men juffrouw Tomjsen reeds de koffie gereed maken. „Goeden morgen, goeden morgen, alles is dadelijk gereed", riep de vlijtige vrouw, de binnentredende Natalina toe en begaf zich ijverig aan het dekken der koffietafel. Buiten waren de muzikanten reeds uit hun wagen tionale verschillen nog sterker naar voren te brengen eri niet, zooals de bedoeling toch is, de. internationale opvatting van het volkenrecht te bevorderen. Buiten dien kan men verwachten, dat de voorlezingen, zoodra zij geëindigd zijn, in druk zullen verschijnen en dat zij de belanghebbenden, in plaats hen tot een bezoek dezer voorlezingen naar Den Haag te doen brengen, rustig thuis de publicaties daarvan zullen doen afwachten, daar ook de onbekendheid met de vreemde taal, waar in de voorlezingen gehouden zullen worden, voor zeer velen een onoverkomelijk bezwaar zoude uitmaken. Ik hoop dan ook, dat het comité er voor zal zorgen, dat deze stichting een meer vaststaand karakter zal aannemen en dat ook het doctoraat in het volkenrecht door dit comité zal kunnen worden uitgereikt." DE K1ESREGHTBET00GING. Het partijbestuur dér S. D. A. P. is, naar het Volk meedeelt, er in geslaagd voor de a.s. kiesreehtbetoo- ging in Den Haag de hand te leggen op het sportter rein Hout rust aan het Ververschingskanaal tegenover het Stadhoudersplein. Van daaruit g*aat de optocht in de richting van het station Hollandsche Spoor. DE CONSCIENCE-FEESTEN TE ANTWERPEN. De Nederlandsche missie is gisteren'' te Antwerpen aangekomen. Generaal van Sprong heeft den officieren van de buiten! a ndsche oorlogsschepen te Antwerpen een eere- maaltijd aangeboden. Aan den maaltijd zaten vier be velhebbers van buitenlandsche oorlogsschepen, vier consuls en alle generaals van het garnizoen aan. De heer Van Sprong* dronk er op de gezondheid van de bevelhebbers en de vier door hen vertegenwoordigde volkeren. Sir Herstlett dronk in antwoord op de ge zondheid van koning Albert en de Belgische konink lijke familie. De bevelhebber van de Ileemskerek "ant woordde namens zijn ambtgenooten. JUBILEUM Mgr. GALLIER. Mgr. Gallier, bisschop van Haarlem, heeft ter gele genheid van zijn 40-jarig* priesterfeest den navolgen den daar gèvestigden instellingen belangrijke giften geschonken: het burgerlijk armbestuur, het R.-K. armbestuur, de diaconie der Ned. Herv. Gem., liet, dia coniehuis in de Jansstraat, de St. Elisabeth-Vereeni- ging, het St. Jozefsgesticht, de zorgdragende commis sie voor kraamvrouwen, de St. Martha-veréeniging, de Israëlietische armen, de St. Vincentiusvereeniging, het weeshuis der Ned. Herv. Gem., het R.-K. weeshuis, de Vereeniging Weldadigheid naar Vermogen en het stads armhuis. Gemengd nlenws. ANNIE PASCAL. In de zaak tegen Annie Pascal, ook hier ter stede geen onbekende wegens haar oplichterijen waarvan wij gisteren den eisch mededeelden werden 8 getui gen gehoord. Verdediger was jhr. mr. H. C. M. van Nispen: tot Pannerden, terwijl het O. M. werd waarge nomen door den 'substituut-officier van justitie, jhr. mr. van Rijckevorsel. De belangstelling van het publiek was zeer groot en beklaagde zag het binnenstroomen van de nieuws gierigen glimlachend aan. Op een vraag van den president zeide zij te heeten Anna Geertruida, H.; op de opmerking* van den presi dent, dat zij volgens het extract geboorteregister Geur tje heette, antwoordde zij, dat ze zoo bij den burger lijken stand' is aangegeven, maar gedoopt Anna Geer truida. Zij erkende de in da dagvaarding* vermelde geklommen en probeerden de instrumenten. De ge wone bende van kleine, nog niet schoolplichtige straat jongens en meisjes was ook g*ekomen om te zien, wat de Zigeuners uitvoerden. Ondanks het verbod van haar zuster had Mira zich tot vermaak van de kinde ren yn haar mooi' rood kleedje naar buiten begeven en liet zich thans op straat door'groot en klein bewonde ren. Zij kwam op het idee alleen een rondgang door de stad te maken met de schare van hare vele kleine aanhangers. De kleine stoet zette zich reeds in be weging*, Mira met dé heide poedels aan het hoofd, toen juffrouw Tompsen de kleine gewaar werd en haar haastig' naliep. Zij bracht de kleine wederspannige, onder het gejoel der andere kinderen, die daarover niet. tevreden waren, snel terug*. Natali ontving de kleine reeds op de trap, greep haar heftig* aan den arm en stond jui'st op het punt haar voor de ongehoorzaamheid te bestraffen, toen Verconi in de kamer trad. „Ach hemel, wat wilt gij nu weer met de ldeiue zwartkop beginnen?' riep hij en ontrukte de kleine wildzang aan de straffende hand der oudere dochter. „Zij wil mij slaan-, omdat ik uitgegaan ben", snikte Mira en sloeg haar armpje om den nek van haar va der. „Gij moet het kind niet plagen, Natalie", zeide Verconi met een verwijtenden blik en kuste zijn kleine lieveling. „Nu, directeur, het. is reeds half tien en alles is voor den optocht gereed", klonk plotseling- de stem van Tompsen. crconi draaide zich om en lachte bij het aanschou wen van den ouden man, dien hij kort tevoren nog in een eenvoudig pak voor zich bij een kop koffie had zien zitten. Zoo komisch als heden was hem de oude I ompsen in zijn narr'enpak nog nooit voorgekomen. Een lichtgeel olowncostuum met vette, groene dwars- strepen, omhuldde in rijkelijke wijdte zijn dorre leden, terwijl het kleine wit gepoederde hoofd onder een ko lossale muts stak. Hij huppelde een paar maal heen en weer, zoo vlug en behendig, dat men niet zeggen zou dat hij reeds zestig ja.ar was. bedragen ontvangen te hebben. Zij heeft dit geld evenwel niet gevraagd voor de oprichting van een sa natorium, maar voor haar eigen behoefte en mevr. Munninghoff ried haar aan een pension op te richten, waardoor deze zaak ter sprake kwam. De president vroeg haar of zij bij haar aanhouding geen geld bij zich had. Beklaagde antwoordde ontken nend en zei in het, land gekomen t-e zijn om af te rekenen zij .wenschte evenwel niet te zeggen wat zij moest afrekenen; zij erkende ook vliegster te hebben willen worden, maar dit denkbeeld was eerst later op gekomen. De zaak in Oosterheek toch is reeds twee jaar geleden. De eerste getuige was de heer Molster, journalist ie Drempt. De verdediger vroeg wanneer deze getuige uit Mee- renberg is ontslag; uit het antwoord blijkt, dat dit in 1902 was. Op een vraag waarom getuige onder curateele is gesteld, wenschte hij niet te antwoorden*. Eenige jaren geleden, aldus vertelde getuige, is hij met beklaagde in aanraking gekomen. Zij ging* toen naar Apeldoorn, was failliet verklaard en had 800 noodig, anders wer den haar meubelen-verkocht; zij had een jongetje bij zich, haar kind naar zij zeide, en deelde mede door haar man verlaten te zijn. Getuige had medelijden met haar en bracht met eenige anderen 75 a 80 bijeen. Beid,., die zich mevr. van der Meer noemde, had nog verschillende mededeelingen gedaan over een haar toebehoorende villa, te Santpoort. Beid., die meermalen in den lach schoot tijdens de bovenstaande verklaringen, zei dat- ze van A tot Z gelogen, zijn en dat zij zich een oogenblik verbeeld heeft in Meerenberg* te zijn door het fantastische ver haal van getuige. De volgende getuige is mevr. Munninghoff, die een verklaring aflegt, overeenkomende met wat bekl. in cle dagvaarding is ten laste gelegd, wat ook mevr. Van der Vliet en dr. Maromier deden. Getuige mej. Mees verklaarde, dat beid. eerst eenig geld bij haar heeft gekregen en later toen zij een huur contract liet zien van een huis in Schaarsbergen nog eens 00; den derden keer gaf zij niets omdat zij eerst eens met haar zuster in Heelsum wilde spreken. Zij zou ook zonder het kaartje van mevr. Munninghoff ge holpen hebben, bewogen door den indruk dien bekl. maakte. Bekl. zei, dat zij van getuige, ook nadat deze wist, dat mevr. Munninghoff haar niet kende, wat zij eerst beweerd had, een briefkaart had gekregen om nog ze ven dagen geduld' te hebben; dan zou zij haar helpen. Getuige zei enkel geschreven te hebben, dat bekl. nog* moest wachten. Bekl. zei de briefkaart nog te hebben waarom het hier gaat en wel in Parijs. Een volgende getuige deed mededeelingen over het huren van het huis te Schaarsbergen, waaraan hij voor mevr. van der Meer zijn medewerking* had ver kend en waarbij hem was gebleken, dat ze in sommige opzichten gelogen had. lit verklaringen van andere, getuigen bleek, dat bekl., toen zij aangeSouden werd, in het bezit was van 3 centen en een Duitsch geldstukje. De directeur van de strafgevangenis verklaarde, dat bekl., blijkens zijn ondervinding, van het, Duitsch niet bijzonder veel afwist, van het Engelsch misschien niets. Opverschillende vragen, aan bekl. gedaan, antwoord de zij niet bepaald, waar haar koffer was toen zij in Arnhem werd aangehouden. Dien had zij rechtstreeks van Diisseldorf naar Amsterdam1 doorgezonden; waar hij is, moet men aan de directie der spoorwegen vra- Mira had bij het zien van den grappenmaker hare tranen, gedroogd en lachte nu reeds over haar geheele gezichtje. „Papa, heden rijd ik op Tompsen's ezel eu hij moet hem leiden. Hij ziet er heden te mooi uit," verzekerde zij en zij liep, toen haar vader het onrustige dochtertje op den grond, had gezet, naar den ouden nran. Deze nam haar bij de hand en geleidde haar naar buiten. „Haar staat reeds het ezeltje, ik ga er dadelijk op zitten. Met deze woorden had hij het juichende kind hoog in de lucht geheven en liet dan op liet geduldig -uil staande dier gezet. De kleine terrier, Mi ra's lieveling, en de beide mooie poedels sprongen, woest blaffend, om den ezel, dien 1 ompsen nu reeds tot vermaak van de omstaande kin deren, op de plaats rondleidde. De muzikanten, die een stukje- speelden, lokten met hun' muziek de menigte aan. I evreden zag* Verconi, die in een rooden rok, met cylinder op het hoofd en lichte rijlaarzen aan het raam stond, op de nieuwsgierige menigte. Wanneer die lieden allen met, hunne kinderen in het circus ko men, dan zouden deze hier niet nutteloos spelen, dacht hij. Thans bracht men de paarden, die gisteren voor de woonwagens als trekdieren hadden gefungeerd, geheel opgetuigd voor. Madame Lewandowsky had zich reeds in het zadel laten zetten en reed in een,oud, verbleekt roeococostuum met witte allongepruik op en neder. Lewandowsky trad met zijn beide paarden gelijk ge kleed uit den wagen. Zij waren gekleed in het een voudige acrobaten-costuum, het rose tricot, dat het ge heele lichaam dekt en even zulke schoenen. „Maar, Natalie, maak toch voort!" riep nu Verconi in den woonwagen, d'ien hij zelf juist verliet. „Ik ben reeds klaar." De aangesprokene wi'e:rp nog een onderzoekenden blik in den spiegel en sprong* toen lichtvoetig* uit den wagen. Zij* kon zich echter slechts met moeite een weg banen naar haar paard Diana, want de menschen, die haar op indringerige wijte na derden, waren niet zoo licht op zijde te dringen. Toen Corvelli haar zoo tegen den stroom zag optor- ne*i, bracht hij haar het paard tegemoet. Dankend 'gen. Bekl. behield bij alles haar kalmte e,n gaf schert sende antwoorden. Zij weigerde o.a. de couranten te noemen waaraan zij zei mede te. werken en evenmin 'de herkomst van het geld dat zij „voor haar werken" moest ontvange-n. De officier van justitie ging uitvoerig na hoe be klaagde zich aan de haar ten laste gelegde oplichtin gen heeft schuldig gemaakt. Er zal bij de rechtbank, volgens hem, wel niet aan getwijfeld' worden, of bekl. zich aan de feiten heeft schuldig gemaakt, of niet, Do bekl. doet niets anders dan kamers huren en verdwijnt <la,n weer om ergens anders hetzelfde spelletje te spe len, meestal zonder te betalen. Wat de landlooperij betreft, bekl. ontkent zich hieraan schuldig te hebben gemaakt. Spr. zal het dus moeten bewijzen. Voor landlooperij is noodig, dat bekl. geen onderdak heeft, en evenmin geld en goed. Dat ze geen onderdak heeft blijkt reeds uit het feit, dat ze steeds trekt van de eene plaats naar de andere. Haar adres Rue Rivoli, Parijs bestaat blijkbaar alleen op haar visitekaartje. Geld heeft ze blijkbaar niet, ze werdl in arrest geno men met. 3 cent op zak. Wel zegt. bekl. op drie plaat sen deposito's te hebben, maar aangenomen, dat dit juist is, waarom wil ze niet zeggen waar? Zij is nu 5 maanden in het huis van* bewaring geweest; heeft, altijd van gevangeniskost geleefd en niets uit de caii- tine gekocht. Ware hare bewering juist dan zou ze wel geld hebben laten komen. Nu komt bekl. aan met de bewering, dat ze den avond van haar arrestatie wachtte op den vlieger Sieb Koning, aan wien ze geld 'geleend had, dat hij haar in het melksalon terug zou brengen. Spr. gelooft ér niets van; bekl. heeft nu in al die 5 maanden Sieb Koning nimmer om geld ge vraagd. Dat ze geen Werk hael' meent spr. als vast staande te mogen aannemen; zelf geeft ze op vliegster en journaliste te zijn. Wat het eerste beroep betreft, dit bestaat waarschijnlijk alleen in het bezit van een vliegmachine en een visitekaartje met den titel avia- triee. Hoe ze aan de vliegmachine komt? Natuurlijk weer op de oude wijze; ze is naar Rotterdam gegaan, heeft daar een mijnheer aangetroffen, die over zeer veel geld beschikt, heeft hem verteld van haar vliegtplan- nen en hem zoo overtuigd, dat zij iu de gelegenheid was om een goede machine voor een prikje te koopen en dat die mijnheer haar ten slotte zoo royaal heeft geholpen, dat ze nog een 600 overhield na den koop van de machine, ze heeft het geld geleend, maar tot heden niets teruggegeven. Wel is' ze later nog eens bij dien mijnheer gekomen, die haar op haar verzoek nog meer geld' leende. Wat verder haar prestaties op luchtvaartgebied be treft. ze heeft in het vliegkamp bij Breda in een vliegtuig gezeten en toen kans gezien het toestel in minder dan geen tijd te vernielen. Ongelukkig had men, ook alweer door haar mooie praatjes, vergeten een borgstelling* van haar te eischeu, zoodat het een schadepost je voor het vliegkamp was. Bekl. beweert drie talen te kennen, novellen ge schreven te hebben en correspondent te zijn van ver schillende couranten, ze weigert evenwel haar talen kennis te doen blijken en de couranten te noemen voor welke ze werkt. Ze heeft verder brievenpapier met het hoofd Journaliste, papier dat ze vergat te be talen. Spr. gelooft niet aan haar talenkennis en aan haar journalistieke bezigheden, hij gelooft, dat ze geen be roep heeft en dat er dus alle termen aanwezig* zijn, om van landlooperij te spreken, terwijl gerust mag be weerd worden, dat men te doen heeft met een persoon, die. van oplichting leeft en, wanneer haar dat niet ge lukt, zwerft zonder middelen yan bestaan. lachte het jonge meisje hem toe en nu tilde hij haar in het zadel. Bekoorlijker kon wel geen rijkunstenares op het paard zitten dan dit vroolijlc lachend schepsel, dat nu in de manen van haar schimmel woelde en het paard een lichten klap met de kleine hand gaf. „Wij rijden naast elkaar, Natalie," fluisterde haar Gino in, die eveneens opgestegen was. Hoe sierlijk en statig zat de- jonge jockey in het. zadel, en hoe kwamen* zijne donkere oogen. uit onder de witte, met roode strepen voorziene pet. „De muzikanten voorop," kommandeerde Verconi, die op een dartel paard ronddraafde. „Dan Mira, Los Tompsen. Dus altijd den ezel gedreven, opdat het koppige beest niet blijft staan en de anderen ophoudt. Dan madame Lewandowsky. Maar alle duivels, waar is zij?" schreeuwde de opgewonden man en zag naar alle kanten om. De dame was een weinig weggereden en voerde een gesprek met een bedaagd heer, die haar genaderd was, om haar blijkbaar over enkele gebruiken der kunstrij ders te ondervragen. Op kokette, levendige wijze on derrichtte zij den vrager in alles, wat hem slechts in teresseeren kon. Toen de directeur met zulke heftige woorden haar riep, nam zij haastig afscheid met een gracieus „au revoir" van den ouden heer, die haar nog lang* nazag. Nadat zij een berisping over zich had lat.en heen gaan, wees Verconi haar de plaats achter Mira aan. Haar volgden dan Gino en Natalina. Slechter dan ooit kon madame Lewandowsky heden een vergelijking met de schoone Natalina, doorstaan. Haar gekunstel de voornaamheid zonk in het niet bij de natuurlijke bekoring van de jeugdige concurrente. Verder sloot zich de heer Lewandowsky met zijne beide zonen te paard aan en het slot van den stoet vormde dè directeur op zijn paard. De muzikanten begonnen thans op hunne instru menten een marsch te spelen en de stoet zette zich langzaam in beweging. Een zwerm van straatjongens sloot zich bij hen aan en zij schreeuwden zoo luide, dat zij bijna de muziek overstemden. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1