DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het Circuskind.
vv:
No, 203.
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
WOENSDAG
28 AUGUSTUS.
ONDERWIJZERES
DE ZIEKE GOGEN.
FEPILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Orèote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
Dit
zijn
enkele
doeleinden
waarvoor
ALKMAARSCHE COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeeme kennis, diat in het Ge
meenteblad van Alkmaar, No. 378, is opgenomen het
besluit van den Raad dier gemeente van 31 Juli 1912,
waarbij is vastgesteld eene
VERORDENING VOOR DE HANDELSDAG
SCHOOL TE ALKMAAR,
welke verordening, heden afgekondigd, gedurende
drie maanden voor een ieder ter gemeente-secretarie
ter lezing is nedergelegd en aldaar tegen betaling van
0.25 in afdruk is verkrijgbaar gesteld.
Alkmaar, 22 Augustus 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Aan de 10-klassige Meisjesschool te Alkmaar (Hoofd
Mej. J. H. PRUIM) wordt gevraagd eene
in het bezit der hoofdakte en der akten voor de Fran-
sche en Duitsche taal, bij voorkeur M. O., benevens
van die voor vak k. Aanvangsjaarwedde f 1125 en
voor elk der beide taaiakten M. O. f 50 meer. Zes
periodieke verhoogingen van f 50.
Stukken, met inlichtingen omtrent werkkring en
diensttijd in te zenden aan het Gemeentebestuur vóór
10 September a.s.
Bezoeken worden voorloopig niet afgewacht.
Komt u weer gauw terug Paatje?
- Vandaag wordt! het wat later, Anneke, ik heb
;t diuk, antwoordde advokaat Rempeltoan, uit zijni ge
dachten opschrikkend; de kamer willende verlaten.
Het kind had! de armpjes om haar vaders hals gesla
gen en drukte op zijn voorhoofd een zacht kusje. Haas-
lig maakte Rempelfnan zich uit de omhelzing vrij,
sloot de reeds geopende kamerdeur en na eeu kort
gestommel in de gang was hij op weg naar de recht
zaal.
Het 7-jarig Anneke bleef met haar kinderjuffrouw
Charlotte achter in de weelderig© kamer. Dit' vertrek
was het privékantoor van den adVokaat, en sinds den
dood van zijn ega werkte hij daar altijd met zijn kind
bij zich. Op de laaggebouwde boekenkast stond het
schilderij van Anneke's moeder. Mevrouw Reinpeluian
was reeds een paar jaren geleden overleden; zóó leef
den zij nu nog met elkander voort.
Kom, Anneke, nu gaan we je lesje leeren, maan
de zacht de juffrouw.
Het kind! stond voor hef portret. Het wierp kus
handjes naar het doode, maar in zijn oogen levende
beeld. Dit tooneel herhaalde zich altoos, en roerde
telkenmale opnieuw door den natuurlijken en innigen
eenvoud der liefdesbetuiging. Dan vroolijk huppelend,
nog eens omkijkend, aan de hand! van de juffrouw ging
Anneke naar haar kindervertrek in het ruime woon
huis, waar alles getuigde van rijkdom en1 bezit.
Met een gloed van overtuigingskracht had de nog
jonge advokaat de belangen van zijne cliënte, de zan
geres ITortense Weler, verdedigd. Zij was van de aan
klacht, vergiftiging door jalousie, vrijgesproken. Hij
had haar naam, haar eer, haar kunst én vooral haar
gelukkig leven gered. Dit gaf hem niet do gewone
voldoening eene beschuldigde te hebben vrijgepleit,
maar een volgens zijn overtuiging zonder schaamte be
lasterde onschuldige de maatschappij te hebben terug
gegeven. Buiten de rechtzaal ontmoetten) zij elkander.
15)
Roman van PAULA BITSCII.
O
Spoedig zat zij op de mooie, blauwe sofa, dicht
naast juffrouw Kolbe. „Zal ik je dadelijk een kopje
chocolade klaar maken of hebt gij pas gedineerd?"
vroeg de oude juffrouw.
„Neen", antwoordde het kind, „nog niet,"
„Maar het is reeds drie uur. Eet- gij altijd zoo
laat?"
„Neen, wij eten altijd om één uur."
„Dan heeft men je heden wel niets gegeven?"
De kleine zweeg. Mocht zij die lieden hier aankla
gen? Kon zij aan de dame bekennen, dat zij de pan
met de bradende boter door een onhandige beweging
om had laten vallen? Ach, misschien zou zij het ook
voor een groote ongemanierdheid houden en haar
daarom voortaan nooit meer uitnoodlgen. Maar daar
voor zagen de oogen te goedig op haar en daarom
overmande zij zich en vertelde onverbloemd van haar
ongeluk en haar straf.
„Arm, arm kind!" Juffrouw Kolbe kuste liet kleine
meisje op het blanke voorhoofd en belde om de meid.
Ee,n blond, net gekleed meisje met witte muts en oeii
witte schort kwam binnen.
„Breng eens alles, wat er nog van tafel over is, bin
nen. En nu moet gij van zelf altijd bij mij komen,
niet alleen, wanneer gij iets op het hart hebt, maar
eiken dag."
„Ja, maar dat zal men mij niet toestaan", zeide Mi-
ra. „Maar ja, ik mag menigmaal een uurtje op de
plaats spelen, dan kom ik hier", babbelde zij verder.
„Nu, ja, of gij zult ook anders nog wel een uurtje
voor mij vinden."
Eu ten slotte deed juffrouw Kolbe een vraag, waar
voor Mira steeds bang geweest was.
„Gaat gij niet naar «ehool?"
Ik dank u, mijnbeer Rempelman, sprak Hor tens 8
Weler zacht, hedenmiddag zal ik u bezoeken.
Met een handdruk scheidden zij.
In den vroegmiddag speelde Anneke, nadat zij haar
lesje had geleerd, nu eens lachend, dan weer ernstig
moederlijk met de pop onder haar moeder's beeltenis.
De kamerdeur werd geopend en even daarna omhels
den vader en dochter elkaar inniger dan ooit. Rempel
man blikte naar het portret.. Teeder keken van uit
het schilderij de oogen! op hem neder. Hij schokte.
Een traan welde in zijn oog. Dan omhelsde hij het
kind opnieuw.
Aan de schrijftafel zette hij zich neder, steunde het
hoofd en keek voor zich uit. Was, nu zij vrij was, zijn
doel bereikt?
Anneke streelde bezorgd zijn hoofd' en zette zich op
zijn knie.
Is Paatje erg moe, ik heb op ui gewacht met het
boterhammetje, juffrouw Charlotte vond dat ook goed.
Juffrouw Charlotte wachtte zwijgend! bij de deur.
Laat u alles maar klaar zetten juffrouw, wij
komen aanstonds, beval hij.
Rempelman drukte het op zijn knie zittende, „zijn
eenigst kind," vurig aan de borst.
Vadertje, klaagde de kleine, mijn oogjes doen
zoo'n pijn
Verschrokken staarde Rempelman op de ljchtroode
oogen. Nog niet vermoedde hij gevaar, maar hij
vreesde, hij zag' het, het was ernstig.
In de eetkamer was het opvallend stil dezen dag.
Eenerzijds het behaald geluk, anderzijds' het dreigend
onheil.
-Heeft II nog niet gezien wat het kind scheelde,
juffrouw?
Zeker, mijnheer, ik had vi na het eten willen
waarschuwen, ik vrees dat het zeer ernstig is.
U moet vanmiddag nog mét de kleine naar Dr.
Navier gaan, juffrouw, en haar laten onderzoeken.
sfc H4
In zijn privékantoor teruggekeerd, zette Rempelman
zich in den leunstoel' naast zijn bureau. De stoel waar
hij gewoonlijk zijn) cliënte had laten plaats nemen, die
hij voor het harde van een hechtenis' had weten te be
waren. Nu moest hij zijn eigen cliënt! zijn. Tegen
over hem het portret van zijn eerste vrouw, zijn Ma
ria.. zijn gelukzijn alles.slechts een beeld. Hij
ging te rade met. zijn hart. Er streed iets inl zijn bin
nenste. Hij bedekte zijn oogen, hij was in gepeins
verzonken.
Zou zij, die hij had gesteund, zij, van wie hij ver
wachtte, dat zij de^eenzaamheid in zijn leven, in zijn
weelderig huis, waar hij muziek en eeni blijden vrou-
wenlach miste, bannen zou, zou zij, zijn Maria ver
vangen, die de wreede dood hem zoo vroeg had ont
rukt
Zij zou komen om hem voor zijnen dienst te bedan
ken. Haar oog zou vallen op zijn Maria? vanaf deze
plaats
Advocaat Rempelman sloot het schilderij weg. Het
dienstmeisje trad bijna tegelijkertijd binnen.
Mijnheer, mejuffrouw Weler is in de wachtka
mer.
Laat mejuffrouw binnen, haastte hij zich te ant
woorden.
Mijnheer Rempelman, thans kom ik u herhalen mij
nen dank voor den dienst, welken ik u verzocht. U
heeft zich van uw taak.
Mag ik u verzoeken plaats te nemen, ik gevoel
mij gelukkig mij niet te hebben te leur gesteld in het
i
Mira was bijna van schrik van de sofa gevallen.
Maar zij Jiad juffrouw Kolbe reeds zooveel' gezegd en
steeds was deze goed gebleven, zoodat! de kleine zich
ook thans niet ontzag hare geheele onwetenheid te be
kennen.
Daar vatte haar de oude juffrouw bij de hand.
„Lieve kleine Mira, wilt g'ij eiken dag bij mij een uur
tje leeren?"
Hoe straalden Mira's oogen bij deze gedachte„O,
dan moet ik ook een kleine lei hebben en een griffel,
nietwaar, en moet mij alleen oefenen?"
„Ja, kindje, morgen reeds koop ik je een mooie,
groote lei en clan zullen wij dadelijk vlijtig" beginnen."
In korten tijd had Mira het koorddansen geleerd.
Met een klein Japansch scherm in de hand liep zij
tweemaal achter elkaar heen en weer, jongleerde met
drie ballen en kon een been in de hand' nemen, kleine
trucs, die zij op clen beganen grond reeds vroeger uit
gevoerd had.
Heden zou zij nu voor de eei'ste maal optreden, ge
meenschappelijk met Erangois, die een goed koorddan
ser was. Geheel gekleed, stonden de kinderen vóór
den manége-ingang en wachtten op het begin van hun
nummer. De beide stangen werden reeds binnenge
sleept, om het koord daarover te spannen.
„Reheersch je nu!" fluisterde Frangois de kleine in.
„Gij behoeft geen angst te hebben, ik zal je helpen
zooveel ik kan. Gottlieb en Lene van de binnenplaats
komen heden extra om ons met hunne oude in het
circus."
Nu trad Lewandowsky in smoking met een wit
overhemd en witte das bij de kinderen. „Voorwaarts,
snel! Waarop wacht gij nog? Doe je zaken goed,
Mira, anders moge God je genadig zijnzeide hij tot
het meisje.
Ach, liet hij haar toch met rust, dan zou zij haar
taak veel beter doen. De muziek speelde al. Mada-
nip Lewandowsky had voor hen den Donau-wals uitge
zocht. en voor eenige dagen aau den kapelmeester ge
geven.
„Ik wil geli#»! bedaard! «ja", z«!de Mira, tot aieb-
MÓNKEY BRAND
kan gebruikt worden- (APEN-ZEEP)
Voor het schuren van keukentafels en vloeren.
Om vloerzeil heider en glansrijk te houden.
Om geverfde oppervlakten zoo goed als nieuw te maken.
Voor messen en vorken, aardewerk, porcelein en émaille.
Voor badkuipen, onverschillig van welk metaal.
Voor ontelbare dingen, te veel om op te noemen.
1563
mogelijk einde van uw proces.
In het bijzonder, mijnheer Rempelman, geldt
mij a bezoek, aan u op te dragen zelf het honorarium
te bepalen, waarmede ik uwen dienst naar behooren
kan vergelden.
In haar stem lag iets warms wat hem moed gaf en
zij ri hoop vermeerderde.
Mejuffrouw, u staat mij dus toe oprecht te zeg
gen, iets uit te spreken. iets te vragen.
Ik vond in de papieren, welke u mij toevertrouwde
dezen brief. De inhoud' is slechts mij alleen bekend,
daar ik dezen brief bewaard heb voor een laatste be
wijsstuk, zoo alle andere mij niet voldoende geweest
zouden zijn uwe rechters te overtuigen. Hierbij geef
ik u hem terug. Ik meen, hierin het bewijs te vindén,
dat u mij in staat zou zijn terug" te geven, wat ik
sinds den dood van mijn vrouw heb verloren. De een
zaamheid te verdrijven. mag ik doorspreken?
Ik zal u aanhooren, antwoordde juffrouw Weler
blozend. Zij begtreep, dat hü in zijn woorden haar
karakter lof toezwaaide, hetwelk zij blijkbaar in den
brief aan haar overleden vader hem blootgelegd had.
De eenzaamheid. hij hield even op en ver
volgde. dan
Ik stréefde er hoofdzakelijk naar, u te doen eer
biedigen, zooals u het verdiende, te gelijkertijd alles
uit den weg te ruimen wat u zoude kunnen hinderen
te worden
Hij wachtte weer even. Zij zagen elkander aan. Hij
vervolgde snel
Mijn vrouw. en moeder voor mijn kind.
Hortense Weler stak hem de hand' toe en antwoord
de langzaam:
Ik ben u dankbaar, ik gevoel dat hier niet met
aardsehe goederen kan vergolden worden. Ik zoude
mij verder onder uwe hoede willen stellen, als ik zelf
Overtuigd zoude wezen u te kunnen geven wat u van
mij hoopt. Morgen zal ik u antwoorden, ik verzoek u
mij in het Vondelpark te ontmoeten. Laat u even zien
of mijn auto voorgereden is.
Toen zij een oogenblik alleen was, keek zij vluchtig
zelf. „Ik ken mijn taaie" En met dat bewustzijn be
trad zij de manége en maakte met' Frangois een bui
ging voor het publiek.
Menige kijker richtte zich op de kinderen en de lie
den rieden onder elkaar hoe oud het meisje zou zijn.
De knaap sprong het eerst op het kleine platform,
vanwaar uit het koord dwars door de geheele manége
tot een tweede platform gespannen was en hielp Mira
toen er op. Lewandowsky stond beneden en reikte
haar het Japansche scherm. Zij maakte dat open, leg
de het over den schouder en bewoog zich op de maat
der walsmuziek op het. koord voort. Zij kwam, zonder
een misstap te doen, of ook slechts het evenwicht te
verliezen, aan den tegenoverliggenden kant en draaide
daar dadelijk weerom. Toen zij weer naast Frangois
stond, fluisterde hij, voordat hij op liet koord trad
„Dat. was goed, ga zoo voort. Gij zijt zoo geheel ze
ker."
Hij wisselde zijn koorddansen af met kniebuigingen
en nederliggen, gaan zitten en weder oprichten, wat
het publiek zeer scheen te bevallen. Hij bleef op het
platform vis-a-vis haar staan en gaf haar een teeken
hem te naderen. Frangois wilde thans zijn meester
stukje volbrengen.
Mir.a was nu reeds in zijn nabijheid, hij strekte de
hand uit en trok haar dicht naar zich toe. Nu vatte
hij haar om de taille, zwaaide haar op zijn arm en de
kleine maakte zich stijf aLs een plank en liet zich dooi
den knaap over het koord dragen.
Dat was voor den krachtigen jongen, ofschoon zij
een teer, slank kind was, toch geen kleinigheid en het
bloed steeg hem geweldig naar het hoofd. Toen hij
juist de helft van den weg had afgelegd^ beefden hem
de knieën en, hij trachtte het in gevaar gekomen eve'n-
wicht, terug te krijgen. Hij wierp zich naar de rech
terzijde, dan naar de linker en weer naar de rechter;
daarbij had hij zulk een heftige beweging naar rechts
gemaakt, dat hij het evenwicht geheel verloor.
Mira bespeurde maar al te goed, hoe hij naar het
evenwicht zocht en tevergeefs zocht. Zij kwam zich
daar boven op zijn arm zoo hulpeloos, zoo oneindig
kulpeloo» rooi', ij d* oog*» sloot, »i»h op <i* lippen
rond.
O, God, zoude ik hem dat kunnen geven, hem,
dien Gij mij op mijn levenspad zond? Zal dit mij*
thuis zijn, bij lièm?
Mijnheer, ik heb de opdracht u te zeggen dat Dr.
Navier u lieden nog persoonlijk zijn bevinding komt
mededeelen, berichtte juffrouw Chaitlotte,
Dank u juffrouw, als de dokter komt laat u hem
dan dadelijk hi'er.
Rempelman verzonk wederom in gedachten. Hier
tegenover had' zij gezeten, het geluk wat hij zoo vurig'
hoopte. Morgen zoude zij antwoorden, maar lag in
hare woorden niet reeds eene toestemming? Lang
bleef hij bezig met zijn gedachten.
Zoo verdiept, Rempelman, ik wensch je geluk
met Jeu goeden afloop van het proces, hedenmorgen,
sprak. Dr. Navier, die was binnengetreden nadat hij
op zijn kloppen geen gehoor had gekregen.
Dank je, Navier, maar je komt! me toch niets,
vreeselijks mededeelen? Wat is het inet Anneke?
- Het spijt me, beste vriend, je te moeten antwoor
den dat een operatie dadelijk noodzakelijk is. Dez*
is niet zQnder gevaar, maar je krachtig kind' zal dez»
zeker kunnen doorstaan.
Ben je overtuigd dat zij anders niet gered kan
worden
Zij zal anders onherroepelijk blind worden.
Als een korte electrische stroom schokte het Rem
pelman door de leden, krampachtig drukte hij de schel.
Morgen kan ik, als je toestemt, het noodige da
delijk verrichten, verzekerde Dr. Navier.
Op het bellen was juffrouw Charlotte inttissehe*
met de kleine Anna binnengekomen.
Pa zal je morgen in den slaap van je pijn verlos
sen, Anneke, is dat goed?
De kleine sloeg haar armpjes om haar vaders hals
en kuste hem als antwoord.
Krijg ik een handje van je, kleine zus, morge*
beet en tot zichzelve zeide: „Laat er gebeuren wat er
wil, ik heb moed en ben geern lafaard."
Zij had die gedachten nog niet voltooid, of beiden
sloegen om en vielen neder. De goede Lewandowsky
had te laat gezien wat- er gebeurde en liet het dus na
de kinderen op te vangen.
„Dat doet echter pijn", dacht Mira en stond reed»
in het volgend oogenblik weder op hare voeten.
Frangois, die eveneens niets meer dan een blauw*
plek en aan hand en armen kleine ontvelling-en gekre
gen had, behoefde iets meer tijd van den schrik te be
komen. Ofschoon Mira hef hoofd van den val niet
weinig pijn deed, lachte zij toch; dat had Na tali na
haar geleerd altijd het publiek toe te lachen, al had
men zich ook een beetje pijn gedaan,
i Nu bestegen zij weer het platform, om het kunstje
opnieuw uit te voeren. De jonge koorddanser beefd»
nog van schrik over het geheele lichaam.
„Nu, heb geen angst, wij doen het ditmaal zeker",
fluisterde hij haar in, pakte haar krachtig aan en trad
op het. koord. Ein werkelijk, ofschoon hij weder een
weinig begon te waggelen, kwam hij thans zonder
verdere hinderpaal aan het. andere einde en de toe
schouwers konden aan 'hun bewondering niet genoeg
door handgeklap uitdrukking geven.
Mira haalde diep adem en maakte met Frangois een
buiging. Hij zeide droogweg: „het is altijd goed,
wanneer zooiets niet dadelijk gelukt, anders lijkt het
te gemakkelijk!"
De kleine knikte. Haar ware het echter liever ge
weest, wanneer zij het nummer zonder eenig incident
Jiad afgewerkt. Nu liep zij tot liet midden van liet
koord en hief het linkerbeen in de hoogte. O, hoe wan
kelde zij 1 Zij moest het nog eens nederzetten. Wat
zagen alle menschen haar aan! Nog.nooit had' zij dat
zoo gevoeld als juist op dit oogenblik. Het bracht
haar in de war en het was alsof een zware last haar
op de borst drukte. Maar zij wilde toch dapjicr zijn,
zij wilde aan hare pijnigers toonen, dat zij niet zulk
een onnutte eter was als madame Lewandowsky altijd
bew**rd*.
(Wordt vervolgd).