Iedere bezoeker van den win- kel op Zaterdagavond en Zon dag, kooper of geen kooper, ontvangt de officiëele Reclame Marsch piano, muziek en voor dracht met zang) GRATIS. Koopt Uwe Langestraat, Achterstraat Telef. Interc. 417. PROZA (Populaire Voordracht met Zang) m. «vaar-Li mij <Gur Maar o - v^T-a.L nxaav TUarAeus en Mier (om-mus voor tx KERMISCADEAÜX, V<nt Speelgoed Luxe Artikelen t*£iS «oor H. JANSEN i. Als u mij hier zoo voor u ziet, Zegt u, die is: mij bekend'; Nu waarlijk, u vergist u niet Ik ben een bekende vent. Men ziet mij hier, men ziet mij daiar, Maar altijd even net. Ik kom overal maar eens in 't jaar. k IIou dolveel van de pret. PROZA. r®(t' t: i® kollossaal (met verheffing) ik hen Drms, d.w.z. Jacobus Cornelis Hendricus, Prins, oom- hu ia V'0yageUr' rei21^er v'°or het Alkmaarsch W-aren- Wij verkoopen van alles: en nog wat. Ik heb' hier Rv. monsters van (zeer vlug sprekende) flesschen, schilderijtjes, glazen pennen, ansichten, pendules, klokken, borstels, pijpen, borden, potten, pannen, beel den kommen, schotels, pleisters, poppen, meubelen, boeken, lampen, spiegels, vorken, lepels, mesisen, enz' enz., enz. Overal word ik met open armen ontvangen omdat onze artikelen solide en billijk zijn, en ik. ik zing steeds1 maar lustig: REFREIN": Ik reis voor 't Warenhuis, die groote zaak, Die overal zoo'n reclame maakt. I Duizend artikelen in keus en keur, U ziet in mij een nette commies voyageur. II. Ik kwam laatst in een kleine stad, Ik moest er even wezen, Omdat men er een feestje had Ja voor de arme weezen. Men ziet, men kijkt, mem gaapt mij aan, Niemand begrijpt een nul. Ze dachten ik was een Tijke vent, En bepaald) een goede sul. PROZA. Sul, nu daargelaten, door rijk een dikke streep; ik ga onmiddellijk naar het gemeentehuis en laat me door den bode aandienen. En toen ik zedde dat ik Prins was, boog deze modelbode, als een onzer beste knipmessen. Zijn Edelachtbare was1 gekleed in gala- costuum toen ik binnen krwam. ,,Wat verschaft mij het genoegen", begon de Burgemeester, een bezoek van den Prins te mogen ontvangen?" Ik riep mijn jongens- met het monsterpak boven, open het, waaruit alle soorten artikelen van het Alkmaarsch Warenhuis rollen. „Maar meneer", riep de Burgemeester, „wat beteekent dat? Wie bent u?" Wie ik ben REFREIN: Laatst kwam ik op een groot soiree, Gekleed) als altijd net In een cabinet particulier, Zat ik met mevrouw Cviezet. Zij was gehuwd, dat wist ik wel, Ik knielde voor haar neer. Daar kwam haar man, een kolonel En die trok direct van leer. PROZA. A ha, riep hij, gij zult stervenIk.'. beefde over geheel mijn lichaam, uhebtzeker den verkeerde te pakken. ik neem bliksemsnel mijn monsterpak, open het, waaruit alle voorwerpen rollen. De kolonel wierp toen woedend zijn sabel aan mijn voeten en riep: „Kerel spreek op, wie ben je?" En ik, ik antwoordde meer dood' dan levend van angst. REFREIN: IV. Het Warenhuis geeft kinderen En grooten altijd pret. Een ieder naar de Bioscope Of het vliegterrein, zeer net. Reclame maakt een iedereen, Maar nog niet zooals wij Want komt er in Alkmaar iets nieuws, Wij zijn er dadelijk bij. PROZA- Ja zeker, reclame kun je en moet je maken, als het maar -een goede firma is van wie het uitgaat. En - dat onze firma als een der beste bekend' staat, is ze ker, en daarom stel' ik u voor allen mee te zingen: REFREIN: (Allen).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 7