DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van Houten's No. 207. Honderd en veertiende Jaargang. 1912. MAANDAG 2 SEPTEMBER. GOED en GOEDKOOP Gemeentelijke Hoofdcursus Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. is is vierkante bussen 1 gg„ 1.50 1^4 Kg. 0.4211 */<X - 0.801^0 0.18 BINNENLAND. GEEN ONVEREENIGBAARHEID HET GRAF IN DE RONDE LUTHEESCHE KERK. Rona Cacao TE ALKMAAR. Belanghebbenden, wordt bekend gemaakt, dat zij, die den gemeentelijken cursus voor hoofdakte te Alkmaar wen-schen té volgen, zich kunnen aanmelden tot den lOden Sept. e.k. bij den Directeur, den heer J. Medem- blik te Ursem, die gaarne bereid is nadere inlichtin gen te verstrekken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. L. VAN DER VEGT, lo.-Secr. ALKMAAR, 2 September. Het bericht over een keelaandoening van den Duit- schen Keizer men weet aan welke, kwaal zijn beide ouders zijn overleden! bracht in Duitschland deze week heel wat ongerustheid te weeg. Gelukkig bleek de ongesteldheid' van geringe beteekenis, de keizer kon weer van Wilheknshöhe naar Berlijn komen, de groote herfstmanoeuvres bijwonen en een groote redevoe ring houden tot de vertegenwoordigers der provincie Brandenburg en van de hoofdstad des rijks. „Ik hoop zoo zeide de keizer dat U graag en opgewekt hier gekomen zijt en niet, zooals die afge vaardigden der Mark tot keizer Segimund met ge gronde klachten en verzoeken om daadwerkelijke hulp. Want ik meen, dat wij met de tegenwoordige toestan den, ondanks de onvolmaaktheden welke nu eenmaal aan al het aardsche zijn verbonden, tevreden kunnen zijn. Tegen den overmoed van den vijand' en oorlog zuchtige aanvallen door een krijgsvaardig leger en een steeds sterker wordende vloot 'beschermd, kan in onzen goedgeregelden Staat de landman zijn akkers bebouwen, de koopman, de fabrikant en de ambachts man zijn werk doen en de arbeider zeker zijn van zijn welverdiend loon. Zij allen kunnen zich verheugen in de vruchten van hun arbeid en de geschenken onzer beschaving. Wie echter meent reden tot klagen te hebben, of wie nieuwe kracht en opgewektheid tot meer arbeid zij het voor eigen haard] of voor alge meen nut zoekt, blijve met mij af en toe even slaan en kijke terug op de tijden, dat het er niet als thans uitzag in ons vaderland. Tot zulk een terugblik biedt bet jaar 1912 met zijn gedenkdagen een goede gelegen heid. Het is immers 500 jaar geleden, dat burggraaf Erederik VI van Neurenberg zijn historische», tocht in de Mark ondernam. Welke beteekenis de eerste stap pen van een Ilohenzollern op den grond van dte Mark voor ons land heeft gehad staat ons bedien helder voor de oogen, wanneer wij de geschiedenis van Branden burg, den staat Pruisen en het Duitsobe rijk beschou wen; hoe hun gemeenschappelijke grondsteen vast op den bodem van de Mark staat. Ook in de toekomst zullen daarvan ben ik zeker de mannen van Brandenburg, wanneer Koning en aderland hen roepen, het eerste gereed zijn met den verre klinkenden kreet: „Mie gut Brandenburg alle- Wege.'' De mannen der Mark zijn met goed- en bloed hun marktgraven trouw gebleven en als de eiken uit deze streek hebben ze storm en weer getrotseerd en een stevigen steun in tijden van oorlog en vrede gevormd. Dat zulke mannen steeds voor mij en mijn huis be waard mogen blijven, en dat de eiken uit de Mark, de pijnboomen en het zand nooit verloren mogen gaan, daarop leeg ik mijn glas!" Een Berlijnsch blad geeft op deze redevoering eeni- ge critisehe aanteekeningen. „Dat de mannen van Brandenburg niet in het slot gekomen zijn, zegt het, om tot den keizer gegronde klachten en Verzoeken om daadwerkelijke hulp te rich ten, is zeker, immers de mannen van thans weten, dat een feestzaal in het koninklijk slot niet de plaats is, waar men klachten en bezwaren ter sprake brengt. Ten tijde van keizer Sigismund (14111437) dacht men anders over deze etiqu»tte-aang«legenh»den, maar des- tijd droegen de mannen borstharnas en ijzeren been beschermers, terwijl ze thans dansschoentjes en bril letjes dragen reden tot klagen is er echter nu even goed als toen en verzoeken om daadwerkelijke hulp zouden er in groote getale kunnen worden gedaan. Kracht en opgewektheid tot verderen arbeid waar krijgt de vermoeide, de zwaar belaste, ze in dezen moeielijken tijd van vleeschnood, onder deze door agrarische baatzucht en reactionnaire willekeur zoo slecht geworden tijden, ze vandaan? Het terugblikken helpt immers even weinig' als het kijken naar betere tijden, waarmede de Nordd. Allg. Ztg. de menschen troost. Of dte eiken en de pijnboomen niet tenslotte aanmerkelijk verminderd zijn, is een vraag, die bij de vele boscliverkoopingen door de regeering wel mag worden gesteld. Intusschen laten we deze vraag rusten. Dat het zand niet verloren gaat, gelooven we gaarne, maar het vleesch gaat verloren en wat helpt ons zand' als we geen vleesch hebben? Dooi' het Bran- denburgsche zand wordt dte honger evenmin gestild als door het zand der Nordd. Allg. Ztg., dat ons in het laatste nummer weer wordt opgediend, in den vorm van de bewering, dat de klachten over den vleeschnood het vleesch duurder maken. Ilebbeu dus de mannen, die aan den feestmaaltijd aanzaten, niet om daadwerkelijke hulp verzocht, het volk verzoekt er des te dringender om. Zal nu einde lijk de hulp verschaft worden?" Het dure vleesch en de holle woorden en leege han den der regeering ziedaar een dankbaar onderwerp voor de Duitsche pers. En voorstanders van protectie moesten in deze dagen maar eens de Duitsche bladen lezen, om te vernemen, hoe bij onze buren naar vrij handel wordt verlangd! Overigens is de rede van den Keizer weinig oor logszuchtig. Verleden jaar heerschte er ter gelegen heid van de Sedan-herinnering een geheel andere stemming in het Duitsche rijk en toen zou vermoede lijk een Wilhelm-rede geheel anders hebben geklon ken. Intusschen wij gaan 1913 tegemoet en dan zal keizer Wilhelm 25 jaar hebben geregeerd en op een kwart eeuw van vrede kunnen terugzien. Heeft een president van een universiteit in Californië niet reeds verklaard, dat aan den Duitschen keizer de No belprijs voor den vrede moest worden toegekend? Op het oogenblik vertoeft het hoofd van het mach tigste leger in Zwitserland, om daar de manoeuvres bij te wonen en met eigen aanschouwing te zien hoe eeu volksleger van een republiek zonder Pruisisch systeem" weerbaar wordt gemaakt. Verschillende Duitsche bladen meenen, dat het geen kwaad kan, waaneer de keizer zijn oogen in de „stille" republiek eens goed den kost geeft! De Fransche pers is tegenwoordig niet erg blijmoe dig gestemd, wanneer ze het over Marokko heeft. Reeds wordt allang niet meer gesproken over een „mi litair wandelingetje". Men ziet in, dat het een strijd is, die intusschen nog wel tien jaar kan duren en groote legermachten zal eischen. Frankrijk zou gauw even de toestanden in Marokko regelen maar het is er thans zoo mogelijk nog chaotischer dan ooit te vorenIn naam en in het 'belang van Europa zou Frankrijk er de orde herstellen, er handel en nijverheid tot bloei brengen. Maar alle belangen worden be dreigd, alle orde wordt verstoord, alle autoriteit ver nietigd. Nu weer is „president" El Iliba de groote man. Ilij is de baas in het Zuiden van het land en beheerscht zelfs de stad Marrakesj. Alle hoop der Franschen is gevestigd op generaal Liautey, doch die kan ook alleen niet alles. Hij heeft troepen 1100- dig in het moederland wil men graag niet al te veel missen, en heeft men ook niet te veel te missen, daar de befaamde negerlegioenen nog altijd slechts op het papier staan. Reeds in allen ernst wordt het denkbeeld aangepre zen, om het Zuiden van Marokko maar tot een zelf standig sultanaat onder El Hiba te maken en een Fransch bestuur naast hem te stellen. Dat is gemak kelijk doch natuurlijk weinig bevorderlijk voor Frankrijks prestige. Mocht men echter min of meer meester worden in Marokko, dan zal Frankrijk zich zeker wel laten beta len in Marokko een nieuwe bron van internationa le verwikkeling zal er dan weer zijn opgeweld. Over den vrede is deze week ook weer drul^ gespro ken men merkt overigens tegenwoordig niet dat er oorlog is. De onderhandelingen worden op Zwit- serschen bodem waarom niet op den grond, waarop een vredespaleis wordt gebouwd? gevoerd doch stipt geheim gehouden. Niemand moet zelfs weten, waar de onderhandelaars samenkomen. Waar alles zoo ge heim is, heeft het natuurlijk geen doel de „vredesvoor waarden" te vermelden, welke door verschillende cou ranten ziju medegedeeld, en welke misschien de proef ballonnetjes zijn, die moeten dienen om na t-e gaan uit welken hoek de wind' waait. Bovendien -het kan niet vaak genoeg worden her haald het is vooral de vraag wat men in Tripolis wil. Men schijnt daar den oorlogstoestand niet kwaad, zelfs zeer voordeelig en aangenaam te vinden en wan neer bij die Oostersche heeren de oorlogszuchtige gees ten eenmaal zijn opgewekt, brengt men deze niet gauw weer tot rust! Op de Balkau bleef de onrust voortduren. Turksch- Moutenegrijnsche grensgeschillen kwamen er weer en kele voor, er werden nota's gewisseld en de toestand blijft gespannen. Het Grieksohe gezantschap heeft bij de Porte een mondelinge nota ingediend, waarin de aandacht gevestigd wordt op incidenten aan de Griek- sche grens. Eu in Servië is een strooming, welke maar dadelijk aan Turkije den oorlog verklaren wil. Macedonië eischt zelfbestuur. Bovendien heeft de Porte in eigen land de handen vol. En de mogendheden beraadslagen. Als het hier maar niet gaat als met de bekende stad, die onder het beraadslagen verloren ging! DE BAKKERSWET. In eene Vrijdag' te Groningen gehouden vergadering van afgevaardigden van de verschillende bakkerspa- troonsverëhnigiugen in de prov. Groningen en Drente werd besloten ten sterkste te ageeren tegen de invoe ring van het drieploegenstelsel. HONDENWAGENS VOOR DEN POSTDIENST. Naar gemeld wordt, zullen bij wijze van proefneming voor het overbrengen ten plattelande van middelmatig zware vrachten, hondenwagens in gebruik worden ge nomen door den dienst der posterijen. De postboden, aan wie dte uitvoering van diensten per hondenwagen is opgedragen, zijn gehouden aan de bepalingen van eene ter zake vastgestelde instructie, waarvan hun een exemplaar zal worden ter hand gesteld. De brie vengaarders onder wier bevelen de postboden zijn ge steld, zijn met het toezicht op die diensten 'belast. (kemeugd nieuws. UIT DEN STORMNACHT. De Barnev. Crt. schrijft; Als een bewijs van groote grilligheid van den wind in den bekenden stormnacht kan dienen, dat bij' een landbouwer in het Garderbroek een zware eik was omgewaaid', die de aarde reeds zóó dicht genaderd was, dat zijn top door een volwassen mensob van den grond af kon worden aangeraakt. Plotseling echter draaide de wind en gierde de storm juist, uit den te- genovergestelden hoek. Met even veel gemak als het natuur-element eerst den boom had neergeworpen, richtte het hem nu weer op en thans staat de woud reus weer even recht, alsof hij zijn hoofd nog nimmer voor zijn sterken vijand gebogen had. Ook bij de Gebr. Hartman, te Kallenbroek, moet een boom een zelfde geval overkomen zijn. Naar „Zeelandia" verneemt, heeft II. M. de Ko ningin afwijzend beschikt op het adres van den heer H. A. van Dalsum te Hulst, waarhij hij verzocht een beslissing van de kroon, omtrent het zitting hebben van twee leden van Gedep. Staten van Zeeland in den raad van bestuur der Z. Vlaamsche Tramweg- Maatschappij, dat de heer Van Dalsum in strijd aclit met art. 57 der Prov. Wet. Aan den heer Van Dalsum is te kennen gegeven, dat er voor de tusschenkomst. der regeering in deze geen termen aanwezig zijn. DE GESCHAAKTE BARONES. De kwestie betreffende de geschaakte Hollandsche barones Van C., die te Ostende werd opgelicht, en in een krankzinnigengesticht opgesloten, is Zaterdag- voor de Brusselsche rechtbank behandeld. De advo caat der barones had een aanklacht ingediend tegen .de beide artsen, die haar ontoerekenbaar verklaard hadden. Voorts diende hij een klacht in wegens vrij- heidsberooving en verklaarde het bewijs te kunnen le veren, dat. de jongedame in het volledig bezit harer geestvermogens is. Het gerecht wilde dit bewijs ech ter niet accepteeren en verklaarde zich onbevoegd, daar het een administratieve zaak 'betreft. EEN KROKODlLLENNEST IN „ARTIS." Het nieuwe Reptielenhuis in „Artis-" heeft de ver wachtingen, die men er van koesterde, niet 'beschaamd. Hoe biologiseh-juist de inrichting van dit mooie ge bouw met zijn tropische moeras-flora en schilderach tige oever-bassins werd aangelegd, blijkt thans uit liet feit, dat de krokodillen er eieren gelegd) hebben op de bij groote reptielen in de natuur gebruikelijke wijze. Op den oever, voor het publiek onzichtbaar, heeft een der dieren des nachts een nestkuil gegraven onder de wortels van het suikerriet, en in dezen kuil - een plaats, waar dte aarde vochtig-warm -blijft, een aantal met een lederachtige schaal omkleede eieren begraven. Een kleine zand-aard-hoop aan dte oppervlakte toont de plaats, waar de eieren begraven liggen. Een dter groote Indische krokodillen de vermoedelijke moe der ligt veel in dte nabijheid) van het nest en snelt woedend toe, als men er zich dichtbij wagen wil. Het geval, dat nu toe in geen enkelen Zoölogischen Tuin werd waargenomen 1 belooft zeer interessant te wor den. Men zal nu wellicht kunnen constateeren, of liet waar is, dat de moeder-krokodil des nachts bij het nest waakt op het geluid, dat de jongen in de eischaal ma ken, wanneer zij volgroeid zijn, waarna de moeder ter stond de nest-kuil opgraven zou, om de jongen te be vrijden. In „Artis" verheugt men zich thans zeer met dit succes, iu het mooie en doelmatig gebleken Reptielen huis behaald. In verband met de aanstaande opening van een bij na 140 jaar oud graf in de Ronde Luthersche Kerk op verzoek eener Duitsche- familie,, die in dit graf stuk ken verwacht te zullen vinden, welke haar recht op een erfenis kunnen bewijzen, kunnen wij het volgende melden In 1761 overleed) te Amsterdam, zekere J. C. Brandt, en werd in de Ronde Luthersche Kerk begraven. Bij testament, opgemaakt ten overstaan van een notaris, vermaakte hij de eene helft van zijn vermogen aan het echtpaar Van Meurs, en de andere -helft aan een achterkleindochter, Hahu genaamd. Ten opzichte van laatstgenoemde werd het beding gemaakt, dat zij den leeftijd van 25 jaar moest hebben bereikt, en de Augs- burger geloofsbelijdenis moest heMie^ afgelegd. Het meisje stierf op jeugdigen leeftijd; het echtpaar Van Meurs riep allen op, die op het bewuste gedeelte dei- erfenis recht meenden te hebben, doch niemand meld de zich aan, waarop zij bij uitspraak van de Schepe nen-rechtbank te Amsterdam van 19 Juli 1793 als rechthebbenden werden erkend. Na dien. tijd] kwamen talrijke menschen opdagen, die rechten op de erfenis wilden doen gelden, doch zij konden hun verwantschap niet naar genoegen be wij zen. Reeds in 1826. heeft een- rechtskundige van naam te Amsterdam alle aanspraken van verwanten in de zijlinie als verjaard verklaard. Daar komt bij, dat de thans levende nakomelingen van het echtpaar Van Meurs niet eeu zoodanig ver mogen bezitten, dat van het instellen eener actie tegen hen weinig practisch resultaat te verwachten is, zoo dat, ook al levert de graf-opening iets op, het vermoe delijk de moeite en kosten niet loonen zal. (Hbld.) MELKKEURING TE BUS SUM. Te Bussum werd Vrijdag, naar aanleiding van ver schillende bezwaren tegen de huidige keuring- der melk besloten eene zoodanige regeling der monsterneming- te treffen, dat nu eens zal worden gelet op het vetge halte en het soortelijk gewicht der melk en dan meer op de bacteriologische samenstelling. In het eerste ge val zullen alle monsters in gewone flesschen worden overgegoten en worden gekenmerkt met een letter, zoodat de namen der leveranciers niet aan de onder zoekende firma Koning Mooy bekend zijn. In het tweede geval kan het vaatwerk, waarin de melk is vervat, niet worden geopend, zoodat alsdan de namen der leveranciers wel aan de scheikundigen bekend zijn, in zooverre die namen op het vaatwerk zijn aangege ven. UIT' DEN DIAMANTHANDEL. Over 't algemeen komt misbruik van vertrouwen in den diamanthandel weinig voor. Opmerkelijk is 't daarom, dat in de laatste paar weken niet minder dan drie gevallen van meer of min oneerlijk optreden be kend geworden zijn, gevallen die alle drie, naar men verzekerde, te wijten zijn aan het feit, dat dte algemee- ne handelstoestand voor dte kleinere diamanthande laars en commissionnalrsi in diamant reeds sedert een jaar ongunstig te noemen is. Over óén der gevallen kunnen thans nog- geen me- dedeelingeii worden gedaan. Het tweede geval betreft een commissi onna ir in diamant, te Amsterdam woonachtig, maar wiens te genwoordige verblijfplaats onbekend is. Hij had van verschillende personen diamant in commissie, naar schatting tot een bedrag van J 14.000. Eenige klei nere bedragen zijn opeisehbaar, maar tot. dusverre niet voldaan. Op grond) dat aan de beurs voor deu dia-1 manthandei algemeen bekond zou zijn, dat bedoelde commissionnair verkeert in den toestand van opge houden hebben te betalen, werd Zaterdagmiddag na mens een der schuldeischers zijn faillissement aange- vraag. Op die aanvrage zal nader door de Rechtbank beschikt moeten worden. Het 3de geval raakt een eveneens te A'd'am woon achtigen commissionnair in diamant. Ook zijn verblijf plaats is onbekend) en, naai* men vermoedt, is het be drag van zijn passief aanzienlijk groot er clan van den zooeven bedoelden commissionair. Men spreekt van ruim J 30.000. Reeds Zaterdag is een der schuldeischers tot gerech telijke maatregelen tegen dezen commissionnair over gegaan. (Hbld.) DE ANNEXATIEPLANNEN. Donderdagmiddag heeft te Haarlem een conferentie plaats gevonden tussehen Gedeputeerde Stalen en deu burgemeester van Amsterdam, jhr. mr. dr. A. Röell, alsmede den directeur van Publieke Werken aldaar, den heer A. W. Bos, ter bespreking van de kwestie der Amsterdamsehe grensuitbreid'ing. Mede in verband met de door de reg-eering ont worpen plannen ter verbetering van de spoorwegver bindingen, rondom de hoofdstad, werd! eenigén tijd' ge leden van de zijde van het Amsterdamsch Gemeentebe stuur de Amsterdamsehe grensverlegging- opnieuw bij Gedeputeerde Staten aanhangig gemaakt en gewezen op de dringende noodzakelijkheid, 0111 in de toekomst de gemeenten Watergraafsmeer en Sloten geheel, en Zaandam, Oostzaan, Buiksloot en Xieuwendum voor •en groot ex of kleiner gedeelte te annexeeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1