Alkmaarsche Courant. Damrubriek. Herhalingsonderwijs. Openbare Verkooping. Openbare Verkooping Uit de hand te koop te BERGEN Een Boerenplaats, Het Kind en de School. DE FUTURISTEN. Een eerlijk man. J. VAN DER VEEN, diverse perceelen Bouw land met water 2 perceelen Bouwland met water te BERGEN, 1 - - ADVERTENTIE N. Notaris te Alkmaar, Eene huismanswoningzoo goed als nieuw, met uitmuntend bouw en weiland, genaamd: „De Bokke- weid" en ..Akkerrietin den Oud burger polder aan de Voertlaan en de Zuidlaan te BERGENsamen groot 3 Hectaren 37 aren 30 cen tiaren. Mo. 313. Honderd en veertiende Jaargang'. 1912. ZATE BO AG 7 SEPTEMBER. HET SPEL I1ST DE OPVOEDING. I. Jean Paul Pried rich. Richter (17031825), meer bekend onder den naam van Jean Paul, gaf in 1806 een opvoedkundig werk uit, dat heden ten dage nog dubbel en dwars verdient gelezen te worden. Het heet Levaaia of leer der opvoeding. Het is opnieuw uitge geven in Reclam's Universalbibliotheek, of er een Hol landsche vertaling van bestaat1, is mij niet bekend. Het derde hoofdstuk uit dit boek behandelt de spe len der kinderen en daarin staan zooveel goede en mooie dingen, dat ik m'n beschouwingen in deze ar tikelenreeks daarmee wil openen. In de eerste paragraaf uit dit hoofdstuk geeft hij een korte indeeling aan van het spel. Hij onder1 scheidt le. Spelen met een ontvangende, opnemende, lee rende kracht. 2e. Spelen met een handelende, vormende kracht. 3e. Spelen waarin het kind behaaglijk ligt of zit en zoo vormen en tonen opneemt: bijv. als 't uit het venster ziet, in 't gras ligt, luistert naar andere kin deren. De beide eerste klassen kenmerken zich door een verschil in wezen. De eerste, de theoretische noemt Jean Paul hem, bestaat uit spelen, waarin het kind speelt om te leeren, om kennis te nemen van de dingen dezer wereld, 't Experiment, 't1 onderzoek is er het essentiëele van. „De kinderen hebben bijv. er groot plezier in, iets om te draaien, op te tillen sleutels in sloten of 't een of andere ding in een ander te steken deuren open en dicht te doen." Tot de tweede, de praktische afdeeling, moeten dan die spelen gerekend worden waarin het kind zijn overvloed aan geestelijke en lichamelijke energie ont laadt door fantasie en beweging'. Als behoorende tot het wezen van dit spel geeft hij dus aan een overvloed van geestelijke en lichamelijke kracht, die een weg tot- uiting' zoekt. Schiller was hem met deze theorie voorgegaan. In z'n zeven-en-twin tig'sten brief den laatsten over de aesthetische opvoeding van den menscb, een geschrift, dat in 1795 voor 't eerst verscheen, zegt deze: „Het dier arbeidt, wanneer het ontberen van iets de drijfveer voor zijn handelen is; het speelt, als rijkdom aan kracht deze drijfveer vormt, wanneer het overvloedige leven zich zelf tot handelen prikkelt." Dan wijst hij er verder op, hoe ook in het leven der planten een overvloed aan kracht en een gebruiken van die kracht boven het be slist noodzakelijke valt waar te nemen. In den boom vormen zich ontelbare kiemen, die niet tot ontwikke ling komen en hij vormt veel meer wortelen, takken en bladeren, dan voor de instandhouding van 't indi vidu en van de soort noodig zijn. En, zegt hij dan, wat de boom van zijn overvloed van kracht ongebruikt eu ongenoten aan het rijk der elementen teruggeeft, dat mag het Levende, dus ook de mensch, iu vroolijke beweging, in het spel, verbruiken. Spencer heeft later dit verder uitgewerkt en duidelijker bepaald, zoodat men deze theorie omtrent de wording van het spel wel de Schiller-Spencertheorie noemt. En we zien, hoe Jean Paul een tiental jaren, nadat Schiller zich aldus uitsprak deze zelfde theorie ook huldigt. En de twee de paragraaf vangt dan ook geheel in dien geest aan. In den beginne, d.w.z. in de eerste levensjaren, is het spel tegelijk het verwerkte overschot van de gees telijke en lichamelijke krachten beide. Karl Groos wijdt in het laatste gedeelte van z'n boek „Die Spiele der Menschen" over deze theorie uit voerig' uit, en hoewel hij toegeeft, dat overvloed aau energie zeker menigmaal de aanleiding tot het spel kan geven, meent hij toch, dat het allereerst moet worden beschouwd als een aangeboren drift, dus als een drang, die tot het wezen van het jonge menschen- kind behoort; welke drang voor het voortbestaan en de ontwikkeling een noodzakelijke en onmisbare factor is. En dit aangenomen, kan men dan tevens die over vloedige kracht van geest en lichaam, eigenlijk nog wel als overvloedig beschouwen, waar zonder die kracht de aangeboren speldrift veel minder wegen tot uiting zou kunnen vinden en dus het individu minder makkelijk gelegenheid tot ontplooiing gegeven zou zijn De volgende maal wil ik nog een definitie, die voor dertig jaar een Engelschman van het spel gaf, iai 't kort bespreken, om dan tot Jean Paul terug te keeren. COR BRUIJN. AAN DE DAMMERS. Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro bleem 198. Stand. I Zw. 4/10, 14, 15, 19/22, 27, 36. W. 23, 29, 30, 34, 35, 37, 38, 40, 43/46, 48/50. Oplossing. 1. 43—39 1. 19 28 2. 37—32 2. 28 37 3. 4842 3. 37 48 4. 38—32 4. 27 38 5. 4943 5. 88 49 6. 46—41 6. 36 47 7. 3025 7. 47 24 8. 34—30 8. 48 34 9. 30 19 9. 14 23 10. 40 16 10. 49 40 11. 25 1!! en wint, want de dam gaat op den volgen den zet verloren. Goede opl. ontvangen van de heeren G. Cloeck, D. Gerling', J. Houtkooper, J. K., G. van Nieuwkuijk, al- len te Alkmaar, S. Homan te Wijde-Wormer, II. E. Door BERNARD CANTER, Ten nauwste met de ontwikkeling' van de techniek hangt de ontwikkeling der kunst samen der.g*enen, die in de kunst het tijdelijke boven het eeuwige stellen, net impressionisme heeft zich geïnspireerd op de mo- '""■^t-photograiie. Nadat de stemmingskunst, aanvan kelijk met succes, de gewijde kunst, de kunst der wij- Ciing, had vervangen. Witsen, Breitner, Isaac Israeli hebben van de moment-photografie effecten geleerd. Ook deze tijd gaal voorbij. Er blijft van al die rich tingen altoos iets over het allersterkste. Dat wat te groot is om door de gaten van.de zeef van vader Tijd te vallen. E'n nieuwe richtingen verschijnen. Het cubisme kwam; tegelijk met het cubisme, het courtisanisme. De courtisane, die van uit Parijs de geheele wereld baar dracht voorschreef en zoo slaafs gevolgd werd, dat ge zonde, breedheupig-e Hoilandsche moeder-vrouwen, de dijen wegpenden in corset-pantsers, omdat ginds te Parijs, de vrouw die met een pop speelt in stede met een kind het is daar thans mode een heup-looze en hope-looze tevens figuur etaleerde, de courti sane rogeerde nu ook deze kun»t«naars, die het zede- Lantinga te Haarlem en H. J. Toepoel te Apeldoorn. DE INTERNATIONALE WEDSTRIJD TE ROTTERDAM. De groote strijd is gestreden. De vinnige kamp om het wereldmeesterschap is geëindigd en de jongste der deelnemers, de heer H. Hoogland Jr., bij velen on zer lezers bekend, heeft de hoogste «erepalm wegge haald. Hem is liet wereldkampioenschap, sedert 18 ja ren in handen van Weiss, ten deel gevallen. Aan Hoogland onze hartelijke gelukwensch. Hoogland heeft zeer zeker bewonderenswaardig ge speeld. Van de 18 partijen heeft hij er 8 gewonnen 9 remise gespeeld en slechts 1 verloren. De eindstand van den wedstrijd was: Hoogland 25 p. Battefeld 14 p. de Haas 24 p. Garoute 11 p Molimard en Weiss elk 23 p. van Wageningen 11 p. Bonnard 21 p. van den Broek 8 p. Fabre 20 p. Waren de eerste 6 elkander geducht op de hielen, 't verschil tusschen no. 6 en 7 is ineens 6 punten. Er zijn dus duidelijk twee groepen te onderscheiden. Van deze tweede groep heeft Hoogland alle partijen gewon nen. an de tegenstanders uit de eerste groep heeft hij echter geen enkeA? partij gewonnen, doch ook slechts 1 verloren. De kansen van Molitnard zijn vernietigd door de Haas, die Zondag beidé partijen van hem won. Na Zondag waren dan ook Hoogland en de Haas de eenige candidaten. Maandag verspeelde de Ilaas echter zijn kans, door op jammerlijke wijze van Garoute te verliezen. 't Is voor ons echter een eer, dat de eerste en twee de prijs door Nederlanders zijn gewonnen. Weiss heeft in de tweede helft schitterend gespeeld. Jammer dat hij in de eerste helft zoo sukkelde. Van de eerste 9 partijen haalde hij 8 punten en van de tweede 9, 15 punten (6 gew. 3 rem.) Fabre en Bonnard hebben getoond met de groot meesters op één lijn te kunnen staan. Battefeld heeft zich kranig geweerd, doch zakte in de tweede helft wat af. Garoute heeft Molimard en de Haas elk een partij afgewonnen en tegen Weiss twee remises gespeelt ITij is dus ook lang niet voor de poes. Van W. en van den Broek hebben zich dapper ver dedigd. UIT DEN WEDSTBIJD. In onze vorige rubriek schreven wij reeds over de mooie partij van Fabre tegen Molimard. Eabre maakte door een fraaie slagzet remise. Doch M. H. Hoogland, een broer van den overwin naar is gekomen en heeft laten zien, dat Fabre door een kleine wijziging had kunnen winnen en volkomen terecht. De lezer oordeele zelf. Partij uit de 6e ronde. labre (wit). Molimard (zwart.) Stand na den 38en zet van zwart. Fabre speelde als volgt: 39. 37—31 39. 26 48 40. 22 18 40. 13 22 41. 28 17 41. 12 21 42. 33—29 42. 24 42 43. 43—38 43. 42 44 40 49 44. 48 30 45. 35 2remise Maar als volgt had bij kunnen winnen 39. 37—31 39. 26 48 40. 22—18 40. 13 22 41. 28 17 41. 12 21 42. 32—28 42. 23 32 43. 38 27 43. 21 32 44. 43—38 44. 32 43 45. .33—29 45. 24 44 46. 40 38 46. 48 30 47. 35 2 en wint. Zeer zeker een heel mooie winst. I'abre kwaad op zich zelf. Molimard in zijn schik toen M. Hoogland dit had laten zien. In de volgende rubriek meer over den wedstrijd. Ter opl. voor deze week. Probleem 199 van L. van Blankenstein (Ouderkerk a/d IJsel.) Zw. 2, 4, 6, 8/10, 12, 15, 17/20, 23, 24. W. 16, 26, 27, 28, 32/35, 37/39, 42, 44, 50. Opl. voor of op 12 Sept, b. v. cl. blad. lijke voor het zinnelijke verwerpen. Sluijters, van Dongen, van der Hem, Max, zijn hovelingen van dit .cour." Het courtisanisme kan niet lang leven. Zijn kunst duurt niet langer dan een liaison. En hoe snel en hef tig zij het leven ook doorleefden, stemmings-kunste- naars, impressionisten, eubisten, courtisaniisten zij werden over-vleugeld door de futuristen, deze lieden, welke werkelijk de dingen zien uit de vogelvlucht. liet bioscoop-theater en de vliegmachine inspireeren hen. Men moet hen au sérieux nemen. Want er is methode in hun krankzinnigheid. En zelfs logica. „Wij willen de verachting van de vrouw aanprijzen," lieet het in hun manifest. Het moest er toe komen. Als de cour tisane tot inspiratrice wordt verheven, kan de weg tot verachting der „vrouw" niet lang zijn. Wat dan onder „vrouw" veistaan wordt. Zij zijn geen kunstenaars van het hart. Geen kun stenaars van de ziel. Zelfs, ondanks hun intelligentie, niet van bet brein. Maar zij zijn de kunstenaars van het oogdat is van het optisch bedrog. Anderen hebben^ door een temperament gezien. Zij zien door een prisma. Zij geven op hun doeken de speciaal- analyse van een lensati», 1 Langzaam was de man, die blijkbaar tot de arbei dende klasse behoorde, de breede, met' loopers belegde trap van het groote bankiershuis opgeklommen, en stond nu in zijn eenvoudige, netjes geborstelde Zon dag'sche .jas voor den bediende in blauw livrei, met zilveren tressen afgezet. „Ik zou graag mijnheer dien directeur even willen spreken", zei hij, en draaide den hoed' in zijn hand rond. „Wordt ge verwacht?" „Neen, ik kom om zoo te zeggen voor mijn eigen zaak. Of liever, in 't belang der bank." „Ja, beste vriend, dat zal' niet baten. De directeur heeft het bijzonder druk. Waarover moet ge hem spreken „Dat kan ik alleen den directeur zelf zeggen; cle zaak is van 't grootste gewicht." De bediende lachte. „Dat zegt ieder. Vandaag kan er in geen geval iets van komen. Meld' u schriftelijk aan." „Een eenvoudig werkman zooals ik, gaat niet zoo goed met pen en inkt om." ,,'t Is jammer, maar 't is anders niet- mogelijk." Toen liet cle bediende den werkman staan, die even wel den volgenden en den daaropvolgenden dag te rugkwam, zonder resultaat evenwel. Maar toen gebeurde er iets zonderlings; in de kluis van de bank, die met alle middelen der moderne tech niek gesloten was, lag- een briefje aan den directeur. Denzelfden middag" was de man er weer, stelde zich zelf als de schrijver van het briefje voor en werd' da delijk ontvangen. „Gij kent een onzer bedienden?" sprak de directeur, toen liet gesprek nauwelijks begonnen was. „Ik ken niemand, mijnheer." „Hoe komt dat briefje dan in de kluis?" „Ik ben hier gekomen om het u te vertellen. „Nu en. De directeur keek verbaasd op en glimlachte on- zich niet van zijn stuk brengen Hij aarzelde een oogenblik en zei teen: „Ik heb het er zelf neergelegd." Den directeur keek verbaasd! op en glimlachte on gel oovig. „Gij zult het me'nader moeten toelichten, want dat zal niet gemakkelijk gegaan zijn." „Dat is ook zoo, mijnheer de directeur, maar dat liet gelakt is, ziet u." „Ja, maar. „En, en daarom kom ik bij u; ik ben er al meer ge weest, maar men liet mij niet toe, en. „Ja, dat weet ik. „11 hebt daar beneden zeker heel wat waarde aan papieren liggen." „Stellig, maar. „Ja, ziet u, ik ben een eerlijk man en zou dat ook gaarne willen blijven." Nu begon de directeur met meer aandacht te luis teren. „Zoudt go willen zeggen, dat het u mogelijk zou zijn daar binnen te dringen en de bank te bestelen?" „Juist, mijnheer, dat wilde ik er mee zeggen." „Mooi. En mag ik u vragen hoe ge dat klaar denkt te spelen?" „Dat is juist mijn zaak, mijnheer, en als ik het u toevertrouw, zou ik ook wel een bewijs van uw welwil lendheid willen hebben. Dat is dunkt me billijk Want, ziet u, als daar beneden een inbraak gepleeg'd is, zult u ook wel een flinke som moeten vaststellen voor het ontdekken van den inbreker." „Zeker. De directeur was een en al attentie. „Maar, vervolgde de arbeider, „dat is het niet al leen. Als de zaak aan de groote klok komt, lijdt de goede naam van uw instelling toch ook schade." „Hm, -en daarom denkt ge. „Ja, daarom denk ik dat alles in stilte, zoo te zeg gen onder vier oogen, kan worden afgedaan, als ge be reid waart, mij een soort belooning' daarvoor te geven. Het ïm geen afdreiging, mijnheer de directeur, 't is een eerlijke zaak." „Ik.vat uw voorstel ook niet op als afdreiging. De vraag/ is maar, hoeveel' ge vraagt voor uw zoogenaamd geheim." De arbeider aarzelde een oogenblik en zei toen: „Vijf duizend gulden." „Zoo, zoo! dat is een aardige som." „Voor mij, ja, maar voor het bankiershuis zal het niet veel beteekenen." „Denkt ge?" „Stellig*; daar beneden ligt toch zeker honderdmaal meer." „Zeker. Maar hoe stelt ge u nu voor, dat we de zaak verder zullen regelen? Me d'unkt, de bank moet toch zekerheid hebben, dat- uw geheim zooveel waard is- En ik vermoed, dat ge het niet zult meedeelen vóór ge in het bezit van genoemde som zijt." „Heel eenvoudig, mijnheer de directeur. Ik heb u reeds een bewijs gegeven door cle wijze, waaTop ik u mijn brief deed toekomen. Ilc had! het me zóó voorge steld: u legt, zoo mogelijk zelf, want hoe minder er van weten hoe beter, de s6m in een omslag' in de kluis. Ik haal het geld en leg daarvoor in de plaats een teekening en een paar woorden ter verklaring, waarbij ik slechts "n voorwaarde stel: u laat de als gewoonlijk gesloten kluis niet anders bewaken dan tot nu toe gebruikelijk is." Na eenig nadenken stemde de directeur toe. „Afgesproken dus? Nog dezen nacht?" „Mij zou het den volgenden nacht beter schikken." „Gied." Daarmee was het onderhoud aIgeloopeu en de arbei der vertrok. ïfc 9f« 1 oen de directeur op den vastgesteldten morgen, nog voordat het overige personeel aanwezig' was, met den eersten kassier de lduis betrad, was het couvert met de 12.060 francs, dat hij er den vorigen avond had neergelegd, verdwenen, en in plaats daarvan lagen er De onpartijdige criticus is dat alles om 't even. Hij doet eenvoudig zijn plichthij dringt door in de bedoeliug' van den schepper en vraagt dan, of die be doeling duidelijk is gemaakt; of die duidelijkheid, schoonheid is. De rest, is voor hem van geen belang. Nu is het merkwaardig, dat ook onder de futuristen reeds echten en valschen zijn. Lieden, die 't meenen, die oprecht zijn en snobs, die navolgen. Die 't nieuw tje meedoen omdat zij zonder nieuwtje volstrekt niet zouden meedoen nergens. De oprechtste van allen lijkt ons Severini. Zijn Pan- Pan-dans in Monico o-p Montmartre is als formule uitdrukking zuiver. Men voelt heel goed, dat deze schilder wel wat anders zou kunnen. Dat hij een habiel teekenaar is. Men begrijpt ook, wat hij heeft willen uitdrukken. Het moest natuurlijk het nachtlo- kaal op Mo-ntmartre zijn-, met den indruk van het leven van de muziekkapel, de menigte, dronken van cham pagne, den perversen dans der danseuse, het gelach en den rijkdom van kleurenWant het parool is verachting van de „vrouw." Eh ietwat verder, in de kerk van le Sacré Coeur, zou hij geheel andere dingen gevonden hebben dan roe», perversiteit, zig'eunermu- riek en, de reek I j 41 •en korte brief en een teekening. Tevens echter bemerkten beiden, diat in het midden van de ruimte, die met groote tegels belegd! was, één der vloersteenen ontbrak; in de open ruimte hoorde men 't. geruisch van water. De beide mannen begre pen nu alles: voor enkele dagen was er een nieuw on- dergrondsch afwateringskanaal gemaakt, en dit liep onder het. bankgebouw door. Hoe dö arbeider dkt had bemerkt., begrepen zij niet, maar hij had er partij van getrokken. „Ik vind, dat de g*oede man zijn 12.000 francs ver diend heeft", zei de directeur tot den kassier en hij hield nog denzelfden dag een vergadering met den raad van administratie, waarin maatregelen werden getroffen, die den eenigszins ongewonen toegang tot de kluis onmogelijk maakten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het herhalingsonderwijs zal aanvangen: voor de jongens op Maandag O September a.s., des namiddagsJ 0 uur, in de 3e Gemeenteschool, aan den Koningsweg, en voor de meisjes op Woensdag 11 September d.a.v., des namiddags te 2 uur, in de Meisjesschool, aan de Oudegracht. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. L. VAN DER VEGT, 10. Secretaris. Alkmaar, 4 September 1912. is voornemens op DINSDAG 24 SEPTEMBER 1912, des avonds 6 uur, in het café „de Burg" van den heer D. Stam te NOORD-SCHARWOUDE, in het open baar te verknopen in de gemeente Noord-Scharwoude, aan en in de on middellijke nabijheid van den Winterweg,, gezamenlijk groot 2 H.A. 98 A. 40 cA„ benevens in die zelfde gemeente ten oosten van de Protestant- sche kerk, samen groot 34 A. 65 cA. en een perceel BOUWLAND en WATER in de gemeente Zuid- Scharwoude aan de Zomersloot, groot 38 A. 70 cA. Aanvaarding met Kerstmis 1912. De perceelen zijn in huur tot Kerstmis a.s. bij den heer Pieter Goudsblom Janszoon te Noord-Scharwou de. Inlichtingen worden verstrekt ten kantore van nota ris J. VAN DER VEEN, aan de Oudegracht 291 te Alkmaar, bij wien tijdig situatieteekeningen ver krijgbaar zullen zijn. in liet lokaal HILBRAND op DONDERDAG 1» SEPTEMBER 1012 l»i j opbod en op DONDER DAG 26 SEPTEMBER 1912 b« af slag, telkens 's voormiddags 10t/2 aar, ten overstaan van den No taris L. TOP, van Behoorende aan den heer W. ALDERLIESTE en te aanvaarden Kerstmis 1912. Op al de perceelen kan bekomen worden 60 0/0 op hypotheek tegen 41/2% rente. Inlichtingen te bekomen ten kantore van voor noemden notaris te Bergen. Het is niet zeggen niet gedaan maar doen is een ding. Wij doen wat wij zeggen, wij leveren U een naaimachine met 8 jaar garantie en men mag haar alle jaren geheel gratis laten schoon maken, 8 jaren lang. Voor 35 gld. een hagel nieuwe Handnaaimachine, het nieuwste model, met rond kokertje, ook op condities verkrijgbaar. Aan de Alk maarsche Naaimachinehandel van A. HILDE- RING, Zaadmarkt 66, Telef. 236. Speciale inrichting voor reparatie. De machines worden gehaald en weder thuis bezorgd. met SCHUUR, WAGENHUIS, BOOMGAARD en MOESTUIN, met circa 10 Hectaren uitmuntend WE1UAMB, 20 minuten gelegen van dorp en tram. Te bevragen bjj den eigenaar C. BOGTMAN Jbz., Russenweg, Bergen (N.-H 8JOERD YPMA, Ondegracht 210. Magaxiju Piano's, Orgels. Na Severini komt, Luigi Russolo. Hij is minder als teekenaar, sterker nog' als stylist, als consequent uit werker van het principe. Zijn „revolutie" is gezien van uit het mandje van een luchtballon, wellicht ook van uit de zitplaats van een vliegmachine. Men voelt hier voor dit schilderij duidelijk dat dit futurisme slechts een der vormen is van het symbolisme. Deze zoekt het bewegende punt van de beweging weer t» geven. Het formalisme dus ten slotte hetzelfde alleen de uitvoering anders. Want dit futurisme is óók een dogma. Dit is als appreciatie bedoeld. Anders hadden wij gezegd een .leus." Een leus duidt op een streven naar, een dog ma op het bestaan van een stelsel. Carra is de op de idee der anderen geïnspireerde. Zijn kunst lijkt mij perceptie. Dat zij allen leelijk van kleur zijn; ordinair van ti ets; zonder voornaamheid; fijn van zinnen maar grof van gemoed is natuurlijk gevolg. Slaven van het tijdelijke, hebben zij geen tijd om zich aan iets ge heel te wijden. Het doet er niet toe. Zij blijven als uiting van een moment, hoogst vermakelijk. Niet al leen era. de „madness"ook om de „method in it."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 9