Alkmaarsche Courant.
Damrubriek.
Herhalingsonderwijs.
Openbare Verkooping.
Openbare Verkooping
Uit de hand te koop te BERGEN
Een Boerenplaats,
Het Kind en de School.
DE FUTURISTEN.
Een eerlijk man.
J. VAN DER VEEN,
diverse perceelen Bouw
land met water
2 perceelen Bouwland
met water
te BERGEN,
1 - -
ADVERTENTIE N.
Notaris te Alkmaar,
Eene huismanswoningzoo goed
als nieuw, met uitmuntend bouw
en weiland, genaamd: „De Bokke-
weid" en ..Akkerrietin den Oud
burger polder aan de Voertlaan en
de Zuidlaan te BERGENsamen
groot 3 Hectaren 37 aren 30 cen
tiaren.
Mo. 313. Honderd en veertiende Jaargang'. 1912.
ZATE BO AG 7 SEPTEMBER.
HET SPEL I1ST DE OPVOEDING.
I.
Jean Paul Pried rich. Richter (17031825), meer
bekend onder den naam van Jean Paul, gaf in 1806
een opvoedkundig werk uit, dat heden ten dage nog
dubbel en dwars verdient gelezen te worden. Het heet
Levaaia of leer der opvoeding. Het is opnieuw uitge
geven in Reclam's Universalbibliotheek, of er een Hol
landsche vertaling van bestaat1, is mij niet bekend.
Het derde hoofdstuk uit dit boek behandelt de spe
len der kinderen en daarin staan zooveel goede en
mooie dingen, dat ik m'n beschouwingen in deze ar
tikelenreeks daarmee wil openen.
In de eerste paragraaf uit dit hoofdstuk geeft hij
een korte indeeling aan van het spel. Hij onder1
scheidt
le. Spelen met een ontvangende, opnemende, lee
rende kracht.
2e. Spelen met een handelende, vormende kracht.
3e. Spelen waarin het kind behaaglijk ligt of zit
en zoo vormen en tonen opneemt: bijv. als 't uit het
venster ziet, in 't gras ligt, luistert naar andere kin
deren.
De beide eerste klassen kenmerken zich door een
verschil in wezen. De eerste, de theoretische noemt
Jean Paul hem, bestaat uit spelen, waarin het kind
speelt om te leeren, om kennis te nemen van de
dingen dezer wereld, 't Experiment, 't1 onderzoek is
er het essentiëele van.
„De kinderen hebben bijv. er groot plezier in, iets
om te draaien, op te tillen sleutels in sloten of 't
een of andere ding in een ander te steken deuren
open en dicht te doen."
Tot de tweede, de praktische afdeeling, moeten dan
die spelen gerekend worden waarin het kind zijn
overvloed aan geestelijke en lichamelijke energie ont
laadt door fantasie en beweging'.
Als behoorende tot het wezen van dit spel geeft hij
dus aan een overvloed van geestelijke en lichamelijke
kracht, die een weg tot- uiting' zoekt. Schiller was hem
met deze theorie voorgegaan. In z'n zeven-en-twin
tig'sten brief den laatsten over de aesthetische
opvoeding van den menscb, een geschrift, dat in 1795
voor 't eerst verscheen, zegt deze: „Het dier arbeidt,
wanneer het ontberen van iets de drijfveer voor zijn
handelen is; het speelt, als rijkdom aan kracht deze
drijfveer vormt, wanneer het overvloedige leven zich
zelf tot handelen prikkelt." Dan wijst hij er verder op,
hoe ook in het leven der planten een overvloed aan
kracht en een gebruiken van die kracht boven het be
slist noodzakelijke valt waar te nemen. In den boom
vormen zich ontelbare kiemen, die niet tot ontwikke
ling komen en hij vormt veel meer wortelen, takken
en bladeren, dan voor de instandhouding van 't indi
vidu en van de soort noodig zijn. En, zegt hij dan,
wat de boom van zijn overvloed van kracht ongebruikt
eu ongenoten aan het rijk der elementen teruggeeft,
dat mag het Levende, dus ook de mensch, iu vroolijke
beweging, in het spel, verbruiken. Spencer heeft later
dit verder uitgewerkt en duidelijker bepaald, zoodat
men deze theorie omtrent de wording van het spel wel
de Schiller-Spencertheorie noemt. En we zien, hoe
Jean Paul een tiental jaren, nadat Schiller zich aldus
uitsprak deze zelfde theorie ook huldigt. En de twee
de paragraaf vangt dan ook geheel in dien geest aan.
In den beginne, d.w.z. in de eerste levensjaren, is
het spel tegelijk het verwerkte overschot van de gees
telijke en lichamelijke krachten beide.
Karl Groos wijdt in het laatste gedeelte van z'n
boek „Die Spiele der Menschen" over deze theorie uit
voerig' uit, en hoewel hij toegeeft, dat overvloed aau
energie zeker menigmaal de aanleiding tot het spel
kan geven, meent hij toch, dat het allereerst moet
worden beschouwd als een aangeboren drift, dus als
een drang, die tot het wezen van het jonge menschen-
kind behoort; welke drang voor het voortbestaan en de
ontwikkeling een noodzakelijke en onmisbare factor is.
En dit aangenomen, kan men dan tevens die over
vloedige kracht van geest en lichaam, eigenlijk nog
wel als overvloedig beschouwen, waar zonder die
kracht de aangeboren speldrift veel minder wegen tot
uiting zou kunnen vinden en dus het individu minder
makkelijk gelegenheid tot ontplooiing gegeven zou
zijn
De volgende maal wil ik nog een definitie, die voor
dertig jaar een Engelschman van het spel gaf, iai 't
kort bespreken, om dan tot Jean Paul terug te keeren.
COR BRUIJN.
AAN DE DAMMERS.
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem 198.
Stand. I
Zw. 4/10, 14, 15, 19/22, 27, 36.
W. 23, 29, 30, 34, 35, 37, 38, 40, 43/46, 48/50.
Oplossing.
1. 43—39 1. 19 28
2. 37—32 2. 28 37
3. 4842 3. 37 48
4. 38—32 4. 27 38
5. 4943 5. 88 49
6. 46—41 6. 36 47
7. 3025 7. 47 24
8. 34—30 8. 48 34
9. 30 19 9. 14 23
10. 40 16 10. 49 40
11. 25 1!! en wint, want de dam gaat op den volgen
den zet verloren.
Goede opl. ontvangen van de heeren G. Cloeck, D.
Gerling', J. Houtkooper, J. K., G. van Nieuwkuijk, al-
len te Alkmaar, S. Homan te Wijde-Wormer, II. E.
Door BERNARD CANTER,
Ten nauwste met de ontwikkeling' van de techniek
hangt de ontwikkeling der kunst samen der.g*enen, die
in de kunst het tijdelijke boven het eeuwige stellen,
net impressionisme heeft zich geïnspireerd op de mo-
'""■^t-photograiie. Nadat de stemmingskunst, aanvan
kelijk met succes, de gewijde kunst, de kunst der wij-
Ciing, had vervangen. Witsen, Breitner, Isaac Israeli
hebben van de moment-photografie effecten geleerd.
Ook deze tijd gaal voorbij. Er blijft van al die rich
tingen altoos iets over het allersterkste. Dat wat
te groot is om door de gaten van.de zeef van vader
Tijd te vallen.
E'n nieuwe richtingen verschijnen. Het cubisme
kwam; tegelijk met het cubisme, het courtisanisme. De
courtisane, die van uit Parijs de geheele wereld baar
dracht voorschreef en zoo slaafs gevolgd werd, dat ge
zonde, breedheupig-e Hoilandsche moeder-vrouwen, de
dijen wegpenden in corset-pantsers, omdat ginds te
Parijs, de vrouw die met een pop speelt in stede met
een kind het is daar thans mode een heup-looze
en hope-looze tevens figuur etaleerde, de courti
sane rogeerde nu ook deze kun»t«naars, die het zede-
Lantinga te Haarlem en H. J. Toepoel te Apeldoorn.
DE INTERNATIONALE WEDSTRIJD TE
ROTTERDAM.
De groote strijd is gestreden. De vinnige kamp om
het wereldmeesterschap is geëindigd en de jongste
der deelnemers, de heer H. Hoogland Jr., bij velen on
zer lezers bekend, heeft de hoogste «erepalm wegge
haald. Hem is liet wereldkampioenschap, sedert 18 ja
ren in handen van Weiss, ten deel gevallen. Aan
Hoogland onze hartelijke gelukwensch.
Hoogland heeft zeer zeker bewonderenswaardig ge
speeld. Van de 18 partijen heeft hij er 8 gewonnen
9 remise gespeeld en slechts 1 verloren.
De eindstand van den wedstrijd was:
Hoogland 25 p. Battefeld 14 p.
de Haas 24 p. Garoute 11 p
Molimard en Weiss elk 23 p. van Wageningen 11 p.
Bonnard 21 p. van den Broek 8 p.
Fabre 20 p.
Waren de eerste 6 elkander geducht op de hielen,
't verschil tusschen no. 6 en 7 is ineens 6 punten. Er
zijn dus duidelijk twee groepen te onderscheiden. Van
deze tweede groep heeft Hoogland alle partijen gewon
nen. an de tegenstanders uit de eerste groep heeft
hij echter geen enkeA? partij gewonnen, doch ook
slechts 1 verloren.
De kansen van Molitnard zijn vernietigd door de
Haas, die Zondag beidé partijen van hem won.
Na Zondag waren dan ook Hoogland en de Haas de
eenige candidaten.
Maandag verspeelde de Ilaas echter zijn kans, door
op jammerlijke wijze van Garoute te verliezen.
't Is voor ons echter een eer, dat de eerste en twee
de prijs door Nederlanders zijn gewonnen.
Weiss heeft in de tweede helft schitterend gespeeld.
Jammer dat hij in de eerste helft zoo sukkelde. Van
de eerste 9 partijen haalde hij 8 punten en van de
tweede 9, 15 punten (6 gew. 3 rem.)
Fabre en Bonnard hebben getoond met de groot
meesters op één lijn te kunnen staan.
Battefeld heeft zich kranig geweerd, doch zakte in
de tweede helft wat af.
Garoute heeft Molimard en de Haas elk een partij
afgewonnen en tegen Weiss twee remises gespeelt
ITij is dus ook lang niet voor de poes.
Van W. en van den Broek hebben zich dapper ver
dedigd.
UIT DEN WEDSTBIJD.
In onze vorige rubriek schreven wij reeds over de
mooie partij van Fabre tegen Molimard. Eabre maakte
door een fraaie slagzet remise.
Doch M. H. Hoogland, een broer van den overwin
naar is gekomen en heeft laten zien, dat Fabre door
een kleine wijziging had kunnen winnen en volkomen
terecht. De lezer oordeele zelf.
Partij uit de 6e ronde.
labre (wit). Molimard (zwart.)
Stand na den 38en zet van zwart.
Fabre speelde als volgt:
39. 37—31 39. 26 48
40. 22 18 40. 13 22
41. 28 17 41. 12 21
42. 33—29 42. 24 42
43. 43—38 43. 42 44
40 49 44. 48 30
45. 35 2remise
Maar als volgt had bij kunnen winnen
39. 37—31 39. 26 48
40. 22—18 40. 13 22
41. 28 17 41. 12 21
42. 32—28 42. 23 32
43. 38 27 43. 21 32
44. 43—38 44. 32 43
45. .33—29 45. 24 44
46. 40 38 46. 48 30
47. 35 2 en wint.
Zeer zeker een heel mooie winst.
I'abre kwaad op zich zelf. Molimard in zijn schik
toen M. Hoogland dit had laten zien.
In de volgende rubriek meer over den wedstrijd.
Ter opl. voor deze week.
Probleem 199 van L. van Blankenstein
(Ouderkerk a/d IJsel.)
Zw. 2, 4, 6, 8/10, 12, 15, 17/20, 23, 24.
W. 16, 26, 27, 28, 32/35, 37/39, 42, 44, 50.
Opl. voor of op 12 Sept, b. v. cl. blad.
lijke voor het zinnelijke verwerpen. Sluijters, van
Dongen, van der Hem, Max, zijn hovelingen van dit
.cour."
Het courtisanisme kan niet lang leven. Zijn kunst
duurt niet langer dan een liaison. En hoe snel en hef
tig zij het leven ook doorleefden, stemmings-kunste-
naars, impressionisten, eubisten, courtisaniisten zij
werden over-vleugeld door de futuristen, deze lieden,
welke werkelijk de dingen zien uit de vogelvlucht. liet
bioscoop-theater en de vliegmachine inspireeren hen.
Men moet hen au sérieux nemen. Want er is methode
in hun krankzinnigheid. En zelfs logica. „Wij willen
de verachting van de vrouw aanprijzen," lieet het in
hun manifest. Het moest er toe komen. Als de cour
tisane tot inspiratrice wordt verheven, kan de weg
tot verachting der „vrouw" niet lang zijn. Wat dan
onder „vrouw" veistaan wordt.
Zij zijn geen kunstenaars van het hart. Geen kun
stenaars van de ziel. Zelfs, ondanks hun intelligentie,
niet van bet brein. Maar zij zijn de kunstenaars van
het oogdat is van het optisch bedrog. Anderen
hebben^ door een temperament gezien. Zij zien door
een prisma. Zij geven op hun doeken de speciaal-
analyse van een lensati», 1
Langzaam was de man, die blijkbaar tot de arbei
dende klasse behoorde, de breede, met' loopers belegde
trap van het groote bankiershuis opgeklommen, en
stond nu in zijn eenvoudige, netjes geborstelde Zon
dag'sche .jas voor den bediende in blauw livrei, met
zilveren tressen afgezet.
„Ik zou graag mijnheer dien directeur even willen
spreken", zei hij, en draaide den hoed' in zijn hand
rond.
„Wordt ge verwacht?"
„Neen, ik kom om zoo te zeggen voor mijn eigen
zaak. Of liever, in 't belang der bank."
„Ja, beste vriend, dat zal' niet baten. De directeur
heeft het bijzonder druk. Waarover moet ge hem
spreken
„Dat kan ik alleen den directeur zelf zeggen; cle
zaak is van 't grootste gewicht."
De bediende lachte. „Dat zegt ieder. Vandaag kan
er in geen geval iets van komen. Meld' u schriftelijk
aan."
„Een eenvoudig werkman zooals ik, gaat niet zoo
goed met pen en inkt om."
,,'t Is jammer, maar 't is anders niet- mogelijk."
Toen liet cle bediende den werkman staan, die even
wel den volgenden en den daaropvolgenden dag te
rugkwam, zonder resultaat evenwel.
Maar toen gebeurde er iets zonderlings; in de kluis
van de bank, die met alle middelen der moderne tech
niek gesloten was, lag- een briefje aan den directeur.
Denzelfden middag" was de man er weer, stelde zich
zelf als de schrijver van het briefje voor en werd' da
delijk ontvangen.
„Gij kent een onzer bedienden?" sprak de directeur,
toen liet gesprek nauwelijks begonnen was.
„Ik ken niemand, mijnheer."
„Hoe komt dat briefje dan in de kluis?"
„Ik ben hier gekomen om het u te vertellen.
„Nu en.
De directeur keek verbaasd op en glimlachte on-
zich niet van zijn stuk brengen
Hij aarzelde een oogenblik en zei teen:
„Ik heb het er zelf neergelegd."
Den directeur keek verbaasd! op en glimlachte on
gel oovig.
„Gij zult het me'nader moeten toelichten, want dat
zal niet gemakkelijk gegaan zijn."
„Dat is ook zoo, mijnheer de directeur, maar dat
liet gelakt is, ziet u."
„Ja, maar.
„En, en daarom kom ik bij u; ik ben er al meer ge
weest, maar men liet mij niet toe, en.
„Ja, dat weet ik.
„11 hebt daar beneden zeker heel wat waarde aan
papieren liggen."
„Stellig, maar.
„Ja, ziet u, ik ben een eerlijk man en zou dat
ook gaarne willen blijven."
Nu begon de directeur met meer aandacht te luis
teren.
„Zoudt go willen zeggen, dat het u mogelijk zou
zijn daar binnen te dringen en de bank te bestelen?"
„Juist, mijnheer, dat wilde ik er mee zeggen."
„Mooi. En mag ik u vragen hoe ge dat klaar denkt
te spelen?"
„Dat is juist mijn zaak, mijnheer, en als ik het u
toevertrouw, zou ik ook wel een bewijs van uw welwil
lendheid willen hebben. Dat is dunkt me billijk
Want, ziet u, als daar beneden een inbraak gepleeg'd
is, zult u ook wel een flinke som moeten vaststellen
voor het ontdekken van den inbreker."
„Zeker.
De directeur was een en al attentie.
„Maar, vervolgde de arbeider, „dat is het niet al
leen. Als de zaak aan de groote klok komt, lijdt de
goede naam van uw instelling toch ook schade."
„Hm, -en daarom denkt ge.
„Ja, daarom denk ik dat alles in stilte, zoo te zeg
gen onder vier oogen, kan worden afgedaan, als ge be
reid waart, mij een soort belooning' daarvoor te geven.
Het ïm geen afdreiging, mijnheer de directeur, 't is een
eerlijke zaak."
„Ik.vat uw voorstel ook niet op als afdreiging. De
vraag/ is maar, hoeveel' ge vraagt voor uw zoogenaamd
geheim."
De arbeider aarzelde een oogenblik en zei toen:
„Vijf duizend gulden."
„Zoo, zoo! dat is een aardige som."
„Voor mij, ja, maar voor het bankiershuis zal het
niet veel beteekenen."
„Denkt ge?"
„Stellig*; daar beneden ligt toch zeker honderdmaal
meer."
„Zeker. Maar hoe stelt ge u nu voor, dat we de
zaak verder zullen regelen? Me d'unkt, de bank moet
toch zekerheid hebben, dat- uw geheim zooveel waard
is- En ik vermoed, dat ge het niet zult meedeelen
vóór ge in het bezit van genoemde som zijt."
„Heel eenvoudig, mijnheer de directeur. Ik heb u
reeds een bewijs gegeven door cle wijze, waaTop ik u
mijn brief deed toekomen. Ilc had! het me zóó voorge
steld: u legt, zoo mogelijk zelf, want hoe minder er
van weten hoe beter, de s6m in een omslag' in de
kluis. Ik haal het geld en leg daarvoor in de plaats
een teekening en een paar woorden ter verklaring,
waarbij ik slechts "n voorwaarde stel: u laat de als
gewoonlijk gesloten kluis niet anders bewaken dan tot
nu toe gebruikelijk is."
Na eenig nadenken stemde de directeur toe.
„Afgesproken dus? Nog dezen nacht?"
„Mij zou het den volgenden nacht beter schikken."
„Gied."
Daarmee was het onderhoud aIgeloopeu en de arbei
der vertrok.
ïfc 9f«
1 oen de directeur op den vastgesteldten morgen, nog
voordat het overige personeel aanwezig' was, met den
eersten kassier de lduis betrad, was het couvert met
de 12.060 francs, dat hij er den vorigen avond had
neergelegd, verdwenen, en in plaats daarvan lagen er
De onpartijdige criticus is dat alles om 't even. Hij
doet eenvoudig zijn plichthij dringt door in de
bedoeliug' van den schepper en vraagt dan, of die be
doeling duidelijk is gemaakt; of die duidelijkheid,
schoonheid is. De rest, is voor hem van geen belang.
Nu is het merkwaardig, dat ook onder de futuristen
reeds echten en valschen zijn. Lieden, die 't meenen,
die oprecht zijn en snobs, die navolgen. Die 't nieuw
tje meedoen omdat zij zonder nieuwtje volstrekt
niet zouden meedoen nergens.
De oprechtste van allen lijkt ons Severini. Zijn Pan-
Pan-dans in Monico o-p Montmartre is als formule
uitdrukking zuiver. Men voelt heel goed, dat deze
schilder wel wat anders zou kunnen. Dat hij een
habiel teekenaar is. Men begrijpt ook, wat hij heeft
willen uitdrukken. Het moest natuurlijk het nachtlo-
kaal op Mo-ntmartre zijn-, met den indruk van het leven
van de muziekkapel, de menigte, dronken van cham
pagne, den perversen dans der danseuse, het gelach
en den rijkdom van kleurenWant het parool is
verachting van de „vrouw." Eh ietwat verder, in de
kerk van le Sacré Coeur, zou hij geheel andere dingen
gevonden hebben dan roe», perversiteit, zig'eunermu-
riek en, de reek I j 41
•en korte brief en een teekening.
Tevens echter bemerkten beiden, diat in het midden
van de ruimte, die met groote tegels belegd! was, één
der vloersteenen ontbrak; in de open ruimte hoorde
men 't. geruisch van water. De beide mannen begre
pen nu alles: voor enkele dagen was er een nieuw on-
dergrondsch afwateringskanaal gemaakt, en dit liep
onder het. bankgebouw door. Hoe dö arbeider dkt had
bemerkt., begrepen zij niet, maar hij had er partij van
getrokken.
„Ik vind, dat de g*oede man zijn 12.000 francs ver
diend heeft", zei de directeur tot den kassier en hij
hield nog denzelfden dag een vergadering met den
raad van administratie, waarin maatregelen werden
getroffen, die den eenigszins ongewonen toegang tot
de kluis onmogelijk maakten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
het herhalingsonderwijs zal aanvangen:
voor de jongens op Maandag O September
a.s., des namiddagsJ 0 uur, in de 3e Gemeenteschool,
aan den Koningsweg, en
voor de meisjes op Woensdag 11 September
d.a.v., des namiddags te 2 uur, in de Meisjesschool,
aan de Oudegracht.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
L. VAN DER VEGT, 10. Secretaris.
Alkmaar, 4 September 1912.
is voornemens op DINSDAG 24 SEPTEMBER 1912,
des avonds 6 uur, in het café „de Burg" van den heer
D. Stam te NOORD-SCHARWOUDE, in het open
baar te verknopen
in de gemeente Noord-Scharwoude, aan en in de on
middellijke nabijheid van den Winterweg,, gezamenlijk
groot 2 H.A. 98 A. 40 cA„ benevens
in die zelfde gemeente ten oosten van de Protestant-
sche kerk, samen groot 34 A. 65 cA. en een perceel
BOUWLAND en WATER in de gemeente Zuid-
Scharwoude aan de Zomersloot, groot 38 A. 70 cA.
Aanvaarding met Kerstmis 1912.
De perceelen zijn in huur tot Kerstmis a.s. bij den
heer Pieter Goudsblom Janszoon te Noord-Scharwou
de.
Inlichtingen worden verstrekt ten kantore van nota
ris J. VAN DER VEEN, aan de Oudegracht 291 te
Alkmaar, bij wien tijdig situatieteekeningen ver
krijgbaar zullen zijn.
in liet lokaal HILBRAND op DONDERDAG 1»
SEPTEMBER 1012 l»i j opbod en op DONDER
DAG 26 SEPTEMBER 1912 b« af slag, telkens
's voormiddags 10t/2 aar, ten overstaan van den No
taris L. TOP, van
Behoorende aan den heer W. ALDERLIESTE en
te aanvaarden Kerstmis 1912. Op al de perceelen
kan bekomen worden 60 0/0 op hypotheek tegen 41/2%
rente.
Inlichtingen te bekomen ten kantore van voor
noemden notaris te Bergen.
Het is niet zeggen niet gedaan
maar doen is een ding. Wij doen wat wij zeggen, wij
leveren U een naaimachine met 8 jaar garantie en
men mag haar alle jaren geheel gratis laten
schoon maken, 8 jaren lang. Voor 35 gld. een hagel
nieuwe Handnaaimachine, het nieuwste model, met rond
kokertje, ook op condities verkrijgbaar. Aan de Alk
maarsche Naaimachinehandel van A. HILDE-
RING, Zaadmarkt 66, Telef. 236. Speciale inrichting
voor reparatie. De machines worden gehaald en weder
thuis bezorgd.
met SCHUUR, WAGENHUIS, BOOMGAARD en
MOESTUIN, met circa 10 Hectaren uitmuntend
WE1UAMB, 20 minuten gelegen van dorp en tram.
Te bevragen bjj den eigenaar C. BOGTMAN Jbz.,
Russenweg, Bergen (N.-H
8JOERD YPMA, Ondegracht 210.
Magaxiju Piano's, Orgels.
Na Severini komt, Luigi Russolo. Hij is minder als
teekenaar, sterker nog' als stylist, als consequent uit
werker van het principe. Zijn „revolutie" is gezien
van uit het mandje van een luchtballon, wellicht ook
van uit de zitplaats van een vliegmachine. Men voelt
hier voor dit schilderij duidelijk dat dit futurisme
slechts een der vormen is van het symbolisme. Deze
zoekt het bewegende punt van de beweging weer t»
geven. Het formalisme dus ten slotte hetzelfde
alleen de uitvoering anders.
Want dit futurisme is óók een dogma. Dit is als
appreciatie bedoeld. Anders hadden wij gezegd een
.leus." Een leus duidt op een streven naar, een dog
ma op het bestaan van een stelsel.
Carra is de op de idee der anderen geïnspireerde.
Zijn kunst lijkt mij perceptie.
Dat zij allen leelijk van kleur zijn; ordinair van
ti ets; zonder voornaamheid; fijn van zinnen maar
grof van gemoed is natuurlijk gevolg. Slaven van
het tijdelijke, hebben zij geen tijd om zich aan iets ge
heel te wijden. Het doet er niet toe. Zij blijven als
uiting van een moment, hoogst vermakelijk. Niet al
leen era. de „madness"ook om de „method in it."