DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het Circuskind. No. 214. Honderd en veertiende Jaargang. 1912. DINSDAG 10 SEPTEMBER. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk ft,-—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. MILITIE. Nationale Militie. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Wenschen met betrekking tot de inlijving. Oproeping in werkelijken dienst. ROMAN VAN PAULA BUSCH. BINNENLAND. ifmr i ii i.ui'i in,m i m i, D# BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter kennis van de lot-elingen der militie voor de lichting 1913 dezer gemeente, die niet bij den keu- ringsraaè of ter gelegenheid1 van bet in art. 76 van het M-ilitiebesluit bedoelde onderzoek hunne wenschen met. betrekking tot de inlijving hebben kenbaar ge maakt, dat zij alsnog ter gemeente-secretarie alhier, vóór 10 OCTOBER a.s. van bedoeld» wenschen kun nen doen blijken. Alkmaar, 2 September 1913. De Burgemeester voornoemd, O. ripping. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast, krachtens bekomen aanschrijving, den onder- staanden verlofganger van de lichting 1912, die niet dadelijk na zijne inlijving tot eerste-oefening in wer kelijken dienst is gesteld en binnen deze gemeente in het register van verlofgangers der Nationale Militie is ingeschreven, om zich bij zijn korps te vervoegen, ten einde tot eerste oefening- in werkelijken dienst over te gaan als volgt: 4e Regiment Veld-Artillerie, garnizoen Ede, 1 Octo ber 1912, 's nam. vóór 4 uur: JOHANNES NICO LA AS HELSLOOT. oor zooveel de milicien door ziekte of om eene andere reden niet tot den werkelijken dienst kan overgaan, wordt bij verzocht daarvan vóór het tijd stip voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie mededeeling te doen. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. Alkmaar, 9 Sept. 1912. 26) o „O neen. Het kind heeft hem gesmeekt haar te red- don. Maar is het niet jammer, zulk een jong, talent vol kind bij zulk een man te laten, die met haar zijn nummer opsmukt? Kan zoo'n kerel voor het welzijn van een kind opkomen?" Zwijgend' zat madame Favre daar en scheen ernstig over hol moeilijke geval na te denken. Plotseling' ver in alt zij de stilte. „Maar in zulk een onaangenamen toestand komt men, tegenover die lieden, de Lewan- dowsky's, wanneer de zaak ruchtbaar wordt! Met dien 1 etroff zouden wij het wel klaar spelen, maar de Le- wandowsky's hebben andere aanspraken." „Die hebben in het geheel geen aanspraken meer!" zeide de oude vrouw. „Lieden, die een kind zoo. toege takeld hebben, die hebben zich stil te houden! Ik ïeb gezien, hoe de kerel het kind op dien eenen avond waarop zij hier opgetreden zijn, in het geheim de kui ten met zijn nagels tot bloedens toe geknepen heeft, en de vele blauwe plekken en litteekens op het kleine, magere lichaam zijn bewijzen genoeg- voor zijn ruw heden, „Maar het is toch een moeilijke zaak, beste, goede iompsen. Van zulke dingen moet men op een afstand blijven, toch heb ik veel medelijden met het kind. W eet je wat, ik zal er met mijn man over spreken." Juffrouw Tompsen stond langzaam op. „Ile'b' er- bartning met bet arme, kleine verweesde meisje. Ik Weet mij niet anders te helpen dan om raad te smeo- ken." „Het geval is niet zoo gemakkelijk als gij gelooft maar ik zal mijn best doeü, als mijn inan. even denkt als ik", zeide madame Eavre, Met een licht hart ging juffrouw Tompsen de wen teltrap. weder af. Zooals zij haar directrice kende, zou de even verstandige als goede vrouw wegen en middelen vinden om haar lieveling te helpen. Zij had tot nu toe ieder men ach' geholpen, wiens ellende zij ALKMAAR, 10 September. Eenig-e weken geleden werden wij in de Belgische Ardennen getroffen door een merkwaardig bordje. Het was geplaatst aan een mooien, breeden, niet al te zeer hellenden rijweg. Een rond plankje was het, er stond een auto op geteekend en daaronder was te le zen: „autos, motos et velos ralentlr 8 K.M. a l'heure." Auto's, motorfietsen en gewone rijwielen mochten in die gemeente dus met geen grooter snelheid rijden dan 8 K. M. per uur, dus nog' niet eens anderhalf maal zoo snel gaan als een voetganger! Die gemeente moest zeker wel het dorado zijn voor alle tegenstanders van het snelle verkeer op den open baren weg. 8 kilometer toch lijkt wel de geringste „snel lieid waartoe men de motorrijtuigen en gewone rijwielen kan dwingen. Zooals bekend is, kan in ons land ten aanzien van wegen binnen bebouwde kommen der gemeenten ook een maximum-snelheid worden voorgeschreven, doch deze mag niet beneden tien kilometer per uur gaan (in de gemeente Alkmaar is deze maximum-snelheid in de kom gesteld op 14 K.M.). Maar het maximum van 8 K.M. gold niet slechts voor de kom, doch voor de geheele gemeente. Een dergelijke snelheid, waar door de vrijheid of Veiligheid van het verkeer op den weg in gevaar wordt gebracht, kan gemakkelijk wor den geconstateerd. Een politie-agent zou bijv. kun nen verba-Hsjeeren, wanneer hij de auto in looppas niet een eind kon bijhouden. Wat wil men meer? De eerlijkheid gebiedt evenwel te erkennen, dat de fietsers in deze Belgische gemeente zich hoegenaamd niets aan de beperkende bepaling stoorden. Mogelijk luidden zij vrijstelling gekregen het was dien dag een der Zondagen, waarop een wegwedstrijd door Bel gië werd gehouden - maar in elk geval jakkerden de fietsers met verbazingwekkende snelheid de hellingen af, zoodat ze zeer groot gevaar voor voetgangers en bezadigder wielrijders opleverden De beperkende bepaling bestond echter en bij over treding zou er gestraft kunnen worden. Wij gelooven den verdediger in een strafzaak hierterstede ten spijt! dat een dergelijke aanzienlijke snelheidsver mindering, met name voor auto's, ook hier door talloo- zen zou worden toegejuicht. Wellicht zouden zeer ve len nog verder willen gaan en uit overweging-, dat de openbare weg nog' niet ingericht en niet geschikt is voor het auto-verkeer en dat dit verkeer daar veel ge vaar oplevert voor den voetgang-er en den rijtuigbe stuurder, het rijden van auto's geheel of anders dan op speciale wegen, willen verbieden. Men versta ons wel wij zouden een dergelijke uitsluiting niet gaar ne voor onze rekening willen nemen. Maar dat velen dit wel en zelfs gaarne zouden doen, staat vast. Eu dat zulk een algeheel verbod niet zoo onmogelijk is als het wel lijkt, leeren de prospectussen voor het Zwit- Men vindt daarin n.l. een nieuw woord voor een nieuw begrip. Tot dusverre werden met eigen oogen gezien en begrepen had, waarom zou zij ditmaal niet evenzoo handelen? Hedenavond zou Mira voor de eerste maal als help ster van Petroff voor het publiek optreden. Den ge- neelep namiddag had zij, terwijl haar heer en meester sliep, met Thomas op de corridor gezeten en naar elke handreiking en beweging, welke zij hedenavond had te doen, geïnformeerd. Gelijk al het nieuwe een geheel bijzondere bekoring op het kind uitoefende, verheugde zij zich ook thans op dezen avond, waarop zij met zulk een voor haar ongewone prestatie voor het publiek zou treden. Haar rose eostuumpje had zij hedennamiddag reeds aan juffrouw Tompsen gebracht, om het op te fris- schen, daar het in de doos tijdens de reis zeer in de knel; had gezeten. Zij had haar ook beloofd haar he denavond netjes aan te kleeden. De heer Petroff was den ge he el en dag" reeds wat knorrig' geweest, een ei genschap, die Mira bij hem in het geheel niet zou ge zocht hebben. Nu kwam hij uit zijn kamer en sprak lbomas onvriendelijk aan: „ik ga nu naar het circus, kom mij na! En daarbij maakte hij reeds de corridor- deur achter zich dicht. Thomas zag- hem hoofdschuddend na. „Wat scheelt mijnheer toch. Hij moet werkelijk ergernis hebben, anders is hij niet zoo. Hedenmorgen die brief uit Am sterdam, die zal het wel zijn." Een kwartier later zat Mira reeds voor een kleinen spiegel van de kleermakerij, waar juffrouw Tompsen het kind kleedde. Zij had voor haar daar, met toe stemming van de directrice, een apart hoekje gereed gemaakt, zoodat zij zich niet in de groote ballet-kleed kamer behoefde aan- en uit te kleeden. „Nu hoe be valt het je bij Petroff vroeg de oude vrouw aan Mira. „O veel beter dan bij de Lewandowsky's. De oude Thomas is een goed man." Zij was eindelijk gereed en kon uitgaan. Petroff stond ook reeds in zijn smoking- op de zadelplaats en scheen het kind te wachten, „Zooals gij mij heden morgen geholpen hebt, zoo. doe het ook nu. De hoofd zaak bij ens is kalmte »n *1» ik later het ichorm om als aanbevelingen voor deze streek opgegeven: idylli sche ligging, schoone natuur, mild klimaat, interessan te spoorwegen, geneeskrachtige bronnen en baden, ma tige prijzen enz. Maar thans is er nog- iets bijgeko men: au t omob i lf rei. En dit laatste reclame- middel heet meer te hebben ingeslagen dan alle ande re. Het- vreemdeli-ngenbezook moet in Engadin nooit zoo groot geweest zijn als sinds de wegen voor alle auto's zonder onderscheid verboden zijn. Nu zal het den lezer duidelijk zijn, hoe het komt, dat in de recla me-advertenties van het Brauwbunderland geen en kele* maal van auto-garages, daarentegen wel van „stofvrije wegen" wordt gesproken. Het schijnt, dat een dergelijk verbod ook elders wordt gewenscht. Tyrol bijv. moet jaloersch zijn op Engadin. Wel is de bewe ging voor een algemeen auto-verbod daar nog niet krachtig genoeg, doch zij moet bij den dag aanhangers winnen. Jaren zijn er noodig geweest, om daar de auto's in het verkeer te krijgen, doch thans heeft men er meer en meer genoeg van. Men dacht dat de auto' liet vreemdelingenverkeer en daardoor de bronnen van inkomsten zouden doen toenemen, doch men is bedro gen uitgekomen. De plaatsen, gelegen aan drukbe- tufte wegen, verliezen hun pensionsgasten. De stof- plaag verdrijft de voetgangers. De hotels, waarin vroeger de reizigers overnachtten, staan leeg, want in twaalf uur jaagt men door de Dolemieten van Toblach naar Bozen. De voetgangers komen weer in eere en steeds sterker wordt de leuze aangeheven: „Tyrol automobiel-vrij." En die leuze zal elders, waar men het van pension-gasten moet hebben, wel spoedig weerklank vinden! CHOLERA TE BATAVIA. De correspondent van de N. R. Cf. te Batavia seint: Batavia is door cholera besmet verklaard. DOCTOR A. KUYPER's ONTSLAG ALS KAMERLID. Li „De Standaard" van gisteravond komt de mede- teeling voor, dat door dr. Kuyper, Kamerlid voor Om men, ontslag als zoodanig is genomen, en bericht hier van aan Binnenlandsche Zaken ingezonden. Aan den Voorzitter van de Centrale Anti-Rrevoluti- onnaire Kiesvereeniging in het, district zond hij hier van mededeeling in het: liier volgende schrijven: 's-Gravenhage, September 1912. Hooggeachte Heer Voorzitter, Ingevolge mijn laatste 'schrijven zou ik in de eerste weken van September in het district zijn opgetreden, om het zoo gewenschte contact met mijn district le vendig' te houden. Thans echter moet ik U tot mijn leedwezen mededeelen, dat een schrijven aan den Mi nister van Binnenlandsche Zaken-, waarbij ik mijn ont slag nam als- Kamerlid, dat op lieden door mij is ver zenden, deze toezegging vanzelf doet vervallen. Inzage van de twee medische adviezen, waarvan ik afschrift hierbij voeg, zal het U duidelijk maken, waar om ik nu reeds tot dezen stap moest overgaan. Toen ik in April j.l. te Utrecht mijn jubileum als je zet, dan weet gij toch", zeide hij fluisterend. Ook wilde Petroff niet in de arena werken, maar op het iets liooger gelegen tooneel, en. dat was Mira nog iets heel bijzonder nieuws en aantrekkelijks. Daar j boven zou zij dus hedenavond helpen goochelen. Nu stegen Petroff, Thomas en Mira dezelfde wen teltrap op, welke juffrouw Tompsen op dien dag naar liet magazijn opgeloopén was, om op het tooneel te komen. Daar stond reeds de met zwart gedekte tafel, j waarop Thomas de in een mand zich bevindende too- vcr voor werpen ui tst a 1de. Daar stonden ook het zwarte geheim en de kist, waarin M ira opgesloten zou worden, die dan met dubbele grendel gesloten werd en waaruit zij daarna toch kwam, tot groote verbazing van de toeschou wers. Nu werd er gebeld en liet gordijn werd opge trokken. Mira overviel een eigenaardig gevoel, toen zij een buiging maakte voor het publiek. Wachtend stond zij op den achtergrond en zag de prestaties van baar meester aan. Uit zijn hemdsmouwen liet hij ein- deiooze guirlandes komen en wikkelde die Mira, die op een wenk van hem bij hem kwam, om den hals.Dan reikte de kleine hem een kooi met de kanarie, die nu plotseling in zijn hand verdwijnen moest. Nu kwam een konijntje aan de beurt en ook dit verdween op geheimzinnige wijze, zoodat zelfs Mira, die nu de kis ten niet de dubbele bodems en de volle en holle dobbel- steenen had leereu kennen, zich verbaasde. Ach en nu was zij aan de beurt. Petroff wendde zich tot de toeschouwers met de woorden: „Geëerde dames en heeren! Ik verzoek iemand uit uw midden hier te komen en zich van deze soliede houten kist te overtuigen. Ik zal het kleine meisje daarin sluiten, en in drie a vijf minuten zal zij er weer uitkomen." Hij boog even, en er kwamen drie heeren op liet tooneel, om de werkelijk soliede houten kist Van alle zijden te betasten en aan te zien. Maar waarom hielden deze lieden de verdere prestaties van "etroff op? Zij wisten toch zeer precies, dat het zwendel was, en dat zij voor de vrijbiljetten den mond hadden te houden, al ontdekten zij ook een en ander aan dezen koffer. Mira maakte opnieuw een buiging en steeg in de kist, waarin zij zich behoedzaam nederzette. De dek- el ward bovan haar hoofd dichtgeslagen, #n tws» k®a Standaard-redacteur vierde, was mijn gehoor, dank zij I de goede hulp mij door dr. Ekker verleend, in die mate weer bijgekomen, dat ik den moed herkreeg, om al thans tot- do eerstvolgende stembus in dienst te blij ven, en misschien zelfs mij nog voor de komende be handeling van de Grondwetsherziening beschikbaar ta stellen. Sinds echter week die ingetreden beterschap bijna geheel, en uit dien hoofde mag ik niet langer een post blijven bezetten, dien ik niet meer naar be- hooren waarnemen kan. Vooral nu beide artsen mij verzekerd hebben, dat de inspanning, die het luisteren met een gebrekkig gehoor kost, dit g'ehoor gaandeweg kan verslechteren, voel ik mij pliysiek onbekwaam om mijn mandaat ook maar eenigermate naar eiseh te blij - ven waarnemen; en dit te meer bij het terugdenken aan het lot dat mijn vader ttof, die op mijn leeftijd len slotte stokdoof werd, en zich van allen omgang ert verkeer zag uitgesloten. Van achteren bezien, gevoel ik zelfs, dat ik beter had gedaan, in 1909 het mandaat niet aan te nemen, daar ik, van allen afdeeling-s- en commissorialeu arbeid door mijn gehoor uitgesloten, slechts op zeer gebrekkige wijze aan den arbeid dei- Kamer kon deelnemen, en bij de openbare beraadsla ging, zoodra de debatten een e.enigszins acuut karakter aannamen, mij geheel buiten staat gevoelde ze te volgen of er aan deel te nemen. Ik bied aian de kiezers van Ommen hiervoor mijn verontschuldiging aan, en gevoel juist daarom te meer behoefte, om bij het schei den èn de kiesvereenigingeu èn de kiezers te hartelij ker dank te zeggen voor het vertrouwen, tot tweemalen toe bij de stembus in mij gesteld. Ik mag' u wel verzoeken, dit- schrijven ter kenniss» van de kiezers te willen brengen, terwijl ik, niet het minst u persoonlijk dankzegg-eud voor uw steeds mij verleende genegenheid, met de meeste hoogachting blijft, enz. Bij dit schrijven zijn geneeskundige verklaringen overgelegd. Dr. Felix Pause te Dresden schrijft daarin o.a.: »In e'k geval is het m. i. buitengesloten, dat Zijne Excellentie Kuyper nog verder als afgevaardigde werkzaam zou kunnen zijn, vooral niet in een leidende positie als partijchef, overmits het hem volstrekt on mogelijk is bewogen debatten te volgen. Ee.n eu ander zou niet alleen ongunstig op zijn gehoorlijden inwer ken, maar ook vergezeld g-aan van een nadeeligen in vloed op zijn geheelen toestand." Prof. dr. Kraft van het Sanatorium Weisser Hir-sch bij Dresden, schreef aan dr. Kuyper o.a. het volgende: „Uw gevoel van verantwoordelijkheid is te groot, om u het gebrek in uw gehoor, in zulk een positie als de uwe is, voortdurend te doen dragen, zonder dat een bang- gevoel van twijfel1 in u opkomt, of gij nog het recht bezit om zulk een positie ter blijven innemen. Daar nu hieruit, een strijd tusschen eigen plichten en den wensch van uw partijgenooten geboren wordt, moet de geneesheer u een categorisch „Tot hiertoe en niet verder!" gebiedend toeroepen. Gij zult ook buiten de Tweede Kamer uit den schat van Uw kennis en ervaring nog i'n zoo rijke mate de kunst verstaan om in woord eu schrift van het Uwe ten beste te geven, dat niemand van U vergen kan of mag, dat Gij de juiste waarde van Uw levenswerk in gevaar zoudt brengen, dóór niet tc rekenen met het OEomstootelijke feit, dat een toenemende verzwakking van Uw gehoor U onverbiddelijk uitschakelt uit zulk een positie, waarvoor een goed1 gehoor als conditio sin qua non gebiedend gevorderd wordt." ren uit het publiek sloten met een werkelijken sleutel den koffer op twee plaatsen. Nu plaatsten Petroff en Thomas het zwarte scherm er om, en de goochelaar zag op het horloge. Mira had het zeer warm in haar koffer en vooral nu zij met- handen en hoofd de zijwanden van den koffer, die hol en in een andere kist geschoven was, los maak te. Het duurde heden langer dan anders en het werd haar steeds angstiger te moede. Ach, heden kon zij de wanden bijna niet los krijgen. Nu knielde zij in den koffer neder en trachtte nogmaals met. alle kracht de bovenste kist op te heffen, zij had het toch reeds veertig-maal geprobeerd- en telkens was het baar ge lukt. En zie, thans lichtte zich de deksel met de holle zijwanden als een hulsel van de staan blijvende onderste kist af, steeds een beetje meer, hoe hooger Mira hem bij het opstaan opschoof. Nu had zij het hulsel geheel opgeheven, klauterde er uit en sloot de deksel weer over de kist. De zijden pasten juist in de holle wanden en nu zette zij zich gemoedelijk op den koffer en klapte in de handen. In bet volgende «ogenblik werd ook reeds 't scherm weggenomen en Mira vertoonde zich aan het publiek, dat in verbazing was en aan de heeren, die haar opge sloten hadden. Zij schudden de hoofden, openden op Petroff s uitnoodiging den koffer met denzelfden sleutel en vonden alles onveranderd als vijf minuten geleden. Deze prestaties vormde de clou van het werk van Petroff en nadat hij met het kleine meisj'e voor het jubelend publiek gebogen had, daalde zij weer de wen teltrap af. Beneden wachtte juffrouw Tompsen het kind op met baar cape, wikkelde het in en droeg het Ondanks haar tegenstreven naar de kleermakerij. O, hoé goed deed haar dit verwend worden en als zij zich daartegen verzette, kwam dit alleen voort uit do haar aangeboren bescheidenheid. Ja. hedenavond hadden de lieden zich over haar verheug-d 1 maar was het dan werkelijk zulk eeu groote prestatie, die z.ij ver richt had? Had zij de mensehen eigenlijk niet voorge logen Wordt vacvilgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1