DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. m
Goedkoope Verstel- - -
Honderd en veertiende Jaargang.
1912.
ZATERDAG
21 SEPTEMBER.
Goedkoops Costuumlessen,
en Naailessen.
Goedkoope Strijklessen,
Goedkoope Kooklessen,
DICHT BIJ HUIS.
-4* 4- Alkmaarsche -44-
Huish. en Industrieschool.
BINNENLAND.
ALRMAARSCHE COURANT
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
2 avonden per week van 8-10 uur» Aan
vang half October. Einde van den cursus 1 Maart
De kosten bedragen 1 3.voor ongeveer 35 lessen
van 2 uur, in twee termijnen te voldoen op 1 No
vember en 1 Februari.
Onderricht wordt gegeven in het knippen en naaien
van een gekleurde tusschenrok en katoenen japon of
eenvoudige blouse.
Aanvang half October. Einde van den cursus half
Maart. 4 avonden per week van 5—7 uur en
van half 8 tot half 10t 0.20 per week, vooruit
te betalen.
gedurende de maanden November, December en Janu
ari, 1 avond per week van 8—ÏO uur, zijnde
12 A 13 leasten voor f 2.50, in 2 termijnen te be
talen n.l. 1 November f 1.50 en 1 Januari f 1.
Desgewenseiit is het medebrengen van eigen strijk'
goed toegestaan.
gedurende November, December en Januari, 2 avon
den per week van 8-10 uur, zijnde 20 lessen
voor 1 4.in 2 termijnen te betalen n.l. 1 Novem
ber f 2.60 en 1 Januari f 1.50.
Al deze cursussen zullen worden gegeven aan de
Inlichtingen geeft gaarne de Directrice
M. W. ARBEITER.
i.
Alkmaar, 21 September.
„Waar gaan wij heen?"
Die vraag* kost menigeen vóór de vacanties- heel wat
hoofdbrekens.
De wereld! is groot en er is volop keuze maar
juist daardoor wordt het kiezen zoo bijzonder moeie-
iijk. Doch ook voor wie de.geheele wereld niet open
staat, die meer in de buurt willen of moeten blijven,
valt het vaak uiterst moeielijk uit te maken waar ze
de vacantie zullen doorbrengen. Hoe aangenaam is
het dan, als een ongedachte omstandigheid! plotseling
een beslissing brengt, welke achterna alleszins bevre
iligend' blijkt! Wij mochten het dit jaar nog eens weer
ondervinden. Dicht bij huis blijvend, wilden wij gaar
ne eens van omgeving veranderen, andóre dingen zien
andere menschen met andere taal en andere gewoon
ten ontmoeten. Wat wij reeds eenigen tijd te
vergeefs hadden gezocht, vonden wij geheel
onverwacht in een van die aardige boeken, waarmede
de heeren Heimans en ïhijsse het Nederlandsehe pu
bliek hebben verwend en waardoor zij in niet geringe
mate in den lande belangstelling' voor de levende na
tuur hebben gewekt. „Wandelen en waarnemen" heet
te de bundel verzamelde schetsen, welke als wekelijk-
sche opstellen van den heer Heimans in de Groene
Amsterdammer verschenen. Boven een der artikelen
stond „Montjoie in den Eifel" en het begin ervan
luidde aldus:
„Wat is dat een heerlijk mooi stadje! De naam
„en de ligging is al een verlokking en een belofte van
„mooiheid, maar de verwachting zal overtroffen wor
„den, ik behoef mij heelemaal niet in te toornen, uit
„vrees te veel te roemen en daardoor kans op tegen
„vallen te geven. Dat kan eenvoudig niet."
Zoo ging het door op de smakelijke wijze van vertel
len, die aan deze beid© heeren eigen is: zij boeien U
van het eerste zinnetje af aan -en laten IJ niet los,
voordat ge hun schets uitgelezen liebt. Dermate pak
kend worden in het even bedoelde artikel de be
koorlijkhedón van het plaatsje en de genietingen op
„deze heele mooie reis<" geschilderd, dat: de lezer als
van zelf den lust in zich voelt opkomen deze „nuttige
inleiding op Harz, Schwarzwald en Zwitserland," te
leeren kennen. Die lust werdi bij ons nóg sterker door
de overweging, dat er bij een kleine onderbreking van
de reis gelegenheid1 zou zijn kennis te maken met de
schoonheden van Zuid-Limburg en wij ons tevens ge
makkelijk en goedkoop een uitstapje in het Belgenland
zouden kunnen veroorloven.
Dicht bij huis en toch iet-s heel anders dan thuis.
Dat beloofde dit reisje en heeft het inderdaad ook ge
bracht. Vandaar diat het misschien voor m-enig- lezer,
die een volgend' jaar voor een moeielijke vacantie-keus
staat van nut kan zijn, indien we- van het aardige en
toch weinig kostbare reisje het een en ander vertellen
gaan.
De Staatsspoor brengt U tijdens de vaeantie-maan-
den voor enkele gul'dens vlug en in een doorgaand rij -
tuig* van Amsterdam naar Maastricht de waggons
zijn heel wat beter en geriefelijker ingericht dan die,
waarin de. II. IJ. S. M. 'haar reizigers bijv. van Enk
huizen naar hier durft vervoeren.
Het eerste waarover de noorderling zich in de zuide
lijke stad verbaast is de kleurigheid der huizen. Zoo-
dia hij zich over de bruinsteenon brug, welke de hier
even driftige, maar overigens- zoo lauwe Maas over
spant, stadwaarts heeft begeven, wordt zijn verwonde
ring gewekt dó or de eigenaardigheid, dat de overheid
van deze „rechtscho" stad de voetgangers voortdurend
uitnoodigt „linke" te houden. I)och- dit is niet het
eenige „aparte" dat hem treft. Men voelt, zich hier
niet op Nederlandschen bodem te midden van een Ne^
deTlandscho bevolking. En waarlijk dat is geen
wonder. In de oudheid toch was deze stad reeds de
plek, waar verschillende heerwegen samenkwamen en
elkander kruisten. Eeuwenlang is zij het kruispunt
geweest van wogen uit Vlaanderen naar den Riju en
van het Noord-en ibaar het Luiksche, terwijl zij in de
#euw van stoom een bijzonder knooppunt van spoorwe
gen geworden i». Hoo'n gleets- m o e t wel interna
tionaal worden, de nationale eigenschappen verliezen.
De bevolking schijnt hoofdzakelijk uit Vlamingen te
bestaan, ietwat druk en plomp in spreken, gebaren en
bewegen. Buitenland'sch-e munten waren hier tot voor
kort in zoo grooten getale in omloop, dat onze regee
ring meende er een stokje voor te moeten steken en
strafbaar stelde al wie b.v. grosche-n anders dan bij een
wisselkantoor uitgeeft. Buitenlandische zilvermunten
mogen wel in betaling worden gegeven, maar die zijn
-er blijkbaar bijzonder „goedkoop" we hoorden toe
vallig dat iemand een één francsstuk voor 46 cents be
rekend' kreeg.
Ook d'e Maas doet on-Nedierlandfech aan. Vroeger
bewezen de bewoners dezer streek goddelijke eer aan
deze rivier om- hun erkentelijkheid voor haar weldaden
te toonen nu kijken de kringetjes-spuwers op de an
tieke brug -er enkel naar. Welk voordeel, welk belang
is er ook voor de bevolking' betrokken bij deze rivier,
die hier en daar een beetje over de keien klotst en
bruist en overigens traag en stil' noordwaarts stroomt.
En dat in het land' van water en scheepvaart!.
Maastricht is de stad van imposante kerkgebouwen,
die hun spitse torens hoog de lucht inboren, van tem
pels, aan godsdienst en kunst beide gewijd, rijk aan
relikwieën en kunstvoorwerpen. Daar is- de indruk
wekkende St. Servatluskerk, reeds negen eeuwen oud,
de St. Mathijskerk, gebouwd! uit: de boeten, welke de
lakenwevers voor misslagen in hun werk verbeurden,
daar zijn al die anderekerken met hun merkwaardige
bijzonderheden.
Plechtmatig neemt men natuurlijk -ook het stadhuis
in oogenschouw en het standbeeld voor J. P. Minche-
liers, den uitvinder van het steenkolengas -en. vandaar
doorwandelend komt m-en als van zelf bij het g*roote
complex van besmookt-e gebouwen, waarvan er een in
den gevel de bekendte- voorstelling* draagt van de vrouw
die in een dier eindigt met de letters P. R„ aan welke
sphynx, die men op de meeste boterhambordj-es terug
vindt, Maastricht een Europeeselie vermaardheid te
danken heeft,
Iloe verder mem in deze buurt komt, des te minder
men iets bespeurt van de spreekwoordelijke Holïand-
sche zindelijkheid. En het is- al-s-of m-et- de afneming
daarvan toeneming van het kindertal hand in hand
gaat. In d'e Maastricht sche achterafstraten daar
krioeff het letterlijk van het kleine, groezelige goedje,
dat zonder toezicht maar rondkruipt en rumoert.
Als het later wordt, komen de fabrieken uit. Maar
zijn die lange risten van opgewekte mannen en vrou
wen, jongens en meisjes, die met veerkrachtigen gang
en vroolijke drukte huiswaarts keeren, de „hongersla-
ven" uit de somber© schetsen van „het donkere zui
den
Het is mogelijk, dat zoo'n uittocht uit de fabriek
ond-er andere omstandigheden naargeestig aandoet,
maar op een zomerschen avond merkt men daarvan
niemendal.
Er^ is nog iets d'at men in Maastricht, had verwacht
en niet zal vinden: het pnettig'-opgewekte eener rond-
v l;i a in sc'he bevolking', welke vooral in den avond zich
gelden laat voor de cafe's op straat. Wel zijn er
schrikbarend veel bierhuizen, maar het gezellig buiten-
zitten op straat, zooals in de Belgische steden schijnt
men weinig te keDnen alleen aan het Vrijthof staan
de tafeltjes en stoelen vóór de café's.
Na de stad het land het nu -eens blonde, clan weer
zwarte land van licht en kleur, hoogten en diepten,
dorheid en weelderigheid. Om het Limburgsche land
schap te leeren kennen, kan men sporen naar Meers sen
en vandaar naar Valkenburg wandelen, door het
schoone Geuldal in het heuvelachtig- terrein met de
bonte schaakbord-hellingen, de groote kleurige vier
kante vlakken bebouwden grond. Dra valt -op die wan
deling langs- den mooiem foreeden, beurtelings stijgen
den en dalenden weg de bouworde der huizen op, vrij
zuiver Frankisch, daar d© Franken er niet, gelijk in
onze eigen omgeving met de Friezen werden vermengd.
Door de hoo-ge poorten ziet men allereerst groote mest
vaalt-en. zindelijk en hygiënisch is anders! De hel
lende boomgaarden worden afgewisseld door kleine
weiden met roodbonte ko-eien, dikwijls achter brokke
lige verweerde muurtjes, waaraan wie weet welke his
torische herinneringen verbonden zijn. Op den bree
den weg ontmoet men behalve tallooze fietsers huif
karren met vrouw-en, die zonderlinge doeken om het
hoofd- gebonden hebben.
Af en toe treft men op den weg kruisbeelden en
heiligenbeelden aan, versierd m-et levende planten en
bonte bloemen, -en evenals d'e vele kerktorens, kloos
ters en kapellen, bewijzend, dat liet geloof van St.
Servaas nog leeft in het hart des volks.
alkenburg nad-erend, komt men steeds meer dames
en heeren met vervaarlijke wandelstokken tegen, zwa
re, lompe eiken knuppels, beneden voorzien van een
ijzeren bus van wel een decimeter lengte. Deze imita
tie-bergstok schijnt iets specifiek-Valkenburgsch te
zijn en wanneer men later zoo'n stok ontmoet, heeft
men een goede kans, als men raadt, dat de drager of
draagster in Valkenburg is geweest. De winkeliers
schijnen te beseffen dat zij dengeuen, die zich zulk een
stok aanschaffen, een zwaren last mee op het levens
pad geven h-oe zouden zij anders voor zulk een ge
vaarte slechts achttien cents vragen?
Natuurlijk beklimt men hier de ruïne van het elfde
■eeuwsche kasteel, den uitzichttoren van het Geuldal
en besteedt men ruim een uur voor het inderdaad be
langwekkend© bezoek aan d© gemeente-grot, monumen
taal bewijs van de arbeidskracht en den artis!ickon
aanleg der bewone-rs van deze streek. Welken reuzen
arbeid- heeft het geëischt deze ontelbare gangen uit
te houwen en met \?eHc een door den katholieken gods
dienst gelouterd'en smaak hebben d-e Valkenburgsche
ambachtslieden beeldhouwwerken vervaardigd enteeke-
ningen op den steen gebracht Inderdaad' d© wan
deling' in dit koele onderanrdsche gewelf is- zeer be
langwekkend' en men denkt er niet- aan, gehoor te ge
ven aan de uitnoodiging welk© dó gids halverwege
stelt: „Verveelt het'.U, mijnheer? Dan zou ik zeggen,
keert U maar langs d©n zelfden weg terug, waarlangs
wij g'ekomen zijn, wij gaan dan door". Alleen terug-
keeren in dezen doolhof van gangen!
De gids
Wel lezer, hebt ge ooit in uw leven ©en be-
ïoeps-gids ontmoet, dien op U niet den indruk maakte,
- d'Ü het bijzonder getroffen hadt, den beste der
besten tot leidsman hadt gekregen? Het. ging ons
ook nu niet anders. Was gids Prévot niet voorbe
schikt, nist sis kat ware erfelijk; belast, om bezoeker1»
in de onderanrdsche gangen rond! te leiden? Had hij
niet zelf 't grootste deel van zijn leven in dit onder-
aardsche doorgebracht en wist' hij er in het donker niet
elk plekje, elk gaatje to vinden? Kende hij er niet
zonder lantaarn den weg als geen ander? Was hij niet
de bekendste? Had mr. Lamberts Ilurrelbrinck niet
vier boeken over hem geschreven, welke in zijn pronk
kamer, in het heilige van liet heilige dus, bewaard
werden? Ontving gids no. 20 niet van alom brieven
en telegrammen, om zich dan en dan toch vooral be
schikbaar te houden, daar die of die mijnheer, dit of
dat gezelschap door hem persoonlijk en door niemand
anders dan hem wenschte. te worden rondgeleid?
Ziet, lezer, wanneer zonder telegram en zonder brief
U het voorrecht te beurt valt om den gids der gidsen
tot leidsman te mogen hebben, stemt U dat toeval niet
tot dankbaarheid? En hoe kunt ge Uwe gevoelens- ten
opzichte van dezen voortreffelijke!! man beter vertol
ken dan door klinkende munt Bij het afscheid?
.Zou ook hier het- geheim schuilen van de altijd-
terugke-erende toevallige omstandigheid, dat een gids
zichzelf steeds als de allerbeste beschouwt en die mee
ning bij de bezoekers ingang tracht te doen vinden?
(Wordt vervolgd).
EERSTE KAMER.
In de vergadering van gisteren werd voortgezet de
beraadslaging over het wetsontwerp t-ot uitbreiding
van het staatsmijnveld.
Het woord1 was aan den heer Van Hierop (lib.)
die geen overwegende bezwaren tegen het ontwerp
had, doch zal nog een en ander zeggen nanr aanleiding
van hetgeen door den heer Lely is gezegd met betrek
king tot het belang van een nationaal ste^pkolenbe-
drijf. Hij vroeg zich af, of het- niet beter was, d'at. de-
mijnen indertijd geopend werden door Duitschers, dan
dat zij nog ges-loten zouden zijn. Het staat echter
niet vast, dat wat in 1893 niet mogelijk was, ook thans
aan Nederlandsehe particulieren niet zou gelukken
Men heeft, meende spr., nooit geprobeerd om te ver
hinderen, dat de aandeelen in vreemde handen komen.
In tijd van nood heeft men vetkolen noodig en die zijn
er nog- niet. Nederland is slechts voor de helft van
zijn behoefte rijk genoeg aan kolen. Bij uitvoerverbod
in tijd van nood blijft het dan gelijk of men staats
dan wel particuliere exploitatie heeft. Krijgt spr. de
pertinente verklaring, dat niet naar oen staatsmono
polie gestreefd zal worden, dan zal hij vóór stemmen,
omdat wij eenmaal staatsexploitatie he-bben en hij da.ar
tot dusver geen aanmerking op kan maken. Ook is
er gelegenheid de concessies t-han-s voor lagen prijs te
verkrijgen.
De heer Waller (a.r.) vond het ontwerp noodig.
Het is een feit, meent hij, dat het Nederlandsehe ka
pitaal aan het mijnbedrijf geen deel heeft genomen.
De minister van landbouw, nijverheid en han
del, de heer T a 1 m a, wees vooral op de commerciee-
le gronden, door den heer Van Nierop ontwikkeld,
welke den doorslag- moeten geven. Verder moet het
mijnbedrijf groot zijn, omdat het assortiment van. ko
len groot moet zijn. Wat de- ambtenarij betreft, de
minister zei dat in de laatste jaren geen ambtenaren
aangesteld' zijn en de ambtenaren, die er zijn, tegen
over d-e staatsmijndirectie staan als tegenover een par
ticuliere directie. Commissarissen van een particulie
re maatschappij zouden in deze omstandigheden even
zoo gehandeld hebben.
Wat het staatsmonopolie betreft, de minister deed
de mededeeling, dat de staat der Nederlanden op dit
oogenblik met d-e maatschappij, die de domiuiale mijn
in pacht heeft, aan het onderhandelen is over verkoop
van die mijn. Ook onderhandelde spr. met particulie
ren over de Peel, Hij verklaarde pertinent, dat hij
particulieren, zij het onder eenige restrictie, in het
mijnbedrijf betrekken wil. In elk geval zou met uit
sluitende staatsexploitatie die verkoop nog* niet gemo
nopoliseerd' worden. De minister sprak daarna over
den invloed! uit het buitenland! op het mijnbedrijf en
de deelneming daaraan door Nederlanders. De minis
ter heeft- beproefd of men tot bepalingen kon geraken,
welke nationale ondernemingen zouden waarborgen,
maar de daarmede belaste handelsadvocaat was er niet
zeker van, dat- iemand' die contracten zou aanvaarden
en de eigenlijk controleerenden zou men wel buiten de
statutaire bepalingen weten te houden. Spr. wees er
ook op, dat het staatsmijnbe-drijf de Nederlandsehe fa
brieken voor wat het noodig- heeft tot ontwikkeling
kan prikkelen. Het zou z. i. een fout zijn, warineer wij
de kolen door buitenland'sche ingenieurs uit de mijnen
lieten halen en ze in het buitenland! lieten verbruiken.
De beraadslaging werd geschorst.
De vo-orzitter st-eldq voor om het onderzoek
van de Eadenwet in de afdeelingen door een bijzondere
commissie te doen voorbereiden, wat z. h. s. werd aan
genomen.
Na eenige werkzaamheden van huishoudelijken aard
werd' de beraadslaging over de uitbreiding van het
staa tsmijnveld' hervat.
De- heeren Smits (r.-k.) en Lely (u.-l.) repli
ceerden.
De heer Van Palla nd't (a.-r.) meende, dat de
houding van de regeering, die in Nederland vreemd
kapitaal wil weren en de toevloeiing daarvan in Oost-
Ind'iö aanmoedigt, tweeslachtig' is.
De minister dupliceerde.
Het wetsontwerp werd vervolgens aangenomen met
33 tegen 3 stemmen.
Aan de_orde was- bet ontwerp-Vogelwet.
De heer Verheijen (r.-k.) was tegen het ont
werp. Het is technisch onjuist. Men hod z. i. in de
wet ten zwarte lijst van vogels moeten opnemen, die
voor den eigen vogelstand nadeelig zijn. Nu geeft men
een blanco erediet aan personen, die men niet kent.
De g-eheele drijfveer tot deze wet is geweest-, toe te
treden tot de Parijsche Conventie, die naar spr. aan
toont voor ons land van weinig* waarde is.
Ook de lieer Pel i n c k (lib.) bestreed' het ontwerp
als t-o omslachtig en in de praktijk onuitvoerbaar.
Vooral het verbod- van lijstervangst is een bezwaar.
De heer Van P a 11 a n dl t (a.-r.) wraakte de
deskundigen, die door dón minister gehoord zijn.
De heer T j a r d a van Starkenborgl.
S t- a c li o u w e r (U. L.) kwam op tegen de bepaling
van art. 12, den commissaris der Koningin zonder
eenige beperking de bevoegdheid gev-end, een door den
burgemeester gegeven vergunning in ta trekken. Dit
i* e#a novum. Ipr, rend de tepeliug ▼♦rkaard.
De heer Van der F e 11 z (Lib.) had bezwaar
tegen artikel 2. dat dó samenstelling der z.g. zwarte
lijst regelt bij bestuursmaatregel. Dat is in strijd' met
de grondwet. Daarom zal spr. tegenstemmen.
Minister T a 1 m a verdedigde het ontwerp.
Daarna werd' het debat gesloten. Het ontwerp werd
met 16 tegen 14 stemmen aangenomen.
Het ontwerp, houdende bepalingen tot wering en
bestrijding van de Amerikaan sche kruisbessenmeel-
dauw, werd aangenomen.
Ook de wijziging der Schepenwet werd aangenomen,
nadat minister Ta I'm a het verslag had beant
woord.
De voorzitter deelde mede, dat hij tot de le
den der commissie van voorbereiding voor de Raden-
wet heeft benoemd de heeren Van der Felt.z, Bavinck,
Van Lansehot, Laan en Van den Bergh.
De Kamer ging tot nadere bijeenroeping uiteen.
VROUWEN EN KAMERZITTINGEN.
Namens het best-uur van de afcL 's-Gravenhage der
Vereeniging van Vrouwenkiesrecht wordt aan het
Ilbld. medóged'eeld, dat het bericht aangaande het
vormen van een club, die geregeld' de Kamerzittingen
zal bijwonen, niet geheel en al juist is. Het Ned.
Correspondentiebureau, dat liet bericht publiceerde,
ontleende dit waarschijnlijk aan een particulier schrij
ven, dat niet voor openbaarmaking was bestemd, en
waardoor de zaak natuurlijk in een geheel ander licht
komt te staan.
Waarheid is, dat het bestuur van de Haagsche af-
deeling zich beijvert om een eenigszins groote groep
van vrouwen bijeen te brengen, die zich' -bereid' zullen
verklaren geregeld de Kamerzittingen bij te wonen;
daar het echter te bezwarend' zou zijn, dat één persoon
daaraan te veel tijd' zou moeten geven, werd aan de
dames verzocht, dat zij zich slechts- enkele dagen ter
beschikking zouden stellen, al was het slechts ééns
per maand. Door een groot getal vrouwen voor deze
zaak te winnen, zouden dan toch bij elke zitting eene
of meer van haar tegenwoordig kunnen zijn, zonder
dat ieder persoonlijk te veel beslag op haar tijd zag
gelegd.
Verder werd in hetzelfde schrijven de dames in uit
zicht gesteld, dat men pogingen zou aanwenden om
o. a. ook plaatsen te verkrijgen op de gereserveerds
tribune.
NOOD IN WEST-INDIë.
Naar het comité tot leniging van den nood op de
West-Indische eilanden mededeelt, is op het oogenblik
reeds meer dan 24.000 voor de noodlijdenden in
West-Indië bijeengebracht. Hierin is nog slechts ge
deeltelijk de opbrengst van den verkoop der heideroi-
kertjes op Koninginnedag' begrepen, daar van die op
brengst. die ruim 14.000 bedraagt, nog niet alle gel
den zijn binnengekomen. Bovendien heeft de directie
van d-e Kon. West-Indische Mail 1000 en de Han-
delsvereeniging Curasao 5000 voor de noodlijdenden
beschikbaar gesteld, welke beide sommen reeds aan
den gouverneur van Curasao zijn overhandigd.
Van het eerstgenoemde bedrag heeft het kantoor
van het Alg. Ned. Verbond te Dordrecht reeds 9400
telegrafisch naar Curasao overgemaakt, terwijl dezer
dagen weer een som van 10.000 of meer op dezelfde
wijze (door bemiddeling van het departement van ko
loniën) naar Curagao zal worden overgemaakt.
Gemengd nieuws.
EEN DESKUNDIGE" GEARRESTEERD.
Men meldt uit 's-Gravenhage:
Gisteravond! omstreeks half acht zag men den sub
stituut-officier van justitie, mr. Del' Campo genaamd
Camp, den recliter-commissaris mr. Beudeker met, zijn
griffier benevens den inspecteur en eenige recher
cheurs van de zedenpolitie de woning binnentreden
van eene zich noemende mevrouw Bergman, verlos
kundige aan d©n Zwarteweg.
Deze vrouw moet reeds vroeger door de Amsterd-am-
sche rechtbank tot langdurige gevangenisstraf wegens
abortus zijn veroordeeld en reeds lang onder verden
king hebben gestaan, in haar tegenwoordige woning
zich aan die bekende praktijken der „deskundigen"
schuldig te maken. Het verblijf van justitie en poli
tie in haar woning duurde tót kwartier over elven. Ge
durende dien tijd schelden nog eenige, vrouwen aan de
woning aan; zij vielen daar natuurlijk in de handen
der heeren van de justitie, die haar omtrent het doel
van haar bezoek ondervroegen.
Bij de huiszoeking werd! een wagenlad'ing* vol van
allerlei voorwerpen in beslag genomen. De vrouw
werd gearresteerd en overgebracht naar het commis
sariaat aan de Nieuwe; Haven.
„ZIEKE" MILITAIREN.
In verband' met het zeer g-roote aantal militairen,
dat zich thans te Assen dagelijks „ziek" meldt on
geveer 200 per dag heeft, zoo meldt de A. Ct„ de
chef van den geneeskundigen dienst aldaar den regi
ments-commandant den volgenden brief toegezonden:
„Het is mij gebleken, dat van het zeer groote aantal
zieken, dat zich op het ziekenrapport aanmeldt, een
niet gering deel bestaat uit gevallen van voorbijgaan
de vermoeidheid, spierpijnen, voetgebreken, enz., in
zulk een geringen graad', dat de betrokken personen,
in de burgermaatschappij verkeerende, er niet aan
zouden denken daarvoor geneeskundige hulp in te
roepen.
Het komt mij voor, dat door officieren en kader een
niet te onderschatten goede invloed kan worden uitge
oefend door do manschappen dit onder het oog te
brengen en hen er vooral op te wijzen, dat zij op deze
wijze de aandacht en de zorg van den betrokken offi
cio! van gezondheid in grooto mate afleiden van hun
ne werkelijk ziek zijnde kameraden, waardoor aan de
zen misschien blijvend lichamelijk nadeel niet zou kun
nen worden bespaard."
VAN TEXEL.
Op korten afstand van de haven van Texel Is, na
bekomen machtiging van de visscherij-inspectie, een
gedeelte van een uitgestrekte natuurlijke oesterbank
afgebakend. Dit afgebakende terrein i-s bestemd om
door den staat in erfpacht te worden gegeven aan de
vereenigde oestervisschers, ter uitplanting der onder-
maatscho oesters, welke in den a.s .herfst gevangen
worden. De uit, te planten oestertjes zijn eerst twe»
jaren later geschikt voor den halldel.