DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. m Goedkoope Verstel- - - Honderd en veertiende Jaargang. 1912. ZATERDAG 21 SEPTEMBER. Goedkoops Costuumlessen, en Naailessen. Goedkoope Strijklessen, Goedkoope Kooklessen, DICHT BIJ HUIS. -4* 4- Alkmaarsche -44- Huish. en Industrieschool. BINNENLAND. ALRMAARSCHE COURANT Dit nummer bestaat uit 3 bladen. 2 avonden per week van 8-10 uur» Aan vang half October. Einde van den cursus 1 Maart De kosten bedragen 1 3.voor ongeveer 35 lessen van 2 uur, in twee termijnen te voldoen op 1 No vember en 1 Februari. Onderricht wordt gegeven in het knippen en naaien van een gekleurde tusschenrok en katoenen japon of eenvoudige blouse. Aanvang half October. Einde van den cursus half Maart. 4 avonden per week van 5—7 uur en van half 8 tot half 10t 0.20 per week, vooruit te betalen. gedurende de maanden November, December en Janu ari, 1 avond per week van 8—ÏO uur, zijnde 12 A 13 leasten voor f 2.50, in 2 termijnen te be talen n.l. 1 November f 1.50 en 1 Januari f 1. Desgewenseiit is het medebrengen van eigen strijk' goed toegestaan. gedurende November, December en Januari, 2 avon den per week van 8-10 uur, zijnde 20 lessen voor 1 4.in 2 termijnen te betalen n.l. 1 Novem ber f 2.60 en 1 Januari f 1.50. Al deze cursussen zullen worden gegeven aan de Inlichtingen geeft gaarne de Directrice M. W. ARBEITER. i. Alkmaar, 21 September. „Waar gaan wij heen?" Die vraag* kost menigeen vóór de vacanties- heel wat hoofdbrekens. De wereld! is groot en er is volop keuze maar juist daardoor wordt het kiezen zoo bijzonder moeie- iijk. Doch ook voor wie de.geheele wereld niet open staat, die meer in de buurt willen of moeten blijven, valt het vaak uiterst moeielijk uit te maken waar ze de vacantie zullen doorbrengen. Hoe aangenaam is het dan, als een ongedachte omstandigheid! plotseling een beslissing brengt, welke achterna alleszins bevre iligend' blijkt! Wij mochten het dit jaar nog eens weer ondervinden. Dicht bij huis blijvend, wilden wij gaar ne eens van omgeving veranderen, andóre dingen zien andere menschen met andere taal en andere gewoon ten ontmoeten. Wat wij reeds eenigen tijd te vergeefs hadden gezocht, vonden wij geheel onverwacht in een van die aardige boeken, waarmede de heeren Heimans en ïhijsse het Nederlandsehe pu bliek hebben verwend en waardoor zij in niet geringe mate in den lande belangstelling' voor de levende na tuur hebben gewekt. „Wandelen en waarnemen" heet te de bundel verzamelde schetsen, welke als wekelijk- sche opstellen van den heer Heimans in de Groene Amsterdammer verschenen. Boven een der artikelen stond „Montjoie in den Eifel" en het begin ervan luidde aldus: „Wat is dat een heerlijk mooi stadje! De naam „en de ligging is al een verlokking en een belofte van „mooiheid, maar de verwachting zal overtroffen wor „den, ik behoef mij heelemaal niet in te toornen, uit „vrees te veel te roemen en daardoor kans op tegen „vallen te geven. Dat kan eenvoudig niet." Zoo ging het door op de smakelijke wijze van vertel len, die aan deze beid© heeren eigen is: zij boeien U van het eerste zinnetje af aan -en laten IJ niet los, voordat ge hun schets uitgelezen liebt. Dermate pak kend worden in het even bedoelde artikel de be koorlijkhedón van het plaatsje en de genietingen op „deze heele mooie reis<" geschilderd, dat: de lezer als van zelf den lust in zich voelt opkomen deze „nuttige inleiding op Harz, Schwarzwald en Zwitserland," te leeren kennen. Die lust werdi bij ons nóg sterker door de overweging, dat er bij een kleine onderbreking van de reis gelegenheid1 zou zijn kennis te maken met de schoonheden van Zuid-Limburg en wij ons tevens ge makkelijk en goedkoop een uitstapje in het Belgenland zouden kunnen veroorloven. Dicht bij huis en toch iet-s heel anders dan thuis. Dat beloofde dit reisje en heeft het inderdaad ook ge bracht. Vandaar diat het misschien voor m-enig- lezer, die een volgend' jaar voor een moeielijke vacantie-keus staat van nut kan zijn, indien we- van het aardige en toch weinig kostbare reisje het een en ander vertellen gaan. De Staatsspoor brengt U tijdens de vaeantie-maan- den voor enkele gul'dens vlug en in een doorgaand rij - tuig* van Amsterdam naar Maastricht de waggons zijn heel wat beter en geriefelijker ingericht dan die, waarin de. II. IJ. S. M. 'haar reizigers bijv. van Enk huizen naar hier durft vervoeren. Het eerste waarover de noorderling zich in de zuide lijke stad verbaast is de kleurigheid der huizen. Zoo- dia hij zich over de bruinsteenon brug, welke de hier even driftige, maar overigens- zoo lauwe Maas over spant, stadwaarts heeft begeven, wordt zijn verwonde ring gewekt dó or de eigenaardigheid, dat de overheid van deze „rechtscho" stad de voetgangers voortdurend uitnoodigt „linke" te houden. I)och- dit is niet het eenige „aparte" dat hem treft. Men voelt, zich hier niet op Nederlandschen bodem te midden van een Ne^ deTlandscho bevolking. En waarlijk dat is geen wonder. In de oudheid toch was deze stad reeds de plek, waar verschillende heerwegen samenkwamen en elkander kruisten. Eeuwenlang is zij het kruispunt geweest van wogen uit Vlaanderen naar den Riju en van het Noord-en ibaar het Luiksche, terwijl zij in de #euw van stoom een bijzonder knooppunt van spoorwe gen geworden i». Hoo'n gleets- m o e t wel interna tionaal worden, de nationale eigenschappen verliezen. De bevolking schijnt hoofdzakelijk uit Vlamingen te bestaan, ietwat druk en plomp in spreken, gebaren en bewegen. Buitenland'sch-e munten waren hier tot voor kort in zoo grooten getale in omloop, dat onze regee ring meende er een stokje voor te moeten steken en strafbaar stelde al wie b.v. grosche-n anders dan bij een wisselkantoor uitgeeft. Buitenlandische zilvermunten mogen wel in betaling worden gegeven, maar die zijn -er blijkbaar bijzonder „goedkoop" we hoorden toe vallig dat iemand een één francsstuk voor 46 cents be rekend' kreeg. Ook d'e Maas doet on-Nedierlandfech aan. Vroeger bewezen de bewoners dezer streek goddelijke eer aan deze rivier om- hun erkentelijkheid voor haar weldaden te toonen nu kijken de kringetjes-spuwers op de an tieke brug -er enkel naar. Welk voordeel, welk belang is er ook voor de bevolking' betrokken bij deze rivier, die hier en daar een beetje over de keien klotst en bruist en overigens traag en stil' noordwaarts stroomt. En dat in het land' van water en scheepvaart!. Maastricht is de stad van imposante kerkgebouwen, die hun spitse torens hoog de lucht inboren, van tem pels, aan godsdienst en kunst beide gewijd, rijk aan relikwieën en kunstvoorwerpen. Daar is- de indruk wekkende St. Servatluskerk, reeds negen eeuwen oud, de St. Mathijskerk, gebouwd! uit: de boeten, welke de lakenwevers voor misslagen in hun werk verbeurden, daar zijn al die anderekerken met hun merkwaardige bijzonderheden. Plechtmatig neemt men natuurlijk -ook het stadhuis in oogenschouw en het standbeeld voor J. P. Minche- liers, den uitvinder van het steenkolengas -en. vandaar doorwandelend komt m-en als van zelf bij het g*roote complex van besmookt-e gebouwen, waarvan er een in den gevel de bekendte- voorstelling* draagt van de vrouw die in een dier eindigt met de letters P. R„ aan welke sphynx, die men op de meeste boterhambordj-es terug vindt, Maastricht een Europeeselie vermaardheid te danken heeft, Iloe verder mem in deze buurt komt, des te minder men iets bespeurt van de spreekwoordelijke Holïand- sche zindelijkheid. En het is- al-s-of m-et- de afneming daarvan toeneming van het kindertal hand in hand gaat. In d'e Maastricht sche achterafstraten daar krioeff het letterlijk van het kleine, groezelige goedje, dat zonder toezicht maar rondkruipt en rumoert. Als het later wordt, komen de fabrieken uit. Maar zijn die lange risten van opgewekte mannen en vrou wen, jongens en meisjes, die met veerkrachtigen gang en vroolijke drukte huiswaarts keeren, de „hongersla- ven" uit de somber© schetsen van „het donkere zui den Het is mogelijk, dat zoo'n uittocht uit de fabriek ond-er andere omstandigheden naargeestig aandoet, maar op een zomerschen avond merkt men daarvan niemendal. Er^ is nog iets d'at men in Maastricht, had verwacht en niet zal vinden: het pnettig'-opgewekte eener rond- v l;i a in sc'he bevolking', welke vooral in den avond zich gelden laat voor de cafe's op straat. Wel zijn er schrikbarend veel bierhuizen, maar het gezellig buiten- zitten op straat, zooals in de Belgische steden schijnt men weinig te keDnen alleen aan het Vrijthof staan de tafeltjes en stoelen vóór de café's. Na de stad het land het nu -eens blonde, clan weer zwarte land van licht en kleur, hoogten en diepten, dorheid en weelderigheid. Om het Limburgsche land schap te leeren kennen, kan men sporen naar Meers sen en vandaar naar Valkenburg wandelen, door het schoone Geuldal in het heuvelachtig- terrein met de bonte schaakbord-hellingen, de groote kleurige vier kante vlakken bebouwden grond. Dra valt -op die wan deling langs- den mooiem foreeden, beurtelings stijgen den en dalenden weg de bouworde der huizen op, vrij zuiver Frankisch, daar d© Franken er niet, gelijk in onze eigen omgeving met de Friezen werden vermengd. Door de hoo-ge poorten ziet men allereerst groote mest vaalt-en. zindelijk en hygiënisch is anders! De hel lende boomgaarden worden afgewisseld door kleine weiden met roodbonte ko-eien, dikwijls achter brokke lige verweerde muurtjes, waaraan wie weet welke his torische herinneringen verbonden zijn. Op den bree den weg ontmoet men behalve tallooze fietsers huif karren met vrouw-en, die zonderlinge doeken om het hoofd- gebonden hebben. Af en toe treft men op den weg kruisbeelden en heiligenbeelden aan, versierd m-et levende planten en bonte bloemen, -en evenals d'e vele kerktorens, kloos ters en kapellen, bewijzend, dat liet geloof van St. Servaas nog leeft in het hart des volks. alkenburg nad-erend, komt men steeds meer dames en heeren met vervaarlijke wandelstokken tegen, zwa re, lompe eiken knuppels, beneden voorzien van een ijzeren bus van wel een decimeter lengte. Deze imita tie-bergstok schijnt iets specifiek-Valkenburgsch te zijn en wanneer men later zoo'n stok ontmoet, heeft men een goede kans, als men raadt, dat de drager of draagster in Valkenburg is geweest. De winkeliers schijnen te beseffen dat zij dengeuen, die zich zulk een stok aanschaffen, een zwaren last mee op het levens pad geven h-oe zouden zij anders voor zulk een ge vaarte slechts achttien cents vragen? Natuurlijk beklimt men hier de ruïne van het elfde ■eeuwsche kasteel, den uitzichttoren van het Geuldal en besteedt men ruim een uur voor het inderdaad be langwekkend© bezoek aan d© gemeente-grot, monumen taal bewijs van de arbeidskracht en den artis!ickon aanleg der bewone-rs van deze streek. Welken reuzen arbeid- heeft het geëischt deze ontelbare gangen uit te houwen en met \?eHc een door den katholieken gods dienst gelouterd'en smaak hebben d-e Valkenburgsche ambachtslieden beeldhouwwerken vervaardigd enteeke- ningen op den steen gebracht Inderdaad' d© wan deling' in dit koele onderanrdsche gewelf is- zeer be langwekkend' en men denkt er niet- aan, gehoor te ge ven aan de uitnoodiging welk© dó gids halverwege stelt: „Verveelt het'.U, mijnheer? Dan zou ik zeggen, keert U maar langs d©n zelfden weg terug, waarlangs wij g'ekomen zijn, wij gaan dan door". Alleen terug- keeren in dezen doolhof van gangen! De gids Wel lezer, hebt ge ooit in uw leven ©en be- ïoeps-gids ontmoet, dien op U niet den indruk maakte, - d'Ü het bijzonder getroffen hadt, den beste der besten tot leidsman hadt gekregen? Het. ging ons ook nu niet anders. Was gids Prévot niet voorbe schikt, nist sis kat ware erfelijk; belast, om bezoeker1» in de onderanrdsche gangen rond! te leiden? Had hij niet zelf 't grootste deel van zijn leven in dit onder- aardsche doorgebracht en wist' hij er in het donker niet elk plekje, elk gaatje to vinden? Kende hij er niet zonder lantaarn den weg als geen ander? Was hij niet de bekendste? Had mr. Lamberts Ilurrelbrinck niet vier boeken over hem geschreven, welke in zijn pronk kamer, in het heilige van liet heilige dus, bewaard werden? Ontving gids no. 20 niet van alom brieven en telegrammen, om zich dan en dan toch vooral be schikbaar te houden, daar die of die mijnheer, dit of dat gezelschap door hem persoonlijk en door niemand anders dan hem wenschte. te worden rondgeleid? Ziet, lezer, wanneer zonder telegram en zonder brief U het voorrecht te beurt valt om den gids der gidsen tot leidsman te mogen hebben, stemt U dat toeval niet tot dankbaarheid? En hoe kunt ge Uwe gevoelens- ten opzichte van dezen voortreffelijke!! man beter vertol ken dan door klinkende munt Bij het afscheid? .Zou ook hier het- geheim schuilen van de altijd- terugke-erende toevallige omstandigheid, dat een gids zichzelf steeds als de allerbeste beschouwt en die mee ning bij de bezoekers ingang tracht te doen vinden? (Wordt vervolgd). EERSTE KAMER. In de vergadering van gisteren werd voortgezet de beraadslaging over het wetsontwerp t-ot uitbreiding van het staatsmijnveld. Het woord1 was aan den heer Van Hierop (lib.) die geen overwegende bezwaren tegen het ontwerp had, doch zal nog een en ander zeggen nanr aanleiding van hetgeen door den heer Lely is gezegd met betrek king tot het belang van een nationaal ste^pkolenbe- drijf. Hij vroeg zich af, of het- niet beter was, d'at. de- mijnen indertijd geopend werden door Duitschers, dan dat zij nog ges-loten zouden zijn. Het staat echter niet vast, dat wat in 1893 niet mogelijk was, ook thans aan Nederlandsehe particulieren niet zou gelukken Men heeft, meende spr., nooit geprobeerd om te ver hinderen, dat de aandeelen in vreemde handen komen. In tijd van nood heeft men vetkolen noodig en die zijn er nog- niet. Nederland is slechts voor de helft van zijn behoefte rijk genoeg aan kolen. Bij uitvoerverbod in tijd van nood blijft het dan gelijk of men staats dan wel particuliere exploitatie heeft. Krijgt spr. de pertinente verklaring, dat niet naar oen staatsmono polie gestreefd zal worden, dan zal hij vóór stemmen, omdat wij eenmaal staatsexploitatie he-bben en hij da.ar tot dusver geen aanmerking op kan maken. Ook is er gelegenheid de concessies t-han-s voor lagen prijs te verkrijgen. De heer Waller (a.r.) vond het ontwerp noodig. Het is een feit, meent hij, dat het Nederlandsehe ka pitaal aan het mijnbedrijf geen deel heeft genomen. De minister van landbouw, nijverheid en han del, de heer T a 1 m a, wees vooral op de commerciee- le gronden, door den heer Van Nierop ontwikkeld, welke den doorslag- moeten geven. Verder moet het mijnbedrijf groot zijn, omdat het assortiment van. ko len groot moet zijn. Wat de- ambtenarij betreft, de minister zei dat in de laatste jaren geen ambtenaren aangesteld' zijn en de ambtenaren, die er zijn, tegen over d-e staatsmijndirectie staan als tegenover een par ticuliere directie. Commissarissen van een particulie re maatschappij zouden in deze omstandigheden even zoo gehandeld hebben. Wat het staatsmonopolie betreft, de minister deed de mededeeling, dat de staat der Nederlanden op dit oogenblik met d-e maatschappij, die de domiuiale mijn in pacht heeft, aan het onderhandelen is over verkoop van die mijn. Ook onderhandelde spr. met particulie ren over de Peel, Hij verklaarde pertinent, dat hij particulieren, zij het onder eenige restrictie, in het mijnbedrijf betrekken wil. In elk geval zou met uit sluitende staatsexploitatie die verkoop nog* niet gemo nopoliseerd' worden. De minister sprak daarna over den invloed! uit het buitenland! op het mijnbedrijf en de deelneming daaraan door Nederlanders. De minis ter heeft- beproefd of men tot bepalingen kon geraken, welke nationale ondernemingen zouden waarborgen, maar de daarmede belaste handelsadvocaat was er niet zeker van, dat- iemand' die contracten zou aanvaarden en de eigenlijk controleerenden zou men wel buiten de statutaire bepalingen weten te houden. Spr. wees er ook op, dat het staatsmijnbe-drijf de Nederlandsehe fa brieken voor wat het noodig- heeft tot ontwikkeling kan prikkelen. Het zou z. i. een fout zijn, warineer wij de kolen door buitenland'sche ingenieurs uit de mijnen lieten halen en ze in het buitenland! lieten verbruiken. De beraadslaging werd geschorst. De vo-orzitter st-eldq voor om het onderzoek van de Eadenwet in de afdeelingen door een bijzondere commissie te doen voorbereiden, wat z. h. s. werd aan genomen. Na eenige werkzaamheden van huishoudelijken aard werd' de beraadslaging over de uitbreiding van het staa tsmijnveld' hervat. De- heeren Smits (r.-k.) en Lely (u.-l.) repli ceerden. De heer Van Palla nd't (a.-r.) meende, dat de houding van de regeering, die in Nederland vreemd kapitaal wil weren en de toevloeiing daarvan in Oost- Ind'iö aanmoedigt, tweeslachtig' is. De minister dupliceerde. Het wetsontwerp werd vervolgens aangenomen met 33 tegen 3 stemmen. Aan de_orde was- bet ontwerp-Vogelwet. De heer Verheijen (r.-k.) was tegen het ont werp. Het is technisch onjuist. Men hod z. i. in de wet ten zwarte lijst van vogels moeten opnemen, die voor den eigen vogelstand nadeelig zijn. Nu geeft men een blanco erediet aan personen, die men niet kent. De g-eheele drijfveer tot deze wet is geweest-, toe te treden tot de Parijsche Conventie, die naar spr. aan toont voor ons land van weinig* waarde is. Ook de lieer Pel i n c k (lib.) bestreed' het ontwerp als t-o omslachtig en in de praktijk onuitvoerbaar. Vooral het verbod- van lijstervangst is een bezwaar. De heer Van P a 11 a n dl t (a.-r.) wraakte de deskundigen, die door dón minister gehoord zijn. De heer T j a r d a van Starkenborgl. S t- a c li o u w e r (U. L.) kwam op tegen de bepaling van art. 12, den commissaris der Koningin zonder eenige beperking de bevoegdheid gev-end, een door den burgemeester gegeven vergunning in ta trekken. Dit i* e#a novum. Ipr, rend de tepeliug ▼♦rkaard. De heer Van der F e 11 z (Lib.) had bezwaar tegen artikel 2. dat dó samenstelling der z.g. zwarte lijst regelt bij bestuursmaatregel. Dat is in strijd' met de grondwet. Daarom zal spr. tegenstemmen. Minister T a 1 m a verdedigde het ontwerp. Daarna werd' het debat gesloten. Het ontwerp werd met 16 tegen 14 stemmen aangenomen. Het ontwerp, houdende bepalingen tot wering en bestrijding van de Amerikaan sche kruisbessenmeel- dauw, werd aangenomen. Ook de wijziging der Schepenwet werd aangenomen, nadat minister Ta I'm a het verslag had beant woord. De voorzitter deelde mede, dat hij tot de le den der commissie van voorbereiding voor de Raden- wet heeft benoemd de heeren Van der Felt.z, Bavinck, Van Lansehot, Laan en Van den Bergh. De Kamer ging tot nadere bijeenroeping uiteen. VROUWEN EN KAMERZITTINGEN. Namens het best-uur van de afcL 's-Gravenhage der Vereeniging van Vrouwenkiesrecht wordt aan het Ilbld. medóged'eeld, dat het bericht aangaande het vormen van een club, die geregeld' de Kamerzittingen zal bijwonen, niet geheel en al juist is. Het Ned. Correspondentiebureau, dat liet bericht publiceerde, ontleende dit waarschijnlijk aan een particulier schrij ven, dat niet voor openbaarmaking was bestemd, en waardoor de zaak natuurlijk in een geheel ander licht komt te staan. Waarheid is, dat het bestuur van de Haagsche af- deeling zich beijvert om een eenigszins groote groep van vrouwen bijeen te brengen, die zich' -bereid' zullen verklaren geregeld de Kamerzittingen bij te wonen; daar het echter te bezwarend' zou zijn, dat één persoon daaraan te veel tijd' zou moeten geven, werd aan de dames verzocht, dat zij zich slechts- enkele dagen ter beschikking zouden stellen, al was het slechts ééns per maand. Door een groot getal vrouwen voor deze zaak te winnen, zouden dan toch bij elke zitting eene of meer van haar tegenwoordig kunnen zijn, zonder dat ieder persoonlijk te veel beslag op haar tijd zag gelegd. Verder werd in hetzelfde schrijven de dames in uit zicht gesteld, dat men pogingen zou aanwenden om o. a. ook plaatsen te verkrijgen op de gereserveerds tribune. NOOD IN WEST-INDIë. Naar het comité tot leniging van den nood op de West-Indische eilanden mededeelt, is op het oogenblik reeds meer dan 24.000 voor de noodlijdenden in West-Indië bijeengebracht. Hierin is nog slechts ge deeltelijk de opbrengst van den verkoop der heideroi- kertjes op Koninginnedag' begrepen, daar van die op brengst. die ruim 14.000 bedraagt, nog niet alle gel den zijn binnengekomen. Bovendien heeft de directie van d-e Kon. West-Indische Mail 1000 en de Han- delsvereeniging Curasao 5000 voor de noodlijdenden beschikbaar gesteld, welke beide sommen reeds aan den gouverneur van Curasao zijn overhandigd. Van het eerstgenoemde bedrag heeft het kantoor van het Alg. Ned. Verbond te Dordrecht reeds 9400 telegrafisch naar Curasao overgemaakt, terwijl dezer dagen weer een som van 10.000 of meer op dezelfde wijze (door bemiddeling van het departement van ko loniën) naar Curagao zal worden overgemaakt. Gemengd nieuws. EEN DESKUNDIGE" GEARRESTEERD. Men meldt uit 's-Gravenhage: Gisteravond! omstreeks half acht zag men den sub stituut-officier van justitie, mr. Del' Campo genaamd Camp, den recliter-commissaris mr. Beudeker met, zijn griffier benevens den inspecteur en eenige recher cheurs van de zedenpolitie de woning binnentreden van eene zich noemende mevrouw Bergman, verlos kundige aan d©n Zwarteweg. Deze vrouw moet reeds vroeger door de Amsterd-am- sche rechtbank tot langdurige gevangenisstraf wegens abortus zijn veroordeeld en reeds lang onder verden king hebben gestaan, in haar tegenwoordige woning zich aan die bekende praktijken der „deskundigen" schuldig te maken. Het verblijf van justitie en poli tie in haar woning duurde tót kwartier over elven. Ge durende dien tijd schelden nog eenige, vrouwen aan de woning aan; zij vielen daar natuurlijk in de handen der heeren van de justitie, die haar omtrent het doel van haar bezoek ondervroegen. Bij de huiszoeking werd! een wagenlad'ing* vol van allerlei voorwerpen in beslag genomen. De vrouw werd gearresteerd en overgebracht naar het commis sariaat aan de Nieuwe; Haven. „ZIEKE" MILITAIREN. In verband' met het zeer g-roote aantal militairen, dat zich thans te Assen dagelijks „ziek" meldt on geveer 200 per dag heeft, zoo meldt de A. Ct„ de chef van den geneeskundigen dienst aldaar den regi ments-commandant den volgenden brief toegezonden: „Het is mij gebleken, dat van het zeer groote aantal zieken, dat zich op het ziekenrapport aanmeldt, een niet gering deel bestaat uit gevallen van voorbijgaan de vermoeidheid, spierpijnen, voetgebreken, enz., in zulk een geringen graad', dat de betrokken personen, in de burgermaatschappij verkeerende, er niet aan zouden denken daarvoor geneeskundige hulp in te roepen. Het komt mij voor, dat door officieren en kader een niet te onderschatten goede invloed kan worden uitge oefend door do manschappen dit onder het oog te brengen en hen er vooral op te wijzen, dat zij op deze wijze de aandacht en de zorg van den betrokken offi cio! van gezondheid in grooto mate afleiden van hun ne werkelijk ziek zijnde kameraden, waardoor aan de zen misschien blijvend lichamelijk nadeel niet zou kun nen worden bespaard." VAN TEXEL. Op korten afstand van de haven van Texel Is, na bekomen machtiging van de visscherij-inspectie, een gedeelte van een uitgestrekte natuurlijke oesterbank afgebakend. Dit afgebakende terrein i-s bestemd om door den staat in erfpacht te worden gegeven aan de vereenigde oestervisschers, ter uitplanting der onder- maatscho oesters, welke in den a.s .herfst gevangen worden. De uit, te planten oestertjes zijn eerst twe» jaren later geschikt voor den halldel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1