DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het Circuskind,
No. 247
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
VRIJDAG
18 OCTOBER.
Uitbetaling vergoeding
Landweerplichtigen.
FEUILLETON.
DICHT BIJ HUIS.
BINNENLAND.
ALKMAARSGHE
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
de uitbetaling' der vergoeding, toegekend ingevolge
art. 15bis der Landweerwet, zal geschieden ter ge
meente-secretarie en noodigen belanghebbende land-
weerplichtigen uit zich, vergezeld van hunne echtge-
nooten, zoo spoedig mogelijk daartoe aan te melden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 15 Oetober 1912.
ALKMAAR, 18 October.
VII (Slot).
Daar zaten we dan weer in den trein, achter ons la
tend den Eifel met liet- schilderachtige Montjoie, mee
nemend de aangenaamste herinneringen en vóór ons
als doel het land van Ardennen en Maas in het alge
meen en de waterwerken van Gileppe in het- bijzonder.
Den weg wisten we: overstappen in Itaeren en in Eu-
pen, dan vervolgens vandaar wandelen naar do
Gileppe. Maar we waren zoo onvoorzichtig' geweest
niet zelf een spoorboekje te raadplegen, doch af te
gaan op kellners-informaties en hadden dus niet gere
kend op de slechte aansluitingen der Secundav Bah-
nen. De gezellig-dikke Zugfiihrer van den trein naar
Eupen vertelde ons reeds, dat we daar eenige uren te
wachten hadden. Toen hij hoorde, dat wij Hollanders
waren, was het maar goed, dat er weinig reizigers in
den trein zaten de brave man zou anders stellig
zijn plicht verzuimd hebben. Holland 'n pracht
blad! Neen maar, daar raakte hij niet over uitge
praat! Hij was er geweest en hoe! Een paar jaar ge
leden had hij- ook twee Iloüandsche reizigers gehad,
een dame en een heer, die ook naar Gileppe wilden en
ook te Eupen moesten wachten. Toevallig had hij een
paar vrije uren gehad en zich als gids aangeboden, op
welk voorstel het tweetal gretig ingegaan was. Wat
ze oogen opgezet hadden! Zoo mooi hadden ze Eupen
gevonden, dat- ze niet weer weg wilden! En zoo er
kentelijk waren ze geweest, dat ze denKoofdéonducteur
genood1 hadden te Leiden to komen, waar mijnheer
professor was. 'n Grosartiger Kerl, die professor!
Immers spoedig' daarna was onze Zugfiihrer inderdaad
naar Holland en naar Leiden gegaan en de ontvangst
die hij er had gekregen, tamos! Professor was
juist „in der Schule," maar zijn vrouw was een vrien
delijke gastvrouw geweest en toen professor thuis ge
komen was, liad die hem heel Leiden laten zien en
hij had bij hen gedineerd, was in één woord! „fürst-
lich" ontvangen
Helaas had de man nu dienst en kon hij ons in Eu
pen niet rondleiden.
Na Montjoie te hebben gezien, meenden we echter
dat dit stadje ons weinig bekoorlijks kon bieden en dus
besloten we maar den stap er in te zetten en naar
Membach te wandelen. De wandeling duurde lang,
doch hedeinaal ongemerkt waren we op Belgisch
grondgebied gekomen. We waanden nog in Duitsch-
land te zijn, waren noch grenspalen noch douanes ge
passeerd, en daar lazen we ineens naast een opschrift
„Colonial Oei Undl Farbwaren" „Chapellerie," „Cartes
de vue". En het „A bas les Masques" op een aanplak
bord, herinnerend! aan „zekere Junigebeurtenissen"
liet heelemaal geen twijfel over we waren in België.
Maar hoe -kende men dan geen Vlaamsch in het
Limbnrgsche? Onze i-eisgenoot, vurig Nederlandseh-
verbonder, had reeds, een artikeltje voor Neerlandia in
het hoofd, toen we staan bleven voor het postkantoor:
Postes, Posterijen, Postamt, En dra bleek, dat de
bewoners Vlaamsch spraken en dat „Neerlandia"
een artikel moest derven!
We waren echter nog lang niet1 waar we wezen wil
den. Intusschen werd! de wandeling minder eentonig
bij tientallen waren de fietsers op den weg, g-roote
Janpleiziers. vol' vroolijk volk, reden af en aan, en rij
tuigen en rijwielen waren getooid met papieren vlag-
Roman van PAULA BUSCH.
59) -o-
„Nu, die moog't. gij houden, als gij zulk een medelij
den met hen hebt. Ik zou ze laten verwelken."
Dat liet Violet zich geen tweemaal zeggen en zij
nam de schoonste rozen er uit. „Nu dan zal ik er een
bouquet van opsteken."
„Ja, en in het haar in het haar ook eenige", zei
juffrouw Tompsen, tevreden over de goede bestem
ming, welke de versmade nog vonden. Zij schikte de
roode rozen in de blonde lokken, zooals het de beste
friseuse niet mooier gedaan zou hebben. De kamenier
haaide intusschen het witte atlas-costuum te voor
schijn.
MLra had ook haast gemaakt met het verkleeden.
„Ik ben weliswaar spoedig gereed, maar ik zal met- jou
naar de partij gaan en zoolang wachten tot je nummer
afgeloopen is."
„Dat is zeer lief, Mira, maar het zou mij spijten,
als gij om mijnentwille te laat zoudt komen."
,,0 gij weet toch, dat ik geen avond hij je nummer
ontbreken kan. Tiet- houdt mij steeds meer in span
ning."
„Nog altijd, nu gij er toch aan gewend zijt, dat al
les goed gaat?"
„Ja, ik twijfel ook niet! aan je kunnen, maar een
onbepaald angstig gevoel bekruipt mij toch telkens."
Nu stond1 Violet, een koningin gelijk, daar in haar
wit gewaad en stak het- mooie, g-roote bouquet van die
rozen op de borst.
„Nu, dat bevalt mij. Zoo goed als heden hebt gij
mij nog nooit bevallen. Gij ziet- er ook zoo tevreden
uit."
„Ja, ik geloof, dat ik nu spoedig mijn leeuwen
kwijt kan worden, om dan te leven, zooals ik gaarne
zou willen." i
getjes in de Belgische kleuren, waarmede ook de kin
deren langs den weg te zwaaien liepen. Eindelijk
ja, wel eindelijk stond er een handwijzer naar 't ho
tel-restaurant Au iion de la Gileppe, met de modedee-
ling, dat dit de kortste weg naar de „barrage" was.
Nu moet men weten, dat het waterwerk op geen drie
minuten afstand van den handwijzer is en dat de aan
gegeven weg steil de hoogte in gaat en meer dan een
half uur duurt. Wat wij achterna dien hotelhouder
vferwenscht hebben
De vermoeienis werd intusschen schitterend beloond.
Te midden van de Ardennen, met fijne dennen en
slanke berken begroeid, ligt daar een zacht rimpelend
bergmeer. Om de beteekenis1 van dit meer te doen
uitkomen, zij vermeld, dat een vernauwing van het dal
der Gileppe, een zijtak van de Vesdre, tusschen twee
hooge heuvels is afgedamd, dat hierdoor- het water
tot een hoogte van 45 meter wordt opgestuwd, en er
een reusachtig- waterreservoir wordt gevormd.
Door het kunstmatige meer wordt Verviers en de
omtrek geregeld voorzien van zuiver, kalkvrij water,
dat voor do lakenfabrieken noodig is. Nu laat zich
dit heel gemakkelijk vertellen maar wat een reuzen
werk hier tot- stand gebracht is, moge blijken uit de
mededeeling dat het „afdammen" moest geschieden
door middel van een muur, die 235 meter lang, 48 me
ter breed en 70 meter beneden en boven, waar hij als
brug dient, 15 meter dik is, dus een inhoud heeft van
479400 kubieken meter. Sta nu eens aan een der beide
reuzentrappen, die naar beneden voeren, steenen trap
pen van welgeteld1 260 treden 1 Een duizelende diepte
In 1876 werd! dit indrukwekkende werk voltooid en
de ingenieur Bidaut is er de schepper van. Hoog op
den muur staat oi> een voetstuk van 8 M. majestueus
een leeuw van 13 meter 50. Het kolossale beest is op
gebouwd uit groote vierkante blokken zandsteen....
243 stuks.
Een trotsehe bekroning van een machtig -stuk werk.
Wie in de buurt is verzuime toch vooral niet de barra
ge te gaan bewonderen!
Eenige uren hadden we in het hotel de Bétliane te
Goë den tijd voordat, de tram kwam, die ons in tien
minuten te Dalhain bracht, waar we weer een ander
half uur moesten wachten, voor d.en trein naar Luik
kwam. Aardig' was de stationsversiering van liet
vriendelijke ia hef dal dér Vesdré gelegen Dolliain,
waar de namen van stad en, provincie in roode bloemen
onder aan de rots opbloeiden. En groot bet aantal
treinen dat.... voorbij snorde.
Ook de reis naar Luik was interessant, dank zij de
vele tunnels en viaducten, dank zij ook de ontmoeting
met twee leerlingen van den handelsschool te Dolhain,
die in blijde vaeantiestemmmg met hooge punten (de
rapporten toonden dat het voor de meeste vakken liet
maximum schommelde tusschen. 200 en 300!) en
met behaalde prijzen huiswaarts keerden.
Het avondde al toen we in het drukke Luik aankwa
men en de lichten brandden reeds aan de Maas en op
de hoogten aan weerskanten.
Het toeval had gewild, dat we van uit den trein een
kleine kennis in een der stadswijken in spoorwegvaart
hadden aanschouwd. Slechts in het snelle voorbijgaan
hadden we draaimolens en kramen gezien, maar toch
nog lang genoeg' om eens eventjes te gaan kijken of er
het zelfde Belgische volksleven tot. uiting kwam als op
de kermis van Bruxelles-Midi. Een politie-agent in
de huurt van het station Longdoz verzekerde, dat die
kennis de kemie&se de la rue Sainte-Marie was, een
tramconducteur wees ons die straat aan. en terwijl
we dit schrijven doemen voor ons op de vele personen,
die we naar de kermesse of de rue de Ste. Marie ge
vraagd hebben den heelen avond door, herinneren we
ons levendig- met napret, hoe dat voortdurend vragen
naar den onbekenden weg1 op de lachspieren werken
ging, hoe het tot een kinderachtig genoegen werd met
proest-lacheu, dat het vragen bijna onmogelijk maakte
cn het gevaar van een niet geheel onverdiende klap
steeds vergrootte.
Wij zijn van Pontius naar Pilatus, of zooals men
in het Zaanseh zegt van den Bok op Jasper gestuurd,
maar hebben het gezochte niet gevonden, maar wel
sterk den indruk gekregen, dat de kermesse de Sainte
Marie valt op St. Juttemis, quarante jours après Ja
mais.
„O, dus1 reeds onderhandelingen en misschien een
vast contract? Maar ik zal volstrekt! niet indiscreet
zijn. Ik zal het wel bijtijds vernemen", zeide Mira
lachend'.
Een poos zaten zij nog gemoedelijk bijeen, tot zij
de kleedkamer verlieten. Mira liep naar de artisten-
tribune en Violet betrad) met opgeheven hoofd en zelf-
bewusten stap de manege.
Inderdaad, zij voelde zich hedenavond krachtiger,
meer togen de eischen opgewassen dan in den laatstea
tijd. Neen, zoolang zij nog de leeuwen moest opvoe
ren, wilde zij het publiek een ware prestatie toonen,
waarover een ieder tevreden kon zijn. Zij wilde goed
eindigen en in de herinnering van een ieder als1 goed
kunstenares voortleven. Zij wilde hedenavond' den we
derspannigen laten zien, wie hun meester was.
Met inspanning' van al haar energie, gelukte het
haar heden, aan de tafel, waaraan zij het vleesch aan
de dieren uitdeelde, orde te scheppen, zoodat de een
den ander niet zijn toegemeten deel wegkaapte of
naar hem met den klauw sloeg. Ook zocht ieder daar
na weder precies zijn plaats op, zelfs de snuivende
August.
En Mira verheugde zich daarboven a*ls een kind en
klapte luider dan alle anderen in de handen. „Dat is
toch weer de oude Violet Pnttison", dacht zij vol trots.
Nu kwam een zware taak voor den dikken Pascha
aan de beurt. Hij moest in een schommel klauteren,
dien een andere leeuw met behulp van de meesteres
heen en weer schommelde. Na eenige weigeringen
moest hij er toch eindelijk toe overgaan zijn vergulden
stoel met den schommel te verwisselen.
De jonge dame begon nu met haar helper den brom-
migen oude daarboven te wiegen. Maar zij ging daar
bij altijd een stap achteruit en naderde August, die
zq'n stoel verlaten had! en stap voor stap naar haar
toesloop. Nu deed hij eensklaps een sprong, richtte
zich op on sloeg met- den klauw naar haar nek. In de
volgende seconde had Violet zich ook reeds omgewend
en stiet bet snuivend voor haar staande monster den
ijzeren stang, waarvan zij zich zelden meer bediende,
in den wijd geopenden muil. Het dier deinsde achter-
Van Luik gingen we den volgenden morgen weer
huis-t-oe.
Dicht bij huis hadden we voor niet al te veel geld
veel genot gesmaakt, veel nieuws gezien, prettige ont
spanning gevonden. Onvoorwaardelijk kunnen we dan
ook het reisje aanbevelen en niet genoeg kan ieder,
die in Zuid-Limburg toeft. Aken of Luik bezoekt, wor
den aangeraden toch vooral' een Abs-techer te maken
naar Montjoie en Gileppe, beiden zoo rijk aan natuur
schoon, maar ook aan bewonderenswaardig mensehen-
werk.
TWEEDE KAMER.
I)e algemeene beschouwingen over de invaliditeits-
en oudcrdomsverzekering werden gisteren voortgezet.
De heer Treub (v.-d.) vroeg, alvorens zijn Woens
dag' afgebroken beschouwingen voort te zetten, even
buiten de orde te mogen g-aan, om den heer Goeman
Borgesius geluk te wenschen met diens jubileum. De
heer Borgesius, zeide spr., is1 te lang in de politiek,
om niet te weten, dat men zich daarin vrienden en
vijanden maakt. Maar of men het met hean eens is of
niet, wij allen 'bewonderen zijn veerkracht en toewij
ding in 's lands belang.
Spr. wenschte hem toe, dat hij deze eigenschappen
nog lang zal aanwenden in 's lands belang:. (Luide
toejuichingen).
De voorzi tter zeide, dat, ofschoon het geen
gebruik is dat de voorzitter hij dergelijke gelegenhe
den het woord voert, hij zich van harte aansluit bij de
woorden van den heer Treub. Hij wenschte den heer
Borgesius ook zijnerzijds toe dat hij nog vele jaren
werkzaam: zal mogen blijven in 't lands belang. (Ap
plaus)
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel, de heer Talma, boód uit naam, der regee
ring, zijn gelukwensehen aan, aan den heer Borgesius,
die een staat van dienst heeft in 's l'ands belang,
waarop ieder staatsman trotsch mag' wezen. Hoewel
persoonlijk vaak spr. bestrijdende, waardeert hij toch
in hem het idéalisme, dat uit zijn optreden spreekt en
steeds heeft hij in hem gezien eén hoogst achtens
waardig tegenstander. Hij wenschte. hem toe, dat hij
nog' vele jaren zijn krachten aan het land zal wijden.
(Toejuiching).
De heer Treub verdedigde daarna de verplichte
verzekering, als een van staatswege geregelde, voor
zorg, terwijl do staatspeusionneering dit element mist
en de vrijwillige verzekering haar grondslag vindt in
een contract. In het ingediende ontwerp is het ver
band tusschen premie en uitkeering echter niet aan
wezig; spr. toonde dit met verschillende voorbeelden
aan. Hij betoogde, dat het wel niet mogelijk is met
dit- verband' rekening te houden bij publiekrechtelijke
verzekering-, maar dat men rekening kan houden met
de bijzondere omstandigheden, waarin do verzekerden
verkeeren. Men kan de laagste loonen va li premiebe
taling vrijstellen. I)o arbeiders uit de -lagere loon-
kiassen kunnen dan door in een koogere klasse te ko
men de staatsarmenzorg ontgaan. Spr. hesprak nog
eenige andere voorgestelde oplossingen en wees er
dan op, dat hij in zake de vrijstelling van d» laagste
loonen een reeks amendementen, heeft ingediend.
Spr. achtte dé regeling der uitkeeringen zonderling.
Spr. vroeg dan naar het standpunt van de vrije libe
ralen ten opzichte van de verplichte verzekering en de
s t a a t spensionneeri ng'.
Verschillende voorstanders van staatspensloneeriug
vervolgde spr. schuiven de invaliditeitsverzeke
ring op den achtergrond, omdat het tot aggravatie er.
simulatie leidt. Men overdrijft op dit punt, meende
spr. Bij gedecentraliseerde controle is dit te voorko
men.
Spr. heeft amendementen ingediend, waardoor 100
artikelen zullen worden gewijzigd, en 100 andere ko
men te vervallen. De Kamer kent de amendementen
nog niet, hetgeen bewijst, hoe slecht de behandeling
va'n dit ontwerp is. De amendementen zijn beperkt tot
het financieel bereikbare.
In dit verband behandelde spr. het financieele
vraagstuk, aan de verschillende stelsels verbonden.
Bij de verplichte verzekering worden een deel van
waarts, tot dicht bij zijn plaats, en het publiek jubelde
de moedige vrouw toe, toen de leeuw na, veel' tegen
spartelen eindelijk weer op het vergulde stoeltje zat.
Violet lette er niet op, dat het bloed uit den mooie,n
nek op het witte kleed: druppelde. Allen, die het num
mer eenigszins1 kenden, wisten, dat thans August den
dikken Pascha in den schommel moest volgen. Zou
zij uit vrees voor het woedende dier dat heden nalaten
en haar vrienden reden geven haar laf te noemen?
Neen, zij wildé hun toonen, wat haar moed' en haar
vastberadenheid! vermochten.
Met vasten stap naderde zij den leeuw, gaf hem met
de zweep een paar flinke slagen on stiet hem met den
slang van zijn stoel. Zij voelde, hier kon zij slechts
met, brutaal geweld iets' uitrichten. Langzaam sloop
de leeuw naar den schommel, en daar hij er niet in
wilde springen, liet zij weer de zweep op hem neerko
men.
Vol spanning* hingen de blikken der toeschouwers
aan elk harer bewegingen. „Dat wordt interessant",
zeide de een. „ITet moet toch werkelijk een kwaad
dier zijnmaar of dat dressuur' is?"
Daarover zou hij spoedig opheldering krijgen, want
by den harden strijd, die zich thansi in de manege
ontspon, richtte zich plotseling de leeuw hoog op en
viel mei de voorpooten op Violet's ontblootc schou
ders. Zij wankelde een oogenblik om met al haar
kracht den druk van het zware lichaam te wedersfaan,
toen echter viel zij met: een gil, die Mira door merg en
boen ging, op dén grond.
Thans viel het wilde beest op zijn offer aan, rukte
het lichte gewaad! van schouders en borst en haakte
de uitgespreide klauwen in liet week-e vleesch. Pa
scha sprong nu, daar hij zijne meesteres op den grond
zag liggen, met een sprong uit den schommel, om
haar ook aan te vallen.
De roode rozen waren uit het los geraakte haar ge
rukt en lagen verbladerd op den grond. Over het ge
zicht en den hals vloeide het bloed' zoo rood als de ro
zen op haar borst.
Dat alles was in het verloop van enkele seconden
afgespeeld, zoodat Violet'» helper, eertt toen zij met
de kosten, bij wijze van retributie, door de verzekerde!,
betaald. Spr. zette dan nader uiteen, dat het niet
noodig is zulke zware lasten op het heden te leggen.
Men behoeft het tarief, niet te verhoogen om de
kosten te dekken. Spr. becijferde hoe uit directe be
lastingen de middelen zijn te verkrijgen.
In een peroratie legde spr. ten slotte de partijpoli
tiek van de rechterzijde, met dit' ontwerp gedreven,
bloot.
Vervolgens was aan het woord dé heer H u g e n-
hol tz (S. D. A. P.). Hij betoogde, dat) deze wet, als
alles erg meeloopt, op z'n vroegst over vijf jaren zou
kunnen in werking treden. De Engelsche st-aatspensi-
oneering trad! in werking 8 maanden na de indiening.
Het is de rechterzijde niet om het arbeidersbelang-
maar om het coalitiebelang te doen.
Spr. vroeg aan de vrijzinnigen, of zij bij overwin
ning in 1913 de wet weer zullen intrekken, om er
staatspensioneering voor in de plaats te- stellen.
Staatspensioneering op een programma te stellen acht
spr. thans bijster ontijdig, nu men immers op dat pro
gramma ook grondwetsherziening wil plaatsen.
Spr. betoogde voorts, dat de anti-revolutionairen
herhaaldelijk voor eeu staat.sbijdrage. hébben gepleit,
en daarmede een sub-staatspensioen hebben aanvaard.
Dat doet de minister ook, door zijn overgangsmaatre
gel.
Spr. verdedigde daarna breedvoerig staatspensioen
op socialistische gronden, betoogend, dat ook het
motief der „burgerlijke" voorstanders, n.l. dat staats
pensioen is erkenning van bewezen diensten, niet zon
der waarde is. Voorts bestreed hij breedvoerig de ar
gumenten van den heer Treub.
Mr. HENDRIK GOEMAN BORGESIUS.
De voorzitter der Liberale, Unie, de oud-minister ran
binnenlandsche zaken, mr. H. Goeman Borgesius, her
dacht gisteren het feit, dat hij gediurende 35 achter
eenvolgende jaren lid van onze volksvertegenwoordi
ging is geweest. Op dén jongst mogelijken leeftijd tot
lid der Tweede Kamer gekozen, kan hij dus dit jubile
um reeds op 65-jarigen leeftijd vieren. Wat het feit.
nog merkwaardiger maakt is dat mr. Borgesius in die
vijf-en-dertig jaren voor niet minder dan vijf ver
schillende kiesdistricten zitting heeft genomen.
De jubilaris ontving vele bewijzen van belangstel
ling' en sympathie. Een stroom van gelukwensehen,
in den vorm van telegrammen als anderszins, bereikte
bijna den ganschen dag dén jubilaris en getuigde van
de waardoering, zoowel van den volksvertegenwoordi
ger als van den dagbladschrijver en leider.
Onder die uitingen van vereering, vriendschap en
collegialiteit behoorden een felicitatietelegram van de
Kamerclub der Liberale Unie, een bloemenzending van
de redactie van „Het Vaderland," een brief van geluk
wensehen van het hoofdbestuur der Nieuwe Vrijzinni
ge Kiesvereeniging 's-Gravenhage aan haren voormali-
gen voorzitter, een telegram van allo journalisten dei-
perstribune in de Tweede Kamer, houdende een „ge-
lukwensch aan den oud-collega en parlementairen ve
teraan ter gelegenheid van diens zeldzaam jubilee."
Ten: huize van den heer Borgesius kwamen hem giste-
rennamiddag velen uit parlementaire, politieke en an
dere kringen complimenteeren.
Heden wordt mr. Goeman Borgesius een maaltijd in
..De Twee Steden" te 's-Gravenhage aangeboden door
de Kamerleden van' de Unieclub, de oud-Kamerleden,
die tot die club hebben behoord, en het hoofdbestuur
der Liberale Unie.
VRIJ ZINNIGE SAMENWERKING.
Zaterdag 16 November zal de Vrijzinnig-Democrati
sche Bond in Den Haag eep algemeene vergadering
houden, o.a. ter bespreking van het ontwerp-program
van actie, geformuleerd! door de commissie, samenge
steld uit vertegenwoordigers der hoofdbesturen dei-
drie vrijzinnige groepen.
DROGISTEN.
De Vereeniging van Drogisten heeft zieh tot den
Minister van Binnenlandsche Zaken gewend, met het
verzoek, in het nieuwe ontwerp op de Artsenijbereid-
kunst ook bepalingen op te nemen, waardoor de be
de beide beesten op den grond! worstelde, te hulp in de
kooi kon springen, om de revolver, welke hij eiken
avond bij zich droeg, op de dieren af te vuren. Au
gust zonk dadelijk, zwaar getroffen, naast' zijne half
verscheurde,in een bloedplas zich wentelende mees
teres neder, terwijl' Pascha door een paar slagen met
den ijzeren stang op den kop bedwelmd nedérviel.
Intusschen waren stalknechten en rijders gewapend
in do kooi gedrongen, om de leeuwentemster er uit to
halen. Zij wierpen een grooten, donkereu doek over
het jonge meisje om den afschuwelijken aanblik, wel
ken de verminkte bood, aan de oogen van de toe
schouwers te onttrekken. Reeds drongen dé andere
leeuwen zieh in een hoek samen, zij voelden instinctief
dat er iets vreeselijks moest gebeurd' zijn.
Mira kwam de trap af, zij wist zelVe niet hoe. Daar
brachten zij Violet door de donkere gang, in den zwar
ten doek gehuld! Hoe kreunde zij en hoe werd de weg
door bloedsporen geteekend'!
Zij kwamen met de arme in haar kleedkamer en leg
den haar bij gebreke aan, een sofa op den grond, waar
op Mira haar mantel en juffrouw Tompsen'» cape
had uitgespreid.
Huiverend nam Mira op verzoek van don circusdok
ter den doek vmg. Daar lag het eens zoo mooie meisje
met verscheurd gezicht en uiteengereten borst in haar
bloed en kreunde zacht. Wie had willen gelooven, dat
deze de eens wegens haar schoonheid gevierde Violet
was? Zoo snel met één slag-, kon men die bekoring
verliezen
Mira rilde bij die gedachte. Wat deed deze aanblik
haar pijn! Zij wilde er niet naar zien en moest het
toch. Toen werd het haar donker voor de oogen en zij
viel naast Violet neder.
In het circus-restaurant ging het intusschen vroo
lijk toe. Hoe lachten en babbelden de lieden aan de
kleine ronde tafel! „Waar blijft Mira toch?" vroeg
A-ra ongeduldig. „Zij is toch reeds lang met haar
nummer klaar."
„O", zei juffrouw Tompsen aan het andere eind der
tafel, „zij wilde op miss Pattison wachten en met haar
hier komen."
Wordt vervolgd.