DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het Circuskind, No. 247 Honderd en veertiende Jaargang. 1912 VRIJDAG 18 OCTOBER. Uitbetaling vergoeding Landweerplichtigen. FEUILLETON. DICHT BIJ HUIS. BINNENLAND. ALKMAARSGHE BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de uitbetaling' der vergoeding, toegekend ingevolge art. 15bis der Landweerwet, zal geschieden ter ge meente-secretarie en noodigen belanghebbende land- weerplichtigen uit zich, vergezeld van hunne echtge- nooten, zoo spoedig mogelijk daartoe aan te melden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 15 Oetober 1912. ALKMAAR, 18 October. VII (Slot). Daar zaten we dan weer in den trein, achter ons la tend den Eifel met liet- schilderachtige Montjoie, mee nemend de aangenaamste herinneringen en vóór ons als doel het land van Ardennen en Maas in het alge meen en de waterwerken van Gileppe in het- bijzonder. Den weg wisten we: overstappen in Itaeren en in Eu- pen, dan vervolgens vandaar wandelen naar do Gileppe. Maar we waren zoo onvoorzichtig' geweest niet zelf een spoorboekje te raadplegen, doch af te gaan op kellners-informaties en hadden dus niet gere kend op de slechte aansluitingen der Secundav Bah- nen. De gezellig-dikke Zugfiihrer van den trein naar Eupen vertelde ons reeds, dat we daar eenige uren te wachten hadden. Toen hij hoorde, dat wij Hollanders waren, was het maar goed, dat er weinig reizigers in den trein zaten de brave man zou anders stellig zijn plicht verzuimd hebben. Holland 'n pracht blad! Neen maar, daar raakte hij niet over uitge praat! Hij was er geweest en hoe! Een paar jaar ge leden had hij- ook twee Iloüandsche reizigers gehad, een dame en een heer, die ook naar Gileppe wilden en ook te Eupen moesten wachten. Toevallig had hij een paar vrije uren gehad en zich als gids aangeboden, op welk voorstel het tweetal gretig ingegaan was. Wat ze oogen opgezet hadden! Zoo mooi hadden ze Eupen gevonden, dat- ze niet weer weg wilden! En zoo er kentelijk waren ze geweest, dat ze denKoofdéonducteur genood1 hadden te Leiden to komen, waar mijnheer professor was. 'n Grosartiger Kerl, die professor! Immers spoedig' daarna was onze Zugfiihrer inderdaad naar Holland en naar Leiden gegaan en de ontvangst die hij er had gekregen, tamos! Professor was juist „in der Schule," maar zijn vrouw was een vrien delijke gastvrouw geweest en toen professor thuis ge komen was, liad die hem heel Leiden laten zien en hij had bij hen gedineerd, was in één woord! „fürst- lich" ontvangen Helaas had de man nu dienst en kon hij ons in Eu pen niet rondleiden. Na Montjoie te hebben gezien, meenden we echter dat dit stadje ons weinig bekoorlijks kon bieden en dus besloten we maar den stap er in te zetten en naar Membach te wandelen. De wandeling duurde lang, doch hedeinaal ongemerkt waren we op Belgisch grondgebied gekomen. We waanden nog in Duitsch- land te zijn, waren noch grenspalen noch douanes ge passeerd, en daar lazen we ineens naast een opschrift „Colonial Oei Undl Farbwaren" „Chapellerie," „Cartes de vue". En het „A bas les Masques" op een aanplak bord, herinnerend! aan „zekere Junigebeurtenissen" liet heelemaal geen twijfel over we waren in België. Maar hoe -kende men dan geen Vlaamsch in het Limbnrgsche? Onze i-eisgenoot, vurig Nederlandseh- verbonder, had reeds, een artikeltje voor Neerlandia in het hoofd, toen we staan bleven voor het postkantoor: Postes, Posterijen, Postamt, En dra bleek, dat de bewoners Vlaamsch spraken en dat „Neerlandia" een artikel moest derven! We waren echter nog lang niet1 waar we wezen wil den. Intusschen werd! de wandeling minder eentonig bij tientallen waren de fietsers op den weg, g-roote Janpleiziers. vol' vroolijk volk, reden af en aan, en rij tuigen en rijwielen waren getooid met papieren vlag- Roman van PAULA BUSCH. 59) -o- „Nu, die moog't. gij houden, als gij zulk een medelij den met hen hebt. Ik zou ze laten verwelken." Dat liet Violet zich geen tweemaal zeggen en zij nam de schoonste rozen er uit. „Nu dan zal ik er een bouquet van opsteken." „Ja, en in het haar in het haar ook eenige", zei juffrouw Tompsen, tevreden over de goede bestem ming, welke de versmade nog vonden. Zij schikte de roode rozen in de blonde lokken, zooals het de beste friseuse niet mooier gedaan zou hebben. De kamenier haaide intusschen het witte atlas-costuum te voor schijn. MLra had ook haast gemaakt met het verkleeden. „Ik ben weliswaar spoedig gereed, maar ik zal met- jou naar de partij gaan en zoolang wachten tot je nummer afgeloopen is." „Dat is zeer lief, Mira, maar het zou mij spijten, als gij om mijnentwille te laat zoudt komen." ,,0 gij weet toch, dat ik geen avond hij je nummer ontbreken kan. Tiet- houdt mij steeds meer in span ning." „Nog altijd, nu gij er toch aan gewend zijt, dat al les goed gaat?" „Ja, ik twijfel ook niet! aan je kunnen, maar een onbepaald angstig gevoel bekruipt mij toch telkens." Nu stond1 Violet, een koningin gelijk, daar in haar wit gewaad en stak het- mooie, g-roote bouquet van die rozen op de borst. „Nu, dat bevalt mij. Zoo goed als heden hebt gij mij nog nooit bevallen. Gij ziet- er ook zoo tevreden uit." „Ja, ik geloof, dat ik nu spoedig mijn leeuwen kwijt kan worden, om dan te leven, zooals ik gaarne zou willen." i getjes in de Belgische kleuren, waarmede ook de kin deren langs den weg te zwaaien liepen. Eindelijk ja, wel eindelijk stond er een handwijzer naar 't ho tel-restaurant Au iion de la Gileppe, met de modedee- ling, dat dit de kortste weg naar de „barrage" was. Nu moet men weten, dat het waterwerk op geen drie minuten afstand van den handwijzer is en dat de aan gegeven weg steil de hoogte in gaat en meer dan een half uur duurt. Wat wij achterna dien hotelhouder vferwenscht hebben De vermoeienis werd intusschen schitterend beloond. Te midden van de Ardennen, met fijne dennen en slanke berken begroeid, ligt daar een zacht rimpelend bergmeer. Om de beteekenis1 van dit meer te doen uitkomen, zij vermeld, dat een vernauwing van het dal der Gileppe, een zijtak van de Vesdre, tusschen twee hooge heuvels is afgedamd, dat hierdoor- het water tot een hoogte van 45 meter wordt opgestuwd, en er een reusachtig- waterreservoir wordt gevormd. Door het kunstmatige meer wordt Verviers en de omtrek geregeld voorzien van zuiver, kalkvrij water, dat voor do lakenfabrieken noodig is. Nu laat zich dit heel gemakkelijk vertellen maar wat een reuzen werk hier tot- stand gebracht is, moge blijken uit de mededeeling dat het „afdammen" moest geschieden door middel van een muur, die 235 meter lang, 48 me ter breed en 70 meter beneden en boven, waar hij als brug dient, 15 meter dik is, dus een inhoud heeft van 479400 kubieken meter. Sta nu eens aan een der beide reuzentrappen, die naar beneden voeren, steenen trap pen van welgeteld1 260 treden 1 Een duizelende diepte In 1876 werd! dit indrukwekkende werk voltooid en de ingenieur Bidaut is er de schepper van. Hoog op den muur staat oi> een voetstuk van 8 M. majestueus een leeuw van 13 meter 50. Het kolossale beest is op gebouwd uit groote vierkante blokken zandsteen.... 243 stuks. Een trotsehe bekroning van een machtig -stuk werk. Wie in de buurt is verzuime toch vooral niet de barra ge te gaan bewonderen! Eenige uren hadden we in het hotel de Bétliane te Goë den tijd voordat, de tram kwam, die ons in tien minuten te Dalhain bracht, waar we weer een ander half uur moesten wachten, voor d.en trein naar Luik kwam. Aardig' was de stationsversiering van liet vriendelijke ia hef dal dér Vesdré gelegen Dolliain, waar de namen van stad en, provincie in roode bloemen onder aan de rots opbloeiden. En groot bet aantal treinen dat.... voorbij snorde. Ook de reis naar Luik was interessant, dank zij de vele tunnels en viaducten, dank zij ook de ontmoeting met twee leerlingen van den handelsschool te Dolhain, die in blijde vaeantiestemmmg met hooge punten (de rapporten toonden dat het voor de meeste vakken liet maximum schommelde tusschen. 200 en 300!) en met behaalde prijzen huiswaarts keerden. Het avondde al toen we in het drukke Luik aankwa men en de lichten brandden reeds aan de Maas en op de hoogten aan weerskanten. Het toeval had gewild, dat we van uit den trein een kleine kennis in een der stadswijken in spoorwegvaart hadden aanschouwd. Slechts in het snelle voorbijgaan hadden we draaimolens en kramen gezien, maar toch nog lang genoeg' om eens eventjes te gaan kijken of er het zelfde Belgische volksleven tot. uiting kwam als op de kermis van Bruxelles-Midi. Een politie-agent in de huurt van het station Longdoz verzekerde, dat die kennis de kemie&se de la rue Sainte-Marie was, een tramconducteur wees ons die straat aan. en terwijl we dit schrijven doemen voor ons op de vele personen, die we naar de kermesse of de rue de Ste. Marie ge vraagd hebben den heelen avond door, herinneren we ons levendig- met napret, hoe dat voortdurend vragen naar den onbekenden weg1 op de lachspieren werken ging, hoe het tot een kinderachtig genoegen werd met proest-lacheu, dat het vragen bijna onmogelijk maakte cn het gevaar van een niet geheel onverdiende klap steeds vergrootte. Wij zijn van Pontius naar Pilatus, of zooals men in het Zaanseh zegt van den Bok op Jasper gestuurd, maar hebben het gezochte niet gevonden, maar wel sterk den indruk gekregen, dat de kermesse de Sainte Marie valt op St. Juttemis, quarante jours après Ja mais. „O, dus1 reeds onderhandelingen en misschien een vast contract? Maar ik zal volstrekt! niet indiscreet zijn. Ik zal het wel bijtijds vernemen", zeide Mira lachend'. Een poos zaten zij nog gemoedelijk bijeen, tot zij de kleedkamer verlieten. Mira liep naar de artisten- tribune en Violet betrad) met opgeheven hoofd en zelf- bewusten stap de manege. Inderdaad, zij voelde zich hedenavond krachtiger, meer togen de eischen opgewassen dan in den laatstea tijd. Neen, zoolang zij nog de leeuwen moest opvoe ren, wilde zij het publiek een ware prestatie toonen, waarover een ieder tevreden kon zijn. Zij wilde goed eindigen en in de herinnering van een ieder als1 goed kunstenares voortleven. Zij wilde hedenavond' den we derspannigen laten zien, wie hun meester was. Met inspanning' van al haar energie, gelukte het haar heden, aan de tafel, waaraan zij het vleesch aan de dieren uitdeelde, orde te scheppen, zoodat de een den ander niet zijn toegemeten deel wegkaapte of naar hem met den klauw sloeg. Ook zocht ieder daar na weder precies zijn plaats op, zelfs de snuivende August. En Mira verheugde zich daarboven a*ls een kind en klapte luider dan alle anderen in de handen. „Dat is toch weer de oude Violet Pnttison", dacht zij vol trots. Nu kwam een zware taak voor den dikken Pascha aan de beurt. Hij moest in een schommel klauteren, dien een andere leeuw met behulp van de meesteres heen en weer schommelde. Na eenige weigeringen moest hij er toch eindelijk toe overgaan zijn vergulden stoel met den schommel te verwisselen. De jonge dame begon nu met haar helper den brom- migen oude daarboven te wiegen. Maar zij ging daar bij altijd een stap achteruit en naderde August, die zq'n stoel verlaten had! en stap voor stap naar haar toesloop. Nu deed hij eensklaps een sprong, richtte zich op on sloeg met- den klauw naar haar nek. In de volgende seconde had Violet zich ook reeds omgewend en stiet bet snuivend voor haar staande monster den ijzeren stang, waarvan zij zich zelden meer bediende, in den wijd geopenden muil. Het dier deinsde achter- Van Luik gingen we den volgenden morgen weer huis-t-oe. Dicht bij huis hadden we voor niet al te veel geld veel genot gesmaakt, veel nieuws gezien, prettige ont spanning gevonden. Onvoorwaardelijk kunnen we dan ook het reisje aanbevelen en niet genoeg kan ieder, die in Zuid-Limburg toeft. Aken of Luik bezoekt, wor den aangeraden toch vooral' een Abs-techer te maken naar Montjoie en Gileppe, beiden zoo rijk aan natuur schoon, maar ook aan bewonderenswaardig mensehen- werk. TWEEDE KAMER. I)e algemeene beschouwingen over de invaliditeits- en oudcrdomsverzekering werden gisteren voortgezet. De heer Treub (v.-d.) vroeg, alvorens zijn Woens dag' afgebroken beschouwingen voort te zetten, even buiten de orde te mogen g-aan, om den heer Goeman Borgesius geluk te wenschen met diens jubileum. De heer Borgesius, zeide spr., is1 te lang in de politiek, om niet te weten, dat men zich daarin vrienden en vijanden maakt. Maar of men het met hean eens is of niet, wij allen 'bewonderen zijn veerkracht en toewij ding in 's lands belang. Spr. wenschte hem toe, dat hij deze eigenschappen nog lang zal aanwenden in 's lands belang:. (Luide toejuichingen). De voorzi tter zeide, dat, ofschoon het geen gebruik is dat de voorzitter hij dergelijke gelegenhe den het woord voert, hij zich van harte aansluit bij de woorden van den heer Treub. Hij wenschte den heer Borgesius ook zijnerzijds toe dat hij nog vele jaren werkzaam: zal mogen blijven in 't lands belang. (Ap plaus) De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, de heer Talma, boód uit naam, der regee ring, zijn gelukwensehen aan, aan den heer Borgesius, die een staat van dienst heeft in 's l'ands belang, waarop ieder staatsman trotsch mag' wezen. Hoewel persoonlijk vaak spr. bestrijdende, waardeert hij toch in hem het idéalisme, dat uit zijn optreden spreekt en steeds heeft hij in hem gezien eén hoogst achtens waardig tegenstander. Hij wenschte. hem toe, dat hij nog' vele jaren zijn krachten aan het land zal wijden. (Toejuiching). De heer Treub verdedigde daarna de verplichte verzekering, als een van staatswege geregelde, voor zorg, terwijl do staatspeusionneering dit element mist en de vrijwillige verzekering haar grondslag vindt in een contract. In het ingediende ontwerp is het ver band tusschen premie en uitkeering echter niet aan wezig; spr. toonde dit met verschillende voorbeelden aan. Hij betoogde, dat het wel niet mogelijk is met dit- verband' rekening te houden bij publiekrechtelijke verzekering-, maar dat men rekening kan houden met de bijzondere omstandigheden, waarin do verzekerden verkeeren. Men kan de laagste loonen va li premiebe taling vrijstellen. I)o arbeiders uit de -lagere loon- kiassen kunnen dan door in een koogere klasse te ko men de staatsarmenzorg ontgaan. Spr. hesprak nog eenige andere voorgestelde oplossingen en wees er dan op, dat hij in zake de vrijstelling van d» laagste loonen een reeks amendementen, heeft ingediend. Spr. achtte dé regeling der uitkeeringen zonderling. Spr. vroeg dan naar het standpunt van de vrije libe ralen ten opzichte van de verplichte verzekering en de s t a a t spensionneeri ng'. Verschillende voorstanders van staatspensloneeriug vervolgde spr. schuiven de invaliditeitsverzeke ring op den achtergrond, omdat het tot aggravatie er. simulatie leidt. Men overdrijft op dit punt, meende spr. Bij gedecentraliseerde controle is dit te voorko men. Spr. heeft amendementen ingediend, waardoor 100 artikelen zullen worden gewijzigd, en 100 andere ko men te vervallen. De Kamer kent de amendementen nog niet, hetgeen bewijst, hoe slecht de behandeling va'n dit ontwerp is. De amendementen zijn beperkt tot het financieel bereikbare. In dit verband behandelde spr. het financieele vraagstuk, aan de verschillende stelsels verbonden. Bij de verplichte verzekering worden een deel van waarts, tot dicht bij zijn plaats, en het publiek jubelde de moedige vrouw toe, toen de leeuw na, veel' tegen spartelen eindelijk weer op het vergulde stoeltje zat. Violet lette er niet op, dat het bloed uit den mooie,n nek op het witte kleed: druppelde. Allen, die het num mer eenigszins1 kenden, wisten, dat thans August den dikken Pascha in den schommel moest volgen. Zou zij uit vrees voor het woedende dier dat heden nalaten en haar vrienden reden geven haar laf te noemen? Neen, zij wildé hun toonen, wat haar moed' en haar vastberadenheid! vermochten. Met vasten stap naderde zij den leeuw, gaf hem met de zweep een paar flinke slagen on stiet hem met den slang van zijn stoel. Zij voelde, hier kon zij slechts met, brutaal geweld iets' uitrichten. Langzaam sloop de leeuw naar den schommel, en daar hij er niet in wilde springen, liet zij weer de zweep op hem neerko men. Vol spanning* hingen de blikken der toeschouwers aan elk harer bewegingen. „Dat wordt interessant", zeide de een. „ITet moet toch werkelijk een kwaad dier zijnmaar of dat dressuur' is?" Daarover zou hij spoedig opheldering krijgen, want by den harden strijd, die zich thansi in de manege ontspon, richtte zich plotseling de leeuw hoog op en viel mei de voorpooten op Violet's ontblootc schou ders. Zij wankelde een oogenblik om met al haar kracht den druk van het zware lichaam te wedersfaan, toen echter viel zij met: een gil, die Mira door merg en boen ging, op dén grond. Thans viel het wilde beest op zijn offer aan, rukte het lichte gewaad! van schouders en borst en haakte de uitgespreide klauwen in liet week-e vleesch. Pa scha sprong nu, daar hij zijne meesteres op den grond zag liggen, met een sprong uit den schommel, om haar ook aan te vallen. De roode rozen waren uit het los geraakte haar ge rukt en lagen verbladerd op den grond. Over het ge zicht en den hals vloeide het bloed' zoo rood als de ro zen op haar borst. Dat alles was in het verloop van enkele seconden afgespeeld, zoodat Violet'» helper, eertt toen zij met de kosten, bij wijze van retributie, door de verzekerde!, betaald. Spr. zette dan nader uiteen, dat het niet noodig is zulke zware lasten op het heden te leggen. Men behoeft het tarief, niet te verhoogen om de kosten te dekken. Spr. becijferde hoe uit directe be lastingen de middelen zijn te verkrijgen. In een peroratie legde spr. ten slotte de partijpoli tiek van de rechterzijde, met dit' ontwerp gedreven, bloot. Vervolgens was aan het woord dé heer H u g e n- hol tz (S. D. A. P.). Hij betoogde, dat) deze wet, als alles erg meeloopt, op z'n vroegst over vijf jaren zou kunnen in werking treden. De Engelsche st-aatspensi- oneering trad! in werking 8 maanden na de indiening. Het is de rechterzijde niet om het arbeidersbelang- maar om het coalitiebelang te doen. Spr. vroeg aan de vrijzinnigen, of zij bij overwin ning in 1913 de wet weer zullen intrekken, om er staatspensioneering voor in de plaats te- stellen. Staatspensioneering op een programma te stellen acht spr. thans bijster ontijdig, nu men immers op dat pro gramma ook grondwetsherziening wil plaatsen. Spr. betoogde voorts, dat de anti-revolutionairen herhaaldelijk voor eeu staat.sbijdrage. hébben gepleit, en daarmede een sub-staatspensioen hebben aanvaard. Dat doet de minister ook, door zijn overgangsmaatre gel. Spr. verdedigde daarna breedvoerig staatspensioen op socialistische gronden, betoogend, dat ook het motief der „burgerlijke" voorstanders, n.l. dat staats pensioen is erkenning van bewezen diensten, niet zon der waarde is. Voorts bestreed hij breedvoerig de ar gumenten van den heer Treub. Mr. HENDRIK GOEMAN BORGESIUS. De voorzitter der Liberale, Unie, de oud-minister ran binnenlandsche zaken, mr. H. Goeman Borgesius, her dacht gisteren het feit, dat hij gediurende 35 achter eenvolgende jaren lid van onze volksvertegenwoordi ging is geweest. Op dén jongst mogelijken leeftijd tot lid der Tweede Kamer gekozen, kan hij dus dit jubile um reeds op 65-jarigen leeftijd vieren. Wat het feit. nog merkwaardiger maakt is dat mr. Borgesius in die vijf-en-dertig jaren voor niet minder dan vijf ver schillende kiesdistricten zitting heeft genomen. De jubilaris ontving vele bewijzen van belangstel ling' en sympathie. Een stroom van gelukwensehen, in den vorm van telegrammen als anderszins, bereikte bijna den ganschen dag dén jubilaris en getuigde van de waardoering, zoowel van den volksvertegenwoordi ger als van den dagbladschrijver en leider. Onder die uitingen van vereering, vriendschap en collegialiteit behoorden een felicitatietelegram van de Kamerclub der Liberale Unie, een bloemenzending van de redactie van „Het Vaderland," een brief van geluk wensehen van het hoofdbestuur der Nieuwe Vrijzinni ge Kiesvereeniging 's-Gravenhage aan haren voormali- gen voorzitter, een telegram van allo journalisten dei- perstribune in de Tweede Kamer, houdende een „ge- lukwensch aan den oud-collega en parlementairen ve teraan ter gelegenheid van diens zeldzaam jubilee." Ten: huize van den heer Borgesius kwamen hem giste- rennamiddag velen uit parlementaire, politieke en an dere kringen complimenteeren. Heden wordt mr. Goeman Borgesius een maaltijd in ..De Twee Steden" te 's-Gravenhage aangeboden door de Kamerleden van' de Unieclub, de oud-Kamerleden, die tot die club hebben behoord, en het hoofdbestuur der Liberale Unie. VRIJ ZINNIGE SAMENWERKING. Zaterdag 16 November zal de Vrijzinnig-Democrati sche Bond in Den Haag eep algemeene vergadering houden, o.a. ter bespreking van het ontwerp-program van actie, geformuleerd! door de commissie, samenge steld uit vertegenwoordigers der hoofdbesturen dei- drie vrijzinnige groepen. DROGISTEN. De Vereeniging van Drogisten heeft zieh tot den Minister van Binnenlandsche Zaken gewend, met het verzoek, in het nieuwe ontwerp op de Artsenijbereid- kunst ook bepalingen op te nemen, waardoor de be de beide beesten op den grond! worstelde, te hulp in de kooi kon springen, om de revolver, welke hij eiken avond bij zich droeg, op de dieren af te vuren. Au gust zonk dadelijk, zwaar getroffen, naast' zijne half verscheurde,in een bloedplas zich wentelende mees teres neder, terwijl' Pascha door een paar slagen met den ijzeren stang op den kop bedwelmd nedérviel. Intusschen waren stalknechten en rijders gewapend in do kooi gedrongen, om de leeuwentemster er uit to halen. Zij wierpen een grooten, donkereu doek over het jonge meisje om den afschuwelijken aanblik, wel ken de verminkte bood, aan de oogen van de toe schouwers te onttrekken. Reeds drongen dé andere leeuwen zieh in een hoek samen, zij voelden instinctief dat er iets vreeselijks moest gebeurd' zijn. Mira kwam de trap af, zij wist zelVe niet hoe. Daar brachten zij Violet door de donkere gang, in den zwar ten doek gehuld! Hoe kreunde zij en hoe werd de weg door bloedsporen geteekend'! Zij kwamen met de arme in haar kleedkamer en leg den haar bij gebreke aan, een sofa op den grond, waar op Mira haar mantel en juffrouw Tompsen'» cape had uitgespreid. Huiverend nam Mira op verzoek van don circusdok ter den doek vmg. Daar lag het eens zoo mooie meisje met verscheurd gezicht en uiteengereten borst in haar bloed en kreunde zacht. Wie had willen gelooven, dat deze de eens wegens haar schoonheid gevierde Violet was? Zoo snel met één slag-, kon men die bekoring verliezen Mira rilde bij die gedachte. Wat deed deze aanblik haar pijn! Zij wilde er niet naar zien en moest het toch. Toen werd het haar donker voor de oogen en zij viel naast Violet neder. In het circus-restaurant ging het intusschen vroo lijk toe. Hoe lachten en babbelden de lieden aan de kleine ronde tafel! „Waar blijft Mira toch?" vroeg A-ra ongeduldig. „Zij is toch reeds lang met haar nummer klaar." „O", zei juffrouw Tompsen aan het andere eind der tafel, „zij wilde op miss Pattison wachten en met haar hier komen." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1