DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het Circuskind.
Groote
Najaarsveemarkt
No
257
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
WOENSDAG
30 OCTOBER.
Uitbetaling Vergoeding
Landweerplichtigen.
FEUILLETON.
te ALKMAAR,
op Maandag 4 November 1912.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
/a
Telefoonnummer 3.
(Werd* vwrolgdi
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kentnia van belanghebbenden, dat
de uitbetaling der vergoeding-, toegekend ingevolge
art. lóbis der Landiweerwet, zal geschieden ter ge
meente-secretarie en noodigen belanghebbende land
weerplichtigen uit zich, vergezeld! van hunine echtge-
nooten, zoo spoedig mogelijk daartoe aan te melden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 20 October 1912.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeens kennis, dat ter gele
genheid van de groote najaarsveemarkt op- MAAN
DAG, -1 NOVEMBER a.s. het vee, dat niet per rij
tuig naar de markt wordt gebracht, ALLEEN AAN
GEVOERD mag worden langs den HELDERSCHEN
WEG, over de HEILOëRBRUG en over de ERIE-
SCHE BRUG.
Het vee, aangevoerd over d« Boompoortsbrug, zal
geleid moeten worden langs Voormeer en Bierkade
om over de Vlotbrug eu langs den Kanaaldijk de
Friesehe brug te passeeren.
Het vee, per VAARTUIG aangevoerd, zal moeten
worden gelost aan de KANAALKADE op de door dén
Havenmeester aan te wijzen plaats.
Aanvoer van vee over de Geesterbrug, de Emma-
brug, de Nieuwlandérbrug, de vlotbrug' en de rustieke
brug is VERBODEN.
GEEN VEE MAG TER MARKT GEPLAATST
WORDEN VÓÓR 's MORGENS VIJF UUR EN
VOOR DAT HET DOOR DESKUNDIGEN OP DE
AANWEZIGHEID VAN EENE BESMETTELIJ
KE ZIEKTE IS GEKEURD.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Roman van PAULA BUSCH.
69) -o-
Ilet liefst had zij hem van zich gestooten en was
weggegaan. Maar was zij zichzelf niet zooveel be-
heersching schuldig? Haar rol mocht toch niet on
der een dergelijke situatie lijden. Zij moest dus het
liefhebbende, zwijgende bruidje kalm verder spelen en
niemand iets van haar partner's vrijpostigheden la
ten merken. Ja, dat kostte overwinning. Heden
avond uog wilde zij de rol afspelen, en op den volgen
den dag- wilde zij zich over Helge bij de directie, be
klagen.
En terwijl zij dit besluit nam, bespeurde zij nauwe
lijks, dat de rooverhoofdman haar reeclsi in het zadel
getild1 had, om de cascade op te galoppeeren. Zij had
heden zulk een afschuw van den man, dat zij ver
zuimde zich tegen zijn borst te vlijen en hem met ha
re armen te omvatten, zooals zij het tot haar eigen
veiligheid had moeten doen.
Het paard struikelde, kort voordat het 't tooneel
bereikte en door dien plotselingen ruk werd zij uit 't
zadel geslingerd en bleef bewusteloos op de cascade
liggen. Met groote behendigheid slechts konden de
volgenden hunne paarden op zijde trekken, om niet
over Mira heen te rijden.
Helge, die in het zadel gebleven was en het paard
dadelijk weer opgetrokken had, steeg nu af en liep
naar Mira, die als dood! op den grond lag. TT ij tilde
haar op en droeg haar op het tooneel. Hier wenkte
hij eenige requisibeuren. Nu werd Mira behoedzaam
naar haar kleedkamer gebracht.
Juffrouw Tompsen, die in alle kalmte reeds het
costuum voor het derde bedrijf had klaar gelegd en
DRANKWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat bij hun
college is ingekomen een verzoekschrift van J. KAAN
DORP, aldaar, om verlof tot den verkoop van alcohol
houdenden anderen dan sterken drank in het perceel
Nieuwpoortslaan E 1.
Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen
tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bezwa
ren worden ingediend.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, den 29 October 1912.
ALKMAAR, 30 October.
Het verslag van het onderzoek van de Ilaagsche
gemeentebegrooting in de af deelingen is dit jaar een
merkwaardig stuk werk. Drie sociaal-democratische
leden van dein Raad werden door de afdeelingen tot
rapporteurs gekozen én het algemeen, rapport geeft
hiervan een weerslag. „Meerdere leden" d. w. z.
de sociaal-democratische leden '-ineenen, dat drin
gende verbeteringen der maatschappelijke toestanden
in het leven geroepen moeten worden, dat nog lang
niet genoeg gedaan wordt om de gemeente baar soci
ale taak te doen vervullen. Zij vragen een gemeen
telijke broodbakkerij, een gemeentelijke schoenmake
rij, een gemeentelijke kleedermakerij, enz. enz.
De Ilaagsche Raad, in zijn meerderheid nog niet
sociaal-democratisch, zal zicli zeker nog wel eens een
tijdje bedenken, voordat het gelden voor deze zaken
voteert.
Wie echter geregeld de Duitsclie bladen volgt, weet-
hoeveel tegenwoordig bij onze oostelijke buren over
gemeentelijke exploitatie ook van liet klein bedrijf
wordt gesproken. Men mag tegenover bet leveren
van levensmiddelen en waren door de gemeente aan
de verbruikers principieel staan zooals1 men wil, men
zal moeten erkennen, dat er in de gegeven omstandig
heden alle aanleiding voor de gemeentebesturen was,
om vleescli tegen goedkooperen prijs1 voor de ingeze
tenen beschikbaar te stellen. Noodi breekt wet en
bij noodstand' dient hulp te wórden verleend. Maar
nu doen zich stemmen hooren, welke deze gemeente-
levering- tot een blijvende instelling willen maken.
Zelfs heeft de heer Baèserman, de bekende leider der
nationale liberalen, Zondag op den partijdag voor
Oost- en West-Pruisen te Koningsbergen verklaard,
dat de gemeentebesturen de verzorging der steden
met levensmiddelen blijvend! ter band moesten nemen.
Deze opvatting van een liberaal en nog wel een
nationaal-liberaalgaat lijnrecht in tegein het be
sluit, dat onlangs op een, bijeenkomst van vertegen
woordigers van Duitsehe steden werd genomen. In
daaraan nog het een en ander vastmaakte, schrok bij
den onverwaebten aanblik van haar lieveling niet
weinig. Zij legde het jonge meisje op dé sofa en
spreidde een mantel over haar uit.
„Het kan niet erg- zijn", zeide een van de mannen,
„zij is van het paard gevallen en heeft- zich alleen
een beetje pijn gedaan."
Maar juffrouw Tompsen wist te goed, wat „pijn
dóén" in de circustaal beteelsende. Het breken van
den nek werd eveneens met pijn doen aangeduid1 als
een kleine verstuiking.
De circusdokter kon de oude vrouw ook niet troos
ten. Toen hij het jonge meisje onderzocht, was hij
van oordeel, dat de linker knieschijf niet onbelangrijk
gekneusd' was. Mira moest dadelijk naar het zieken
huis.
„Goede hemel, misschien zal zij nooit meer kunnen
koorddansen", jammerde de oude vrouw.
„Zulke gevallen heb ik reeds meer dan eens geheel
genezen", troostte baar de dokter. „Misstehien is het
een beetje vervelend, mem moet geduld! hebben."
Nu opende een jonge dainseres de deur en zeide
tot juffrouw Tompsen: „Excuseer mij, de balletmees-
ter zendt mij. Ik zou het costuum van juffrouw Mira
halen en baar rol in het deirde bedrijf vervullen. Mis
schien bespeurt hét publiek het niet, dat het een an
dere is en dan kalmeert hek zich en denkt het, dat
juffrouw Mira zich' in het geheel niet heeft' bezeerd."
v fe V
-, j V-
VIer weken had Mira in het ziekenhuis in gipsver
band gelegen en toen bracht men haar in haar wo
ning. Mijnheer de directeur had! haar opgezegd en
zoo lag zij hulpeloos. Haar engagement aan het
circus Sempach was maar voor dén tijd! van het Ko-
penhaagsche seizoen ge woest, en nu was dit ongeluk
over haar gekomen, dat luaar nog een geheele. maand
belette op te treden. Nv. w as er geen circus meer in
Kopenhagen en zij moesk natar een nieuw engagement
die bijeenkomst toch werd' aangenomen, dat foutein in
de economische politiek niet door gemeentelijke poli
tiek mogen worden hersteld, dat maatregelen, zooals
bij den vleeschnood terecht werden genomen, slechts
een tijdelijk karakter mogen dragen, enkel uitzonde
ringsgevallen mogen betreffen.
De nationaal-liberalen denken er anders over. Zij
zijn blijkbaar van meening, dat de gemeenten de prij
zen voor vleesch en brood en waaro-m ten slotte
ook niet voor kleeren en andere koopwaar? moeten
voorschrijven om aldus- de ingezetenen in staat té stel
len goedkoop te koopen. Gelijk men weet, is iets der
gelijks in de middeleeuwen reeds beproefd. De gilden
tijd. de tijd, waarin de steden feitelijk door de gilden
werden bestuurd leert, hoe een dergelijk stelsel leidt
tot dwang- in het bedrijf en dwang op liet publiek en
hoe de persoonlijke vrijheid' en de individueele kracht
aan banden werd gelegd. Toen kwaan de tijd van liet
lant-maar-waaien. Het bedrijf kwam tot opkomst eu
het koopend publiek profiteerde ervan. Maar de
vrijheid had ook haar onaangenamen kant, leidde tot
buitensporigheden. En daarom is er teg-enwoordig
een streven, dat de overheid niet slechts reglemen-
teerend, maar zelfs- bedrijvend' wil doen optreden.
Niet enkel een socialistisch streven, maar ook, zooals
boven is gebleken, Ln Duitscbland zelfs een liberaal
streven. Nu kan men echter dit wonderlijke Duitsehe
liberale standpunt wel begrijpende nationaal-libera
len zitten in den knol. Het invoerverbod, de sluiting
der grenzen, zijn voor hen pijnlijke zaken. Ze gaan
er liever voorbij, zooals een kat langs de heete pap
gaat. Hoe veel gemakkelijker is liet voor hen, de
gemeente aan liet werk te zetten, dan een efnde te
maken aau het proteetie-stelsel en de grenssluitingi
Hiér g-nat, het eigenbelang voor het beginsel en daar
om de socialistische voor de liberale opvatting.
ITTnn e n l a n d.
EERSTE KAMER.
De Eerste Kamer behandelde gisteren, verscheidene
wetsontwerpen van kleinen omvang. Allereerst het
ontwerp tot wijziging en aanvulling van dé Muntwet,
er; dat tot nadere regeling van het Ned.-Indische
muntwezen, waarbij de heer Cremer (U. L.) waar
schuwde tegen te veel aanmunting van zilveren pas
munt voor Indië. Hij vreesde dat ten gevolge van
deprecieering Nederland schade zal lijdén. Hij be
pleitte de invoering van, den gouden standaard' voor
Nederland, den zilveren voor Indië, en eigen muntslag-
voor Indië.
De beer Van Nierop (U. L.) maakt ook be
denking- tegen toeneming van de zilver-circulatie.
Spr. durfde tliams de vraag niet te beantwoorden, of
inderdaad scheiding van het muntwezen in Indië eu
in Nederland gewenscht is. maar het vraagstuk be
hoort te worden onderzocht.
Do heer Van den Berg (A. R.) steunde den
heer Oremer, wiens bezwaren liij geenszins denkbeel
dig- achtte. Als de goudbeboefte in Ind'ië toeneemt,
zou liet zilvergeld kunnen déprecieeren.
Minister Kolk m a n zeide, dat, de regeering
zelve doordrongen is van de noodzakelijkheid, den
zilveren muntvoorraad' -niet te groot te doen worden.
Nadeelen voor Nederland' vreesde hij van de ontwer
pen niet. 1
omzien.
Maar welke moeite zij ook deed, zij kon niets ge
schikts vinden. Ja, ware zij nu alleen geweest, dan
was zij er wel doorheen gekomen; maar dlaar waren
nog Natalina en juffrouw Tompsen, voor wie zij zor
gen moest. Directeur Sempach had! haar na den val
nog een maand gage toegestaan; daarvan leefden zij
nu nog-.
In haar hoogen nood vond zij den moed aan dé Fa-
vre's te schrijven, hun haar toestand' uiteen te zetten
en om engagement te vragen. Zij wilde niets van
hen geschonken hebben, zij wilde niet bij hen wonen
en hen op eemigerlei wijze tot last zijn, alleen werken
wilde zij.
En madame Favre antwoordde haar veel vriendelij
ker dan zij het verwacht had. Voor de volgende maand
was zij nu met een gage van 3000 mark te Weenen.ge
ëngageerd. Haar hart- jubelde dat zij na de lange
scheiding de zoo geliefde stad en de lieve, bekende
gezichten zou terugzien.
Slechts eene mededeeling- in den brief van madame
Eavre had haar minder vreugde bereid. Zij stelde
Mira een ontmoeting met die Lewandowsky's, die in
de volgende maand te Weenen zouden optreden, in
uitzicht. Frangois en Eugc-ne zouden op het gebied
der lucht gymnastiek groote kunstenaars geworden
zijn.
Een onbepaald gevoel van afschuw vervulde haar,
wanneer zij aan die gemeens vrouw, den man en den
razenden knaap Frangois dacht. Ach, en hen allen
zou zij terugzien. Zij had in den langen tijd bijna het
leed uit haar kinderjaren vergeten, maar wat haar
nog bijgebleven was, was voldoende om haar deze
menschen te doen haten. Zou zij echter daarom haar
veilig toevluchtsoord mijden? Kon zii dat volk niet
uit den weg gaan?
Met walk een vreugde wa» aij u«av Wwn«i terug-
De minister van koloniën zette uiteen,
dat het Indische ontwerp de strekking heeft, met zoo
vele woorden in de wet vast te stellen betgeen reeds
geschiedt.
De minister betoogde verder, dat verlies voor Ne
derland onmogelijk kan ontstaan uit het voorstel tot
aanmunting, dat nu wordt gedaan, ook niet, wanneer
deze wet eenigen tijd in werking zal moeten blijven.
Tegenover het argument van den heer Van Nierop
en den heer van deu Berg omtrent, de teragvloeiïng
van de overtollige zilveren munt naar ons land, merk
te de minister op, dat, indien we Indië niet hadden,
die overtollige munt in ons land ware gebleven en
ontmunt had moeten worden, zoodat wij bet verlies
op de ontmunting zouden hebben geleden.
Na replieken werden het wetsontwerp t-ot. wijziging
van do Muntwet en dat tot nadere regeling van het
Ned. Indische muntwezen z. b. s. aangenomen.
In behandeling kwam daarna het wetsomt.we.rp tot
aanwijzing van de artillerie-inrichtingen als staatsbe
drijf, naar aanleiding Waarvan door den beer van
Nierop (u. 1.) eenige opmerkingen werden ge
maakt.
Minister Col ij n zette uiteen dat er alle
reden is, om de artillerie-inrichtingen in te richten
nis een gewoon bedrijf.
De vergadering werd hierna verdaagd tot heden
morgen. 1 S$: ijjfcj
TWEEDE KAMER.
De algemeene beschouwingen over het wetsontwerp
tot verzekering, van arbeiders tegen geldelijke gevol
gen van invaliditeit en ouderdom werden gisteren
hervat.
De heer Duys (S. D. A. P.) zijn Vrijdag j.l. on
derbroken redevoering- voortzettende, richtte zich te
gen het stelsel van ver doorgevoerde differentieering,
dat door den heer Bos en den minister ook voor de
'sociale verzekering gewenscht wordt. Aan commerci-
eele anti-sociale tendeuzen moet deze verzekering
worden onttrokken, zei spr. Bovendien worden de ri
sico's niet bepaald' naar zakelijke geva.renkemmerken,
doch men laat een andere factor gelden, die spr. zou
willen noemen het subjectieve gevaarkenmerk, in ver
band met de samenstelling- van bet personeel. De be
drijven met veel gehuwden en onde arbeider® zullen
te zwaar belast worden en de werkgevers zullen die
arbeiders dan ontslaan. Ként men deze bedrijven,
daarentegen abnormaal lage premies toe, dan ont
staat een tekort bij dé Rijksverzekeringsbank. Zoo
wordt, zei spr., de sociale verzekering een vloek voor
de arbeiders. Daaruit volgt volgens- hem, dat de kos
ten niet mo-eten worden gedfagen door de werkgevers,
doch door de industrie.
Spr. wees op dé inconsequentie om de differentiee
ring van de risico's niet bij de Ongevallenwet, doch
wel bij de andere verzekeringen toe te passen. Hij
zocht de verklaring daarvoor in liet gevoel van klasse-
belang bij den minister en betoogde, dat dit tot een
onbillijke behandeling van de arbeiders naast de
werkgevers zal leiden. De minister jongleert met zijn
eigen principes.
Na het zcgelstelsel te hebben gecritiseerd, betoogde
spr. dat de minister de gevarenclassificatie had' kun
nen invoeren, waarvan naar sprekers meening- het
nut en de noodzakelijkheid vast staan; zij toch draagt
bij tot het nemen van hygiënische maatregelen en liet
geven vaa veiligheidsvoorschriften.
Nadat besloten was gister- en hedenavond te ver
gaderen, betoogde de beer Duysi verder de wensche-
lijkheid van een gevaren-classificatie. Voorts tracht
te hij met cijfers aan te toonen, dat het ontwerp van
den minister handel1 en verkeer onevenredig zwaar
gekeerd! De Eavre's hadden haar met de equipage
van het station gehaald! en voor haar een lieve, klei
ne woning in de nabijheid van hun eigene gebuurd.
Nu was zij een gestadige gast bij het directeuren-
paar, maar zij kon zich in hare onbeperkte zelfstan
digheid verheugen, daar zij een eigen huishouding
had. Juffrouw Tompsen was gelukkig weder eens
alleen voor huis en hof te kunnen zorgen en niet van
een andere hospita op elke wijze afhankelijk te zijn.
Hedenmiddag had Olivier Brandest zijn bezoek bij
Mira aangemeld en zij was zeer gelukkig, dat zij hem
zooveel eerder kon terugzien dan zij had' durven ho
pen. Er waren twee jaren verloopen- sedert hun laat
ste bijeenzijn. 1 ntixsscheii was hij assistent-genees
heer in het stedelijk ziekenhuis geworden. Indertijd,
als student, had hij dikwijls met haar gebabbeld en
geschertst als een gelijk staande, lieve kameraad
hoe /.ou dat echter heden zijn?
En. circusdokter was hij er ook nog- bij! Frans had
hem ondanks zijn jeugd dezen verantwoordelijken
post opgedragen. Of hij thans haar niet als eene van
het circus zou verachten?
Terwijl zij zoo over alles nadacht, werd er gebeld
en juffrouw Tompsen, die in de keuken bezig was,
liep naar de deur. Mira schrikte, en Natalina, die op
de sofa tegenover haar zat, glimlachte even. Dus nu
komt de vriend uit uw jeugd, van wien gij mij reeds
zooveel verteld hebt Ik moet zeggen, dat ik zeer
nieuwsgierig ben hem te leeren kennen", zeide zij.
Juffrouw Tompsen opende de deur en liet een groo-
ten, slanken man binnentreden. Mira stoud! haastig
op en stak hem bevend hare beide handen toe. Hij
vatte die even onstuimig als zij hem toegestoken wer
den eu drukte ze zacht. „De tijd is mij lang geval
len", zeide bij.
En nu wendde Mira zich tot Natalina: „Dat is
mijn zuster, mijnheer Oily, die u reeds uit mijne laat
ste brieven een weinig moet kennen." Hij naderde
.Natalina en kuste haar eerbiedig de hand.