DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het derde schot. No 265 Honderd en veertiende Jaargang, 1912 VRIJDAG 8 NOVEMBER. FEUIIIETON. De Christenen in Europeesch Turkije. n. STADSNIEUWS. Wordt vervolgd. ALKMAAR In 1804 bevrijdden zicli de Serviërs, in 1821 volgden de Grieken. De Donau-vorstendummen Rumenië en Bulgarije verwierven grooten zelfstandigheid! en in 1830 werd' Servië een erfelijk vorstendom. Toen de Bussen op den Balkan ingrepen kwam de Westersche beschaving' „den bedreigden" Turk te hulp. In dien vrede na den Krimoorlog (in 1850) werd de Turk door de mogendheden verplicht hervormingen ini de aan grenzende landen in te voeren. Die hervormingen bleven weg de woede over de vernedering werd ge- lescht met Christ enbloed'. In 1876 werd wel een constitutie, naar Europeesch voorbeeld ontworpen, geproclameerd, maar het despo tisme bleef bestaan. Reeds een jaar vroeger waren in Servië, Bosnië en Montenegro, en in 1876 in Bulgarije twisten ontbrand, en weer greep Rusland in. In den vrede na, den Russisch-Turksehen oorlog (zie 't bela chelijk naspel voor 't Hof vani Arbitrage), dus in 1878, moesten Montenegro, Servië en Rumenië als on afhankelijke staten worden erkend, Oost-Rumelië werd een autonome provincie, Bulgarije een schat plichtig vorstendomOostenrijk bezette Bosnië en tlerzegowina, en Turkije beloofde gelijkstelling van alle religies voor de wet. In 1885 vereenigde zich Oost-RumeJië met: Bulgarije, dat zich in 1908 onaf hankelijk verklaarde. Sinds 1903 manen Oostenrijk en Rusland tot her vorming aan. Toen iti 1908 de nieuwe constitutie werd afgekondigd en alle inwoners van 't Turksche rijk werden gelijkgesteld, bleek het opnieuw, dat 't on mogelijk moet heeten het Mohammedaansch systeem volgens moderne opvatting in te richten. De Islam is óók bij de. nu heerschend'e wetten staatsgodsr dienst. De Christenen worden voor de wet tot den staatsdienst toegelaten en te wapen geroepen. Maar de Mohammedaan mag niet met den ongeloovige in 't zelfde leger strijden, en de geloovige Mtizelman d'oet het ook niet. Zoo is dan het Turksche rijk zoowel ini omvang als in beteekenisi in Europa meer en meer ingeschrom- peld. Het telt? nu rond! 6 millioen inwoners, en daar van zijn er 2 millioen Turken. Die wonen in hoofd zaak in KonstantinopelAdrianopel en in Zuidelijk Thracië. Ongeveer 50 pCt. zijn Mohammedanen, tot de Grieksch-orthodoxe kerk behooren 40.4 pCt., tot de geünieerde Orieken, 4.6 pCt. en tot de Joden 1.5 pCt. Ha de Turken is het Albaneesche volk met V/2 milli oen 't sterkste. Van hen zoj.ni 240.000 Griefesch-, 90.000 Roomsch-katholiek. De Serviërs en Bulgaren tellen omstreeks! 11 millioen. De Serven wonen in hoofdzaak niet ini Servië, maar in Oud-Servië, en daarom is de intocht des Koning» ini Ueskiib, de o.ude Koningsstad', met zooveel luister en godsdienstige plechtigheid, gevierd. De Bulgaren bevolken vooral niet Bulgarije, maar Macedonië, daarom is hun zoo ontzaglijk veel aan het bezit van Adrianopel gelegen. Dan moeten we .nog dé 100.000 Christelijke Kuzzo Walaehijers (Rumeniërs) en de 150.000 Christelijke Armeniërs niet vergeten. Dezen wonen bijna uitslui tend in Ktfnstantinoipel. Dus een bont mengelmoes van volkeren en reli gie» in Europeesch Turkije, waarin het Christelijk clement naar algemeen c^rdeel in beschaving de aan hangers van den Islam overtreft en in getal 'bijna even sterk is als die. Dat ze zich door de Turken, die nog maar een derde der bevolking uitmaken, niet meer doen overheerschen erf als burgers der tweede orde laten behandelen, spreekt- van zelf. En nu in dezen oorlog het beschavingswerk, ook in 't oorlogvoe ren, de grooter© macht der Christenbevolking bewijst, behoeft men niet te gelooven, dat de Turksche macht haar goeden tijd niet. gehad heeft. Op de plaats waar Paulus 't. eerst in Europa 't Kruis heeft geplant, zal geen Halve Maan-standaard meer pralen. Zoo leert de historie, dat op groei ondergang- volgt, en dat het lang onderdrukt Christelijk beginsel toch het wirit van de tot verwijfdheid) en veniijnigen haat voerende leer van den profeet uit Mekka. Ouze bijdrage zou onvolledig zijn, als wij 't hierbij CRIMIKEElLE' ROM AH VAK IIAKS VOX WIESA. (Vertaald met toestemming van den Duitschen uitgever.) 1) -o- HOOFDSTUK I. Over den beschaduwden bosebweg galoppeerde een ruiter, naast hem, op een git-zwarten volbloed, oeu jonge dame. Een paar werklui in het bosch dichtbij den weg lieten de knarsende zaag rusten en namen, toen het paar voorbijvloog, eerbiedig bun petten af. De rui ter, een slanke, breedgeschouderde gestalte, liet beeld van mooie, krachtige manlijkheid, had zich bij dein groet der arbeiders naar hen toegekeerd, wierp een snellen blik uit zijn heldere, blauwe oogen op de groep eu wenkte dankend met de rijzweep. Zij® gezellin beantwoordde buigend den1 groet. Mot welgevallen zagen de- achtefblijvenden hen na, tot een kromming van den weg hen aan het gezicht onttrok. „Te drommel! Dat was een kijkje waard! Die passen goed bij elkaar! De jonge freule had gelijk, dat zij uit al haar aanbidders luitenant Behringer koos! Al was hij ook niet van adel, hij was zoo edel als .een graaf ©n goed en vriendelijk voor den minsten. Geld hoefde hij ook niet te hebben, dat had' de oude mevrouw in overvloed; maar hij was een ervaren landbouwkundige, hij moet zelfs eens het opzicht over een groot landgoed hebben gehad. Ook geen schande, zijn eigen brood met zijn eigen werk te verdienen! Hu lieten, want niet alleen eenzelfde lot, niet alleen een zelfde religie verbindt de Balkan-volken, maar groo- tendeels hebben zij een en denzelfde.ni ui terlijken eere- clienst, een en dezelfde geloofsbelijdenis die in en bij hen meer leeft, dan bij eenig ander volk. Zij behoo ren allen, met uitzondering daui van 't onbeteekenend percentage Roomsehen en Joden, tot de orthodoxe, Oostersche kerk. Politiek en religie, kerk en nationa liteit zijn bij hen ten nauwste verbonden. De strijd om nationale vrijheid) is er tevens een om kerkelijke zelfstandigheid en omgekeerd. Deze ging bijna altijd vooraf, is er echter zeker steed's op gevolgd, en dat zullen we ook nu weer zien. Volgens Westersehen maatstaf worden de Balkan- kerken) vaak als achterlijk beschouwd'. Dat het ker kelijk leven zich onder de politieke onderdrukking niet koiu ontplooien is' te begrijpen. Men bedenke slechts hoe Turken en Grieken zich aan Serven en Bulgaren hebben bezondigd. Van dit standpunt be zien is de geestdrift Je verklaren, waarmee allen naar de wapenen grepen oxn zicli de- vrijheid voor zich zelf en hun broeders te verwerven en met den vijand af te rekenen. Al' deze volken' schrijden voorwaarts, ook in beschaving, eu zullen1 ook kerkelijk niet achterblij ven. Eenigszims duidelijk zal nu ook zijn, dat Serven en Bulgaren en Montenegrijnen te zameti, Grieken- land's soldaten alleen den) Turk bestrijden. Duidelijk zal t ook zijn, dat niet alleen wapengeweld, niet al leen diplomatie hier de beslissing' geeft, maar dat de Aya Sofia, het bolwerk der Grieksch-orthod'oxe kerk, voor haar wat St. Pieter voor Rome is, het doelwit aller inspanning, moet heeten. Een plechtige dienst in dat heiligdbm geeft alleen) den waarborg voor den duurzamer» vrede, als het oppermachtig Rusland met z'n 87 millioen orthodoxe Christenen heer en meester is in de hoofdstad van 't Grieksch-katholieke Christenvolk. Al die millioetnen Grieken zoeken voeling met West- Europa. Aanstaande geestelijken! en geleerden wor den naar A est-Europeesche hoogescholen gezonden om met t V estersche beschfiufde leven, met de Wes tersehe katholieke kerkelijke inrichting kennis te ma ken. En die vreed'zame onderhandelingen, die door Anglicanen en Oud-Katholieken worden gevoerd met de hoofden der Griêksch© kerken, die wed'erzijdsclie kennismakingen, dat zenden en herzenden van elkan ders rapporten en kerkelijke verslagen, dat werken, dat boven de hoofden der diplomatie uit en buiten iederen generalissimus omgaat, zal) te zijner tijd blij ken een middel te zijn om 't Europeesch evenwicht te handhaven, zooals men dat nu niet zal believen te ge looven. Maar men blij vb bedenken, dat religio betee- kc-nt: verbinding. ALKMAARSOIIE WIKKELIERS VEREEKl- G1HG. In een gisteravond in) d'e groote zaa.l der Harmonie gehouden vergadering van bovengenoemde vereeni ging, trad als spreker op de beer J. Das Dzn., van Utrecht, penningmeester van den Middenstandsbond, met bet onderwerp: „Middenstands- en Vakorgani satie." De vergadering was matig bezocht. De voorzitter, de heer W. van Vuure, heette allen hartelijk welkom en zeide zich gedrongen te gevoelen te gewagen van den vooruitgang" der vereeniging. Haar ledental is in kortenartijcli met 110 toegenomen. Te betreuren is het aan den) anderen kant, dat in een stad als Alkmaar met zoovele middenstanders zoo weinig belangstelling onder de niet-aangeslotenen be staat, Spr. hoopte, dat de heer Das er in mocht sla gen, het ledental nog grooter te doen woTden, opdat de actie kan toenemen. Spr. zei er zich over te ver heugen, dat de zustervereeniging „De Hanze" de tot haar gerichte uitnoodiging tot bijwoning der ver gadering had) aanvaard1 en gaf hierna het woord aan den heer Das. Deze begon met er op te wijzen, dat het „eendracht maakt macht" op elk terrein des levens naar voren treedt. Op het gebied van het groot-kapitalisme zoo wel als op dat van de werkliedenbeweging zien we het vereenigingsleven meer en meer op den voorgrond tre den. De werkliedënvereenigimgen wedijveren tegen de vereenigingen van groot-kapitalisten. Verwonderd staat men van den invloed, die van beide uitgaat. weet hij ook precies, wat hij als toekomstig landheer weten moet, en wat zijn menschen nood'ig hebben. Over acht weken zou de bruiloft zijn. Heel Buchwald verheugde er zich al op en die onderwijzer studeerde nu al gezangen met bazuinen en pauken! En Pauline, de dochter van den burgemeester, die zal'een gedicht opzeggen, dat er wezen kand De ja- po"n is nu al klaar!" Ier wijl de arbeiders nog lang en breed van gedach ten wisselden over de verloofden, vervolgden deze snel hun weg. Het was een herfstdag met zomersche warmte. De herfststorm had reeds verwelkte bladeren op den weg gestrooid, maar waar de zon ze aanraakte, gloeide het loof als zuiver goud. Beiden zwegen. Men hoorde slechts den snellen hoefslag der paarden, het knersen van het zadel en van tijd tot tijd liet opgewekte snuiven van die edele dieren; het schuim liet zich in witte vlokken los van het gebit en bleef hier en daiar op het lange kleed der schoon© amazone hangen. De jonge menschen zwegen. Want het volmaakte geluk straalde uit. hun oogen en een rein, vol geluk maakt de lippen dikwijls stom. Hu steeg de weg; de paarden toonden nog' geen neiging om hun snelheid) te verminderen, maar de rui ter was van een andere meening. Hij trok de teugels strakker en zijn krachtige bee- nen, die de flanken van den schimmel los omspanden, lieten het paard vrij. Dadelijk liep het gehoorzaam stapvoets, maar de volbloed volgde met tegenzin zijn voorbeeld. Ongedul dig wierp hij den kleinen kop op en neer, zoodat het zilveren hoofdstel rinkelde, en toen de hand! zijner meesteres hem vriendelijk den slank gebogen hals klopte, berustte hij in zijn lot. „Wij kunnen de paarden rustig laten uitblazen", begon nu de ruiter, „ons plan, vriend Mylius te ver rassen, zal ons toch gelukken." Hij zag op zijn horloge. ,,Orn elf uur ongeveer kan De Amerikaansche geldmannen vereenigen zich ia trusts, waartegen groote ondernemingen, niet kun nen concurreeren. De macht der georganiseerde werklieden openbaart zich in de werkstakingen, die in overleg met gelijksoortige vereenigingen over geheel© gc-bieden worden geproclameerd. Met jaloezie, zei. spr., moet men die soliditeit bewonderen. Ze brengt tot de erkenning van de macht van) een goed georga niseerd vereenigingsleven. Weliswaar heeft de Mid denstandsbeweging nog veel voor zich, dat de arbei ders en de groot-kapitalisten reeds1 achter den rug hebben, doch spr. misgunde dezen dien voorsprong niet. Van het onderwerp, dat thans) behandeld wordt, vervolgde spr., zou men kunnen zeggen, dat het oud en afgezaagd is. Slechts weinigen zullen iets nieuws hooren. Spr. verzocht daarom lankmoedigheid en bil lijk te zijn met critiek. Door telkens op hetzelfde aambèeld te slaan, kan) echter de organisatie van den Middenstand worden verkregen. 12 a 15 jaar geleden werd voor den stand weinig gedaan. Er was een organisatie, n.l. „Maatschappe lijk Belang," waarvan weinig kracht uitging. Een al gemeen middenstandsleven ontbrak, het woord stands bewustzijn mocht, niet worden uitgesproken. Men vreesde, dat klant A of B zou zeggen, dat. zijn leveran cier er eigen gedachten op nahield en deze vreesde hiervan afname der leveranties. Toch is toen reeds de kiem gezaaid van het leven, dat thans komt. Er is een tijd van zaaien en maaien, maar ook van ploe gen e.11 eggen. Aan „Maatschappelijk Belang" komt de eer toe na de. afschaffing dier gilde® d'e midden standers, 11.I. die in consumptie-artikelen, hot eerst tot organisatie te hebben gebracht. De hoeksteen van de Middenstandsbeweging, zooals ze zich thans openbaart in het licht van den Midden standsbond, is gelegd op het in September 1902 ge houden internationaal congres te Amsterdam. De al gemeen© regelen zijn daar vastgesteld. Tijdens het congres werd een commissie benoemd tot. het maken van statuten voor den Middenstandsbond. In 1903 werden deze statuten te Utrecht vastgesteld; 33 ver eenigingen sloten zich bij den Bond aan. Thans is het respectabel aantal van 132 bereikt. Telken jare zijn congressen gehouden. Bij de daar behandeld^in- derwerpen wilde spr. niet stilstaan, maar slecht^ip- merken, dat. in aanmerking genomen de langzaam heid, welke den Nederlander eigen is, de midden standsbeweging langzaam maar zeker is vooruitge gaan. Op de congressen kwamen steeds meer mid denstanders, de debatten werden steeds ernstiger, de stenografische verslagen steeds grooter. Voor tien jaar werd dé beweging schouderophalend voorbijgegaan. De werklieden dachten, dat de leden der vereeniging' zich wel spoedig zouden oplossen in hun stand, terwijl de groot-kapitalisten er een weinig om lachten en hun geld' staken in groote bedrijven en buitenlandsche effecten, d'och niet in kleine of mid delmatige bedrijven. De middenstand herzag- en reorganiseerde zich en blijft in een beter vereemigingsleveni een betere toe komst zien. Tot zijn eigenlijk onderwerp komend, wees spr. er op, dat. aan de bespreking van de Vakorganisatie die der Middenstandsorganisatie moet voorafgaan, omdat het laatste begrip allen omvat, terwijl dit bij het •eerste slechts het geval' is met hen, die tot één vak behooren. De Middenstandsorganisatie dankt haar bestaan aan de oprichting van den Kederl. Bond] voor den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand. Art. 2 noemt als doel, in fedëratieven zin samen! de zede lijke en stoffelijke belangen te behartigen en te hel pen bevorderen. I11 federatieven) zin, om 'bij mogelijk verschil van gedachten over kleine onderdeden, toch samenwerking mogelijk te maken. Spr. dacht aan het voordeel van een goed ingericht informatie- en incas so-bureau. Die inrichting zou van zooveel beteekenis kunnen zijn, indien een Bond) van Informatie- en In- casso-bureaux over het geheele land was ver spreid. Er is een dergelijke bond, doch er zijn nog maar wéinig vereenigingen bij aangesloten, waardoor de Bond niet volkomen nuttig kan werken. Toch gaat er reeds veel goeds van uit. Do Bond heeft n.l. be sloten legitimetiekaarten uit te geven, welke voor de leden een bewijs zijn, waarmee ze zich in andere plaat- het rijtuig op ziju vroegst bij den woudmolen zijm; wij hebben dus nog tijd genoeg'." riend Mylius", herhaalde de amazone met ironi- sehen nadruk, „zeg"1 lans-Jost, hoe kan1 men met een officier van justitie ooit vriendschap sluiten?" Behringer lachte, dat zijin witte prachtige tanden onder den blonden knevel schitterden. „Je bent een..lief, dwaas meisje", klonk het ant woord, met een vriendelijken blik op het smalle, edele gezicht van zijn verloofde. „Waarom zou een officier van justitie niet een menslch zijn als ieder ander, met een warm, trouw vriendenhart?" „Waarom? Dat wil ik je dadelijk zeggen, Ilans- Jostl Geloof je niet, dat een man, wiems beroep het is, met ijver en een koel hart de afdwalingen of mis daden der menschen na te sporen of te laten naspo.- ren „Dat is het werk van de politie en van den rechter van instructie', viel Behringer haar iu de lede, „de officier van justitie onderzoekt de beschuldiging en verzwaart die eventueel." „Och, kom mij niet aan met die juridische spits vondigheden, Hans'', zei zij pruilend. „Je weet heel goed, wat ik bedoel. „II ees maar niet boos, liefje! Ik moet mijn armen vriend toch in bescherming nemen; maar, spreek ver der!". „Ja, moet een man, wien het als een begeerlijk doel voorzweeft, aanklachten te verzwaren, de straf van het gerecht uit te lokken. moet dat niet een schadelijken invloed hebben op de monschlicvonde en lichte zijdien van zijn gemoed?" „Wat weet je dat alles mooi te zeggen", antwoord de Behringer; „het is zeker een ambt met veel ver antwoording, een ernstig ambt, Jutta; maar moet men den mail ook niet dankbaar zijn. die alle zachtere gevoelens onderdrukt en slechts liet eene groote doel kent, voor een slechte daad te doen boeten?" „Ja, ja; dat geef ik toe. M^ar hoe dikwijls worden do menschen door ellendige onderzoekingen en vor sen naar het informatiebureau kunnen begeven, waar dan inlichtingen worden verstrekt. In art. 4 van de Statuten van den Middenstands bond zijn ook) dé Informatie- en Incassobureaus op genomen. Er kan zoo groot financieel' voordeel mee gemoeid gaan, zei spr., dat het Informatie- en Incas so-wezen niet genoeg: ondër de aandacht kan worden gebracht. Ook credletibanken worden er genoemd. Spr. ziet er wel nut in, maar niet zoo veel' heil, als sommige voormannen op Middenstands-gebied. Ze verschillen weinig van de bestaande eredietbanken. Worden cre- dietbanken opgericht, dan moeten deze anders zijn. In het grootbedrijf heeft men groote veemen, welke niets anders zijn dan groote lombarden. Spr.'s1 persoonlijke meening is, dat bij een goed georganiseerde crediet- bank ook een goed! georganiseerde veem of depot moet zijn, opdat dé kleine winkelier zijn overtollige waar zou kunnen beleggen en beleenen. Een groot ge deelte van den middenstand was dan beter te helpen. Hoofdzaak nroet zijn bij een Middenstands-crediet- bank, het de menschen zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Of het percentage al een kleinigheid hooger is, daar komt het niet op aan, maar 't geld1 moet ge makkelijk te verkrijgen zijn. De tegenwoordige rege ling is; niet zoo, dat de middenstand' gemakkelijk aan geld kan komen. De organisatie van den Kederlandschen Midden stand, zei spr., is geboren uit den drang' der tijden. Hier te lande zijn we te dezen vrij van staatsinmen ging, waardoor gedaan kan worden, wat de nood der tijden oplegt. De bond, die oorspronkelijk alleen de handeldrijvende middenstanders verzamelde, verbindt thans ook de industrieel© middenstanders. Gevraagd dient niet te worden, welke geschilpunten er zijn, al dus spr., maar wel in welk opzicht er overeenkomst is. De vraag, wie of de meeste is, moet niet worden ge steld. Persoonlijke hoogmoed' moet wegvallen. Met een gevoel van collegialiteit moeten allen op de bres staan. Eén voor allen en allen voor één! Men organiseere zich, zei spr., in algemeen© veree nigingen, waar algemeen© vraagstukken worden be sproken en tot hun1 recht komen. Als onderwerpen, die op het programma eener dergelijke vereeniging voor kunnen komen, noemde spr. o.m.: snel en goed koop recht, oneerlijke concurrentie, uitverkoopen on der valsche voorwendsels, arbeidswet, informatie- eu incasso-bureaus, regeling credletwezen, chèque- en girodienst, coöperatiewezen, rentewezen, publiekrech telijke vertegenwoordiging, voorlichtingsdienst. In plaatsen van niet al te grooten omvang dient men te beginnen met het oprichten van een algemee- ne middenstandsvereieniging, waarna de vraag ge stold dient te worden of het niet wenischelijk is, com missie» te benoemen voor verschillende vraagstukken tor plaatse. Vooral dient de bevordering van het vreemdelingenverkeer ter hand' te worden genomen, hetgeen een groote factor is in de middenstandsbewe ging. Bestaat de vereeniging eenigen tijd, dan zien de menschen van hetzelfde bedrijf zich te vereenigen. Spr. wijst er op, dat hij bedoelt in plaatsen van niet al te grooten) omvang. Gebeurt dit, dan zijn de leden reeds ©enigszins met het vereenigingsleven ingewijd en hebben daar eenige vrijheid' van beweging in ver kregen. De vakorganisatie dl© dan ontstaat, heeft achter zich d'e financieele en moreele steun) van de groote vereeniging. Men houdt contact met alle middenstanders ter plaatse. Als idea al-toestand vindt spr. bovenstaande practische organisatie het mee9t aan te bevelen. In groote steden wordt een andere regeling getroffen, het regelt zich echter meestal van zelf. Welke vakken leenen zich voor vakorganisatie, vroeg spr. Het antwoord) hierop luidt: alle. Tal van vakken zijn reeds plaatselijk of landelijk georgani seerd. Spr. noemde o.m. de Aannemers^bond, met zijn Middelbare Technische School, de Typografenbond met Typografenschool, de Banketbakkersbond met zijn chocolade fabriek, de Slagershond! met- 2000 le den. Ze bewijzen, dat vakorganisatie in Kederland geen onbekende klank is, mafar er reeds is ingebur gerd. En toch is alles klein moeten beginnen. Spr. deel de mede met welke moei lij kh eden het gepaard' ging in Utrecht een coöperatieve inkoopvereeniging van win- clenkingen bloedig gepijnigd. „De pijnbank is afgeschaft!" vier haar verloofde lachend' in. Maar zij vervolgde: „En hoe dikwijls is het al voorgekomen, dat volkomen onschuldigen door den ijver en dë handigheid van den officier van justitie, door zijn eigenzinnigheid en vooringenomenheid...." „Hu wordt je onrechtvaardig, Jutta", viel Behrin ger haar in de rede, „je meent misschien door een to hoog gespannen ijver...." „Koem het, zooals je wilt, voor mijn p-art. passie.," .Je wilde zoo even nog wat zeggen, ik viel' je in do rede." Het meisje dacht een ©ogenblik na. „Ja, dat wilde ik zeggen: „Hoe dikwijls- zijn er al onschuldigen door don overdreven ijver en doordrijve rij van een officier van justitie veroordeeld, misschien voor altijd ongelukkig geworden!" „Een officier van justitie ik ook een niënsc-h, hij kan dwalen, maar zijn wil, dat moeten wij erkennen, is rein en goed.' Hij dient de gerechtigheid en dus liet welzijn van de mensohheid." Een kort stilzwijgen volgde. ,,Mijn arme Mylius zal zich dus niet in een bijzon- jt' hartelijke ontvangst kunnen verheugen?" vroeg toen, zich tot zijn gezellin wendend. Met een stralende,n blik antwoordde zij: „Hij is onze gast, llans-Jost!" „Pardon! je hebt gelijk! - overigiens, Jutt.a, zul je eon uitstekend man leeren kennen, zeer aangenaam en opwekkend in den omgang. Hij voelt ook voel voor kunst; schildert bijvoorbeeld, vooral portret ten „Misdadigorsphysionomieën, vermoed ik! Hoe heb je elkaar eigenlijk leeren kennen?" „Wij hebben elkaar op de academie ontmoet. Hij studeerde rechten on ik landbouwkundo en wat stnat- hu i shoudüc ün de."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1