DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het derde schot.
NU DE KOUDE
DAGEN NADEREN
RONA Cacao
Van Houtcn's
No 268.
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
DINSDAG
12 NOVEMBER.
FEUILLETON.
Houdt U we kinderen gezónd en warm door "hurt
's morgens, V middags en 's avonds een kopje
te geven.
Het bevat niet alleen vele voedende bestanddeelen,
maar het volle vetgehalte (cacaoboter) verwarmt
ook het lichaam. Daarbij zeer lichtverteerbaar.
ORTMTNEELE ROMAN YAN
HANS VON WIESA.
iQQII
BINNENLAND.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeena kennis, dat zij bij be
stuit van heden onder voorwaarden vergunning heb
ben verleend aan: H. A. HAARSMA VAN OUCOOP
en J. N. H. DE JONG, aldaar, tot het uitbreiden van
de bestaande bergplaats tot bewaring van benzine
achter het perceel Nassa-uplein, wijk E. No. 7.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 9 November 1912.
ALKMAAR, 12 November.
Gisteren hebben wij te dezer plaatse er de aan
dacht op gevestigd, dat Europa's sympathie, welke
begin-October aan de zijde van) Turkije stond, vrijwel
is overgegaan op de andere Balkamstaten. De vraag
is, boe de Turken deze verandering in de gevoelens
ten hunnen opzichte zullen .opvatten. En die vraag
is niet van, geringe, beteekenis. In Turkije toch zijn
heel wat -Europeanen gevestigd en het zenden vara
vreemde oorlogsschepen naar Konstantinopel H.
M.'s Gelderland ia ook er heen gedirigeerd bewijst,
dat hun regeeringen niet gerust zijn over hun lot.
Trouwens is er niet reeds met- den Heiligen Oorlog
gedreigd -en hebben al niet vele Christelijke families
de stad verlaten om in het buitenland een veilig toe
vluchtsoord te zoeken? Inderdaad, het heeft er allen
schijn van,, dat de Turken, het den Europeanen be
ta-aid zullen zetten, dat deze bun de sympathie heb
ben ontnomen.
En dit gevaar is niet gering-. In eexr hoofdartikel
over Europa's verwachtingen, wijst de heer Theodor
Wolff hierop en deze bekwame en goediingelichte jour
nalist is van meening, dat meneer tot dusverre niet
genoeg aandacht aan heeft geschonken.
,,Met- eenigen afschuw, schrijft hij, hebben wij allen
gelezen, hoe de hongerige, halfbevroren en gehavende
schaar Turksche vluchtelingen hun ellende door de
woestenij sleepen, en in de meest verstokte gemoede
ren is bij deze schilderingen groot medelijden gewekt.
Wij hebben gezien, hoe deze opgejaagde massa van
uitgeteerde gestalten aarzelend voorwaarts gaat, neer
valt, weer opstaat en weer redding- zoekt, en wij heb
ben gehoord, hoe overal waar zij de woningen van de
bezittenden nadert, de vreedzame eigenaar vraagt om
bescherming voor deze wanhopigen. Er wordt thans,
na de ineenstorting van Turkije, in de Europeesche
pers met onedelenr wedijver zooveel slechts als maar
mogelijk is over het overwonnen volk gezegd, en het
doet buitengewoon aangenaam aan als in den Figaro,
welk blad plotseling van de Turksche schandelijkheid
overtuigd is, Pierre Lot.i zijn stem hiertegen verheft.
M-aar of Pierre Loti juist redeneert of dat de maat
van zonde der verslagenen al wat men ooit in de we
reld heeft- gezien overtreft de ontzettende nood die
tussehen Saloniki en Konstantinopel heerscht onder-
de menigte wankelende menschen, heeft tegelijk aan
spraak op de aandacht van ons verstand en van ons
medelijden.
Men heeft den Klein-aziatischen boer van vrouw en
kind afgescheurd, heeft in één uur een soldaat van
hem gemaakt en heeft hem opgejaagd tegen-een on
bekenden vijand, en thans gelijken de hongerende
overblijfselen van deze kudde zonder herder, op de
overlevenden op een wrak. Zij moeten plunderen en
rooven, om hun arm bestaan te verlengen, zij zijn een
bedreiging voor stad' en land.
De Europeesche regeeringen zien de ellende, die
tot veel meer ellende zou kunnCn leiden en als een
voorwendsel zou kunnen dienen voor niet geheel on-
(Vertaald mer toestemming' van den Duitsehen
uitgever.)
4) o
Op het oogenblik, dat Behringer nu den kijker van
de oogen nam, had d© officier van justitie het hoofd
naar de vensters van de tuinkamer gewend, blijkbaar
om uit te zien naar den met ongeduld verwachte.
Bijna ini dezelfde seconde verscheen echt-er'ook Beh
ringer reeds.
„Te laat., Hans, de plaats is leeg!"
„Het -spijt me", antwoordde hij, „het kan weer te
pas komen hier!"
Hij legde de sierlijke binocle op een nabijstaand ta
feltje en vroeg aan zijn vriend!:
„Hoe staat bet met je wapenrusting-, Mylius? Voor
zoover ik zag-, heb je nog altijd je oude buks?"
„Nog- altijd! Heel juist! Ik ga met mijn oude één
loops volstrekt -niet met. den tijd! mee, zooals je ziet;
maar ik kan niet scheiden van mijn trouwen vriend."
Intusschen waren do dames opgestaan.
„Ik hoor, dat, de heeren nog het plan ter mobilisa
tie hebben uit te werken", zei de huisvrouw met een
zweem van ironie in de stem. „Jutta zal dan met mij
alleen the© drinken op mijn kamer; u wordt dus pleele-
tig ontheven van alle ridderplichten. Bij het souper
zien wij elkander terug. Dus „Weidmannsfaeil!"
„Weidinannsdauk, mevrouw!" antwoordde Mylius,
met een diepe buiging.
Behringer geleidde de dames nog naar de tuinka
mer. Terwijl mevrouw von Rittner zich naar de aan
grenzende kamer begaf, bleef haar dochter nog bij
haar verloofde. Na een vluchtige® blik naar het ter
-• i
baatzuchtige stappen! van afzonderlijke mogendheden,
en de Europeesche regeeringen bewaren haar ge
moedsrust en' wachten af.
Geweldige belangen staan op het spel, het Europee
sche bezit in Turkije verkeert in gevaar, geen oorlogs
schip zal de Europeesche ingenieurs en arbeiders kun
nen beschermen, die in- het binnenland! bezig zijn.
Maar er geschiedt niets wezenlijks om een gevaar te
verminderen, dan ini den grondl niemand! miskent.
Zou het wezenlijk onmogelijk zijn op het oogenblik
van den wapenstilstand wanneer het te voren niet
mag zijn den stroom van ellendige® van-de be
dreigde plaatsen af te leiden, deze schipbreukelingen
op geschikte plaatsen aan de kust te vereenigen en ze
op kosten van Turkije of wie ook, te voeden, tot hun
naar huis zending in kleine groepen geleidelijk kan
plaatshebben? Zou geen practische oplossing zijn te
vinden vau een vraagstuk, dat wanneer het onopge
lost blijft, nog vele maanden de verwarring en onrust
kan gaande houden? Maar besluit de schrijver, Eu
ropa leest griezelend de berichten en legt. zich met een
medelijdenden zucht ter ruste. En zijn geheime hoop
fluistert: wellicht crepeert ook nog de rest!"
ras, waar dr. Mylius bescheiden was achtergebleven,
legde het meisje haar armen om den hals van haar
verloofde en zacht zijn hoofd tot haar neertrekkend,
keek zij hem onderzoekend! in de oogen.
„Hans-Joat!" zei zij zRht, met ontroerde stem;
toen streken haar vingers over zijn voorhoofd, „dat
heb ik nog nooit gezien, daar een wolk."
„Ik? Bij mij? Dat is de schaduw van den win
gerd!" antwoordde hij lachend naar het venster- wij
zend.
Toen trok hij haar innig tot zich, legde haar hoofd
aan zijn borst en kuste haar blonde haar.
„Lief, dwaas1 meisje!" zei hij zacht. En toen zij
hem haar lippen aanbood, kuste hij ze vurig en lang.
Toen maakte zij zich snel uit zijn arm los en snelde
haar moeder na.
Behringer zag haar na, tot haar slanke, sierlijke
gestalte achter een portière was verdwenen. Zijn blik
was ernstig en zijn borst ademde zwaar.
Maar slechts weinige seconden duurde deze inwen
dige storm. Toen hij met een snelle beweging naar
de deur ging, om zijn vriend' niet langer te laten
wachten, lag er een vastberaden', bijna harde trek om
zijn mond.
HOOFDSTUK HL
Op den bepaalden tijd kwam de lichte jachtwagen
voor. Dadelijk daarop verschenen de beide vrienden
in jachtcostuum buiten. Een bediende bracht de buk
sen, legde ze op hun plaats hij den koetsier.
Nu stapten de heeren in het rijtuig, gevolgd' door
een gedrongen gebouwden) jachthond' met edelgevorm-
den kop, lange haren en de karakteristieke, half ge
sloten oogen.der bloedhonden van het echte ras. Jan
kend sprong hij zijn heer n>a en had weldra een plaats
gevonden op den everhuid' onder in het rijtuig. Nog
eens wendden! de heeren het. hoofd om naar de ven
sters van het slot, waar de lichte gestalte van Jutta
stond, hen vaarwel! wuivend.
De heeren namen de hoeden af en Behringer bracht
ONRUST OP BORNEO.
Uit Batavia wordt geseind1:
De civiel gezaghebber van Bengkajang, die uitge
rukt was om de hoofdaanleggersi van het verzet in
hechtenis te nemen, wordt volgens geruchten vermist.
De controleur van Ngabang is1 ingesloten.
Morgen gaan troepen naar Landak.
DE „GELDERLAND' IN DE TURKSCHE
WATEREN.
Officieel wordt gemeld, 'dat de „Gelderland1" te
Smyrna ia aangekomen. Van den gezant te Constan-
tinopel werd mededeelingi ontvangen, dat door de
Turksche regeering de vergunning werd verleend' om
met het oorlogschip door de Dardanellen naar Con
stantino-pel! te varen.
PROVINCIALE STATEN VAN NOORD
HOLLAND.
Voor de eerste vergadering der najaarszitting der
Provinciale Staten, te houden op 20 November a.s.,
zullen de volgende voorstellen in behandeling worden
genomen:
lo. om ten behoeve der Electa-otechnische School te
Amsterdam voor bet jaar 1913 een bijdrage te verlee
nen van 1000, mil® voor hetzelfde tijdvak het Rijk
ten minste 2250 en de gemeente Amsterdam 1250
beschikbaar stelle®;
2o. aian de gemeente Zaandam ten behoeve van de
I II I I—
even de vingertoppen aan die lippen.
„Vooruit!"
De paarden trokken1 aan en de jachtwagen rolde
snel door de lindelaan, naur do ingangspoort, tus
sehen twee zandsteeneii pilaren. Toen zij door de
poort kwamen en de dorpstraat inredën, zagen zij den
postbode. Deze baalde snel een. 'brief uit zijn tasch
en hield dien in d!e hoogte.
„Waarschijnlijk zaken!" zei de. officier van justitie
teleurgesteld.
„Dus moeten we stilhouden)?" vroeg Behringer.
„In elk geval; mijn zaken kunnen geen uitstel lij
den!"
Behringer riep den koetsier toe stil te. houden. De
postbode kwam snsl' nader.
„Een expresse!"
„Aan mij?" vroeg Behringer.
„Jawel, mijnheer de luitenant!"
De bode gaf hem den brief, groette en vervolgde
zijn weg; het rijtuig ging ook verdier. Behringer wierp
een blik op het adtres en Schooi? toen den brief onge
lezen in den zak van zijn jachtibuis.
Mylius zag- vei-baasd' naar zijn vriend.
„Behandel je expresse-brieven altijd op die ma
nier?" vroeg- hij lachend.
„Ik ken die hand al. Bij bedelbrieven is altijd
haast."
„Ah zoo! Wat mij betreft, ik ben heel gelukkig,
dat het onweer mij is voorbij getrokken! Voor ons
geen „proeul nego'tjiisbehalvi- enkele weken vacan-
tie."
Het gesprek verflauwde la-ng-zamorh&nd, daar het
rijtuig weldra do laatste huizon van hot dorp achter
zich had, eu in de buurt van dien molen deu g-rooten
weg verliet en een breéden bcsciiweg inteloeg.
De zon stond al in het Westen en ovcvrgoor de in
herfsttooi prijkende woudhellmgcn met tiaar gouden
licht. Uit de in den'lichten wind flikkerende goudzee
verhieven zich de kno&stige eijkontoppen, nog donker
groen, onaangetast door de majcht van den. herfst.
D»nnewoudsn en lommerrijkp bosschen vtisselden el-
door haar op td richten haHdelsda.gsch.ool een bijdrage
te verleenen van 175 over 1913, zoo de school nog'
dat jaar wordt geopend) en van 2145 ovetr 1914, mits
van rijkswege een bijdrage wordt verleend! berekend
naar ten minste J 5720 per- jaar;
3o. aan de Sint-Jozefsgezellenvej-eeniging te Haar
lem ten behoeve, van haar teekenschool met ingang-
van 1913 tot wed'eropzeggens! te verleenen een bijdrage
van 500 'sjaars, mits Rijk en gemeente jaarlijks te®
minste resp. J 2000 en J 1000 beschikbaar stellen';
4o. afwijzend! te beschikken op bet verzoek van het
bestuur der R.-K. Vereeniging voor den Handeldrij-
venden en I ndustrieelen Middenstand! te Bus-sum en
Naardén (onderafdeeling van de Hanze) te Bussum
om een jaarlijkse!) subsidie ten behoeve van den han-
delseur.susi dier vereeniging. en van den Provincialen
Bond van Geitenfokkeirsvereenigingen ini Noord!-Hol-
la.nd om over bet jaar 1913 een subsidie te mogen
ontvangen van 500.
Ingediend is' een voorstel tot wijziging der verorde
ning- regelende de bezoldiging van de ambtenaren en
bedienden bij de provinciale griffie. Hierbij wordt
voorgesteld! enkele aanvangssalarissen t.e verkoogen.
Ter vaststelling is ingediend' do eerste .suppletoir©
begroeting voor den dienst 1913 van het! provinciaal
gesticht voor krankzinnigen Meerenberg te Santpoort,
beloopend 100.000 voor buitengewone werken. Daar
onder is een bedrag van 69.000 voor den bouw vati
23 ambtenaarswoningen en 11.000 vooa- dén aanleg
van een weg, voor waterleiding eni verlichting.
Mede wordt overgelegd) een tweede suppletoiro be
groeting- dienst' 1913 voor 't gest icht Duin en Bosch to
Castricum, tot een bedrag van 130.000, waaronder
126.000 voor den bouw van,een dokterswoning, eeu
parkwachterswoning, 6 dubbele beambteniwoniingen,
enz., uitbtreidlDg der wassclrerij en der matrassenma-
kerij, enz.
In verband met deze uitgaven stellen Gedeputeerde
Staten voor een geldleening van zoodanig nominaal
bedrag aan te gaan als nood'ig zal blijken om een som
van 100.000 te verkrijgen, tegen een rente van 4
pCt. 'sjaars en met aflossingen) van minstens J 2500.
OMMEN.
Naar „Het Volk" meldt, heeft het- Partijbestuur der
S.I1.A.P. besloten, voor de nieuwe verkiezing in het
district Ommen geen eandidaat te stellen.
HET NEDERL. ROODE KRUIS EN DE BAL
KAN-OORLOG.
Gisterochtend heeft het hoofdcomité van het Ne-
derlandsche Roodte Kruis uit Indië telegrafisch be
richt ontvangen, dat er, door bemiddeling van hei
Rood© Kruis in Nederl.-Indië, 10.000 beschikbaar is
gesteld voor de ambulance naa.r Turkije.
Gemengd nieuws.
EEN PERSDELICT.
In het nummer van 30 October j.l. van „Vooruit,"
vrijzinnig- nieuwsblad voor het Gooi, stond een raads-
ovej-zichfc uit-Huizen, waarin) o.m. de volgende zinsne
den voorkwamen:
„Het vakonderwijs komt er vrij goed' af. De am-
bachtsteékenschool krijgt 450 bijdrage, de handels
cursus 400. Bij deze laatste subsidie werd! de vraag
gedaan, of de cursus' niet meer in de lokalen der ge
meente-school kon gegeven worden. De inspecteur
van 't middelbaar onderwijs bad zulks vroeger verbo
den. Er waren op de Handels-School' baldadigheden
voorgevallen wegens onvoldoende controle van den
tijdelijken directeur Holste, zoodat de politie eeniga
malen in loco op den cursus een onderzoek instelde,
welke feiten ook in een openbare raadszitting destijds
besproken werden. Het bestuur had' toen lokalen dei-
bijzondere school gehuurd, doch tlians zou een nieuw
overleg tussehen bestuur en inspecteur plaatshebben."
De heer J. A. Holste, onderwijzer te VGravenhage,
vroeger te Huizen, en tijdens zijn verblijf aldaar tij
delijk directeur van. de Iluizer Handelsschool, voelt
zich door dc aangehaalde woorden in) zijn eer eu goe
den uaam aangctastl en heeft volgens het „Huizea-
Blad" tegen de redactie van „Vooruit" een aanklacht
ingediend bij den officier van justitie.
Volgens genoemd blad zullen ook de burgemeester
van Huizen en enkele raadsleden tegen „Vooruit" een
kander af, daartusschen groene weiden en boven de
boomen, hoog in de lucht, vlogen nog 'm paar kraaien,
naar roof uitziend, voor zij hun nest opzochten.
Na een kromming van. den weg, kwam de lioutves-
terswoning in het gezicht. Hef lag onder een paar
reuzensparren. Het heele erf werd door een hoog©
schutting ingesloten; maar de groote'deuren stonden
wijd epen, zoodat men het woonhuis; kon zien, waar
een hertgewei boven de lage deur prijkte.
Hondengeblaf weerklonk, toen het rijtuig' naderde;
op eeni gillend fluitje werd het weer stil.
'(lak aan den weg stond eon eik, waaronder een
ruwe houten bank. Daar zat de houtvester, naast
hem stond zijn leerling, een jonge, flinke knaap met
gebruinde wangen.
Toen de wagen nader kwam, stoncï de houtvester
langzaam op, gesteund o-p zijn sterken -stok.
„Wat nu?" vroeg Behringer, verbaasd den houtves
ter aanziend.
„Het kan niet mooier; nu heb ik juist mijn rechter
voet verstuikt! Misschien zat- ik nog aan de Legnit-z-
beelr, als mijn leerling mij niet hier bad! gehouden."
„Fataal!"
„Maar dé) heeren moeten zich door mij hun plezier
niet laten bederven, het gaat- ook zonder mij! De
wind staat hier prachtig, dc molenaar zal u geleiden,
mijnheer de officier van justitie, hij is volkomen in
gelicht. Uw stand! heb ik al gemaskeerd. Voor den
reebok komt gewoonlijk de ree uit het.' bosch, de bok is
een voorzichtige: oude heer, hij wacht dikwijls1 tot het
laatste oogenblik, maar heelemaal uitgebleven is hij
tot. nu toe nog geen enkele maal. U wilt dus wel niet
eerder uw standplaats verlaten, voordat het- te donker
wordt. Mocht de bok niet in het vuur blijven", ver
volgde hij, „dan stellen wij, als het niet heel vroeg
meer is, het zoeken uit tot den anderen morgen. De
geschoten bok zou zich bepaald tussehen de sparren
verschuilen, die ver langs het woud doorloopen en
daar is het zoeken ook met den bloedhond) zeer moei
lijk."
.Wordt T«Y«igtL