i Noordhollandsch Landbouwcrediet. BELEENINGEN. De wasch, U ziet het, is groot, doch is door de zuivere zeep het werk gemakkelijke van Woensdag 20 November 1912. s T A D s N j E jj w s. RUGPIJN IS NIERPIJN. ADVERTENTIE N. No. 275. Honderd en veertiende jaargang. 1912. „DE DAGERAAD." Voor de afdeelin® Allernaar van bovengenoemde ver- eeniging trad Zondagmorgen in de tuinzaal der Har monie als spreker op de heer A. H. Gerhard van Am sterdam, met het onderwerp: „Gelooven en weten. De vergadering' was vrij goed bezocht, Spr. begon met er op te wijzen, dat bij de jongste volkstelling, in 1909, bleek, dat in Nederland waren ongeveer 300.00CT kerkloozeu, d. i. 5 van de geheele bevolking; in 1899 bedroeg dit aantal HO.000, in 1889 was bet 66000. In deze getallen, waar de kinderen bij inbegrepen zijn, is dusi wei vooruitgang te bespeuren. In 1909 verklaarden ongeveer 150.000 min of meer volwassenen in geen enkel opzicht, tot eenig kerkge nootschap te behooren. Hiertegenover, stelde spr. eqnige feiten, die uit het oog worden verloren. Door de clerieale regeeringi wordt ini het geheel geen reke ning gehouden met de ongeloovigem. De verplichte eedsaflegging blijft trots alle actie er tegen, voorge schreven; de het' laatst voorgestelde, wetswijziging is van weinig waarde. Er zijn in Nederland ruim 200 kerkgenootschappen en op de Ned. Hervormden, Ka tholieken en Gereformeerden na, zijn de kerkeloozen het grootst in aantal. Gewoonlijk ziet me.n, dat met het aantal ook de beteeken is wast, maar ten opzichte van de kerkeloozen is dit niet heb geval. Het wordt als een taak der regeering beschouwd, er voor te» zorgen, dat het volk behoorlijk godsdienstig wordt opgevoed. Zoo is voor de matrozen een vloot.pre- dikant aangesteld. In den1 Haag, vervolgde spr., be staat een Vereeniging tot Zedelijke Opvoeding, wel ke zich niet op kerkelijk standpunt plaatst. Verschil lende kinderen werden er naar verwezen door den kantonrechter, op voordracht van) den voogdijraad. Zonder steun vam het rijk kan een dergelijke vereeni ging niet werken en nu kreeg deze geen geld) van den Minister van Justitie, dit zou slechts gebeuren, wan neer de kinderen godsdienstig werden opgevoed. De minister is van meening, dat de o-ngeloovigen buiten de gemeenschap staan, terwijl 5 der bevolking zich rekent tot deongeloovigen. Vraagt men, aldus apr., wie in het clericaai gere geerde Nederland de teugels in handen heeft, dan antwoord ieder: dr. Kuyper. Men zou dus zeggen, dat de doleerende, gerefor meerde partij, aan welker hoofd hij staat, wel gewel dig sterk moet wezen. Doch wat bleek bij de jongste volkstelling? Dat het aantal zuivere geestverwanten van d'r. Kuyper, kinderen meegerekend, 420.000 be droeg; dat is nog geen 8 van de bevolking, terwijl de 5 kerkeloozen vogelvrij verklaard! worden. Ho© kan dat nu, hoe is dï> invloed der ongeloovigen nog zoo gering? Hoe we ook over geloovigen of on geloovigen mogen denken, zei spr., er bestaat tusschen de geloovigen en he tg* ros1 van degenen, die zich ongeloovig noemen, dit groote verschil, dat de geloo- vige altijd en overal voor zijn geloof durft uit: te ko men, terwijl ongeloovigen slechts dan, wanneer er geen gevaar te duchten, is, voor hun meening durven uitkomen. De overtuigingsmoed onder de ongeloovi- gemin Nederland is niet bijster groot. De kracht echter gaat bovenal uit van de onvervaardheid, waar mede de groep voor haar overtuiging weet uit to ko men, en niet van het aantal der ongeloovigen. Do verklaring van den overtuigingsmoed ligt hier in, dat'een geloovige voor zichzelf een preciese. klare voorstelling heeft van wat hij gelooft, terwijl 't groot st© deel der ongeloovigen niet.iets, maar niets is. Ve len noemen zich ongeloovigen, zonder dat ze daartoe het? recht. hebben. Er zijn velen, die meenen iets te kunnen aandui den, door te zeggen, wat. het niet is. Zegt- iemand: „ik ben een ongeloovige, ik»geloof niets", dan heeft hij nog niets gezegd. Het begrip ongeloovige zegt. niets. Iemand, die in letterlijken zin een ongeloovige is, is niets, iemand!, zonder waarde. Men moet zich zelf klaar en duidelijk maken, wat men wèl is. Spr. ging het ontstaan van het woord: ongeloovige na. Er is, zei spr., geen werkelijk geloovige, die nog het geloof heeft, zooals het vroeger is geleeroard. De oude calvinisten b. v. zouden het een godslastering hebben gevonden, een bliksemafleider op een huis te plaatsen en „zich. te laten vaccineer,en. De ministers Heemskerk en Talma, zijn volgens de opvattingen der oude calvinistische hervormers1 revolutionairen. Dat nu b.v. geijverd) wordt voor gedwongen verzekering voor den ouden dag en ziekte, is zoo gekomen door den onverbiddelijken loop der omstandigheden. Spr. stelde nu de vraag: Wat weten we eigenlijk? Men, weet, wat voorgehouden, wat aangewezen wordt. In het weten zit zeer veel geloof. Men gelooft, dat andere menschen, die het ons voorhouden, het wel we ten. De menschen willen weten, waarom de dingen zoo zijn, maar ze zijn met' een verklaring al heel gauw tevreden. De gewetensdrang zit vaak in het bezitten van een verklaring. Velen vormen zich van één of ander een eigen verklaring, welke eerst als vermoede lijke, daarna als vaste oorzaak wordt beschouwd, maar niettemin dikwijls heeleinaal verkeerd is. De grond gedachte van de wetenschap is, een verklaring te ge ven- van de gvoote oneindigheid van verschijnselen rondom ons heen. Wat- de wetenschap verlangt, is ook de bron van het geloof. Het geloof oo-k is een poging tot verklaring, dóch verklaring op een tijd dat de wetenschap nog gering was, Zooals de weten schap vooruitgegaan is, had ook het geloof vooruit kunnen gaan. De wetenschap erkent de onvoldoend heid van zijn weten, het geloof echter is een weten, dat op een bepaald oogenblik is blijven stilstaan én toen gezegd heeft: nu is1 het een onverbiddelijke waar heid geworden. Het weten is een voortdurend zich wijzigend geloof, het ware weten erkent! de mogelijk heid van vergissen. De werkelijke weter is- steeds toe gankelijk voor hetgeen anderen meenen, hij twijfelt steeds aan zijn weten. De geloovige noemt iemand, die anders denkt dan hij, een verdoemde. Het geloof is daardoor een knellende bandi voor den menschel ij ken geest. De weter wil meer weten, de geloovige is bang voor het onderzoek. Het karakter van het we ten zit in de erkenning van de noodzakelijkheid van verder onderzoek. Zoodra de vrijdenker iemand wordt, die zelf een le vensopvatting heeft, zal zijn vrije gedachte een groo te rol spelen. De opvatting moet zich uitspreken in een zich naar buiten uiten van: de levensovertuiging Dan kan er komen een krachtige beweging voor de vrije gedachte. Velen noemen zich wel ongeloovigen. ■maar waarlijk ongeloovigen zijn er weinig, aldus ein digde spreker. De voorzitter bracht den spreker een woord van hartelijke» dank. VOETBAL. Alcmaria heeft Zondag haar vrijen Zondag uitste kend besteed, en den voetballiefhebbers een aangena men middag bezorgd. 't Weer hield zich goed en een groot aantal toe schouwers was dan ook opgekomen om van den wed- trijd tegen de Cadetten F. 0. getuige te zijn. 't Veld was wat zwaar en glad, doch uitstekend bespeelbaar. De Cadetten kwamen met hun sterkste elftal, waar Alcmaria het eerste elftal tegenover plaatste. Even over twee floot d'e scheids rechter beginnen en dadelijk was het spel in vollen gang. De Cadetten waren in de meerderheid en hielden het spel op Alc- maria's helft, waar de verdediging lxanden vol werk had. Langzamerhand kwam er wel wat meer gang- in Alcmaria, doch de Cadetten bleven gevaarlijk en wel dra wisten zij dan ook de leiding te nemen, na een goed opbrengen en voorzetten van den rechtsbuiten. Hierbij liet Alcmaria het echter niet zitten. Er werd wat flinker aangepakt en na heel wat vergeefsche po gingen, mocht het den rechtsbuiten van Alcmaria ge- Lukken met een1 scherp schot gelijk te maken. Dit bracht weer nieuw vuur in beide partijen. Bij eeu aanval van Alcmaria ontstond een botsing tusschen den middenvoor en één der Cadetten-backs, waarna de eerste een poosje het veld moest verlaten. De Cadetten hielden stevig vol' en na een snelle doorbraak en goed samenspel van rechtss en linksbin nen, wist de rechtsbinnen opnieuw zijn club de leiding te bezorgen. De middenvoor van Alcmaria kwam nu weer in 't veld. Eenige aanvallen van beide kanten volgden, waarna de scheidsrechter rusten blies (stand 2—1 voor C. F. C.). In de tweede helft was het. begin weer voor de Ca detten en weljlra liet hun rechtsbinnen de Alcmaria- (loelverclediger ten derde male visschen. Alcmaria zag nu in, dat er duchtig aangepakt moest worden. Rechtsbuiten en rechtsbinnen wissel den van plaats en vol moed, ging de Alcmaria-voor- hoede weer tot den aanval over. Enkele Cadetten speelden te stevig en te veel op den man, wat Alcma ria nog al eens, een vrijen schop bezorgde. De rechter vleugel van Alcmaria deed eeu mooien aanval, die op unfaire wijze door een der Cadetten gestuit werd. De vrije schop leverde geen resultaat. Nadat- de links binnen toen een kans gemist- had, kreeg even daarna de linksbuiten van Alcmaria een corner te nemen. Deze werd keurig* genomen en onhoudbaar ingekopt. (Stand 32), (terwijl de Cadetten, door een klein ongeval, één hunner spelers moesten missen) en met vuur werd door haar om den gelijkmaker gestreden. Weer plaatste de linksbuiten een corner prachtig voor, doch het- Cadettendoel ontkwam op gelukkige wijze aan gevaar. Onder groot enthousiasme maakte echter twee minuten voor tijd de rechtsbuiten met een scherp schot de derde goal voor Alcmaria, waardoor deze spannende wedstrijd, even daarna, in een gelijk spel eindigde. 33. De Cadetten beschikken over eeni stevig' elftal, dat lang niet te onderschatten is. De verdediging en half linie speelden heel. goed en in de voorhoede wa ren uitstekende krachten. Soms was hun spel' veel te forsch. Bij Alcmaria was- de achterbank uitstekend, terwijl in de voorhoede de rechtervleugel' en linksbuiten goed werk deden. Het samenspel en opvangen van den bal was bij de Cadetten beslist beter dan bij Alcmaria. De scheidsrechter kon dezen keer niet zoo goed vol doen. Wij hebben hem wel eens strenger in zijn optreden gezien. S. D. O. alhier heeft Zondag haar seizoen geopend door Iloüandia van Beverwijk te kloppen met -31. Stand,bij rust 2—0. AKRON D1SSEHENTS-RECHTBANK. Zitting van Dinsdag 19 November. MISHANDELING. De eerste beklaagde, IJsbrand T., landarbeider te Enkhuizen, wien mishandeling ten laste was gelegd, was niet verschenen. Hit de verklaringen, van den eenigen getuige in de-ze zaak P. Hooker, visseher te Enkhuizen, bleek, dat Zaterdag 12 October 's avonds om half 9 bekl. achter hem kwam nanloopen en hem een klap op het achter hoofd toebracht, waardoor bekl. viel. Toen hij weer was opgesta.an, gaf bekl. hem nog een klap, zoodat hij bloedde. De aanleiding tot dezen1 twist was, dat get. oneenigheid' met' bekl. had, gekregen tijdens het varen met een mestschuit Do Officie®, die vond dat de overval van een ge meen karakter getuigde, eischte tegen bekl. 1 week gevangenisstraf. BEDREIGING TEGEN HET LEVEN. De volgende beklaagde, Dirk H., arbeider te Cal- lantisoög, had in den nacht van, 13 op 14 October ter gelegenheid van, de kennis t© 't Zand den arbeider Jan Blaauwboer met een mes gedreigd .en hem de volgende woorden toegevoegd: .,lk zal' je met m'n mes een; por geven!" Zoowel de bedreigde als de veldwachter Van der Velde werden als getuigen gehoord. Zij verklaarden dat de bedreiging geschiedde tijdens een vechtpartij en bekl. met, een geopend knipmes zoo op Blaauwboer aandrong, dat deze telkens: een stap kehteruit moest wijken. De veldwachter nam hem het mes af en maakte proces-verbaal op. De eiseh tegen beklaagd© luidde 2 weken gevange nisstraf. BE BEËDIGING. Klaas Sch., diepzeevisscher te Egmond-binnen was niet verschenen. Hem was ten laste gelegd, dat hij don 9den October te Egmond aan Zee den gemeente veldwachter van Egmond-binnen, Jan Kramer, had beleedigd door hem) toe te voegen: ,,Jezus>-verrader van EgmondLbinnen." Als getuigen werden in deze zaak gehoord d'e belee digde en de rijksveldwachter, beiden hadden bekl. de beleedigende uitdrukking* hooren bezigen. De eisch tegen) deze beklaagde luidde 20 boete subs. 20 dagen hechtenis. DIEFSTAL. Dirk Jan Sch., ontslagen arbeider bij de II. IJ. S M., te Hoorn, thans: gedetineerd in het Hui» van Be waring, alhier, was ten laste gelegd, dat hij den 16en Augustus, terwijl het tot zijn taak behoorde, goederen, die in transito, vervoer te Hoorn wacren aangekomen, over te laden, zich een pakje inhoudende 2 kaasjes, wederrechtelijk had toegeëigend. Beklaag'd© ontkende het hem ten laste gelegde. Een 12-tal getuigen werden in deze zaak gehoord. Jhr. J. Roëll, inspecteur van het vervoer bij de H. IJ. S. M. te Alkmaar, verklaarde naar aanleiding van het vonnissen der kaasjes een onderzoek te hebben in gesteld. Hem was medegedeeld, dat held, den 16en Augustus op verdachte wijze naar d'e bestelloods was gegaan en 't was alsof hij iets onder zijn jas stopte en meenam. Toen hij beklaagde daaroYer hoorde, ontkende deze ten stelligste. Op een vraag van den Officier van Justitie of er niet. ontzettend gestolen wordt op de lijnen van de II. IJ. S. M., verklaarde getuige, dat er wel gestolen wordt, maar percentsgewijze niet zoo veel. Het ge schiedt voornamelijk door eigen personeel, omdat het voor anderen zoo goed alsi onmogelijk is. A. A. Idema, boekhandelaar te Medemblik, ver klaarde den 16en Augustus een tweetal kaasjes te hebben verzonden aan den heer Veenman in den Haag'. Getuige had er een pakje van grauw papier van gemaakt, het van zijn stempel voorzien en er een flink touw om gebonden. Op verzoek van den rijks veldwachter had getuige nog een tweetal dergelijke pakjes gemaakt. Leeudert Zvaiük, loopknecht bij getuige Idema,1 herinnerde zich op Vrijdag 16 Augustus, tusschen 7 en 8 uur, een pakje van grauw papier, waarin twee kaasjes verpakt waren, naar het station gebracht te hebben, waar hi.j het overhandigde aan oen der be ambten. A. S. Bergsma, assistent bij de H. IJ. S. M. te Me demblik, had Vrijdag den 16cn Augustus eeu pakje in ontvangst genomen van Zwanik. Getuige lette er niet op, wat het inhield, maar meent, dlat de inhoud in grijs papier verpakt was. Met trein 1044 werd het pakje naar Hoorn verzonden. Getuige had den ge- ieidebrief voor het pakje in orde gemaakt. Jan de Jong, conducteur bij de II. IJ. S. M. te Schoten, verklaarde te Abbekerk trein 1044, die van Medemblik kwam, en naar Hoorn ging, overgenomen te hebben. In de afdeeling bagage van dien trein had getuige o. a. een pakje zien liggen bestemd voor den Haag. Toen de trein te Hoorn aankwam, moet het pakje nog in den trein geweest zijn. Daar werden de goederen uit den trein gehaald; getuige weet echter niet wie de goederen daar uit den trein haalde. Jacobus Johannes Meeuwig, schaalknecht te Hoorn, had op den bewusten avond eerst den trein uit Enk- huizen, daarna dien uit Medemblik zien aankomen. In den trein van Enkbuizen laadde bekl. eerst in den voorsten wagen fietsen, daarna loste hij de goederen, die zich in den achtersten wagen bevonden. Terwijl hij daarmee bezig was, zag hij bekl. in den anderen trein een grijpende beweging* maken en iets onder zijn jas verbergen, daarna ging hij weg, terwijl zijn jas wijd uitstond. Getuigo vond dit zeer verdacht. Tege lijkertijd zag hij den chef, die ietsi tegen hem riep. Beklaagde hoorde dit ook, liep toen terug en begaf zich naar de bestelgcederenloods. Even later toen getuige daar ook kwam, zag hij in een hoek een pakje liggen, bestemd voor den Haag. 't-Was een lang, rond pakje, met touw omwonden. Er zat een etiket op. Bestemd, voor den Haag." Getuige begaf zich weer naar het perron om verder af te laden, met bekl. bracht hij tenslotte een mand paling naar de bestel- goederenloods. Daarna moest .getuige even naar het kantoortje; toen hij terugkwam was èn beklaagde èn het pakje verdwenen:. Toen bekl. weer terugkwam had hij niets hij zich. Dien zelfden avond werd de politie er in gemoeid, nadat bekl. voor den chef be weerd had' van niets te weten. Jan Gons was in Augustus los arbeider bij de H. IJ. S. M. te Hoorn. Getuige hielp dien dag bij het los sen en laden van trein 1044, die uit. Medemblik kwam en trein 594 die uit Enkbuizen kwam. Getuige werkte met beklaagde samen, hij had geen grijs pakje gezien bij het lossen van trein 1044. Geen andere personen dan de schaialknecht, beklaagde en getuige zijn1 dien avond met de goederen bezig geweest. Gerrit Bedding, commies bij de H. IJ. S. M., te Hoorn was even na aankomst van gemelde treinen op het perron werkzaam geweest. Hij had beklaagde van den bagage-wagen van den Medemblikker trein naar de loods zien loopen. Hij riep. hem nog omdat er haast bij het werk was. Bekl. liep echter door op een drafje. Nadat hij een moment, in de loods was geweest, kwam hij weer terug. Antonie van Ulsem, commies bij de H. IJ. S. M., te Hoorn, had eveneens dienst gedaan op het station op den Idea Aug-. Hij is daar werkzaam op het plaats kaartenbureau, dat met een deur uitkomt op de ba gage-loods. Op den avond van) dien dag kwam Meeu wig op hem af, vragende: „Heb je Sch. niet gezien?" Getuige had hem echter niet gezien. Was hij door het bagage-lokaal weggegaan, dan had getuige hem moeten zien. Bekl. hield echter vol het station wel door het ba gage-lokaal verlaten te hebben. F. J. Boersma, controleur bij de H. IJ. S. M., te Hoorn, verklaarde, werkzaam te zijn in de vestibule van het station aldaar. Op den avond1 va:n 16 Aug. vroeg Meeuwig hem of hij Sch. ook gezien had. Getuige moest daarop even wel ontkennend antwoorden. Piet A. Askamp, besteller, den. Haag, had! in den nacht van den 16 en op dén 17en Aug. dienst gedaan op het perron in den Haiag. Hij nam een geleidebil- jet van een pakje bestemd voor den heer Veenman al daar aan. Het pakje was echter niet aanwezig. Al de pakjes van den kant van Hoorn en Medemblik ko men met dien trein mee. In den regel komen de pak jes tegelijk met de geleidebrieven aian. 4 W. A. P. T. L. Vreeswijk, hoofdbesteller in den Haag, verklaarde don bedoelden geleibrief gevonden te hebben, maar het pakje niet gezien te hebben. Nogmaals door den president: ondervraagd, ver klaarde bekl. niets van het1 pakje af te weten. Hij beweert naar de loods te zijn gegaan om den plo-m- beertang t© halen. Do President wees hem er echter op, dat deze tang open en bloot op de treeplank lag. Hiermede was het getuigenverhoor a.fgeloopen en werd er pauze gehouden. De Officier van justitie was daarna aan het woord, noemde bekl. een schipbreukeling in dé spoorwegad ministratie en herinnerde er aan dat- bekl. een steeds mindere betrekking wan het spoor is gaian bekleeden; inplaats van vooruit.ging hij steeds achteruit. Spr. wees er op, dat er op de lijnen van de H. IJ. S. M. steeds wordt gestolen, spr. hoopte in het belang van de maatschappij, dat bekl. veroordeeld' zou wor den. De verzending met de spoor faalt nogal eens. Is er iets verdwenen, dan gebeurt het maar zelden dat mem er achter komt, wie-het weggenomen heeft, vooral eetbare waar verdwijnt nogal eens. Spr. achtte daarom deze vervolging belangrijk. Spr. ging na of beklaagde zich aan verduistering of aan1 diefstal heeft schuldig gemaakt en kwam tot- de conclusie, dat bekl. diefstal heeft gepleegd. Vervolgens ging spr. de geheele zaak en de verkla ringen, der getuigen nog eens na, waaruit hem bleek, dat het pakje Hoorn' heeft bereikt en die plaats niet meer verlaten heeft. Verder wees spr. er op, dat bekl, een grijpende beweging' heeft gemaakt, zich op ver dachte wijze naar de goederenloods heeft begeven en deze langs een ongewoncn uitgang heeft verlaten. Z. E. A. achtte bekl. schuldig' aan diefstal en eischte 2 jaar gevangenisstraf tegen hem. Mr. P. A. Offers, verdediger, verklaarde zich best te kunnen begrijpen, dat bekl., die van het eene ve hoor naar het andere gesleept werd, de kluts 'kwijt raakte en niet precies meer wist wat; hij verklaard hoeft. Bovendien verkeerde, bekl. in een heel nare toestand, hij zit al 3 maanden in voorarrest, zijn vrouw en kinderen lijden gebrek en de II. IJ. S. M. .heeft- hem ontslagen. PI. wees er met eenige voor beelden op, dat bekl. niet zoo onbetrouwbaar is ah Wel voorgesteld wordt en protesteerde tegen de wijze, waarop -door de. II. IJ. S. M. in deze zaak geïmstru eerd is. PI.'ging vervolgens' enkele getuigenverkla ringen na. en wees1 op verschillende punten van onze kerheid. Niemand kan volgens pleiter met zekerheid zeggen of het pakje in Iloorn) is aangekomen en nie mand kan zeggen, als het er geweest is, wie of het uit den wagen .genomen heeft. Bovendien kan het pakje mee zijn gegafcn en te Haarlem of Leiden gestolen zijn. Do verklaring van Meeuwig, den eenige die het pakje in de loods heeft gezien, lijkt pl. niet van dien -aard, dat men er op af kan gaan. Bovendien acht pl. het onmogelijk dat men een pak met twee kaasjes on der een ja-s, zooals de beambten van de II. IJ. S. M dragen, verbergen kan. Pl. acht het ook zeer waar schijnlijk. dat bekl. om da plombaertauff naar do loods EEN GROOTE WA8CH EN WEINIG WERK. ZUIVERE I'.EEP. SUNLIGHT 1322 ging', terwijl dë tang bij den wagen lag. Hoe dikwijls overkomt het ons niet, dat we naar iets zoeken, dat Vlak bij ons ligt? Pl., betoogde daarna dat. het voor hem vaststaat, dat bekl. door de vestibule is gegaan, al heeft men hom niet gezien. Ten slotte wees pl. er op dat het ten laste gelegde niet bewezen is; pl. acht bekl. niet schuldig, was hij schuldig dan nog was er voor pl. geen reden om bekl. nog langer in preventieve hechtenis- te houden. Pl. verzocht daarom bekl. uit preventieve hechte nis te ontslaan. De rechtbank vond evenwel geen termen aan dit verzoek te voldoen. Pl. vroeg daarna vrijspraak en zoo de rechtbank be klaagde mocht veroordeelen, aftrek van preventieve hechtenis. De Officier nam daarna nog even het woord om twee personen die zelf niet het woord mogen voeren, te verdedigen, jhr. Roëll en den schaalknecht Meeu- wig. Mr. Offers zeide geen beschuldigingen te hebben uitgesproken en niemand persoonlijk to hebben aan gevallen. 'i Ingezonden mededeellngen. Iemand met gezonde nieren zou haast vergeten, dat hij een rug heeft, maar zij, die een nieraand'oening hebben, zijn altijd' lijdend. Zij staan 's morgens steeds met pijn in den rug- op. Wanneer zij zich bukken ol' iets zwaars optillen, trekt- een) scherpe pijn door de lendenen. Hetzelfde 's avo-nds en 's nachts, hun rug gunt hun geen rust. Pijnlijkheid in den rug en de zijden moet onze aan dacht vestigen op da nieren. Zij liggen onder het smalle gedeelte van den rug, en wat als rugpijn be schouwd wordt is gewoonlijk nierpijn. Daarom wordt rugpijn spoedig gevolgd door andere verschijnselen van een nieraiandoening, zooal.s waterzuchtige zwellin gen onder d© oogen1 of der voeten, bewolktheid, bran- derig-heid van het water, bezinksel. Nierzand, jicht, rheumatiek, ontsteking der blaas, niersteen (nierko liek), zijn andere gevolgen van. het verwaarloozen dei- nieren. Foster's Rugpijn Nieren Pillen dienen enkel voor het genezen der nieren en blaas. Zij herstellen deze organen en beweri-vm, dat zij het bloed behoorlijk fihreeren en de onzuiverheden daaruit afvoeren. S Te Alkmaar verkrijgb. bij de hh 6*?$ Nierop en Slothouber, Langestr 52, Toezending geschiedt fr. na onvt. Jriv. postwissel h f 1.75 voor één, of IiTHüf&k. f 10.voor zes doozen. Eisoht de echte Foster's Rugpijn NierenPillen weigert elke doos, die niet voorzien is van nevenstaand handelsnïerk. Ingezonden Stukken. GROENTEN (AFSLAG)MARKT OP DE GRAANBEURS Mijnheer de Redacteur. Nadat ik onlangs in een uwer bladen las, dat bij Gemeentewerken een Ingenieur is aangesteld, en dat óp een deel van het terrein, nabij het Bureau van Ge meentewerken a. d. Limmerhoek, een groenten (af- slag)markt. word't voorgesteld, zag ik dezer dagen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, dat de vuilver branding thans zoo geperfectionneerd' is, dat. eene in richting daarvoor thans1 zonder bezwaar midden in een stad kan gebouwd worden. Een en andór gaf mij aanleiding', eens na te gaan welke ruimte thans door de groenten(afslag)markt wordt ingenomen op de Platte Steenenbrug, wat. mij tot de ontdekking bracht, dat onder de overkappingen van d© Graanbeurs alleen reeds veel meer ruimt© dis- po ui Del is, dan op de geheele Platte Steenenbrug, ter wijl de opeu ruimte op de Graanbeurs bijna driemaal grooter is dan op de Platte Steenenbrug'. Ziet men nu, dat de Graanbeurs alleen Vrijdag en Zaterdag-ochtends tusschen 8 en 1 uur gebruikt wordt., zou het dan geen aanbeveling kunnen verdie nen, om alvorens kosten te maken, en alvorens te be schikken over de terreinen aan den Limmerhoek, eens een proef te neme» niet verplaatsing van de. groen- ten(afslag)markt naar de Graanbeurs? De overkappingen e n de aanwezige bureaux op die Graanbeurs moeten m. i. den tuiniers en der Gemeen te dienstig kunnen zijn. met eenige inschikkelijkheid en goeden wil. Als gij het idee door uw blad onder de aandacht zoudt willen brengen van belanghebbenden, zoudt gij verplichten E EN BE LA NGST EIIEN D E. Alkmaar, 20 November 1912.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 5