i
Noordhollandsch
Landbouwcrediet.
BELEENINGEN.
De wasch, U ziet het,
is groot, doch is door de
zuivere zeep het werk
gemakkelijke
van Woensdag 20 November 1912.
s T A D s N j E jj w s.
RUGPIJN IS NIERPIJN.
ADVERTENTIE N.
No. 275. Honderd en veertiende jaargang. 1912.
„DE DAGERAAD."
Voor de afdeelin® Allernaar van bovengenoemde ver-
eeniging trad Zondagmorgen in de tuinzaal der Har
monie als spreker op de heer A. H. Gerhard van Am
sterdam, met het onderwerp: „Gelooven en weten.
De vergadering' was vrij goed bezocht,
Spr. begon met er op te wijzen, dat bij de jongste
volkstelling, in 1909, bleek, dat in Nederland waren
ongeveer 300.00CT kerkloozeu, d. i. 5 van de geheele
bevolking; in 1899 bedroeg dit aantal HO.000, in 1889
was bet 66000. In deze getallen, waar de kinderen bij
inbegrepen zijn, is dusi wei vooruitgang te bespeuren.
In 1909 verklaarden ongeveer 150.000 min of meer
volwassenen in geen enkel opzicht, tot eenig kerkge
nootschap te behooren. Hiertegenover, stelde spr.
eqnige feiten, die uit het oog worden verloren. Door
de clerieale regeeringi wordt ini het geheel geen reke
ning gehouden met de ongeloovigem. De verplichte
eedsaflegging blijft trots alle actie er tegen, voorge
schreven; de het' laatst voorgestelde, wetswijziging is
van weinig waarde. Er zijn in Nederland ruim 200
kerkgenootschappen en op de Ned. Hervormden, Ka
tholieken en Gereformeerden na, zijn de kerkeloozen
het grootst in aantal. Gewoonlijk ziet me.n, dat met
het aantal ook de beteeken is wast, maar ten opzichte
van de kerkeloozen is dit niet heb geval.
Het wordt als een taak der regeering beschouwd, er
voor te» zorgen, dat het volk behoorlijk godsdienstig
wordt opgevoed. Zoo is voor de matrozen een vloot.pre-
dikant aangesteld. In den1 Haag, vervolgde spr., be
staat een Vereeniging tot Zedelijke Opvoeding, wel
ke zich niet op kerkelijk standpunt plaatst. Verschil
lende kinderen werden er naar verwezen door den
kantonrechter, op voordracht van) den voogdijraad.
Zonder steun vam het rijk kan een dergelijke vereeni
ging niet werken en nu kreeg deze geen geld) van den
Minister van Justitie, dit zou slechts gebeuren, wan
neer de kinderen godsdienstig werden opgevoed. De
minister is van meening, dat de o-ngeloovigen buiten
de gemeenschap staan, terwijl 5 der bevolking zich
rekent tot deongeloovigen.
Vraagt men, aldus apr., wie in het clericaai gere
geerde Nederland de teugels in handen heeft, dan
antwoord ieder: dr. Kuyper.
Men zou dus zeggen, dat de doleerende, gerefor
meerde partij, aan welker hoofd hij staat, wel gewel
dig sterk moet wezen. Doch wat bleek bij de jongste
volkstelling? Dat het aantal zuivere geestverwanten
van d'r. Kuyper, kinderen meegerekend, 420.000 be
droeg; dat is nog geen 8 van de bevolking, terwijl
de 5 kerkeloozen vogelvrij verklaard! worden.
Ho© kan dat nu, hoe is dï> invloed der ongeloovigen
nog zoo gering? Hoe we ook over geloovigen of on
geloovigen mogen denken, zei spr., er bestaat tusschen
de geloovigen en he tg* ros1 van degenen, die zich
ongeloovig noemen, dit groote verschil, dat de geloo-
vige altijd en overal voor zijn geloof durft uit: te ko
men, terwijl ongeloovigen slechts dan, wanneer er
geen gevaar te duchten, is, voor hun meening durven
uitkomen. De overtuigingsmoed onder de ongeloovi-
gemin Nederland is niet bijster groot. De kracht
echter gaat bovenal uit van de onvervaardheid, waar
mede de groep voor haar overtuiging weet uit to ko
men, en niet van het aantal der ongeloovigen.
Do verklaring van den overtuigingsmoed ligt hier
in, dat'een geloovige voor zichzelf een preciese. klare
voorstelling heeft van wat hij gelooft, terwijl 't groot
st© deel der ongeloovigen niet.iets, maar niets is. Ve
len noemen zich ongeloovigen, zonder dat ze daartoe
het? recht. hebben.
Er zijn velen, die meenen iets te kunnen aandui
den, door te zeggen, wat. het niet is. Zegt- iemand:
„ik ben een ongeloovige, ik»geloof niets", dan heeft
hij nog niets gezegd. Het begrip ongeloovige zegt.
niets. Iemand, die in letterlijken zin een ongeloovige
is, is niets, iemand!, zonder waarde. Men moet zich
zelf klaar en duidelijk maken, wat men wèl is. Spr.
ging het ontstaan van het woord: ongeloovige na.
Er is, zei spr., geen werkelijk geloovige, die nog het
geloof heeft, zooals het vroeger is geleeroard. De
oude calvinisten b. v. zouden het een godslastering
hebben gevonden, een bliksemafleider op een huis te
plaatsen en „zich. te laten vaccineer,en. De ministers
Heemskerk en Talma, zijn volgens de opvattingen der
oude calvinistische hervormers1 revolutionairen. Dat
nu b.v. geijverd) wordt voor gedwongen verzekering
voor den ouden dag en ziekte, is zoo gekomen door
den onverbiddelijken loop der omstandigheden.
Spr. stelde nu de vraag: Wat weten we eigenlijk?
Men, weet, wat voorgehouden, wat aangewezen wordt.
In het weten zit zeer veel geloof. Men gelooft, dat
andere menschen, die het ons voorhouden, het wel we
ten. De menschen willen weten, waarom de dingen
zoo zijn, maar ze zijn met' een verklaring al heel gauw
tevreden. De gewetensdrang zit vaak in het bezitten
van een verklaring. Velen vormen zich van één of
ander een eigen verklaring, welke eerst als vermoede
lijke, daarna als vaste oorzaak wordt beschouwd, maar
niettemin dikwijls heeleinaal verkeerd is. De grond
gedachte van de wetenschap is, een verklaring te ge
ven- van de gvoote oneindigheid van verschijnselen
rondom ons heen. Wat- de wetenschap verlangt, is
ook de bron van het geloof. Het geloof oo-k is een
poging tot verklaring, dóch verklaring op een tijd
dat de wetenschap nog gering was, Zooals de weten
schap vooruitgegaan is, had ook het geloof vooruit
kunnen gaan. De wetenschap erkent de onvoldoend
heid van zijn weten, het geloof echter is een weten,
dat op een bepaald oogenblik is blijven stilstaan én
toen gezegd heeft: nu is1 het een onverbiddelijke waar
heid geworden. Het weten is een voortdurend zich
wijzigend geloof, het ware weten erkent! de mogelijk
heid van vergissen. De werkelijke weter is- steeds toe
gankelijk voor hetgeen anderen meenen, hij twijfelt
steeds aan zijn weten. De geloovige noemt iemand,
die anders denkt dan hij, een verdoemde. Het geloof
is daardoor een knellende bandi voor den menschel ij
ken geest. De weter wil meer weten, de geloovige is
bang voor het onderzoek. Het karakter van het we
ten zit in de erkenning van de noodzakelijkheid van
verder onderzoek.
Zoodra de vrijdenker iemand wordt, die zelf een le
vensopvatting heeft, zal zijn vrije gedachte een groo
te rol spelen. De opvatting moet zich uitspreken in
een zich naar buiten uiten van: de levensovertuiging
Dan kan er komen een krachtige beweging voor de
vrije gedachte. Velen noemen zich wel ongeloovigen.
■maar waarlijk ongeloovigen zijn er weinig, aldus ein
digde spreker.
De voorzitter bracht den spreker een woord van
hartelijke» dank.
VOETBAL.
Alcmaria heeft Zondag haar vrijen Zondag uitste
kend besteed, en den voetballiefhebbers een aangena
men middag bezorgd.
't Weer hield zich goed en een groot aantal toe
schouwers was dan ook opgekomen om van den wed-
trijd tegen de Cadetten F. 0. getuige te zijn. 't Veld
was wat zwaar en glad, doch uitstekend bespeelbaar.
De Cadetten kwamen met hun sterkste elftal, waar
Alcmaria het eerste elftal tegenover plaatste.
Even over twee floot d'e scheids rechter beginnen en
dadelijk was het spel in vollen gang. De Cadetten
waren in de meerderheid en hielden het spel op Alc-
maria's helft, waar de verdediging lxanden vol werk
had. Langzamerhand kwam er wel wat meer gang- in
Alcmaria, doch de Cadetten bleven gevaarlijk en wel
dra wisten zij dan ook de leiding te nemen, na een
goed opbrengen en voorzetten van den rechtsbuiten.
Hierbij liet Alcmaria het echter niet zitten. Er werd
wat flinker aangepakt en na heel wat vergeefsche po
gingen, mocht het den rechtsbuiten van Alcmaria ge-
Lukken met een1 scherp schot gelijk te maken. Dit
bracht weer nieuw vuur in beide partijen. Bij eeu
aanval van Alcmaria ontstond een botsing tusschen
den middenvoor en één der Cadetten-backs, waarna
de eerste een poosje het veld moest verlaten.
De Cadetten hielden stevig vol' en na een snelle
doorbraak en goed samenspel van rechtss en linksbin
nen, wist de rechtsbinnen opnieuw zijn club de leiding
te bezorgen. De middenvoor van Alcmaria kwam nu
weer in 't veld. Eenige aanvallen van beide kanten
volgden, waarna de scheidsrechter rusten blies (stand
2—1 voor C. F. C.).
In de tweede helft was het. begin weer voor de Ca
detten en weljlra liet hun rechtsbinnen de Alcmaria-
(loelverclediger ten derde male visschen.
Alcmaria zag nu in, dat er duchtig aangepakt
moest worden. Rechtsbuiten en rechtsbinnen wissel
den van plaats en vol moed, ging de Alcmaria-voor-
hoede weer tot den aanval over. Enkele Cadetten
speelden te stevig en te veel op den man, wat Alcma
ria nog al eens, een vrijen schop bezorgde. De rechter
vleugel van Alcmaria deed eeu mooien aanval, die op
unfaire wijze door een der Cadetten gestuit werd. De
vrije schop leverde geen resultaat. Nadat- de links
binnen toen een kans gemist- had, kreeg even daarna
de linksbuiten van Alcmaria een corner te nemen.
Deze werd keurig* genomen en onhoudbaar ingekopt.
(Stand 32), (terwijl de Cadetten, door een klein
ongeval, één hunner spelers moesten missen) en met
vuur werd door haar om den gelijkmaker gestreden.
Weer plaatste de linksbuiten een corner prachtig
voor, doch het- Cadettendoel ontkwam op gelukkige
wijze aan gevaar. Onder groot enthousiasme maakte
echter twee minuten voor tijd de rechtsbuiten met een
scherp schot de derde goal voor Alcmaria, waardoor
deze spannende wedstrijd, even daarna, in een gelijk
spel eindigde. 33.
De Cadetten beschikken over eeni stevig' elftal, dat
lang niet te onderschatten is. De verdediging en
half linie speelden heel. goed en in de voorhoede wa
ren uitstekende krachten. Soms was hun spel' veel te
forsch.
Bij Alcmaria was- de achterbank uitstekend, terwijl
in de voorhoede de rechtervleugel' en linksbuiten goed
werk deden. Het samenspel en opvangen van den bal
was bij de Cadetten beslist beter dan bij Alcmaria.
De scheidsrechter kon dezen keer niet zoo goed vol
doen. Wij hebben hem wel eens strenger in zijn
optreden gezien.
S. D. O. alhier heeft Zondag haar seizoen geopend
door Iloüandia van Beverwijk te kloppen met -31.
Stand,bij rust 2—0.
AKRON D1SSEHENTS-RECHTBANK.
Zitting van Dinsdag 19 November.
MISHANDELING.
De eerste beklaagde, IJsbrand T., landarbeider te
Enkhuizen, wien mishandeling ten laste was gelegd,
was niet verschenen.
Hit de verklaringen, van den eenigen getuige in
de-ze zaak P. Hooker, visseher te Enkhuizen, bleek, dat
Zaterdag 12 October 's avonds om half 9 bekl. achter
hem kwam nanloopen en hem een klap op het achter
hoofd toebracht, waardoor bekl. viel. Toen hij weer
was opgesta.an, gaf bekl. hem nog een klap, zoodat hij
bloedde. De aanleiding tot dezen1 twist was, dat get.
oneenigheid' met' bekl. had, gekregen tijdens het varen
met een mestschuit
Do Officie®, die vond dat de overval van een ge
meen karakter getuigde, eischte tegen bekl. 1 week
gevangenisstraf.
BEDREIGING TEGEN HET LEVEN.
De volgende beklaagde, Dirk H., arbeider te Cal-
lantisoög, had in den nacht van, 13 op 14 October ter
gelegenheid van, de kennis t© 't Zand den arbeider
Jan Blaauwboer met een mes gedreigd .en hem de
volgende woorden toegevoegd: .,lk zal' je met m'n mes
een; por geven!"
Zoowel de bedreigde als de veldwachter Van der
Velde werden als getuigen gehoord. Zij verklaarden
dat de bedreiging geschiedde tijdens een vechtpartij
en bekl. met, een geopend knipmes zoo op Blaauwboer
aandrong, dat deze telkens: een stap kehteruit moest
wijken. De veldwachter nam hem het mes af en
maakte proces-verbaal op.
De eiseh tegen beklaagd© luidde 2 weken gevange
nisstraf.
BE BEËDIGING.
Klaas Sch., diepzeevisscher te Egmond-binnen was
niet verschenen. Hem was ten laste gelegd, dat hij
don 9den October te Egmond aan Zee den gemeente
veldwachter van Egmond-binnen, Jan Kramer, had
beleedigd door hem) toe te voegen: ,,Jezus>-verrader
van EgmondLbinnen."
Als getuigen werden in deze zaak gehoord d'e belee
digde en de rijksveldwachter, beiden hadden bekl. de
beleedigende uitdrukking* hooren bezigen.
De eisch tegen) deze beklaagde luidde 20 boete
subs. 20 dagen hechtenis.
DIEFSTAL.
Dirk Jan Sch., ontslagen arbeider bij de II. IJ. S
M., te Hoorn, thans: gedetineerd in het Hui» van Be
waring, alhier, was ten laste gelegd, dat hij den 16en
Augustus, terwijl het tot zijn taak behoorde, goederen,
die in transito, vervoer te Hoorn wacren aangekomen,
over te laden, zich een pakje inhoudende 2 kaasjes,
wederrechtelijk had toegeëigend.
Beklaag'd© ontkende het hem ten laste gelegde.
Een 12-tal getuigen werden in deze zaak gehoord.
Jhr. J. Roëll, inspecteur van het vervoer bij de H.
IJ. S. M. te Alkmaar, verklaarde naar aanleiding van
het vonnissen der kaasjes een onderzoek te hebben in
gesteld. Hem was medegedeeld, dat held, den 16en
Augustus op verdachte wijze naar d'e bestelloods was
gegaan en 't was alsof hij iets onder zijn jas stopte
en meenam. Toen hij beklaagde daaroYer hoorde,
ontkende deze ten stelligste.
Op een vraag van den Officier van Justitie of er
niet. ontzettend gestolen wordt op de lijnen van de II.
IJ. S. M., verklaarde getuige, dat er wel gestolen
wordt, maar percentsgewijze niet zoo veel. Het ge
schiedt voornamelijk door eigen personeel, omdat het
voor anderen zoo goed alsi onmogelijk is.
A. A. Idema, boekhandelaar te Medemblik, ver
klaarde den 16en Augustus een tweetal kaasjes te
hebben verzonden aan den heer Veenman in den
Haag'. Getuige had er een pakje van grauw papier
van gemaakt, het van zijn stempel voorzien en er een
flink touw om gebonden. Op verzoek van den rijks
veldwachter had getuige nog een tweetal dergelijke
pakjes gemaakt.
Leeudert Zvaiük, loopknecht bij getuige Idema,1
herinnerde zich op Vrijdag 16 Augustus, tusschen 7
en 8 uur, een pakje van grauw papier, waarin twee
kaasjes verpakt waren, naar het station gebracht te
hebben, waar hi.j het overhandigde aan oen der be
ambten.
A. S. Bergsma, assistent bij de H. IJ. S. M. te Me
demblik, had Vrijdag den 16cn Augustus eeu pakje in
ontvangst genomen van Zwanik. Getuige lette er
niet op, wat het inhield, maar meent, dlat de inhoud
in grijs papier verpakt was. Met trein 1044 werd het
pakje naar Hoorn verzonden. Getuige had den ge-
ieidebrief voor het pakje in orde gemaakt.
Jan de Jong, conducteur bij de II. IJ. S. M. te
Schoten, verklaarde te Abbekerk trein 1044, die van
Medemblik kwam, en naar Hoorn ging, overgenomen
te hebben. In de afdeeling bagage van dien trein had
getuige o. a. een pakje zien liggen bestemd voor den
Haag. Toen de trein te Hoorn aankwam, moet het
pakje nog in den trein geweest zijn. Daar werden de
goederen uit den trein gehaald; getuige weet echter
niet wie de goederen daar uit den trein haalde.
Jacobus Johannes Meeuwig, schaalknecht te Hoorn,
had op den bewusten avond eerst den trein uit Enk-
huizen, daarna dien uit Medemblik zien aankomen. In
den trein van Enkbuizen laadde bekl. eerst in den
voorsten wagen fietsen, daarna loste hij de goederen,
die zich in den achtersten wagen bevonden. Terwijl
hij daarmee bezig was, zag hij bekl. in den anderen
trein een grijpende beweging* maken en iets onder zijn
jas verbergen, daarna ging hij weg, terwijl zijn jas
wijd uitstond. Getuigo vond dit zeer verdacht. Tege
lijkertijd zag hij den chef, die ietsi tegen hem riep.
Beklaagde hoorde dit ook, liep toen terug en begaf
zich naar de bestelgcederenloods. Even later toen
getuige daar ook kwam, zag hij in een hoek een pakje
liggen, bestemd voor den Haag. 't-Was een lang, rond
pakje, met touw omwonden. Er zat een etiket op.
Bestemd, voor den Haag." Getuige begaf zich weer
naar het perron om verder af te laden, met bekl.
bracht hij tenslotte een mand paling naar de bestel-
goederenloods. Daarna moest .getuige even naar het
kantoortje; toen hij terugkwam was èn beklaagde èn
het pakje verdwenen:. Toen bekl. weer terugkwam
had hij niets hij zich. Dien zelfden avond werd de
politie er in gemoeid, nadat bekl. voor den chef be
weerd had' van niets te weten.
Jan Gons was in Augustus los arbeider bij de H. IJ.
S. M. te Hoorn. Getuige hielp dien dag bij het los
sen en laden van trein 1044, die uit. Medemblik kwam
en trein 594 die uit Enkbuizen kwam. Getuige werkte
met beklaagde samen, hij had geen grijs pakje gezien
bij het lossen van trein 1044. Geen andere personen
dan de schaialknecht, beklaagde en getuige zijn1 dien
avond met de goederen bezig geweest.
Gerrit Bedding, commies bij de H. IJ. S. M., te
Hoorn was even na aankomst van gemelde treinen
op het perron werkzaam geweest. Hij had beklaagde
van den bagage-wagen van den Medemblikker trein
naar de loods zien loopen. Hij riep. hem nog omdat
er haast bij het werk was. Bekl. liep echter door op
een drafje. Nadat hij een moment, in de loods was
geweest, kwam hij weer terug.
Antonie van Ulsem, commies bij de H. IJ. S. M., te
Hoorn, had eveneens dienst gedaan op het station op
den Idea Aug-. Hij is daar werkzaam op het plaats
kaartenbureau, dat met een deur uitkomt op de ba
gage-loods. Op den avond van) dien dag kwam Meeu
wig op hem af, vragende: „Heb je Sch. niet gezien?"
Getuige had hem echter niet gezien. Was hij door
het bagage-lokaal weggegaan, dan had getuige hem
moeten zien.
Bekl. hield echter vol het station wel door het ba
gage-lokaal verlaten te hebben.
F. J. Boersma, controleur bij de H. IJ. S. M., te
Hoorn, verklaarde, werkzaam te zijn in de vestibule
van het station aldaar.
Op den avond1 va:n 16 Aug. vroeg Meeuwig hem of
hij Sch. ook gezien had. Getuige moest daarop even
wel ontkennend antwoorden.
Piet A. Askamp, besteller, den. Haag, had! in den
nacht van den 16 en op dén 17en Aug. dienst gedaan
op het perron in den Haiag. Hij nam een geleidebil-
jet van een pakje bestemd voor den heer Veenman al
daar aan. Het pakje was echter niet aanwezig. Al
de pakjes van den kant van Hoorn en Medemblik ko
men met dien trein mee. In den regel komen de pak
jes tegelijk met de geleidebrieven aian.
4 W. A. P. T. L. Vreeswijk, hoofdbesteller in den
Haag, verklaarde don bedoelden geleibrief gevonden
te hebben, maar het pakje niet gezien te hebben.
Nogmaals door den president: ondervraagd, ver
klaarde bekl. niets van het1 pakje af te weten. Hij
beweert naar de loods te zijn gegaan om den plo-m-
beertang t© halen.
Do President wees hem er echter op, dat deze tang
open en bloot op de treeplank lag.
Hiermede was het getuigenverhoor a.fgeloopen en
werd er pauze gehouden.
De Officier van justitie was daarna aan het woord,
noemde bekl. een schipbreukeling in dé spoorwegad
ministratie en herinnerde er aan dat- bekl. een steeds
mindere betrekking wan het spoor is gaian bekleeden;
inplaats van vooruit.ging hij steeds achteruit.
Spr. wees er op, dat er op de lijnen van de H. IJ.
S. M. steeds wordt gestolen, spr. hoopte in het belang
van de maatschappij, dat bekl. veroordeeld' zou wor
den. De verzending met de spoor faalt nogal eens.
Is er iets verdwenen, dan gebeurt het maar zelden
dat mem er achter komt, wie-het weggenomen heeft,
vooral eetbare waar verdwijnt nogal eens. Spr. achtte
daarom deze vervolging belangrijk. Spr. ging na of
beklaagde zich aan verduistering of aan1 diefstal heeft
schuldig gemaakt en kwam tot- de conclusie, dat bekl.
diefstal heeft gepleegd.
Vervolgens ging spr. de geheele zaak en de verkla
ringen, der getuigen nog eens na, waaruit hem bleek,
dat het pakje Hoorn' heeft bereikt en die plaats niet
meer verlaten heeft. Verder wees spr. er op, dat bekl,
een grijpende beweging' heeft gemaakt, zich op ver
dachte wijze naar de goederenloods heeft begeven en
deze langs een ongewoncn uitgang heeft verlaten. Z.
E. A. achtte bekl. schuldig' aan diefstal en eischte 2
jaar gevangenisstraf tegen hem.
Mr. P. A. Offers, verdediger, verklaarde zich best
te kunnen begrijpen, dat bekl., die van het eene ve
hoor naar het andere gesleept werd, de kluts 'kwijt
raakte en niet precies meer wist wat; hij verklaard
hoeft. Bovendien verkeerde, bekl. in een heel nare
toestand, hij zit al 3 maanden in voorarrest, zijn
vrouw en kinderen lijden gebrek en de II. IJ. S. M.
.heeft- hem ontslagen. PI. wees er met eenige voor
beelden op, dat bekl. niet zoo onbetrouwbaar is ah
Wel voorgesteld wordt en protesteerde tegen de wijze,
waarop -door de. II. IJ. S. M. in deze zaak geïmstru
eerd is. PI.'ging vervolgens' enkele getuigenverkla
ringen na. en wees1 op verschillende punten van onze
kerheid. Niemand kan volgens pleiter met zekerheid
zeggen of het pakje in Iloorn) is aangekomen en nie
mand kan zeggen, als het er geweest is, wie of het uit
den wagen .genomen heeft. Bovendien kan het pakje
mee zijn gegafcn en te Haarlem of Leiden gestolen
zijn. Do verklaring van Meeuwig, den eenige die het
pakje in de loods heeft gezien, lijkt pl. niet van dien
-aard, dat men er op af kan gaan. Bovendien acht pl.
het onmogelijk dat men een pak met twee kaasjes on
der een ja-s, zooals de beambten van de II. IJ. S. M
dragen, verbergen kan. Pl. acht het ook zeer waar
schijnlijk. dat bekl. om da plombaertauff naar do loods
EEN GROOTE WA8CH
EN
WEINIG WERK.
ZUIVERE
I'.EEP.
SUNLIGHT
1322
ging', terwijl dë tang bij den wagen lag. Hoe dikwijls
overkomt het ons niet, dat we naar iets zoeken, dat
Vlak bij ons ligt? Pl., betoogde daarna dat. het voor
hem vaststaat, dat bekl. door de vestibule is gegaan,
al heeft men hom niet gezien.
Ten slotte wees pl. er op dat het ten laste gelegde
niet bewezen is; pl. acht bekl. niet schuldig, was hij
schuldig dan nog was er voor pl. geen reden om bekl.
nog langer in preventieve hechtenis- te houden.
Pl. verzocht daarom bekl. uit preventieve hechte
nis te ontslaan.
De rechtbank vond evenwel geen termen aan dit
verzoek te voldoen.
Pl. vroeg daarna vrijspraak en zoo de rechtbank be
klaagde mocht veroordeelen, aftrek van preventieve
hechtenis.
De Officier nam daarna nog even het woord om
twee personen die zelf niet het woord mogen voeren,
te verdedigen, jhr. Roëll en den schaalknecht Meeu-
wig.
Mr. Offers zeide geen beschuldigingen te hebben
uitgesproken en niemand persoonlijk to hebben aan
gevallen. 'i
Ingezonden mededeellngen.
Iemand met gezonde nieren zou haast vergeten, dat
hij een rug heeft, maar zij, die een nieraand'oening
hebben, zijn altijd' lijdend. Zij staan 's morgens steeds
met pijn in den rug- op. Wanneer zij zich bukken ol'
iets zwaars optillen, trekt- een) scherpe pijn door de
lendenen. Hetzelfde 's avo-nds en 's nachts, hun rug
gunt hun geen rust.
Pijnlijkheid in den rug en de zijden moet onze aan
dacht vestigen op da nieren. Zij liggen onder het
smalle gedeelte van den rug, en wat als rugpijn be
schouwd wordt is gewoonlijk nierpijn. Daarom wordt
rugpijn spoedig gevolgd door andere verschijnselen
van een nieraiandoening, zooal.s waterzuchtige zwellin
gen onder d© oogen1 of der voeten, bewolktheid, bran-
derig-heid van het water, bezinksel. Nierzand, jicht,
rheumatiek, ontsteking der blaas, niersteen (nierko
liek), zijn andere gevolgen van. het verwaarloozen dei-
nieren.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen dienen enkel voor
het genezen der nieren en blaas. Zij herstellen deze
organen en beweri-vm, dat zij het bloed behoorlijk
fihreeren en de onzuiverheden daaruit afvoeren.
S Te Alkmaar verkrijgb. bij de hh
6*?$ Nierop en Slothouber, Langestr 52,
Toezending geschiedt fr. na onvt.
Jriv. postwissel h f 1.75 voor één, of
IiTHüf&k. f 10.voor zes doozen. Eisoht de
echte Foster's Rugpijn NierenPillen
weigert elke doos, die niet voorzien
is van nevenstaand handelsnïerk.
Ingezonden Stukken.
GROENTEN (AFSLAG)MARKT OP DE
GRAANBEURS
Mijnheer de Redacteur.
Nadat ik onlangs in een uwer bladen las, dat bij
Gemeentewerken een Ingenieur is aangesteld, en dat
óp een deel van het terrein, nabij het Bureau van Ge
meentewerken a. d. Limmerhoek, een groenten (af-
slag)markt. word't voorgesteld, zag ik dezer dagen in
de Nieuwe Rotterdamsche Courant, dat de vuilver
branding thans zoo geperfectionneerd' is, dat. eene in
richting daarvoor thans1 zonder bezwaar midden in
een stad kan gebouwd worden.
Een en andór gaf mij aanleiding', eens na te gaan
welke ruimte thans door de groenten(afslag)markt
wordt ingenomen op de Platte Steenenbrug, wat. mij
tot de ontdekking bracht, dat onder de overkappingen
van d© Graanbeurs alleen reeds veel meer ruimt© dis-
po ui Del is, dan op de geheele Platte Steenenbrug, ter
wijl de opeu ruimte op de Graanbeurs bijna driemaal
grooter is dan op de Platte Steenenbrug'.
Ziet men nu, dat de Graanbeurs alleen Vrijdag en
Zaterdag-ochtends tusschen 8 en 1 uur gebruikt
wordt., zou het dan geen aanbeveling kunnen verdie
nen, om alvorens kosten te maken, en alvorens te be
schikken over de terreinen aan den Limmerhoek, eens
een proef te neme» niet verplaatsing van de. groen-
ten(afslag)markt naar de Graanbeurs?
De overkappingen e n de aanwezige bureaux op die
Graanbeurs moeten m. i. den tuiniers en der Gemeen
te dienstig kunnen zijn. met eenige inschikkelijkheid
en goeden wil.
Als gij het idee door uw blad onder de aandacht
zoudt willen brengen van belanghebbenden, zoudt gij
verplichten
E EN BE LA NGST EIIEN D E.
Alkmaar, 20 November 1912.