Schaakrubriek.
A.O. BROOD'
1■Tl
Hoe men voor niets kan sonpeeren
Damrubriek.
Het Kind en de School.
mm
'mm .'-'m
5^m
Haemorrhoiden.
Wij hopen, dat de Rotter damscho vrijzinnigen die
dagen in zeer grooten getale naar het kerkgebouw
zullen opgaan, en met een dankbaar hart stichtelijk
en verheffend zullen samenzijn op die plaats, die zoo
langen tijd' voor do verkondiging van hunne beginse
len gesloten is geweest.
Den heer Earners brengen wij do betuiging van on
zen c-orbied en onze sympathie voor zijn kloeke daad.
Redacteur: A. VAN EELDE, Bloemendaal.
Ufo. 360.
G. Sardotsoh.
lste Prijs „Italia Scacehistica" 1912?
VY% M ma ïB&-
regelt bij dagelUksch gebruik Uw.
spijsvertering, voorkomt en geneest
■obstipatie, wordt hygiënisch verpakt
verkocht en staat onder toezicht van
'tat scheik. laboratorium v. Ledden
Hulsebos. Eisch origineel© verpakking
H merk f^0^[ met
controlezegel van Ledden' Hulse-
.bosch. A. O. brood A 10 cents per
brood van 5 ons, verkrijgbaar te
Alkmaars
»G. LANDMAN, B. REITSMA,
N.V. Eerste Hygiënische
JALKM. BROODFABRIEK. O
P. VAN DER SCHINKEL,
Egmond a. Zee.
Mat in 2 zetten.
Oplossing van No. 366 (O. Jarosz).
1 D di6 b4 enz.
Goede oplossingen ontvingen wij van): P. J. Boom,
F. Böttger en C. Visser te Alkmaar, Mr. Ch. En
schedé en P. Fabriek te Haarlem, J. W. Le Comte
en J. Vijzelaar te VGravenhage, P. Bakker, Jo9. de
Koning en H. Weenink te Amsterdam, J. Rees-er te
Voorburg, J. Deuzeman te Frederiksoord, Mr. A. van
der Ven te Arnhem, S. te S., W, Korteiing te Deven
ter, H. Strick van Linsehoten te Rijswijk en O.
Boomsma te Kampen.
Ad. No. 366.
Als je een 2zet wilt oplossen dan grijp je maar
naar* de Dame' merkte een onzer probleemvrienden
op. „Of" antwoordden wij, „of en dit geldt tegen
woordig ook al sinds tijden of je zorgt dat de witte
koning in schaak kan komenl te staan, en dan ben je
er ook."
Zie, lezer, daar mag wat waars in zitten, doch is
toch altijd nog meer parodie dan waarheid, dachten
ï^..zo°.' kdöch, al kan een dame offer nog vaak wer
kelijk interessant zijn, in, 366 maakt het niets geen
indruk op ons, waar een der beide dreigingen op
treedt, wordt het aangenomen. Daarbij komt nog dat
het plaats maken voor het matgevende stuk door den
sleuteïzet een thema is, dat den weg naar Rome de
loef afsteekt, qua ouderdom en dat wij 2 d7 X t (D)
mat „mirakel" zwak vinden.
Dit alles neemt niet weg, dat de variant 1pc4
allen lof verdient voor de werkelijke geestige wijze
waarop door dien paardensprong drie zwarte officie
ren geïmmobiliseerd) worden.
Als geheel is het probleem niet naar onzen smaak
en bevalt No. 369, dat zijne onderscheiding ook in een
nationaal tomooi behaalde, ons veel beter, al zijn de
mats tellingen daarin dan ook vrijwel beneden peil. De
sleuteïzet is o. i. bijzonder verrassend hetgeen vooral
in dit soort van problemen zoo te waardeer en is.
Voorts trof het ons hoe een zwart stuk die hoofdrol
speelt, dat, schijnbaar dood onschuldig, tegen een ne
venoplossing is aangebracht.
Enfin, de lezer oordeele zelf, doch wij hopen, dat
van No. 369 eenige genoegelijke oogenblikken door
brachten.
Wit kan nu als volgt direct winst behalen:
1. 835 1. 39—43 (gedw.)
a. op 11—16 volgt 35—30, 30 48, 48—25 en 25—14,
b. op 11—17 volgt. 21 12, 35—8 en 8—3.
2. 35—8 2. 43—49
op 43—48 volgt 83,
op 1116 (zie a.) op 1117 (zie b)
3. 8—35 3. 49 10
4. 3549 en wint na 1117 door 3227.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 211 van P. DE! LA BAERIèRE.
Zw. 1, 2, 6, 7, 9, 12/10, 19, 20, 22/24, 29.
W. 21, 25, 32, 34, 36/40, 42/44, 47/50.
Opl. voor of op 5 December b. v. d. blad.
AAN DE DAMMERS
Met dank voor de ontvangen opl. van probleem 210.
Stand.
Zw. 5, 6, 8/12, 20, 24, 25, 26, 30, 35, 36.
W. 17, 22, 23, 28, 29, 33, 34, 37, 39, 40, 44, 47, 50.
Oplossing.
1. 12 21 of 24 13
2. 24 13 of 1» 21
3. 13 24
4. 24 33
5. 36 18
6. 18 29
7. 30 39
8. 35 44
9. 2 35 en wint.
Mooie ontleding. Een bekend) thema op origineele
wijze toegepast.
Wij ontvingen goede opl. van de heeren: D. Ger-
ling, J. Houtkooper, J. K. G. van Nieuwkuyk te Alk
maar, S. Iloman te Wijde Wormer, H. E. Lantinga te
Haarlem. an ^No. 209 ontvingen wij nog een goede
opl. van J. P. de R. te Alkmaar.
EEN AARDIGE COMBINATIE.
Aan „le Damier" ontleenen wij den volgenden stand,
uit een partij tusschen Fabre (wit) en Weiss (zwart).
1. 23—19
2. 29—23
3. 23—19
4. 33—29
5. 37—31
6. 28—23
7. 39 28
8. 44 2
Wit speelde nis volgt op een foutzet van zwart-
1. 40—34 1. 29 40
2. 45 34 2. 18—22
3. 27 29 3. 19—23
4. 28 19 of 20 18 4. 13 42
5.31—27! 5.42:22
6. 36—31 6. 20 28
7. 39—33 7. 28 30
8. 35 211
Heel mooi doemen I
Het volgende eindspelletje is zeec aardig:
Zwart: 2 schijven op 11 en 39.
Wit: 3 schijven op 21, 27, 32 va dam op 8
Ingezonden Mededeellngen.
Haemorrhoiden (aambeien) worden gewoonlijk ver
oorzaakt door verstopping, een zittende levenswijze,
zwangerschap, sterk prikkelende purgeermiddelen, enz.
en zij werken door de vreeselijke jeuk en stekende
pijn zeer nadeelig op het humeur van den lijder. Dik
wijls worden zjj veronachtzaamd, hetgeen aanleiding
kan geven tot sterk© bloedingen, verzwering, enz.
Foster's Zalf heeft vanaf de eerste aanwending
een wonderlijk verzachtenden en heelenden invloed.
Een geschikt diëet en nauwkeurige opvolging van de
gebruiksaanwijzing, welke iedere doos vergezelt, doet
uw kwaal spoedig genezen.
Foster's Zalf (let op den juisten naam) is te Alk
maar verkrjjgb. bjj de h h. Nierop Slothouber, Lan-
gestr. 52. Toezending geschiedt franco na ontv. v.
postwissel h f 1,75 per doos.
VOOR DAMES.
Kijkjes In de Modewereld.
Eenige jaren geleden trachtten de Parijsche mode
maaksters bekoorlijke ochtend!- en nachtmutsjes uit
kant en geplooid chiffon in-de mode te brengen. Zij
vonden toen echter geen gunstig onthaal. Sleeht-s
I een paar zeer deftige dames lieten zich er toe verlei
den dergelijke hoofddeksels te dragen, als zij, gehuld
in een elegante peignoir zich bezighielden met
niets doen. Men noemde de nieuwe mutsjes „boudoir
mutsjes" en alleen het boudoir zag dan ook de
dames versierd! met. een dergelijke hoofdbedekking.
Thans evenwel schijnen ook minder deftige" dames
over te gaan tot het dragen van oen ochtendimutsje,
zij vinden liet aangenaam, practised, hygiënisch en
niet het minst bekoorlijk. Bovendien zijn ze
gemakkelijk zelf te vervaardigen, daar men er allerlei
overschotjes van kant, plooiseltjes, zijde, (ullo, ja wat
niet. al, voor kan gebruiken. Aardig gestippeld-mousse
line, nopjes tule en gestreepte zijde zijn een voortref
felijk materiaal om zelf deze mutsjes to maken, die
men dan naar eigen- verkiezing kan versieren. Juist-
bij de moderne kapsels is het uit gezondheids-oogpunt
voor de haarwortels aan te raden de arme geplaagde
hoofdhuid 'si morgens en 's avonds een poosje rust
te gunnen. Ongefriseerd en met los haar door huis
te locpen, is echter niet- zooals 't behoort, en het. ge
volg is geweest, dat men dankbaar de hand uitstrekt
naar hot nieuw© mutsje, waaronder men het haar los
jes kan opsteken en tegelijk voor stof kan behoeden,
als de draagster met kamer-doen of iets dergelijks
bezig houdt. Voor jonge meisjes zijn bijzonder aar
dige negligé-kapjes van gekleurde zijde met vlugge,
't gelaat omzoomende strookjes, in de mode gebracht.
Steeds meer wordt in all© landen de banaan gege-
ten, niet alleen rauw maar ook toebereid. Men begint
ook meer bananenmeel te gebruiken voor koken cn
bakken, daar het voedzamer is dan tarwemeel, terwijl
het tevens zeer smakelijk is. Thans wordt, er uit Chi
na en Brazilië gemeld, dat uit de. vezels van de
bananenboomen stoffen cn kant vervaardigd1 worden.
De eerste worden voor -billijke prijzen verkocht, kant.
is daarentegen zeer duur, de „bananenkant" is dan
ook heel mooi e,n fijm en een waar sieraad voor kost-
bare toiletten.
VEREENYOTJDIGING EN VERBETERING VAN
EXAMENS EN ONDERWIJS.
Een mooi ding, maai- hoe verkrijgen wij clat?
nat moest die moeder doen die zoo graag wilde, dat
haar jongens in de vacantie geheel vrij waren van
huiswerk Niemand zal haar wensch onredelijk vin
den, integendeel velen zullen er zich over verba
zen, dat t geen zij wenscht, nog niet overal als de na
tuurlijkste zaak van de wereld, een feit is.
treurig is 't, dat het aantal examens voortdurend
grooter wordt en dat de reedsi bestaande steeds» worden»
verzwaard. Er wordt terecht vaak gesproken van het
examenspook. Het examenspook, dat leerlingen en
leeraren het hoofd op hol brengt 1 Inderdaad is de
levensloop van hen, die eerst, na een volbrachte reeks
van examen» hun» doel kunnen bereiken, gedurende
hun studietijd vaak een verre van benijdbare. Voor
veel leerlingen, die middelbaar of ander voortgezet
onderwijs ontvangen, is de studietijd maar al' te dik
wijle een tijd) van geestelijke slavernij, 't Woord» is
hard, maar als men bedenkt, dat ze ini den regel van
het oogenbhk, dat ze opstaan, totdat ze naar bed gaan
door school- en huiswerk en privaatlessen in beslag
genomen worden, dan lijkt mij dat woord in dezen het
eenig juiste. En bleef het daar nog maar bij! Maar
helaas is dat niet het geval.
De tijd van geestelijke „ontwikkeling" wordt een
wedloop met hindernissen (de laatste in den vorm van
repetities), composities, overgangs-, her- en eindexa
mens), een wedloop, die aandrijft tot inspanning bo
ven de krachten en die leidt tot overspanning.
De gevolgen van die bovenmatige inspanning apen
baren zich vaak veel later op een leeftijd, dat. geen
herstel meer mogelijk is1.
Minstens even gevaarlijk is daarbij vaak 'nzieke-
ïjke eerzucht van de ouders (zelf onbewuste slacht-
oiiers> van de intellectualistische richting in de op
voeding), een eerzucht die maar al te dikwijls over-
slaat op zoon of dochter. „Als ze toch maar nummer
eén van de klas blijven 1" „Een schande zou 't zijn
als t met zoo was!" Het moet dankbaar erkend
worden, dat de ouders wijzer beginnen te worden en
dat ze ander onderwijs beginnen te verlangen: de op
richting van bijzondere scholen met minder lesuren
en meer zorg voor de lichamelijke opvoeding is daar
van het bewijs.
Maar de examens, ja, die zullen wel nooit geheel
verdwijnen, integendeel, het getal groeit steeds aan,
iets wat in onzen volksaard schijnt te liggen. Als we
nu maar zoo nuchter zijn, om in veel gevallen aan di
ploma s geen al te groo-te waarde toe te kennen
En als we er maar voor te vinden zijn, een groot deel
der examens te hervormen en af te schaffen.
Het opschrift boven dit artikeltje brengt mij tot de
vraag: Weet) de lezer, dat er bestaat een „Vereeni
ging tot vereenvoudiging en verbetering van examens
en onderwijs. ("V. E. O.)
En weet-hij ook, dat die vereeniging streeft naar:
„verkorting der in de schoolbanken doorgebrachte
uren;
afschaffing van het huiswerk voor de jongere en
aanzienlijke beperking voor de oudere leerlingen;
vermeerdering van lichaamsoefening, handenarbeid,
spel en scho-olwandeling, en van vrije studie naar
eigon neiging; alles, voor zoover noodig, onder lei
ding;
wijziging van het leerplan der hoogere burgerscho-
,..?n éfyumosiën o.a. om uitstel dhr beroepskeuze mo
gelijk te maken;
afschaffing van alle examens voor kindereu;
verbetering en beperking der examens voor'jonge
neden en volwassenen;
verbetering van de opleiding en de examens der
onderwijzers;" enz.
In deze vereeniging behooren ouders, onderwijzers
en geneeskundigen bijeen, om gezamenlijk te streven
naar de zoo dringend noodzakelijke „Schoolhervor
ming."
Nu dezen keer de beruchte lakschheid verloochend
cn zich spoedig- als lid van V. E. O. aangemeld! Voor-
zitter is prof. J. F. Niermeyer te Utrecht.
Bij den secretaris, den heer W. E. Tiemeyer te Am
sterdam (Wouwermanst.raat. 12) kan men zich laten
inschrijven. De minimum contributie bedraagt ƒ1
pet- jaar.
D_
Uit» het Engelsch
van TENNYSON PATMORE.
„Eerlijk duurt het langst", is» ons gezegd. Dit iet
wat Don Quichot-achtig spreekwoord! was mij inge
pompt, toen ik een kleine schooljongen was, in den
vorm van een ellendig strafwerk, bestaande uit eeni
ge honderdien regels.
Tk had dat strafwerk weer te danken aan het op
nuj nemen van de geheel© verantwoordelijkheid van
het koken van kastanjes onder beddelakens met den
daarop gevolgdeni grooten brand in de slaapzaal. Ik
deed het om een anderen jongen te dekken. Die an
dere jongen kookte zie en mijn onschuldig aandeel
was.het opeten.
Maar mijn schooljongens-begrip van „ear" deed mij
de heele straf top mij nemen. Het spreekwoord had
veel indruk op mij gemaakt.
- Ik herinner mij eens» een shilling in onzen achter
tuin gevonden te hebben en er hard! mee van door ge-
gaan^ te zijn oan minder wenechelijke aanspraken van
de- zijde van mijn broers te vermijden. Toen ik zege
vierend het snoepwinkeltje zou naderen, ontdekte, ik
toevallig een hongerig-uitzi/enden man in een kale
bruin© jas. Ik herinnerde mij, hoewel laat, mijn ge
biedend' spreekwoord! en was in een onbewaakt -oogen-
bhk, gevat genoeg om den bongerdgen stakker te vra
gen of hij ook iets verloren- had. Hij beaamde dit
natuurlijk en toen ik hem vroeg, of liet een shilling
was, antwoordde hij, dat het inderdaad' juist dat be
drag was.
Ik gaf den verheugden eigenaar1 zijn eigendom te
rug en voelde mij gelukkig. Ik hadl mijn „snoepgoed-
je verloren, maar mijn eerlijkheid behouden.
En dan was er -ook nog bij ons op school een jong
meneertje, dat het bewijs gaf, besliste handels-in
stincten te bezitten; hij leende aan twa»alf jongens elk
een stuiver met Kerst-mist, maar op voorwaarde, dat
elk van ons hem na de. Paasch-vacantie een shilling
zou terugbetalen.
Ik voelde, dat het niet hoelemaal eerlijk was en ik
droeg 'den Last op mijn geweten meer dEn dtrie maan
den lang, totdat de tijd! van afbetaling kwam en mijn
spreekwoord mij niet meer met rust liet om de schuld
langer te dragen.
Ik overlegde met de elf andere jongens, die ook het
zakenvenlje hunne shillings moesten betalen eu wij
kwamen allen» overeen om eerlijk te zijn cn den bo
venmeester in kennis te brengen met den woeker, dien
onze schuldeiscber bad trachten to bedrijven. De jon
gen werd weggejaagd en wij behielden onze shillings
en redden onze eer!
Naarmate ik ouder word, werd mijn drukkende
deugd mij vrij kostbaar, Onder de credit-port e-n op
mijn rekening, die Eerlijkheid moesten bewegen, mij
niet te verlaten, herinner ik mij dat ik eens welwil
lend »mijn kleermaker s aandacht verzocht in zake een
rekening-fout, diie in m ij n voordeel was.
„Ja, meneer', zoo hoor ik hemj nog zeggen, ,,'t is
waar, wij hebben een fout in de shillings begaan,
maar ik heb -toevallig opgemerkt, dat wij niet vol
doende gerekend hebben voor dien anderen post."
Hierop legde hij kalmpjes uit de rijzing van de la-
kenprijaen en hij liet mij verheugd weggaan» over het
feit, dat waar ik in volle op-rechtheid' hean op den om
vang van enkele shillings had gewezen, ik hem geluk
kig had kunnen behoeden voor een schade van eenige
ponden. Steeds kostten mijn kleeren mij later in
dien winkel meer, doch de nobele man maakte mij on
veranderlijk een compliment over mijn eerlijkheid,
wanneer ik hom de rekeningen betaalde. Ik legde mij
er dus bij neer.
Zoo bleef het steeds doorgaan en ik begon mij af
te ra gen, waar nu eigenlijk het voordeel van de eer
lijkheid voor mij in bestaan zou, toen onverwacht het
lang beoogde doel werd bereikt en ik werkelijk door
mijn eerlijkheid werd beloond op een avond, dat ik in
een bekend hotel in de stad! soupeerde.
Ik had voor mijn doen als bescheidden levend man
een uitgezocht menu besteld.
Ik zal niet in gastronomische détails treden, omdat
dames en onder haar mijn vrouw een klein uit-
gelezen soupeetje van zes gangen en enkele extra's,
waar onze gedegenereerde sexe zoo tuk op is, als iets
vreeselijks beschouwen, 'tls waar, ik heb nog wel
niet ontdekt, dat mijn vrouw bezwaar heeft tegen de
jaatrlijksche fuif, die ik haar aanbied) in de oester-sa
lons, ik geloof zelfs dat zij van meening is dat haar
tegenwoordigheid aan de gerechten en gangen een
.soort van geestelijke saus geeft. Dit moge zoo zijn
doch ik dwaal af.
Ik wil alleen maar zeggen, dat ik eindigde met een
lijne sigaar, een café-noir en een glaasje benedictine
en mijn .rekening vroeg, niet zonder wantrouwen in
do finantieele draagkracht van mijn beurs ten op
zichte van deze vraag.
Een aristocratische en aanmatigende kelln-er bracht
mij die.
Met een onverschillig gebaar liet ik de halve sove
reign rollen, wat in- tegenspraak was met mijn vrees
hem te verliezen. Hij betaalde de rekening voor een
glazen loket, waarachter een keurig jong meisje al
leen in ai de glorie van baar zwart zijden japon
troonde, alleen in gezelschap van een soort van auto
matische machine. Hij kwam terug en gaf mij bij het
wisselen een anderen halven sovereign en enkele
overblijvende shillings.
Nu kwam duidelijk mijn eerlijkheidsgevoel in het
gedrangik had hem minder gegeven dan wat hij
mij terugbracht 1 Ik maakte hem er attent op. Hij
nam mij met een achterdCchtigen blik op, alsof ik
probeerde een voordeelig slagje te lsaan.
„Het is onmogelijk," zeide hij.
Ik verzekerde hem, dat die halve sovereign alles
was, wat ik bij mij had gehad, in de hoop hem van
zijne dealing te overtuigen, onderwijl als laatste troef
bewarende de mededing van het feit, dat dat eenza
me geldstukje mijn heele bezit in de wereld was.
Want met alle respect voor mijn steeds betrachte
eerlijkheidsgevoelen® moet ik bekennen, dat ik niet
geheel den wensch kon onderdrukken om mijn air van
onverschilligheid' over zulke nietigheden als tien shil-
lingstukken te -bewaren.
„Hcusch, meneer," hield hij vol, „TJ vergist U; doch
ik zal eens informeeren."
Opnieuw wendde hij zich tot de juffrouw in zijde
en in kristal, terwijl hij mij bij het weggaan een min
achtenden blik toewierp. Ik hoorde een zachte vrou-
westem uitroepen:
^„Onmogelijk 1 Ik heb het ingeschreven, 't kan niet
zqn."
Daarop hoorde ik wat gefluister, en ik merkte op.
tw€e> die beraad sloegen, mij een soort van
blikken toewierpen die, naar ik mij voorstel, af en
toe door dieven, moeten worden- opgevangen. Ten
slotte naderde de waardige mam mij met een strengo
en tevens verlegen uitdrukking op zijn gezicht.
„Is U zeker,' zeide hij, dat U geien sovereign heeft
neergelegd?"
„Wel sapperloot, man," riep ik uit, heb ik je niet
verteld, dat ik alleen maar een halve sovereign bi'i
mij hadl"
„Ja zeker meneer," vervolgde hij, met iets wat mij
trot als een maehiavellistischen wensch om mij de
kluts te doem kwijt raken, „maar va*ak weet ment niet,
wat men' aan los geld bij zich 'heeft. Naar alle waar
schijnlijkheid is het een» sovereign geweest, die U bij
U hadt gestoken."
Nu zag ik in, dat de eerlijkheid van mij eischte,
helder en klaar -te zijn.
„Verduiveld, man," gromde ik, „dat ongelukkige
muntstukje was alles, wat ik op de wereld' bezat, en
zooals ik U zeg, het was een halve sovereign."
Al de pret was van mijn» soupeetje af. Zelfs dé be
nedictine was niet. im staat mij tegen deze lamlendige
bekendmaking van mijn armoedje in opgewekte stem
ming te doen blijven en dat dit- nu juist op een oogen
bhk gebeurde, waarini ik mij verkneukeld' had' in de
gedachte het zeldzame genoegen) te zullen genieten
van „rust met waardigheid" of „mei. eere te soupee-
ren I" i
De brutale kell-ner vervolgde:
„Ja, meneer, het spijt mij, dat wij van meening
verschillen, maar wij moeten het er maar bij laten."
„Mat er bij laten?" vroeg ik, met open, eerlijke,
verontwaardigde oogen.
Hij glimlachte een beetje satanisch over mijn
vraag. Ik begon te begrijpietni, wat hij bedoelde.
„Ik geloof, meneer" nu sprak hij met zachte,
overredende stem ik geloof, meneer, dat het 't. beste
is, als het gewisselde geld maar bij U steekt- en
weggaat. Hij scheen beleefder dan tevoren, en ik
geloof dat hij diep med'elijden met mijn» eenvoud» had.
Hij zag, dat ik een vervelend figuur sloeg en zijn be
wegelijk gezicht toonde eeni minder hooghartige uit
drukking. Hij hielp mij mijn jas aandoen, hij gaf mij
een nieuwe lucifer voor mijn sigaar, die uitgegaan
was, evenals mijn eer verloren was gedurende de paar
laatste oogenblikken, en, beleefd, mna-r e-enigszins ge
jaagd, toonde hij mij de deur.
Terwijl ik heenging, keek ik zenuwachtig naar het
mooie schepseltje in zijde en in kristal en probeerde
glimlachend goedendag te groeten, maar zij wierp
mij slechts zenuwachtige en smeekende blikken toe,
fronsde de wenkbrauwen en scheetn» mij naar de bui-
tondeur te verwijzen.
Ion slotte begreep ik, wat er gebeurd! was. Een ge
patenteerde, zelf-registreer-ende automatische, onfeil
bare rekenmachine had vastgesteld, dat ik op een
geheimzinnige wijze mijn eigen beursinhoud' onder
schat had.
Mijn spreekwoord1 had mij nu voor eeu moeilijk di
lemma gesteld; mijn eerlijkheidsgevoel scheen» nu
juist in een) teer stadium t-e verkeeren; in werkelijk
heid echter was het wat aan het afnemen. Ik docht
een eogten-blik na. Bleef ik er op aandringen om aan
den direkteur der inrichting mij-n meevaller uiteen» te
zetten, dan zou ik, aldus» doende, twee personen hunne
betrekkingen doen verliezen en daarmede de middc-