Schaakrubriek. A.O. BROOD' 1■Tl Hoe men voor niets kan sonpeeren Damrubriek. Het Kind en de School. mm 'mm .'-'m 5^m Haemorrhoiden. Wij hopen, dat de Rotter damscho vrijzinnigen die dagen in zeer grooten getale naar het kerkgebouw zullen opgaan, en met een dankbaar hart stichtelijk en verheffend zullen samenzijn op die plaats, die zoo langen tijd' voor do verkondiging van hunne beginse len gesloten is geweest. Den heer Earners brengen wij do betuiging van on zen c-orbied en onze sympathie voor zijn kloeke daad. Redacteur: A. VAN EELDE, Bloemendaal. Ufo. 360. G. Sardotsoh. lste Prijs „Italia Scacehistica" 1912? VY% M ma ïB&- regelt bij dagelUksch gebruik Uw. spijsvertering, voorkomt en geneest ■obstipatie, wordt hygiënisch verpakt verkocht en staat onder toezicht van 'tat scheik. laboratorium v. Ledden Hulsebos. Eisch origineel© verpakking H merk f^0^[ met controlezegel van Ledden' Hulse- .bosch. A. O. brood A 10 cents per brood van 5 ons, verkrijgbaar te Alkmaars »G. LANDMAN, B. REITSMA, N.V. Eerste Hygiënische JALKM. BROODFABRIEK. O P. VAN DER SCHINKEL, Egmond a. Zee. Mat in 2 zetten. Oplossing van No. 366 (O. Jarosz). 1 D di6 b4 enz. Goede oplossingen ontvingen wij van): P. J. Boom, F. Böttger en C. Visser te Alkmaar, Mr. Ch. En schedé en P. Fabriek te Haarlem, J. W. Le Comte en J. Vijzelaar te VGravenhage, P. Bakker, Jo9. de Koning en H. Weenink te Amsterdam, J. Rees-er te Voorburg, J. Deuzeman te Frederiksoord, Mr. A. van der Ven te Arnhem, S. te S., W, Korteiing te Deven ter, H. Strick van Linsehoten te Rijswijk en O. Boomsma te Kampen. Ad. No. 366. Als je een 2zet wilt oplossen dan grijp je maar naar* de Dame' merkte een onzer probleemvrienden op. „Of" antwoordden wij, „of en dit geldt tegen woordig ook al sinds tijden of je zorgt dat de witte koning in schaak kan komenl te staan, en dan ben je er ook." Zie, lezer, daar mag wat waars in zitten, doch is toch altijd nog meer parodie dan waarheid, dachten ï^..zo°.' kdöch, al kan een dame offer nog vaak wer kelijk interessant zijn, in, 366 maakt het niets geen indruk op ons, waar een der beide dreigingen op treedt, wordt het aangenomen. Daarbij komt nog dat het plaats maken voor het matgevende stuk door den sleuteïzet een thema is, dat den weg naar Rome de loef afsteekt, qua ouderdom en dat wij 2 d7 X t (D) mat „mirakel" zwak vinden. Dit alles neemt niet weg, dat de variant 1pc4 allen lof verdient voor de werkelijke geestige wijze waarop door dien paardensprong drie zwarte officie ren geïmmobiliseerd) worden. Als geheel is het probleem niet naar onzen smaak en bevalt No. 369, dat zijne onderscheiding ook in een nationaal tomooi behaalde, ons veel beter, al zijn de mats tellingen daarin dan ook vrijwel beneden peil. De sleuteïzet is o. i. bijzonder verrassend hetgeen vooral in dit soort van problemen zoo te waardeer en is. Voorts trof het ons hoe een zwart stuk die hoofdrol speelt, dat, schijnbaar dood onschuldig, tegen een ne venoplossing is aangebracht. Enfin, de lezer oordeele zelf, doch wij hopen, dat van No. 369 eenige genoegelijke oogenblikken door brachten. Wit kan nu als volgt direct winst behalen: 1. 835 1. 39—43 (gedw.) a. op 11—16 volgt 35—30, 30 48, 48—25 en 25—14, b. op 11—17 volgt. 21 12, 35—8 en 8—3. 2. 35—8 2. 43—49 op 43—48 volgt 83, op 1116 (zie a.) op 1117 (zie b) 3. 8—35 3. 49 10 4. 3549 en wint na 1117 door 3227. Ter oplossing voor deze week: Probleem 211 van P. DE! LA BAERIèRE. Zw. 1, 2, 6, 7, 9, 12/10, 19, 20, 22/24, 29. W. 21, 25, 32, 34, 36/40, 42/44, 47/50. Opl. voor of op 5 December b. v. d. blad. AAN DE DAMMERS Met dank voor de ontvangen opl. van probleem 210. Stand. Zw. 5, 6, 8/12, 20, 24, 25, 26, 30, 35, 36. W. 17, 22, 23, 28, 29, 33, 34, 37, 39, 40, 44, 47, 50. Oplossing. 1. 12 21 of 24 13 2. 24 13 of 1» 21 3. 13 24 4. 24 33 5. 36 18 6. 18 29 7. 30 39 8. 35 44 9. 2 35 en wint. Mooie ontleding. Een bekend) thema op origineele wijze toegepast. Wij ontvingen goede opl. van de heeren: D. Ger- ling, J. Houtkooper, J. K. G. van Nieuwkuyk te Alk maar, S. Iloman te Wijde Wormer, H. E. Lantinga te Haarlem. an ^No. 209 ontvingen wij nog een goede opl. van J. P. de R. te Alkmaar. EEN AARDIGE COMBINATIE. Aan „le Damier" ontleenen wij den volgenden stand, uit een partij tusschen Fabre (wit) en Weiss (zwart). 1. 23—19 2. 29—23 3. 23—19 4. 33—29 5. 37—31 6. 28—23 7. 39 28 8. 44 2 Wit speelde nis volgt op een foutzet van zwart- 1. 40—34 1. 29 40 2. 45 34 2. 18—22 3. 27 29 3. 19—23 4. 28 19 of 20 18 4. 13 42 5.31—27! 5.42:22 6. 36—31 6. 20 28 7. 39—33 7. 28 30 8. 35 211 Heel mooi doemen I Het volgende eindspelletje is zeec aardig: Zwart: 2 schijven op 11 en 39. Wit: 3 schijven op 21, 27, 32 va dam op 8 Ingezonden Mededeellngen. Haemorrhoiden (aambeien) worden gewoonlijk ver oorzaakt door verstopping, een zittende levenswijze, zwangerschap, sterk prikkelende purgeermiddelen, enz. en zij werken door de vreeselijke jeuk en stekende pijn zeer nadeelig op het humeur van den lijder. Dik wijls worden zjj veronachtzaamd, hetgeen aanleiding kan geven tot sterk© bloedingen, verzwering, enz. Foster's Zalf heeft vanaf de eerste aanwending een wonderlijk verzachtenden en heelenden invloed. Een geschikt diëet en nauwkeurige opvolging van de gebruiksaanwijzing, welke iedere doos vergezelt, doet uw kwaal spoedig genezen. Foster's Zalf (let op den juisten naam) is te Alk maar verkrjjgb. bjj de h h. Nierop Slothouber, Lan- gestr. 52. Toezending geschiedt franco na ontv. v. postwissel h f 1,75 per doos. VOOR DAMES. Kijkjes In de Modewereld. Eenige jaren geleden trachtten de Parijsche mode maaksters bekoorlijke ochtend!- en nachtmutsjes uit kant en geplooid chiffon in-de mode te brengen. Zij vonden toen echter geen gunstig onthaal. Sleeht-s I een paar zeer deftige dames lieten zich er toe verlei den dergelijke hoofddeksels te dragen, als zij, gehuld in een elegante peignoir zich bezighielden met niets doen. Men noemde de nieuwe mutsjes „boudoir mutsjes" en alleen het boudoir zag dan ook de dames versierd! met. een dergelijke hoofdbedekking. Thans evenwel schijnen ook minder deftige" dames over te gaan tot het dragen van oen ochtendimutsje, zij vinden liet aangenaam, practised, hygiënisch en niet het minst bekoorlijk. Bovendien zijn ze gemakkelijk zelf te vervaardigen, daar men er allerlei overschotjes van kant, plooiseltjes, zijde, (ullo, ja wat niet. al, voor kan gebruiken. Aardig gestippeld-mousse line, nopjes tule en gestreepte zijde zijn een voortref felijk materiaal om zelf deze mutsjes to maken, die men dan naar eigen- verkiezing kan versieren. Juist- bij de moderne kapsels is het uit gezondheids-oogpunt voor de haarwortels aan te raden de arme geplaagde hoofdhuid 'si morgens en 's avonds een poosje rust te gunnen. Ongefriseerd en met los haar door huis te locpen, is echter niet- zooals 't behoort, en het. ge volg is geweest, dat men dankbaar de hand uitstrekt naar hot nieuw© mutsje, waaronder men het haar los jes kan opsteken en tegelijk voor stof kan behoeden, als de draagster met kamer-doen of iets dergelijks bezig houdt. Voor jonge meisjes zijn bijzonder aar dige negligé-kapjes van gekleurde zijde met vlugge, 't gelaat omzoomende strookjes, in de mode gebracht. Steeds meer wordt in all© landen de banaan gege- ten, niet alleen rauw maar ook toebereid. Men begint ook meer bananenmeel te gebruiken voor koken cn bakken, daar het voedzamer is dan tarwemeel, terwijl het tevens zeer smakelijk is. Thans wordt, er uit Chi na en Brazilië gemeld, dat uit de. vezels van de bananenboomen stoffen cn kant vervaardigd1 worden. De eerste worden voor -billijke prijzen verkocht, kant. is daarentegen zeer duur, de „bananenkant" is dan ook heel mooi e,n fijm en een waar sieraad voor kost- bare toiletten. VEREENYOTJDIGING EN VERBETERING VAN EXAMENS EN ONDERWIJS. Een mooi ding, maai- hoe verkrijgen wij clat? nat moest die moeder doen die zoo graag wilde, dat haar jongens in de vacantie geheel vrij waren van huiswerk Niemand zal haar wensch onredelijk vin den, integendeel velen zullen er zich over verba zen, dat t geen zij wenscht, nog niet overal als de na tuurlijkste zaak van de wereld, een feit is. treurig is 't, dat het aantal examens voortdurend grooter wordt en dat de reedsi bestaande steeds» worden» verzwaard. Er wordt terecht vaak gesproken van het examenspook. Het examenspook, dat leerlingen en leeraren het hoofd op hol brengt 1 Inderdaad is de levensloop van hen, die eerst, na een volbrachte reeks van examen» hun» doel kunnen bereiken, gedurende hun studietijd vaak een verre van benijdbare. Voor veel leerlingen, die middelbaar of ander voortgezet onderwijs ontvangen, is de studietijd maar al' te dik wijle een tijd) van geestelijke slavernij, 't Woord» is hard, maar als men bedenkt, dat ze ini den regel van het oogenbhk, dat ze opstaan, totdat ze naar bed gaan door school- en huiswerk en privaatlessen in beslag genomen worden, dan lijkt mij dat woord in dezen het eenig juiste. En bleef het daar nog maar bij! Maar helaas is dat niet het geval. De tijd van geestelijke „ontwikkeling" wordt een wedloop met hindernissen (de laatste in den vorm van repetities), composities, overgangs-, her- en eindexa mens), een wedloop, die aandrijft tot inspanning bo ven de krachten en die leidt tot overspanning. De gevolgen van die bovenmatige inspanning apen baren zich vaak veel later op een leeftijd, dat. geen herstel meer mogelijk is1. Minstens even gevaarlijk is daarbij vaak 'nzieke- ïjke eerzucht van de ouders (zelf onbewuste slacht- oiiers> van de intellectualistische richting in de op voeding), een eerzucht die maar al te dikwijls over- slaat op zoon of dochter. „Als ze toch maar nummer eén van de klas blijven 1" „Een schande zou 't zijn als t met zoo was!" Het moet dankbaar erkend worden, dat de ouders wijzer beginnen te worden en dat ze ander onderwijs beginnen te verlangen: de op richting van bijzondere scholen met minder lesuren en meer zorg voor de lichamelijke opvoeding is daar van het bewijs. Maar de examens, ja, die zullen wel nooit geheel verdwijnen, integendeel, het getal groeit steeds aan, iets wat in onzen volksaard schijnt te liggen. Als we nu maar zoo nuchter zijn, om in veel gevallen aan di ploma s geen al te groo-te waarde toe te kennen En als we er maar voor te vinden zijn, een groot deel der examens te hervormen en af te schaffen. Het opschrift boven dit artikeltje brengt mij tot de vraag: Weet) de lezer, dat er bestaat een „Vereeni ging tot vereenvoudiging en verbetering van examens en onderwijs. ("V. E. O.) En weet-hij ook, dat die vereeniging streeft naar: „verkorting der in de schoolbanken doorgebrachte uren; afschaffing van het huiswerk voor de jongere en aanzienlijke beperking voor de oudere leerlingen; vermeerdering van lichaamsoefening, handenarbeid, spel en scho-olwandeling, en van vrije studie naar eigon neiging; alles, voor zoover noodig, onder lei ding; wijziging van het leerplan der hoogere burgerscho- ,..?n éfyumosiën o.a. om uitstel dhr beroepskeuze mo gelijk te maken; afschaffing van alle examens voor kindereu; verbetering en beperking der examens voor'jonge neden en volwassenen; verbetering van de opleiding en de examens der onderwijzers;" enz. In deze vereeniging behooren ouders, onderwijzers en geneeskundigen bijeen, om gezamenlijk te streven naar de zoo dringend noodzakelijke „Schoolhervor ming." Nu dezen keer de beruchte lakschheid verloochend cn zich spoedig- als lid van V. E. O. aangemeld! Voor- zitter is prof. J. F. Niermeyer te Utrecht. Bij den secretaris, den heer W. E. Tiemeyer te Am sterdam (Wouwermanst.raat. 12) kan men zich laten inschrijven. De minimum contributie bedraagt ƒ1 pet- jaar. D_ Uit» het Engelsch van TENNYSON PATMORE. „Eerlijk duurt het langst", is» ons gezegd. Dit iet wat Don Quichot-achtig spreekwoord! was mij inge pompt, toen ik een kleine schooljongen was, in den vorm van een ellendig strafwerk, bestaande uit eeni ge honderdien regels. Tk had dat strafwerk weer te danken aan het op nuj nemen van de geheel© verantwoordelijkheid van het koken van kastanjes onder beddelakens met den daarop gevolgdeni grooten brand in de slaapzaal. Ik deed het om een anderen jongen te dekken. Die an dere jongen kookte zie en mijn onschuldig aandeel was.het opeten. Maar mijn schooljongens-begrip van „ear" deed mij de heele straf top mij nemen. Het spreekwoord had veel indruk op mij gemaakt. - Ik herinner mij eens» een shilling in onzen achter tuin gevonden te hebben en er hard! mee van door ge- gaan^ te zijn oan minder wenechelijke aanspraken van de- zijde van mijn broers te vermijden. Toen ik zege vierend het snoepwinkeltje zou naderen, ontdekte, ik toevallig een hongerig-uitzi/enden man in een kale bruin© jas. Ik herinnerde mij, hoewel laat, mijn ge biedend' spreekwoord! en was in een onbewaakt -oogen- bhk, gevat genoeg om den bongerdgen stakker te vra gen of hij ook iets verloren- had. Hij beaamde dit natuurlijk en toen ik hem vroeg, of liet een shilling was, antwoordde hij, dat het inderdaad' juist dat be drag was. Ik gaf den verheugden eigenaar1 zijn eigendom te rug en voelde mij gelukkig. Ik hadl mijn „snoepgoed- je verloren, maar mijn eerlijkheid behouden. En dan was er -ook nog bij ons op school een jong meneertje, dat het bewijs gaf, besliste handels-in stincten te bezitten; hij leende aan twa»alf jongens elk een stuiver met Kerst-mist, maar op voorwaarde, dat elk van ons hem na de. Paasch-vacantie een shilling zou terugbetalen. Ik voelde, dat het niet hoelemaal eerlijk was en ik droeg 'den Last op mijn geweten meer dEn dtrie maan den lang, totdat de tijd! van afbetaling kwam en mijn spreekwoord mij niet meer met rust liet om de schuld langer te dragen. Ik overlegde met de elf andere jongens, die ook het zakenvenlje hunne shillings moesten betalen eu wij kwamen allen» overeen om eerlijk te zijn cn den bo venmeester in kennis te brengen met den woeker, dien onze schuldeiscber bad trachten to bedrijven. De jon gen werd weggejaagd en wij behielden onze shillings en redden onze eer! Naarmate ik ouder word, werd mijn drukkende deugd mij vrij kostbaar, Onder de credit-port e-n op mijn rekening, die Eerlijkheid moesten bewegen, mij niet te verlaten, herinner ik mij dat ik eens welwil lend »mijn kleermaker s aandacht verzocht in zake een rekening-fout, diie in m ij n voordeel was. „Ja, meneer', zoo hoor ik hemj nog zeggen, ,,'t is waar, wij hebben een fout in de shillings begaan, maar ik heb -toevallig opgemerkt, dat wij niet vol doende gerekend hebben voor dien anderen post." Hierop legde hij kalmpjes uit de rijzing van de la- kenprijaen en hij liet mij verheugd weggaan» over het feit, dat waar ik in volle op-rechtheid' hean op den om vang van enkele shillings had gewezen, ik hem geluk kig had kunnen behoeden voor een schade van eenige ponden. Steeds kostten mijn kleeren mij later in dien winkel meer, doch de nobele man maakte mij on veranderlijk een compliment over mijn eerlijkheid, wanneer ik hom de rekeningen betaalde. Ik legde mij er dus bij neer. Zoo bleef het steeds doorgaan en ik begon mij af te ra gen, waar nu eigenlijk het voordeel van de eer lijkheid voor mij in bestaan zou, toen onverwacht het lang beoogde doel werd bereikt en ik werkelijk door mijn eerlijkheid werd beloond op een avond, dat ik in een bekend hotel in de stad! soupeerde. Ik had voor mijn doen als bescheidden levend man een uitgezocht menu besteld. Ik zal niet in gastronomische détails treden, omdat dames en onder haar mijn vrouw een klein uit- gelezen soupeetje van zes gangen en enkele extra's, waar onze gedegenereerde sexe zoo tuk op is, als iets vreeselijks beschouwen, 'tls waar, ik heb nog wel niet ontdekt, dat mijn vrouw bezwaar heeft tegen de jaatrlijksche fuif, die ik haar aanbied) in de oester-sa lons, ik geloof zelfs dat zij van meening is dat haar tegenwoordigheid aan de gerechten en gangen een .soort van geestelijke saus geeft. Dit moge zoo zijn doch ik dwaal af. Ik wil alleen maar zeggen, dat ik eindigde met een lijne sigaar, een café-noir en een glaasje benedictine en mijn .rekening vroeg, niet zonder wantrouwen in do finantieele draagkracht van mijn beurs ten op zichte van deze vraag. Een aristocratische en aanmatigende kelln-er bracht mij die. Met een onverschillig gebaar liet ik de halve sove reign rollen, wat in- tegenspraak was met mijn vrees hem te verliezen. Hij betaalde de rekening voor een glazen loket, waarachter een keurig jong meisje al leen in ai de glorie van baar zwart zijden japon troonde, alleen in gezelschap van een soort van auto matische machine. Hij kwam terug en gaf mij bij het wisselen een anderen halven sovereign en enkele overblijvende shillings. Nu kwam duidelijk mijn eerlijkheidsgevoel in het gedrangik had hem minder gegeven dan wat hij mij terugbracht 1 Ik maakte hem er attent op. Hij nam mij met een achterdCchtigen blik op, alsof ik probeerde een voordeelig slagje te lsaan. „Het is onmogelijk," zeide hij. Ik verzekerde hem, dat die halve sovereign alles was, wat ik bij mij had gehad, in de hoop hem van zijne dealing te overtuigen, onderwijl als laatste troef bewarende de mededing van het feit, dat dat eenza me geldstukje mijn heele bezit in de wereld was. Want met alle respect voor mijn steeds betrachte eerlijkheidsgevoelen® moet ik bekennen, dat ik niet geheel den wensch kon onderdrukken om mijn air van onverschilligheid' over zulke nietigheden als tien shil- lingstukken te -bewaren. „Hcusch, meneer," hield hij vol, „TJ vergist U; doch ik zal eens informeeren." Opnieuw wendde hij zich tot de juffrouw in zijde en in kristal, terwijl hij mij bij het weggaan een min achtenden blik toewierp. Ik hoorde een zachte vrou- westem uitroepen: ^„Onmogelijk 1 Ik heb het ingeschreven, 't kan niet zqn." Daarop hoorde ik wat gefluister, en ik merkte op. tw€e> die beraad sloegen, mij een soort van blikken toewierpen die, naar ik mij voorstel, af en toe door dieven, moeten worden- opgevangen. Ten slotte naderde de waardige mam mij met een strengo en tevens verlegen uitdrukking op zijn gezicht. „Is U zeker,' zeide hij, dat U geien sovereign heeft neergelegd?" „Wel sapperloot, man," riep ik uit, heb ik je niet verteld, dat ik alleen maar een halve sovereign bi'i mij hadl" „Ja zeker meneer," vervolgde hij, met iets wat mij trot als een maehiavellistischen wensch om mij de kluts te doem kwijt raken, „maar va*ak weet ment niet, wat men' aan los geld bij zich 'heeft. Naar alle waar schijnlijkheid is het een» sovereign geweest, die U bij U hadt gestoken." Nu zag ik in, dat de eerlijkheid van mij eischte, helder en klaar -te zijn. „Verduiveld, man," gromde ik, „dat ongelukkige muntstukje was alles, wat ik op de wereld' bezat, en zooals ik U zeg, het was een halve sovereign." Al de pret was van mijn» soupeetje af. Zelfs dé be nedictine was niet. im staat mij tegen deze lamlendige bekendmaking van mijn armoedje in opgewekte stem ming te doen blijven en dat dit- nu juist op een oogen bhk gebeurde, waarini ik mij verkneukeld' had' in de gedachte het zeldzame genoegen) te zullen genieten van „rust met waardigheid" of „mei. eere te soupee- ren I" i De brutale kell-ner vervolgde: „Ja, meneer, het spijt mij, dat wij van meening verschillen, maar wij moeten het er maar bij laten." „Mat er bij laten?" vroeg ik, met open, eerlijke, verontwaardigde oogen. Hij glimlachte een beetje satanisch over mijn vraag. Ik begon te begrijpietni, wat hij bedoelde. „Ik geloof, meneer" nu sprak hij met zachte, overredende stem ik geloof, meneer, dat het 't. beste is, als het gewisselde geld maar bij U steekt- en weggaat. Hij scheen beleefder dan tevoren, en ik geloof dat hij diep med'elijden met mijn» eenvoud» had. Hij zag, dat ik een vervelend figuur sloeg en zijn be wegelijk gezicht toonde eeni minder hooghartige uit drukking. Hij hielp mij mijn jas aandoen, hij gaf mij een nieuwe lucifer voor mijn sigaar, die uitgegaan was, evenals mijn eer verloren was gedurende de paar laatste oogenblikken, en, beleefd, mna-r e-enigszins ge jaagd, toonde hij mij de deur. Terwijl ik heenging, keek ik zenuwachtig naar het mooie schepseltje in zijde en in kristal en probeerde glimlachend goedendag te groeten, maar zij wierp mij slechts zenuwachtige en smeekende blikken toe, fronsde de wenkbrauwen en scheetn» mij naar de bui- tondeur te verwijzen. Ion slotte begreep ik, wat er gebeurd! was. Een ge patenteerde, zelf-registreer-ende automatische, onfeil bare rekenmachine had vastgesteld, dat ik op een geheimzinnige wijze mijn eigen beursinhoud' onder schat had. Mijn spreekwoord1 had mij nu voor eeu moeilijk di lemma gesteld; mijn eerlijkheidsgevoel scheen» nu juist in een) teer stadium t-e verkeeren; in werkelijk heid echter was het wat aan het afnemen. Ik docht een eogten-blik na. Bleef ik er op aandringen om aan den direkteur der inrichting mij-n meevaller uiteen» te zetten, dan zou ik, aldus» doende, twee personen hunne betrekkingen doen verliezen en daarmede de middc-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 14