DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het derde schot.
VERBAZEND
RONA Cacao
V
Van Houten s
No, 290
Honderd en veertiende Jaargang.
1912
ZATERDAG
7 DECEMBER.
Brieven uit Marokko.
FEUILLETON.
zoo voordeelig
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
AJzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Verkiezing Kamer van Koop
handel en Fabrieken.
Telefoonnummer 3.
4
in het gebruik is.
Ge maakt er meer koppen cacao van dan van
dezelfde hoeveelheid van welke andere soort ook.
Daarbij is de smaak zoo heerlijk.
(W#rdt vervolgd^.
1AVJ
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen, ter voldoening aan artikel 10, alinea
4 van het Algemeen Reglement voor de Kamers van
Koophandel en Fabrieken, ter kennis van belangheb
benden, dat de verkiezing, ten gevolge van de niet
aanneming zijner benoeming tot lid dier Kamer in
deze gemeente door den heer J. C. BAAN, is bepaald
op Donderdag O Januari 1913, van des namid
dags U/a tot 31/2 uur, in een der lokalen van det
Stadhuis.
Alkmaar, 5 December 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter,
DONATH, Secretaris.
(Nadruk verboden.),
FEZ.
Na onze mislukte poging om don Rochi te vangen,
zijn we weer teruggekeerd in Fez en hebben een
nieuw kamp opgeslagen op een d»r omliggende ber
gen. Van rust nemen ia geen sprake, hoopen werk
brengt zoo'n nieuw kamp mede emi wan) al dat werk
kreeg natuurlijk het legioen zijn deel en we werden
aangewezen dm steenen te maken) van aard©. Geen
onaardig baantje, wanneer het begint te regenen,
zooals het in deze maand kan regenen in Marokko.
Het was evenwel zeer best denkbaar, dat de versmade
kroonpretendent! ons niet met rust zou laten steen
bakker)}, want na eenige dagen kwamen roeds eenige
„kaids" reclameer,en, dat onze lang gezochte Rochi
het hun duchtig lastig maakte en weer op weg was
naar Fez. Hij had! zijn kamp opgeslagen te Dechor-
Ali, een plaats, haast onbereikbaar voor groote fcroe-
penafdeelingen met artillerie, en gedekt door bosch-
ischage en, dat was het lastigst, zeer nabij de grens
van het Spaansche .gebied.
Natuurlijk was de generaal Gouraudl direct ge
neigd het krijgertje spelen weer te beginnen. Nadat
we van levensmiddelen waren voorzien, trokken we
met vier bataljons infanterie, al de aanwezige cavale
rie en drie .Secties artillerie benevens een ambulance
's 'avonds om zeven uur op weg. De afstand! van ons
kamp naar de aangewezen plaats kon niet meer be
dragen dan 30 K.M. Het d'oel was, het kamp van den
Roohi tegen den morgen te overvallen. Zoo'n martsch
in den nacht, met een gevecht in 't vooruitzicht heeft
altijd! zoo iets geheimzinnigs over zich. Die schadu
wen, sluipend langs den weg tusschen ravijnen en
boschjes, diat' zijn de Askris (megersoldaten) en spa
te's (ruiters) der voorhoede, die hun weg zoeken, ter
wijl de kolonne zoo stil mogelijk tracht te volgen. In
de verte hoort men het huilen der rondloopendo troe
pen wilde honden, die neg meer leven maken dan wij
met onze drie duizend) man) op weg na,ar een kamp
met het doel dood' en verderf te zaaien. Allen weten
we het, dat we morgen Vroeg tegenover den vijand
zullen staan, maar waarheen men ons voert dezen
nacht, naar het noorden, zuiden, oosten of westen,
dat weten we niet. De weg draait ieder oogenblik m
andtere richting. Wij zijn niet meer dan een machine,
die door een chef bediend wordt en geleid waar hij
wil.
Op eenmaal staat de heelo kolonne stil, het hon-
CRIMINEELE ROMAN VAN
HANS VON W1ESA.
(Vertaald, met toestemming tan den Duitschen
uitgever.)
26) -o-
„Hij heeft het zelf gezegd en de jonge houtvester
bevestigde het bericht; hij had zijn patroon ergens in
het bosch gevonden en hem met moeite thuis ge
bracht. En ik heb den man met eigen oogen gezien;
hij sleepte zich met moeite voort, met behulp van zijn
stok."
„Zich met een stek met moeite voortbewegen
nu, dat zou ik ook wel kunnen, mijnheer Mylius."
Een weinig beleedigd door deze laatste woorden,
fronste dr. Mylius de wenkbrauwen.
Naj een oogenblik stilte ging hij voort: „Ik heb
nog oen tweede bekijs, indien dit eerste u niet vol
doende is."
„Welk dan?"
„Er zijn, zoo ver men bewijzen kan, slechts twee
schoten gevallen op dien avond. Ik zelf heb gescho
ten, Behringer loste het tweede schot. Volgens uw
Verklaring zou er een dterd'a schot gevallen moeten
zijn. En dit derde schot is rniieti gehoord. Uw hypo
these is dus al heel zwak en) zakt dadelijk in elkaar."
„Er is reeds menig schijnbaar onopgelost raadsel
opgelost, mijnheer Mylius. Het woord „onmogelijk"
heb ik uitgeschrapt uit mijn veronderstellingen.
Maar ik ben nog' niet gereed met mijn mededeelin-
gen."
„Gai voort als 't u blieft."
„Mijn! gedach'tenloop volgende, verzocht ik mijn
metgezel mij langs den kortst mogelijken weg dade
lijk na.ar die houtvesterswoning te brengen."
„U wou u overtuigen of do houtvester thuis was?"
dengeblaf hoort men zeer nabij, we zijn in de nabij
heid van twee kleine dorpjes, verscholen tusschen de
boomen. Orders worden gefluisterd) en alvorens de
bewoners tijd hebben) naar hum wapens om te zien of
met recht weten wat er voorvalt, is alles omsingeld
en zijn ze aan onze genade overgeleverd. Niemand
kan het dorp meer verlaten, dat is de eenige methode,
welke hier veelal toegepast Wordt! met goed) gevolg,
daa.r de Marokkanen, wanneer ze de kans krijgbn, een
hunner wegzenden om de omliggende stammen te
waarschuwen) en te verzoeken om 'hulp om ons weer
te verjagen.
Do,ch we gaan weer verder tegen de bergen op, da
len weer af ïni ravijnen, steeds verder. Niemand! be
hoeft te worden aangespoord of blijft achter, zooals
op de marsehen vele malen voorvalt. Kolonialen, le
gionairs en tirailleurs, zoowel als de Senegaleezen
doem hun best voorwaarts te komen. Het landschap
■schijnt ons heel andera toe dan bij dag. Bij het vage
schijhsel der halve maan zien we de kleine dorpjes
„Ja, juist,"
„En?"
„Do poort was gesloten; de woedende honden
maakten het onmogelijk naar binnen te komen door
over den muur te klimmen; en op mijn aanhoudend
en luid geklop Vertoondka zich niemand. Ik moest
onverrichter zakte heengaan tem nu ben i'k hier."
,„Do arme duivel lag zeker i'n bed' U heeft iets
onmogelijks verlangd."
„Al weder iets onmogelijks!" herhaalde d'o com
missaris, difmnal op scherpen toon. Welbehagelijk
blies hij den rcok wteg. „Mijnheer Mylius, dit zijn
geen jachtsi'gaïen, die) ik hier zit te rooken. Zij zijn
voortreffelijk,"
Volk legde het laatste res'tje van zijn sigaar op het
aschbakje em strekte zijn ronden vinger uit "naar de
tweede sigaar. „Mag ik zoo vrij zijn van de permis
sie van zooeven gebruik te maken en) mij ook de twee-
do en laatste toeëiigenen?"
Mylius moest lachen, toen hij in die kleine, slihi-
me oc-gen keek. „Zeker, ga üw gang."
Völk stak dadelijk zijn .sigaar op, toen haalde hij
zijn horloge uit zijm zak r.11 keek met aandacht naar
de wijzerplaat,
„Wou u naar bed gaan?" vroeg Mylius.
„O, meenik wou even kijken hoeveel minuten er
moeten verloopen voordat ik de nieuwe complicatie
te hooren krijg, waarvan u zoeeven sprak. Wat is er
hier voor gewichtigs in) dien tusschentijd' gebeurd?"
Mylius richtte zich snel op.
„Het is kras dab u mij daar eerst aan, moet herin
neren. Ja, ik merk vandaag dat ik zenuwen heb.
Welnu, luister! Ik heb een klein handtaschje van
de dood'e weggenomen en het dadelijk hier i'n mijn
kamer neergelegd, daar oip de tafel. Ik was van plarn
het to laten nakijken, om te zien of er soms brieven
of iets anders in zat, dat nadere opheldering kon ge-
veil ik meende datt er papieren in waren. Maar ik
moest eerst, dadelijk even naar mevrouw vorn Rittner,
die mij wou spreken, en schreef ook eerst nog een
paar dringende! brieven. Daarna ging ik naar de bi
bliotheek, om onmiddellijk proces-verbaal van d» zaak
.gebouwd tegen de hellingen der bergen. Wat moeten
de bewoners wel verbaasd van uit hunne woningen
neerzien op ons, in hun o.og een groote, zwarte slang,
op die kolcnne, die daar heepsluipt door een haver
veld, dat op sommige plaatsen reeds gesneden is.
D-an komen we op een plaats, waar de twee medege
nomen stukk-on van 75 m.M. achter blijven. De twaalf
paarden komen krachten to kort eu we moeten een
'handje helpen. Enfin, wanneer het morgenrood
zichtbaar wordt, zijn wc, zonder den vijand te hebben
gezocht, op een kilometer afstand! van het kamp van
Rochi, aap den rand van 't bosch, waar het kamp
zichtbaar is. Dat bestaat uit ongeveer 200 tenten,
itlet is ongeveer half vijf, alles nog stil.. Het- dag
licht nadert meer en moer.
Ons bataillon' legionairs, de voorhoede, neemt zom-
jder veel beweging te maken stelling voor hot ge
vecht. De hoornblazers en tamboers zijn door den
generaal bijeengeroepen. Eensklaps, de reveille wondt
geblazen, de Fransche reveille buiten model wordt
„Ilij wees op zijn revolvers, die aan den wand
hingen en zeide dat hij korte mettien met zich zelf
/op te maken. En toen dacht ik eensklaps aani het
tasehje en ging het halen. Maar ik zocht overal;
het ding was verdwenen, en blijft verdwenen. -Ik
loop dadelijk naar Behringer eerlijk gezegd, ik
verdacht hem een weinig.Behringer heeft zijn
kamers vlak bij de mijne. het tasehje scheen pa
pieren te bevatten, brieven kunnen licht iemand com-
promitteeren. dab weeb u.
„E11 had u de deur va.n uw kamer niet op slot ge
daan
„Neen. Wie zou nu kunnen denken.
„Dacht u ni,et aan een fier bedienden?"
„Neen."
,,U ging dus naar de kamer van uw vriend
„Ja; hij was op zijn kamer 011 ik deelde hem mijn
onaangenamo ontdekking ujedc. Ook verbloemde ik
hem niet welke gevolgtrekking ik maakte-."
„En heeft hij zich dat allee kalm laten welgeval
len
„Kalm? Behringer heeft zich prachtig in bedwang
gehouden, maar hij zag zooi bleek als een doode en
plotseling, terwijl hij een zweren) tweestrijd voerde
met zichzelf, bukte hij e-n raapt? een- klein sleuteltje
van den grond op. Ik herkende dadelijk het. sleutel
tje, dat ophet tasehje had gezeten. ..Hier", zeide hij,
„hier is de sleutel, en waar de .sleutel is zal cok wel
het tasehje wezen, en de dief."
„Ironie!"
„Nu ja, zijn stem beefde, ik lub echter niet bijzon
der op hem gelet, ik was zco vervuld van den diefstal
van het tasehje
„liet tasehje is echter nog niet gevonden?"
„Ik heb Behringer zich dadelijk in mijn tegenwoor
digheid laten verkleed'en en hem verzocht zich in do
noodzakelijkheid te schikken eu een andere kamer te
betrekken, die hij zonder mijn toestemming niet ver
laten mag. Ik heb mij tevreden gesteld, to-eu bij mij
dat op zijn woord van eer beloofde-."
„En heeft hij zich! in 'al die dingen) geschikt. Bin
niets tegengesproken?"
gebla-zegL voor het kamp van den 'Roohi. Hek isi te
vens het signaal 0111 agn te vangen voor de artillerie,
het kanon dondert, het geweervuur knettert daar tus
schen, het gevecht vangt aan. De vijand, verschrikt
door zoo'n ontwaken, ho-lt door elkaar, grijpt naar de
wapens cn weldpa; antwoorden ze ons 'terdege. Het
bataillon) der kolonialen maakt een omtrekkende be
weging om den vijand) den terugweg naar dte Spaan
sche grenzen af te snijden. Doch het boschaChtige
terrein en de) vele kleine bergtopjes laten den geslo
ten optr-arsch niet toe en soctie-sgewijzo wordt de be
weging voortgezet. Maar die Marokkanen worden op
merkzaam en zelfs eenige troepen nemen, in storm
loop eenige der door de kolonialen bezette punten.
De, generapl heeft' het hachelijke van den toestand
g'ezieu en de twee grooto stukken van 75 m.M. ko
men hen te hulp onder dekking van onze 'bereden le
gionairs, op muilezels. Het was een hachelijk oogen-
jblik, de artillerie vuurde sle-chtg o'p 500 meters, ter
wijl ide legionairs, afgestegen, een linie vormden van
tirailleurs, die de vijanden weldra, deed terugdeinzen.
Dat) was het ©ogenblik', waarop de cavalerie had ge-
wachtecn) in galop ging het naar het kamp en ieder,
die hun in den weg kwatai, werd neergehakt. In eed
oogenblik was het geheele kamp niet meen* dan een
wa.rhoiop van verscheurde tenten, waaruit op enkele
plaatsen reeds 1de vlam sloeg. Ja'mmer, dat het ter
rein niet geschikt wasi om dte vervolging voort te zet
ten, dapr de Marokkanen', van den ecrsteti schrik be
komen, zich weder vereenigdten. Niet' dan na, hevig
vuur der artillerie ontrnimd'en ze den omtrek.
Het geheele kamp van den Rochi was in onze han
den gevallen met vele geweren en munitie. Zeven en
vijftig' lijken vonden we in het. kamp, teitwijl de terug
weg, dien de Marokkanen gevolgd! waren, oiverail spo
ren toonde, waaronder groote bloedplassen. Doch ook
wij hadden -naar verhouding zware verliezen n.l.
drie dooclen en 18 gewonden, waarvan velen zwaarge
wond reeds stierven op we(g' na.ar Fez.
De Rochi nam alzoo 'met de rest zijner „mehalla"
de wijk naar da Spaansche grens. Da-ar kunnen wij
hem natuurlijk niiet volgen. Reeds eenige malen ge
beurde het, da,t we juist op punt waren ©nzen slag te
slaan, doch dan. moesten we terug, omdat- walde gren
zen niet mochten pa.sseereln. Hetzelfde gebeurde het
vorige jaar aan de oevers dter rivier' Moulouya, ver
scheidene malen bij Merada. Hoeveel' keer zijn we
daar niet lastig gevallen des nachte aan die boorden
dier rivier, die we ook niet konden overtrekken, zon
der met Spanje in conflict te komen. Thans is, na
de overeenkomst tusschen beide regeeri'ngen, beslo
ten, daar e?en brug te leggen e-u nu komen de Marok
kanen niet meer, want de Fransche troepen komen de
keurige ijziereïi brug over.
Ik moet. eindigen,, het rapport roept mij, misschien
weer 'nieuwe orders-, want evenals hier d'e Rochi, is te
Ma/rakesch de versmade ex-pacha, aian den gang om
dte inwoners tot oproer to bewegen. Do geheele be
zetting dier groote stad bedraagt niet meer dan 200
man I ranscho troepen. Het zou mij niets verwonde
ren, wanneer daar hetzelfde gebeurde als hetgeen bier
in Fez reeds is gebeurd. De volgende maal hoop ik
u daar meer van te schrijven.
T. d. V.
..Tegengesproken niet direct."
„Maar wat dan?"
zou maken, indien hij alleen aan zichzelf te denken
had."
„E11 wat hield ihem daarvan terug?"
„Hij wilde zijn eer herstellen, die door deze ver
denking bedreigd' werd."
„Dat. is zeer goed1 te begrijpen."
De officier van justitie zag den spreker weder aan
met een mengeling van verbazing' en erger-nis. Hij
trek zenuwachtig met zijn- slanke, blanke hand aan
zijn sik en zeide:
Mijn vriend schijnt zich t-e mogen verheugen in
uw bijzondere protectie;, mijnheer Völk."
„Ik ken dien heer niet; ik ben dus geheel "neu
traal."
hebt nu eenmaal dat denkbeeld opgevat en
daara.nn houdt ge u vast."
Völk klopte do a-sch van zijn sigaar. „Mij dunkt,
wij mresten den kostbaren tijd niet verlo-reu laten
gaan not zulke onbeduidende praatjes. Tempis cur-
rii. Je tijd speed vcort. Een vraag: heeft mijnheer
Beh,ringer den indruk gemaakt schuldig te zijn?"
Schuldig? Wat boteekent dat? V begrijpt toch
hre moeilijk Lot mij valt den vertegenwoordiger van
V ©peDbn.ro justitie en den vriend' uit elkaar te hou-
ioii. I laat alleen1 de feiten spreken, misschieTi leg
ik andere sten men opzettelijk hot zwijgen op in mijn
teven mijn ambtsplichten- hoog te- houden."
bik was opgestaan en liep naar het venster. Hij
scheef het .gordijn weg en zijn vingers gleden over de
w ei veis van het hroge raam. Toen bracht hij zijn
oogen vlak bij de ruiten cn trachtte de duister nis te
dcc 1 gronden. „Zien deze namen op hot park uit?"
vroeg hij.
..Ja; het slot ligt midden) in het parlp"
.Is het voor iedereen toegankelijk
„Zoover ik weet ja. Behringer zou u daarover be
ter inlichtingen kunnen geven. - Denkt u over de
11 cgelijkheid, dat er iemand van buiten uit birnnem-
g< kernen is om het tasehje ta stelen?"
ij moeten met alle mogelijkheden rekening hou
den." Hij keerde van het venster terug.