DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. SOLIST Het derde schot No. 298 Honderd en veertiende Jaargang. 1912 DINSDAG 17 DECEMBER Nieuwjaarswenschen. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0s80; franco door het geheele Rijk f 1,- Afzonderlijke nummers 3 Cents. Groote Prijs der gewone advertentien Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Nieuwjaarswenschen a 25 Cts. a contant. Telefoonnummer 3. Zijdie zich met 1 Januari op dit blad abonneeren, ont vangen de tot dien datum verschij nende nummers gratis en franco. D e LI i t g e y e r s. In het nummer dat DINSDAG 31 December (Oudejaarsavond) verschijnt, zal wederom gelegenheid bestaan tot het plaatsen van De Uitgevers. ÖflYIS mNDERIUDSCHRIFT 1 VERSCHÜnTalLE 14 DAGEN 'EN-IS OVERAL GRATiS VERKRUGBAAR VOOR ELIVIMDOPER VAN Jïm u g^ferfsAARGARINE A PER-POND BINNENLAND. ALRMAARSCHE COURANT. ALKMAAR, 17 December. In het St. James Palace te Londen) hebben gastheer en gasten, dus het Ehgelsche gouvernement en de vrede sonderhandelaren, de gebruikelijke beleefdheden gewisseld. De minister van buitenlandsche zaken heeft na mens den) koning den wensch uitgesproken, dat de afgevaardigden hun taak zouden volbrengen in de za len, waar ze o-m zoo te zeggen op onzijdig gebied zijn, erin mochten slagen de grondslagen te leggen voor een wijze en vooruitziende politiek, zonder welke de winst des oorlogs: geen waard© heeft voor de toe komstige geslachten, maar met welke aan den ande ren kant de schade, door een oorlog' veroorzaakt, kan worden hersteld en de bitterheid kan plaats maken voor d© weldaden van den vrede. De Bulgnnrsehe veel-spreker Danef heeft uit naam der Balkanstaten dankbaarheid! betuigd voor de wel willend© ontvangst door den Koning en de edele En gelsche natie, de afgevaardigden van Griekenland, Servië en Turkije sloten zich daarbij aan en tenslotte heeft men aan minister Grey het eerevoorzitterschap aangeboden, dat deze gaarne beeft aanvaard. Nu kunnen de werkzaamheden een aanvang- nemen. Het voorzitterschap zal beurtelings worden bekleed door de eerste afgevaardigden, in de alphabetisohe volgorde van de namen der staten. Veel zal de buiten wereld er niet van vernemen de afgevaardigden hebben allen onverbrekelijk zwijgen beloofd. Een mooie gelegenheid! intuss-chen voor de Londensche reporters, om te toonen, dat de reportage in Engeland nog wat te beteekenen heeft en dat zelfs binnen de wanden van het oude paleis do staatsmansgcheimen niet veilig zijn voor „nieuws"-gierige dagbladmannen. Er zal zeker nog heel wat binnen die muren moeten geschieden, voordat de vrede tot stand gebracht is. Maar de vertrekken van dit paleis hebben reeds zooveel meegemaakt In die vertrekken werd ge trouwd én geboren, bemind, gehaat en geïntrigeerd Tegen koningen werd er geprocedeerd en zij werden er onthoofd. En koningsdochter® streden er tegen de maitressen van haar vaders. Hier werden, zegt het Tageblatt in een hoofdartikel, alle hartstochten bot gevierd en alle deugden beoefend. Hier werden in de schitterend! verlichte hallen koninklijke festij nen aangericht, maar hier deed) de bitterste ellende ook de zielen sidderen en maakte ze murw. Het St. James paleis heeft al wat wenschelijk is en het zal in zijn voegen niet scheuren, wanneer do vredesafgc- vaardigden eerst eens handgemeen zouden worden, voordat zij elkaar de hand reiken. In deze mooiste plek van Londen kunnen de Lal- kan-afgevaardigden hun psychisch evenwicht herstel len, zoo ze het bij de onderhandelingen mochten vei- liezen. En wanneer zij aan het venster gaan staan en naar het welverzorgde -poste kijken, clan mogen ze zich herin*ueren, dat. honderd jaar geleden hier ook een jubelend vredesfeest werd gevierd. Het waren ook bondgenooten geweest, die een ouden voor on overwinlijk gehouden leeuw hadden verslagen en den met moeite tot stand gebrachten vrede met uitbundige vreugde vierden. Van het. vasteland waren toen do koning van Pruisen en de tsaar van Rusland overge komen. Maar het volk zag hen nauwelijks, want de oude vechtjas Blijcher was de favoriet van heel het volk. Zoo geeft het St. Ja me spa leis, aldus eindigt het artikel, ook een les, welke niet mag worden vergeten, immers thans heelt) Duit-schlanid haar meer n00dig dan ooit deze les, dat er een goede wil moet heer- schen tusschen de verwante naties aan weerszijden van de zee. Dit laatste zal wel slaan op de samenkomst van Europeesebe gezanten nopens den- Balkan, welke he den voor het eerst zal geschieden. Hoewel Duitsch- liind zeer beslist Oostenrijks zijde heeft gekozen, zoo het tot een oorlog mocht komen, schijnt het vrijwel zeker, dat het aan Duitschland en Engeland te dan ken is, dat de oorlog tot dusverre niet werd uitge breid. Vandaar niet onwaarschijnlijk het gestook der Frnnsche pers, naar aanleiding waarvan de officialize Norcld. Allg. Ztg. gisteravond schreef: „Deze week begintnen te Londen de besprekingen der gezanten, die men algemeen met vertrouwen te gemoet ziet, en die een vredelievende strekking heb ben. Het welslagen hangt af van het wederzijdsche ver trouwen van de mogendheden. Daarom is het te be treuren, dat de Fransche bladen, de Temps voorop, voortgaan tegen Duitschland te stoken, hetwelk ze in het bijzonder toedichten Turkije aan te vuren den oorlog voort te zetten. Die manier van doen is in het bijzonder op het huidige oogenblik bedenkelijk." Dit is een waarschuwing, welke aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat en welke bovendien nog eens zegt, dat het gevaar nog lang niet geweken is Trouwens het optreden der regeexing van Oosten rijk blijft onrustbarend, al deelde de Keizer-koning gisteren mede, dat. de buitenlamdsche toestand erop verbeterd was! Ingezondeu mefledeellngen. ir- /i HANDWERK CRIMINEELS ROMAN VAN HANS VON WIESA. (Vertaald met toestemming van den Duitschen uitgever.) 84) o— „Zij ziju vanmorgen vroeg doodgeschoten." „Door wien?" „Door deu jeugdigen houtvestersleerling." „Waarom?" „Op hevel van den houtvester. De lijken liggen daar ginds." „Verduiveld!" „En Behringer?" „Is natuurlijk zeer teleurgesteld en vertoornd heen gegaan, nu hij de honden niet mee kan nemen, dat kunt u denken. Hij zal nu zijn geluk alleen beproe ven." Mylins fronste de wenkbrauwen. „Wij mogen onzen tijd niet verpraten." Hij liep naar den houtvestersleerling, die op kleinen afstand stond. „Welke reden heeft houtvester Rott u gegeven, waarvoor de honden moesten worden doodgeschoten „Omdat zij uitgebroken waren en op buit waren uitgeweest 1" „Dat is een vreemde reden." „De houtvester is zeer streng," „Zoo. Gebeurt zoo iets wel eens- meer?" „Tot nu toe niet; d'e houtvester heeft een ©ngehoor- zamen hond wel eens- een brandmerk gegeven, maar doodgeschoten nooit." „En hoe wist de houtvester dat de honden op buit waren uitgeweest?" „Ik heb hot hem verteld. Ik moest hem alles mee- deelon." „Dat spreekt van zelf. Komaan, nu het huis in! Waar is de houtvester?" „Hij ligt te bed, mijnheer Mylius; zijn voet doet hem veel pijn." „Breng ons bij hem! Gaat u mee, heeren? Toen zij het- erf opkwamen, begonnen de- honden al len tegelijk te blaffen. De veldwachter was reeds van zijn paard gesprongen en bond! het aan een paal vastt. Toen het groepje heeren het erf schuin overstak en zij het huis naderden, vertoonde zich aan den ingang- van de deur een oude vrouw met grijs haar, die echter dadelijk, toen zij de vreemde hetenen zag, in huis ver dween. „Was dat de moeder van den. houtvester V „Ja, mijnheer." Zij begaven zich dadelijk naar de woonkamer. Er was niemand, maar door <$e openstaande deur die m de aangrenzende kamer uitkwam, zag men den hout vester, half gekleed', te bed liggen.. Hij wilde zich oprichten. „Liggen blijven!" riep do deleter. „U heeft uw voet verstuikt, niet waar? Mag ik eens zienIk hen dokter." De man nam het compres van zijn voet af. De heeren, die achter den dokter aankwamen, za gen een erg gezwollen en ontstoken enkel. De voet zelf was ook gezwollen.;: ook biet been tot bijna aan de knie toe was- ontstoken en mat bloed beloopen. De man leed werkslijk aan een ernsitige verwonding en de rechter van instructie zag met een spottenden lach den commissaris van -politie -aan. De houtvester kreunde van pijn en klemde de tan den op elkander. „Doet het pijn?" vroeg de dokter, die met ervaren hand den vont onderzocht- „En heeft- u met dien voet gisteren nog kunnen loepen? Het isi haast' niet te gelooven!" „Het ging ook heel slecht, ik heb woedende pijn gehad, dokter." De geneesheer schudde het hoofd. „Het- is mij een raadsel, hoe bet u mogelijk geweest is om daarmee te loopen. IT hjeeft, uw voet niet ver stuikt, zooals u %cht, hij i® gebrpljfcen. Vlak boven TWEEDE KAMER. De algemeen© beschouwingen over de Staatsbegroo- ting- werden gistermiddag voortgezet. De heer van D e d e m (C. II.), repliceerende, keerde zich o.a. tegen verhooging van de grondbelas ting, omdat de grondeigenaars door de grondbelasting- tweemaal getroffen worden. De heer Vliegen (S. D. A. P.) verweet de rech terzijde, dat zij de antithese weer op den voorgrond brengt. Spr. behandelde o.a. de wijze van voorberei ding van het wetsontwerp inzake de gemeente-finan- ciën, op welks inhoud spr. tevens eenige critiek uit oefende. Over de rijksfinanciën sprekende, wees spr. er op dat men in Engeland en 1 ran-krijk meer van de groote vermogens heft dan hier te lande. De minister heeft niet onwaar kunnen maken, zei spr., dat sinds 1891 het- percentage der directe belastingen in verhou ding tot dat der indirecte is gedaald. den enkel is de voet gebroken. Nadat u den voet liadt verstuikt, heeft u zeker nog een verkeerden stap ge daan." „Ja, dat is -zoo, dokter. Gisterenavond, nadat ik mijn leerling had uitgelaten, sleepte ik mij voort naar huis. Daar springt Unkas, een jonge, groote, wilde hond, tegen mij op, ik kan het zware dier niet, hou den, doe een stap op zij, maar viel tegelijkertijd op den grond. Toen heb ik mij verder op handen en voe ten naar huis- gesleept." „Hoe laat was dat ongevfe-er?" vroeg Molk. Rott wierp den1 spreker een blik uit zijn donkere oogen toe en antwoordde: „Het was pik donker. De houtvestersleerling was, zooals ik u zei, juist bij mij geweest om mij verslag te gevo'n van het ongeluk. „Nu. dat kan later nagegaan worden sprak de rechter van instructie. De dokter doopte het coinpres nu in een wasehkom, die op een stoel naast het bed stond, en wikkelde den zieken voet weder in. „Ik zal een voorloopig verband om den voet leggen; voor de rest moet uw eigen dokter maar zorgen. „Wij vinden het noodig hier een huiszoeking t© houden, mijnheer Rott. Er. zijn eenige zaken die op heldering wenschen", zoo wendde, zich de rechter van instructie tot den houtvester. „Zooals de heeren verlangen", luidde het kalme antwoord, „hoewel ik niet. weet wat ik met het onge luk te. maken zou hebben. De commissie was de woonkamer reeds ingegaan ©n Völk trok de deur achter zich toe. „II beschouwt het dus als een onmogelijkheid, dok ter, dat de man gisteren met zijn verstuikten voet een vrij grooten .afstand heeft afgelegd? „Totaal onmogelijk, mijnheer Biir." „Het is zeker moeilijk na tc gaan aan den toestand van den vc-ot, hoe lang geleden het ongeluk moet heb ben plaats gehad?" vroeg Völk. De arts liet zich neervallen op de breede, ouderwet- sche sofa met leder bekleed1 en zag de heeren beurt om beurt aan. Spr. betoogde de billijkheid van een hoogere op brengst der grondbelasting en verklaarde, dat de mi nister van financiën door zijn voorgenomen herzie- nfng- van do Tariefwet de volkswelvaart wil aantas ten. De heer Roodhuyzen (II.-L.) handhaafde te genover den heer Brummelkamp, dat de heer Dnys in Zaandam met hulp der anti-revolutionairen is geko zen en stelde den lieer Lobman! mede verantwoordelijk voor het ophitsen der volksklassen door de antithese. Spr. wraakte de zoölogische vergelijkingen (de brul- kikvorsch) van den heer Lobman, ter verdediging van de houding- der rechterzijde in zake de onderwijssub- sidiën. Vervolgens weerlegde spr. het obstructie-ver wijt, dat tot de linkerzijde is gericht. De heer Van Veen (C.-H.) repliceerde. Hij handhaafde zijn stelling, dat er obstructie valt te constateeren bij de linkerzijde en geeft weder een aan tal cijfers ten- beste van verschillende presentielijsten tot staving dier bewering. Ook loopen herhaaldelijk „Het breken! van den voet kan gebeurd ziju op den tijd die door den patiënt- wordt opgegeven." „Het breken?" herhaalde Völk met nadruk. „Maar het verstuiken?" Do geneesheer zweeg eenige oogenblikkentoen zei hij „Het is een eigenaardige breuk van den enkel. Of een spierverrekking reeds -eenige uren! te voren in vloed gehad heeft- op het weerstandsvermogen van den voet en door ee.n heftige beweging de enkel ge broken is, of dat de breuk dadelijk op de verzwikking is gevolgd, is niet met zekerheid te bepalen. Een verrekking der spieren, -zooals dikwijls voorkomt bij een zoogenaamde verstuiking, heb ik niet kunnen1 con stateeren. Tc constateeren is eigenlijk alleen de breuk." Allen zwegen. Völk knikte met- zichtbare satisfac tie. Allen waren onder den indruk van hetgeen zij gehoord hadden. ..Ik voeg hier echter nog bij", ging do dokter ern stig voort, ,,-lat ik deze omstandigheid, waaraan mijn heer Völk veel waarde schijnt te hecht en j misschien gedurende den tijd die voor de genezing noodig is, zal kunnen ontdekken, maar ook dat- is zeer onzeker. „Wij kunnen wachten," merkte Völk op. Nu ging hij naar de wape.nkast, die heel groot, maar zonder eenige versiering tegen den muur hing. Ze was ge sloten. Völk deed het kastje open, nam er achtereen volgens alle geweren uit en bekeek ze alle met de grootste n a u-wke urigbei dl Hij zocht er twee uit en reikte ze den officier van justitie toe. Dr. Mylius nam het cene in de hand, tastte in ziju zak, haalde er een patroon! uit en, zette ze op den loop. Do patroon was- kleiner dan de wijdte van den loop. Toen nam hij de. tweede buks ter hand. En het was een nieuwe' verrassing, toen dr. Mylius na herhaald© j pogingen verklaarde, dat hij tegen alle verwachting in een tweede exemplaar in handen had van die bij zonder zeldzame kleine kogelwijdte, evenals men bij de buks van Behringer had opgemerkt j .Werdt vorvelgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 1