DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het derde schot. mmii No. 299 Honderd en veertiende Jaarsrang. 1912 WOENSDAG 18 DECEMBER. Nieuwjaarswenschen. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Nieuwjaarswenschen Door uitsluitend Sunlight Zeep te gebruiken blijft het linnen en tafelgoed zoo wit als sneeuw. Zijdie zich met 1 Januari op dit blad abonneeren, ont vangen de tot dien datum verschij nende nummers gratis en franco. D e Uitgevers. In het nummer dat D I N S D A G 31 December (Oudejaarsavond) verschijnt, zal wederom gelegenheid bestaan tot het plaatsen van a 25 Cts. a contant De Uitgevers. STADSNIEUWS. VERZETZAAK. Telefoonnummer 3. ALRMAARSCHE COURANT AU RONDI SR KM KXTS RE< 111 B A X K Zitting van Dinsdag 17 December. Rieter visscher te Egmond aan Zee, is in verzet gekomen. Den 4den Juni beeft hij terechtgestaan wegens huisvredebreuk en is toen bij verstek veroor deeld tot 1 week gevangenisstraf. Hij drong binnen/ in de openbare school te Egmond aan Zee. en weiger de op aanmaning de school te verlaten, waaraan een bordje mot „Verboden toegang" was bevestigd. De Officier eischte bekrachtiging van het vonnis. MI EI 1 AN DEILIN G. Jacob A. en Jan B., beiden te Schermerhorn, staan terecht ter zake, dat zij in den nacht van 10 en 11 November Klaas Bras en Elisabeth Bakker mishan deld hebben. Klaas Bras bracht zijn meisje, dat aan den Omval woont, naar huis. Beiden hadden onderweg geschuild in de herberg van Smit aan het Heiligland, waar zich ook beide beklaagden bevonden met nog eenige ande re jongens uit Schermerhorn, n.l. G. Kuis en .1. Kop- pes. Toen het paartje op den Steeweg liep, kwam 't vier tal hen achterop en zei bij het passeer en „Goeden avond." Bras beantwoordde dezen groet met „Bon jour jongens," waarop het viertal afstapte en de beide beklaagden mishandeling pleegden door Bras te slaan en in de keel te grijpen. Zijn meisje, dat tusschen- boiden kwam, kreeg een slag in het gezicht en in de zij. De eerste beklaagde erkende te hebben geslagen, maar aan in de keel grijpen had hij zich niet schuldig gemaakt. De tweede beklaagde zeide niets anders gedaan te hebben dan eenige dreigende woorden te uiten om den eersten) beklaagde wat te kalmeeren. Get. Kuis verklaarde, ook getracht te hebben den eersten beklaagde tot kalmte te brengen. Een getuige a décharge, door den verdediger ge dagvaard, n.l. Th. Joh. Brouwer, verklaarde o. m., dat get. Kuis beweerd had, dat hij Bras ook in de keel had gegrepen, wat deze ontkende. De Officier eischte tegen elk der beklaagden een maand gevangenisstraf. De verdediger, mr. Offers, wees op dé mogelijkheid van een misverstand, daar h'et donker was. De zaak CB1MIXEELE BOMAN VAN HANS VOX WIE SA. (Verlaald met toestemming van den Duitsehen uitgever.) 35) o- De ioop werdi nu zorgvuldig nagekeken, waarbij dui delijk bleek dat de rechter loop pas korten jijd geleden zeer goed was schoongemaakt. Dr. My Ti us wou hiervan dadelijk bij den houtvester opheldering gaan vragen, maar Valk verzocht hem dringend daarmee te wachten. Hij wou in de eerste plaats de laarzen van den houtvester vergelijken met de afdruksels, die hij in dé kamer en op dé paden in het. park had! gevonden. In de keuken stond een paar hooge .jachtlaarzen, waarvan de zolen precies van hetzelfde model waren als het papier dat de commissaris in de hand1 hield. En toen Valk het plataanblad op de liak legde, kwa men zelfs de spijkergaatjes overeen. Alleen van het roodachtige kiezelzand vond) de politie-beambte niets, niettegenstaande zijn nauwkeurig onderzoek met de loupe. De laarzen waren doornat; hij had op den te rugweg dus moeten loopen door een moerassig gedeel te van het bosch. Het resultaat van dit onderzoek wekte algemeene belangstelling. De officier van justitie merkte op dat het toeval dikwijls eigenaardige overeenstemmin- - gen te weeg bracht. Volk wees dit vermoeden echter van de hand; daar hij bij den tuinman en zijn knecht reeds 's morgens vroeg een onderzoek had ingesteld. Het oogenblik scheen nu gekomen te zijn, waarop men dén) houtvester zelf zou ondervragen. De officier van justitie dééd de tussehendeur open. „Mijnheer Rott", zoo begon hij, „waarom heeft u vandaag twee van uw beste houden laten doodschie- kon ook te somber worden voorgesteld. PI. vroeg vrijspraak of een nader onderzoek; de beklaagden staan niet ongunstig bekend. Allewijn slager te Hem, gemeente Venhuizen, was den 30en October met een geweer aan het jagen in het land van Jacob Wagenaar te Blokker, zonder daartoe gerechtigd te zijn. Get, Wagenaar verzocht bekl. zich van het land te. verwijderen, waarop O. bru taal wierd en get, een klap gaf, voor welk feit hij thans te-recht stond. Het O. M. eischte tegen beklaagde 25 boete subs. 10 dagen hechtenis. OVERTREDING JACHTWET EN WAPENWET. Willem S. te den Helder, die schriftelijk een ver zoek om 4 weken uitstel van behandeling der zaak wegens ziekte had! ingediend, moest in hooger barpep terechtstaan terzake jachtwetovertreding. In den nacht van 14 op 15 September heeft hij on der Koegras gejaagd! met eenj lichtbak, waarbij hij door een rijks- en een gemeente-veldwachter werd ge snapt, Even later werd hij met een geladen geweer aangetroffen op den openharen weg, n.l. den Stroo- weg. Hij stond thaDe ook terecht terzake overtreding van de Wapenwet, Den 21en October werd dé zaak voor het kantonge recht te den Helder behandeld! en den 31em October d. a. v. werd bekl. veroordeeld! tot 3.50 boete subs. 3 dagen hechtenis. Het O. M. van het kantongerecht was van dit von nis in hooger beroep gekomen. De Officier meende op verschillende gronden, dat het vonnis van den kantonrechter diende te worden vernietigd en eischte 5 dagen hechtenis wegens over treding van dé Jachtwet en 4 boete subs. 4 dagen hechtenis wegens overtreding dér Wapenwet. II. R., die gelijk met den beklaagde uit de vorige zaak terechtstond, was door den kantonrechter vrijge sproken. Bekl. had weten te ontkomen, toen de onbe zoldigde rijksveldwachter hem zou grijpen, doch in verband met mededeelingen van den beklaagde uit de vorige zaak werd later het wapen in beslag genomen. Ook van dit vennis was het O. M. bij het kanton gerecht in hooger beroep gekomen. De Officier eischte- terzake Jachtwet-overtreding 7 dagen hechtenis en wegens overtreding van de Wa penwet 4 boete subs. 4 dagen hechtenis. MISHANDELING. Joh. W. to den Helder kreeg den 9en November op den vischaf.slag aldaar woorden met Maarten Post, evenals beklaagde visscher aldaar. Poat schold W. uit voor „dief," waarop bekl. hem een slag op het hoofd toebracht, De Officier eischte 10 boete, subs. 10 dagen hech tenis. OVERTREDING DRANKWET. Pieter Iv„ logementhouder te dén Helder, is in hoo ger beroep gekomen van het vonnis van den Kanton rechter aldaar, waarbij hij, wegens het tappen van bier zonder verlof aan verschillende personen, is ver oordeeld tot 2 maal 8 dagen hechtenis. De Officier eischte bekrachtiging van het vonnis van den kantonrechter. MISHANDELING. Gijsbertus v. d. M., metselaar te Anna Paulowna- Polder verkeerde den lTden. November in een door geestrijk vocht sterk geprikkelde levendigheid, welke als gevolg met zich meebracht, dat hij ruzie ging ma- keu. De gemeenteveldwachter Boekei, die tusschen- beide kwam, werd' daarbij een slag in liet gezicht toe gebracht. De Officier eischte deswege een week gevangenis straf tegen beklaagde. ten Kreunend! richtte de man zich een weinig op. „U jaagt., mijnheer Mylius. U zult begrijpen, dat een oude africhter van honden woedend wordt wan neer hij hoort dat twee zijner beste dieren zooaD men meent niet kunnen nalaten op eigen houtje op jacht te gaan. Wat heb ik mij voor die beesten een moeite gegeven! Alles voor niets. Zelfs in den nacht loopen ze als ellendige wildstroopers in het bosch rond, ze verscheuren het wild, laten het stil liggen, zoodat het ligt te bederven of ze halen dé wilddieven hier in het bosch! Het kan wel wezen dat ik, door de pijn die ik te lijden had, te weinig ge duld met hen gehad' heb, ja ik moest dat vooral niet vergeten ze-Lalen mij de politie op mijn dak, want ik hoor dat de commissaris van politie 's nachts hier toegang gevraagd! heeft nu, kort en goed, van morgen in de vroegte heeft mijn leerling de- beide zi geuners moeten doodschieten." „Was de hondenloop niet gesloten van nacht?" „Mijnheer Yölk heeft te vergeefs getracht bij u binnen gelaten te worden", merkte Mylius op. „Die was gesloten, evenals altijd. Maar in den hoek bij den koestal hebben de vagebonden onder het touw door de vlucht genomen. Als ik u vragen mag, mijnheer Mylius", ging Rott voort, „u heeft daar meen ik, mijn acht, millimeter in uw hand." „Ileeft. u daar gisteren mee geschoten?" „Ja, mijnheer. Gistermorgen vroeg heb ik met den kogel uit den rechter loop een roozen- of kiekendief uit cj^e lucht gehaald. Dat is toch niets buitengewoons vooi' een houtvester om een geweer af te schieten." „Neen, buitengewoon is alleen het kaliber van de buks. De kogel, waardoor gisteren een menschenle- ven vernietigd werd, is d'oor een dergelijk geweer af geschoten." „Het is niet de eenige van die soort-, mijnheer de officier van j.ustitie, ik geloof dat u het terrein maar eens wilt verkennen; u weet immers dat ik niet uit mijn huis weg kon „Ontvangt u schietgeld voor klein, roofgedierte?" „Ja." 1" -r t Cornells R., landbouwer te Oude-sluis kreeg der. 13en November, toen hij vertoefde in de herberg en kapperswinkel van Oudendijk, ongenoegen met O. Ka per. Het kwam tot, een vechtpartij, waarbij Kaper bc-kl. op den grond wierp en hem de keel vast hield. R. trok een groot knipmes en hrac.ht hiermede Kaper een steek in den mg toe. Get. merkte pas later, dat er bloed) langs zijn rug j liep, de verwonding had geen ernstige gevolgen. Bekl. j zeide uit zelfverdediging te hebben gehandeld. De Officier eischte tegen beklaagde, die gunstig bekend staat, 2 maanden gevangenisstraf. VALSGHHE1D IX GESCHRIFTE EN OPLICH TING. II. J. L. S., zwervende, wiens kameraad T. reeds in Januari werd! gearresteerd, hebben indertijd samen op aansporing van S. een bedelbrief opgesteld. Ze gaven voor schippers te zijn, wier schip bij Medemblik aan den grond geraakt en daarbij lek geworden was, zoo dat ze zonder middel van bestaan waren. De brief was onderteekend met J. Winkel, burgemeester van Medemblik. De handteekening was door bekl. nage maakt. van die, welke door den burgemeester was ge zet onder een vergunning voor verlof welke hing in de slaapstee, waar bekl. vertoefde. Mejuffrouw Slagter te Hoogwoud was er hierdoor toe gekomen, bekl. 10 cts, te geven. De Officier eischte wegens oplichting en valschheid in geschrifte 4 maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. Dorbeck, refereerde zich aan het, oordeel der rechtbank. VERNIELING. K. W. H., slagersknecht T. H. S., bloemist, C. S. N. II. P., plaatwerker en O. S., allen te Alkmaar heb ben in den avond van 8 October van eenige in aan bouw zijnde perceelen aan den Westerweg verschillen de stukken hout ontvreemd, alsmede een handkar, waarvan ze. een vuurtje gestookt hebben. Be eigenaar, de timmerman Hoekmeyer, diende nog een eisch tot schadevergoeding in, welke vorde ring echter te laat werd' ingediend. Door get. Smorenberg, sigarenmaker en J. Nieuw- land, bloemist werden eenige inlichtingen verstrekt. De beide eerste beklaagden waren absent, de moe ders van de beide jongste, die den1 18-jarigen leeftijd nog niet hebben bereikt, legden eenige verklaringen af. Dc Officier wees er op, dat er den laatsten 8-Oc- tober zeer hevig feest, gevierd) is: on al kon er zulk een dag wel iets door dé vingers worden gezien, zooals het de laatste maal toeging kan mi,et worden getole reerd!. Z. E. A. hoopte, dat in het vervolg krachtiger zou worden opgetreden, zooijat de politie dadelijk de bedrijvers van ergerlijke baldadigheden zou arrestee ren en opbergen tot na afloop van het feest,. De Of ficier zeide te hopen, dat een krachtige aanmaning dienaangaande van het hoogere gezag niet noodig zou zijn. Tegen de beide beklaagden boven de 18 jaar werd „Ja." „Dan heeft u zeker de klauwen van den roover?" „Zeker", antwoordde de houtvester lachend, terwijl hij een oogenblik zijn pijn vergat, „d;e klauwen heb ik afgesneden. Zij zitten zeker nog in mijn weitasch." Dit werd nagezien en bevestigd. Intusscken was de rechter van instructie naderbij gekomen en sprak fluisterend met dl'. Mylius. De officier van justitie knikte bevestigend en gaf den secretaris een wenk, waarop deze plaats nam aan de tafel in de woonkamer, nadat hij pen en inkt voor den dag had gehaald. De commissaris stond! aan de schrijftafel en bla derde in dé papieren, die daar verspreid lagen. ,,lk mag aannemen, mijnheer Rott", sprak de rech ter van instructie, „dat u begrijpt wat de reden is van onze komst. Ik moet nu als rechter van instruc tie eenige vragen aan u doen, die u naar uw beste we ten en nauwgezet moet beantwoorden. Uw antwoor den worden opgeschreven en het papier zal u daarna tot. onderteekening worden voorgelegd." IIij zweeg eenige oogcnblikken. „Wees zoo goed een aanvang te maken," zeide Rott. „Ik heb niets te verzwijgen." „Dat u de jonge dame, die bier gisteren doodge schoten is, kende, weten wij reeds. Ileeft u iets ge weten van haar plan o-m hier te komen?" „Ja." „Waardoor heeft u daarvan kennis gekregen?" „Zij heeft, het mij geschreven." „Wat. gaf zij op als reden van haar komst?" „Zij wilde luitenant Behringcr en do freule, zijn verloofde, zien." „Een vreemde reden voor eera vrij omslachtige reis. Hoe kwam de jonge dame eensklaps op dat plan?" De houtvester'zweeg. .Een oogenblik later zeide hij „Ja, wie kan dat weten. Een meisjesgril!" „Heeft u geregeld! met haar gecorrespondeerd?" „Neen. Eens op eeïi dag kreeg' ik dien brief." „Heeft u niet eerst aan haar geschreven?" „Neen." GEBRUIKS AANWIJZING ROND IEDER STUK. 10 boete subs. 10 dagen hechtenis, tegen die bene den de 18 jaar 10 boete subs. 2 weken tuchtschool- straf geëischt. Voor de beide jongs-te beklaagden trad als verde diger op mr. Verdam, die eenige verzachtende om standigheden naar voren bracht. BELEEDIGING. P. R. te Orootebroek, P.-B. te Lutjebroek en N. r. d. O. te. Bovenkarspel, allen landarbeiders hebben zich in den nacht van 29 op 30 September op de kermist te Westerblokker slecht gedragen. Aan verschillende vernielingen in een herberg, waarvoor ze thans niet terechtstonden, hebben ze zich schuldig gemaakt. Den rijksveldwachter Riensma van Hoorn hebben ze ern stig uitgescholden, terwijl dé laatste bekl. riep „Sla hem dood." Tegen elk der drie beklaagden eischte de Officier 1 maand gevangenisstraf. De heer mr. van der Hoeven trad als verdediger op. Burgerllike Nland. BERGEN. (Nov.) Geboren: Elidius Alfred, z. van Cornelia Grootes en Trijntje Rood. Christiaan. z. van Gerrit Jan Wijnbelt en Hendriea Snel. Maria Grietje, d. van Cornelis Spruit en Trijntje Leeuwenkamp. Albert, z. van Jan Adrianus de Rooder en Adriana Jansen. Catharina, d. van Martinus Kleverlaan en Cornelia Frederiks. Cornelis Theodorus, z. van Albertus Wokke en Catharina Schol Overleden: Johanna, d. van Ilendiik Schotten en Catharina Klanker, 7 m. Johannes Ramondt, echtgen van Elisabeth Maria Stam, 51 j., overl. te Alkmaar. „Hoe kan zij dan weten dat. zij mijnheer Behringcr hier op Beukenwoud! vinden zou?" „Dat heb ik haar geschreven." „En u zei eerst dat u niet met haar correspondeer de." „Dat was niet. precies waar. Eén brief, dat geef Ik u toe heb ik vroeger van haar .gekregen. Zij vroeg hoe het met! Behringer ging en daar heb ik haar op geantwoord." „Dus, de brief, waarin zij haar komst aankondigde, was de tweede dien u van haar ontvangen hebt?" „da." „Iloe kon de jonge dame uw adres weten als zij toch nooit iets van u hoorde?" „Toen ik déze betrekking kreeg heb ik haar weer .een- geschreven, hetgeen ik in lang niet gedaan had." .„Hoe kwam dat?" „Omdat u het mij vraagt zal ik het u zeggen, ik heb haar ten huwelijk gevraagd." „Hm! En zij heeft u bedankt?" „Ja." „Dat is dus al de derde brief, die ge eerst na rijp beraad noemt." In het gegzicht van den houtvester kwam geeti be weging; zijn oogen alleen haddén een harde, eon s f ijfhoof dige uitdrukking. „Ik ben een heel eenvoudig man, mijnheer; ik zeg wat mij voor den mond) komt en deuk niet eerst na wat ik zeggen zal." „Van wien heeft- u gehoord op welken dag' de offi cier van justitie hier kwam jagen?" „Van luitenant Behringer." „Wanneer wa® dat?" ..Eenige dagen geleden." „Heeft u nadat u dat wist nog eens aan juffrouw Erey geschreven „Neen." „Op welke, manier heeft u nu brieven aan het jonge meisje veraonden?" .Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1912 | | pagina 5