DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De beste voor den prijs. Honderd en vijftiende Jaargang. 1913 No. 5 DINSDAG 1 JANUARI Uitstekende, gezonde, dagelijksche drank. Verre te verkiezen boven koffie en thee. Opwekkend en zenuwsterkend. Vooral voor kinderen zeer aan te bevelen. Uit een Kilogram van 1.50 maakt men 200 koppen. Verkiezing Kamer van Koop handel en Fabrieken. FEUILLETON. In het Land ran den Dollar. De nieuwe Politieverordening. STADSNIEUWS, - «'-L# ALKMAARSCHE - rfSiSTftfyrjiTi^af1!f'Tir rfr?- ^''r*, 'V "i/'i. -'ftrftri.'ir■- i,J.\ '1825SH8ES8SBT" BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen, ter voldoening aan artikel 10, alinea 4 van het Algemeen Reglement voor de Kamers van Koophandel en Fabrieken, ter kennis van belangheb benden, dat de verkiezing, ten gevolge van de niet- aanneming zijner benoeming tot lid dier Kamer in deze gemeente door den heer J. C. BAAN, is.bepaald op Donderdag 9 Jannari 1913, van des namid dags D/j tot 31/2 uur, in een der lokalen van det Stadhuis. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter, DONATH, Secretaris. Toen. de algemeene politiev-erodening nog maar ont worpen was hebben wij ons een kleine spotternij ver oorloofd, omdat er dirie en negentig bladzijden vol het-is-verboden'® waren gedrukt. Nu de verordening aangenomen en in werking ge treden is, zal men het spotten wel laten. Immers thans wordt ieder ingezetene en zelfs niet-ingeze- tene verondersteld op de hoogte to zijn van gl die strafbepalingen. Men zal er mee te maken kunnen krijgen en er vermoedelijk niets van weten. Daarom laten we hier verschillende bepalingen der nieuwe verordening volgen, welke waard zijn onder algemeene aandacht te worden gebracht. Het kan goed zijn, dat men niet enkel zelf de artikelen leest, maar op sommige ook de aandacht vestigt van de kin deren en van het personeel. Blijkens art. 1 zullen voortaan onder openbare we gen ook worden verstaan trottoirs en stoepen, voor zoover die voor het algemeen verkeer openstaan. In de bepalingen ter voorkoming van brand1 zijn tal Roman van LENE HAASE. 4) o— Reeds stoomde de trein binnen. Als een losgelaten bende stortten de passagiers zich op de portieren. Loc voelde een groote; dankbaarheid jegens haar redder, die haar handkoffer en valies afnam en haar eindelijk in een vrije coupé hielp. Toen sloot hij het portier, zoodat. niemand uit do menigte meer kon bin nendringen. Hij had: zich niet voorgesteld en de reis naar Bremerhaven werd zwijgend afgelegd. Daar nam hij weer haar bagage en geleidde haar veilig aan boord van de „M olga. Toen nam hij met beleefden groet afscheid. Dat was de. gereserveerde heer van nummer zeven geweest. Sedert had' zij niet meer met hem gesproken. De kapitein, de dokter en de eerste machinist haddon weldra beslag' op haar gelegd. Oom Dercksen, den eersten machinist, bezocht zij voormid dag» in de machinekamer, waar hij haar alles moest uitleggen en dejeuneerde later bij hem in zijn ruime hut. Op de gemakkelijke sofa van den kapitein hield zij haar middagslaapje of las zee-romans en knabbelde daarbij pralines. Tegen theetijd bezocht zij dokter Burghard en bezichtigde met groote belang stelling' zijn preparaten en botanische verzamelingen, s Avonds speelde zij met papa Hansen en oom Derck- sen skat. Zoo was Loe's dag' volkomen gevuld aan boord van do „Wolga". Een aangeboren, gezonde humor en de vreugde aan de strenge Potsdammer tucht te zijn ont snapt, droegen er veel toe bij om haar over de eerste teleurstelling- heen te helpen. Zij maakte zich vreo- lijk over haar medereizigers, die zij in prachtige cari- eaturen vereeuwigde. Dreunend gelach ging er op, als zij ze '9 avonds in den officierskring liet rond gaan. Zij vond het niet beneden haar waardigheid om met Peter, den scheepsjongen, rooftochten naar de provisiekamer te ondernemen of oom Dercksen een bloemstuk op den kalen schedel te schilderen, als hij een dutje deed. Loe wasi de kabouter van het schip. Nu stond zij altijd nog boven op de commandobrug', hoewel het donker was geworden en gevoelig' koud. Papa Hansen werd bezorgd. „Wilt u niet liever in die warmte g'aan, juffrouw Loe?" „Och neen! Waar moert ik ook heen?'' „Gaat u toch in mijn kajuit." „Daar ruimt de hofmeester op." „Bij oom Dorcksen?" „Die slaapt immers! 1" „Hoe denkt u over de eetzaal?" Loe trok den neus op. „Och hemel, daar zit dadelijk weer een Fobische Jood naast me!" „Of de rookkamer?" „Neen, daar zou een Joodsche Pool kunnen ko- Dan wil ik liever den dokter overvallen, die van wijzigingen aangebracht, Schoorsteenen waarvan de rook aan de buren hinderlijk is, moeten binnen den door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijd zoodanig ingericht of verhoogd worden, als door dat College wordt voorgeschreven. De gebruiker van een perceel met een of meer schoorsteenen, moet zor gen, dat deze, ongeacht of daarin gedurende het ge- heele jaar of alleen gedurende den winter wordt ge stookt, ten minste éénmaal in het jaar en wel in de eerste helft, daarvan geveegd worden. Art. 8 bepaalt, dat het verboden is, leder en andere, bij het verbranden stankverspreidende stoffen, te ver branden. Zij die werkzaamheden verrichten op goten of da ken, waarbij heet of gesmolten metaal gebezigd wordt, moeten zorgen dat deze werkzaamheden in de maan den April tot en met September van 's morgens 6 tot 's namiddag-s 5 uur en in de overige maanden van des morgens 8 tot des namiddags 3 uur plaats hebben. Het vuur om de metalen te smelten of heet te ma ken moet op den vlakken grond1 in een ijzeren pot ge- pluatst worden. Bij feesten, tooneelvoorstellingen of vermakelijkhe den, waar aan het publiek, met of zonder betaling, toegang wordt verleend, moeten van het oogenblik dat de localiteit voor het jubliek is opengesteld tot slui ting, eenige in art. 15 bepaalde voorschriften worden nagekomen, waarvoor degene, in wiens localiteit fees ten enz. worden gegeven, aansprakelijk is. liet is verboden in localiteiten, genoemd in het vorige artikel, gedurende den aldaar aangegeven tijd, na waarschuwing door de politie: lo. te rooken, of zich met een brandende sigaar of een brandende pijp te bevinden, behalve in de opzettelijk daarvoor be stemde gedeelten; 2o. eene plaats in te nemen in de too- of doorgangen naar en tusschen de zitplaatsen; 3o. petroleum te branden of stoven met vuur in ge bruik te geven, of voorhanden te hebben, waar zulks bij besluit van Burgemeester eu Wethouders is verbo den. Bij elke overtreding- vau een der bepalingen ge noemd sub 1 en 2 van dit artikel, kan de overtreder door de politie uit het lokaal en bij verzet uit het ge bouw verwijderd! worden. Ook de. bepalingen bij brand hebben eenige. aanvul ling ondergaan,. I)e ambfenaren van gemeentewerken en bouwpoli- ti^, mits voorzien van hunne aanstelling, en de amb tenaren van politie en het personeel der brandweer, mits voorzien van hunne onderscheidingsteekenen zijn bevoegd, met inachtneming van de bepalingen dor Wet van 31 Augustus 1853, Staatsblad No. 83, ondanks den wil der bewoners, ten allen tijde binnen te treden, zoowel de woning waar brand woedt, als die, waarvan het betreden tot het blusschen, of stui ten van brand vereischt wordt, alsmede brandslangen daardoor of daarover te leggen. Het zal voortaan verboden zijn: lo. bij brand de herbergen geopend te hebben, indien de Burgemees ter de sluiting noodig oordeelt en daarvan aan den houder dier inrichting heeft kennis gegeven; 2o. na de aangezegde sluiting en vóór de opheffing van het. bevel tot sluiting, sterken drank te verstrekken. Ook ten aanzien van het marktwezen zijn verschil lend^ bepalingen aangevuld, terwijl er eenige nieuwe aan zijn toegevoegd: Hij, die een plaats op een weekmarkt inneemt en niet in het bezit- is van een door den marktmeester af gegeven bewijs, of die weigert dit op dé eerste aan vraag van de in art. 35 genoemde ambtenaren te ver tonnen, of desverlangd af te geven, zal van dé markt worden verwijderd, onverminderd dé straf op de over treding gesteld. Het is verboden zonder vergunning van Burgemees- tei en Wethouders, paarden, vee of koopwaren, waar voor een bepaalde marktplaats is aangewezen, op den daarvoor bestemden marktdag elders op don openba ren weg ten verkoop aan te bieden, to verkoopen, to koopen of uit te stallen. Het is verboden gedurende de jaarmarkten ■en gedurende de weekmarkten, voor zooveel de ze laatsten gehouden worden op Maandag, Vrij dag of Zaterdag, met rij- of voertuigen, met paarden of andere trekdieren bespannen, door do Houttilstraat (genaamd Houttil'), dé Koningstraat, de I ieterstraat., op beidé) zijden dér Mient-, op dén Voor- en op den Zij dam en op het Waagplein te rij den. Dit verbod is niet toepasselijk op wagens en voertuigen, waarmede vee wordt aan- of afgevoerd, alsmede op die, waarmede vruchten naar de fruit- tpch geen nuttige bezigheid, men mikroscopeert, dat papa Hansen!" Vlug klom zij de trap af. „Bonjour, ondeugd, riep de oude man. De man aan het roer en de andere officieren keken haar lachend na. Loe kwam van het boot-sdek op het promenadedek en vandaar nog lager, waar apotheek, spreekkamer en de hut van den dokter lagen. Naast schot drie zat de matroosi Klaas te domme len, TuM«h»n zijn b»»nen stond ##n emiuer teer met een kwast or in. Zonder een oogenblik te aarzelen streek zij he.o een paar maal flink met- de kwast door het gezicht. Toen verdween zij in de hut van den dokter. ..O. eden avond! Daar ben ik!" Dokter Burghard strekte beidé handen bescher mend over zijn proparaten uit. „Ongepast! Schud u niet zoo af! 1" bent klets nat!!" „Och wat, ruimt u dien ropimel maar op!" zei Loe minachtend en duwde den druipenden zuidwester op den kapstok, de óljejas vloog in den hoek. Zij wreef de handen. „Ik ben heelemaal verkleumd. Zal ik thee zotten, collega Sedert den cursus in de ziekenverpleging beschouw de Loe zich als tot het gilde behoorend'. „Alstublieft!" zei de dokter lachend en ruimde zorgvuldig zijn preparaten en instrumenten weg. Hij vond het prettig- te zien, hoe die flinke, slanke han den den samovar hanteerden. Dokter Burghard was een eenigszius verwend heer; hij had zijn eigen koffie- en theestel mee aan boord van „dezo schuitgebracht en ze uiterst vernuftig op een zijplank vastgeschroefd, zoodat het slingeren van het. schip niet hinderde. Loe zat gemakkelijk op de sofa, de samovar begon te zingen, en het werd uiterst gezellig in de hut, waar planken met boeken, allerlei wapens' en curiositeiten waren aangebracht. „Egypte of Rus?" „Rus natuurlijk! II weet toch, dat ik zelf een halve Rus ben." Loe nam een der sierlijke sigaretten, en pafte mot zichtbaar behagen blauwe wolkjes voor zich uit. Dat had tante in Potsdam nooit gaarne gezien; maar nu was zij vrij, vrij, vrijZij herinnerde zich, hoe markt en koopwaren of vee ter weging naar de Waag worden gebracht. Een ieder is het verboden, de plaats, welke hem j vergund is op de markt in te nemen, door een ander te laten gebruiken of bezetten. Ieder, die op een j markt, hinderlijk is, moet zich op de eerste vordering' j van de politie, den gemeente-controleur, den markt- meester en, voor zoover de groote kaasmarkt betreft, ook den opzichter der kaasdragers van de markt ver wijderen. Het. is verboden op de botermarktlo. na teut-boter anders aan te voeren, te hebben of ten verkoop aan te bieden, dan in stukken of zoogenaamde koppen, we gende één kilogram of vijf hectogram; 2o. kunstboter, onder welken naam ook, aan te voeren, te hebben of ten verkoop aan te biedén; 3o. de boter aan te raken anglers dan met in zindelijken staat zijnde spanen of daarmede gelijk fe stellen voorwerpen. Een ieder die op de graan- en zaadiniarkt een partij zaad of graan aanvoert., is verplicht, te zorgen, dat op die partij zijn vermeld het aantal zakken en dé hoe veelheid hectoliters, waaruit de partij bestaat, bene vens de naam of de beginletters van den naam van den eigenaar. Het is verboden de ter fruitmarkt en groentenmarkt aangebrachte koopwaren zonder toestemming van den eigenaar, aanvoerder of verkooper aan t.e raken. Eveneens is het verboden in het openbaar onrijp ooft uit te stallen, te verkoopen, ten geschenke te geven of daarmede te venten. Wordt vervolgd. DE BEVESTIGING IN DE NED. HERV. KERK. (Vervolg). Wij hebben de dingen uit te spreken tegen elkander en God te bidden dat Hij ons wijze den weg, ook in de toekomst. De belijdende gemeente van Christus heeft, niets te vreezen, daar het vast staat, dat Christus haar z a 1 bouwen, aangezien hij gezegd heeft: „Gij zijt Betrus en op deze Petra zal ik mijne gemeente bouwen en de poorten der hel zullen, dezelve niet overweldigen," waarmede bedoeld wordt, dat de poorten van het do-odenxijk nooit, zullen overweldigen de gemeente van Christus. Al wat leeft, valt dén dood1 onvermij delijk toe, maar met de leer van de geloofbelijdeiide gemeente zal dit nooit het geval zijn. Alle tegenspoed cn alle strijd, ook alle onaangename botsingen wer ken er toe mede, dat de gemeente nooit slapen zal den doodenslaap. Als wij ongestoord voortgaan, dan zou den wij gaan droomen van een vrede. Maar nu do stormen van den twijfel en bestrijding opsteken heb ben wij ons met de hand op 't hart af te vragen, of Jezus niet is do Christus, de zoon van den levenden God. I)e kerk heeft te leven en zal den dooden slaap niet, slapen. De Heiland heeft het zelf beloofd. De leden van de kerk hebben als ambtsdragers te zingen het loflied van de verlossing en Christus aan te prij zen in handel en wandel, opdat daardoor de tegen stander in jaloerschheid zal zeggen: „Ik wilde, dat ik gelooven kon." Zoo moeten de geloovige lidmaten van do kerk van Christus werkzaam zijn in den dienst der verzoening. Zelfs een Johannes heeft geprofe teerd dat er vele valsehe profeten zullen uitgaan in de wereld en heeft gezegd: Hieraan kent gij den geest van God, alle geest die belijdt dat Jezus Christus in het vleeseh gekomen is, die is uit God. Maar die dat niet belijdt, die is uit God niet, maar dito is de geest, van den Antichrist, Zoo spreekt de Apostel, waarvan de meesten in onze dagen zeggen, dat zij van allen het t beste met hem zouden kunnen vinden eu zelfs Pau- 1 us zegt „Indien iemand] Jezus Christus niet lief he.eft die zij een anathema, een vervloeking. Mara- nathaHij komt. Na meerdere aanhalingen omtrent Paulas werd' ge zang 48, vers 3 en 10, gezongen, waarna, het formulier der bevestiging te kwart over 11 door ds. de Pree werd voorgelezen. Nadat dis, de Pree de voorgeschre ven vragen had gesteld, werden deze vragen door alle heeren beantwoord met de woorden: „Ja, in geest en in hoofdzaak," De heer Tuin alleep antwoordde met „Jn." Ds. de Pree zeddé hierna het. volgende: Mijne heeren! Gij verwacht van mij geen koogge- stamden lof en gelukwensch. Het is mij aangenaam, dat gij dit reeds van te voren wist eu dus niets an ders verwachtte. Ik heb, terwijl gij Maar «tondt, en antwoord gaaft, aardig het was geweest, als .mamaatje in haar luchtig' kanten négligé ap den divan had gelegen, in mat, rooskleurig licht, met de kleine Russische sigaret tus- schen de roode lippen. vroeger, op Grosz-Kossar- ten. Dokter Burghard beschouwde met lachend welge vallen het. jonge, bloeiende meisje met het bloeiende, pittige gezicht, do ondeugende oogen en het krullende bruine haar. Alsof het vanzelf sprak, deed' z ij hier aan boord alles, wat zij wilde. Het scheen onmogelijk er iets kwaads van te denken. Het was misschien, die echt oest-Elbische, maar verbazend naïeve trots, die haar daarvoor behoedde. „Een M ersieu doet dat nietkon zij zeggen, als haar iets niet paste, en daarbij het hoofd in den nek werpen, zooals het haar lievelingsgewoonte was. „Do wind wordt minder merkte de dokter op. „Ja, helaas!" zei Loe. „1 denkt maar aan uw plezier, freule! Maar in bet tussckendek ziet het er vreeselijk uit. 't Is tijd, dat de mensehen weer eens in de lucht, komen." „Het moet vreeselijk zijn, in die enge ruimte en in die slechte lacht opgesloten te zitten...." Loc rilde. „Breng't u mij eens naar hot tusschendek, dokter!" „Eigenlijk geen tafreel voor u. Maar voor het ba gage-ruim is het een heel interessante groep, als u die eens wilt zien," „O, ja, kom. meet" Loe was al opgestaan en ging achter den dokter de smalle gang door, dio naar het tusschendek voerdo. De reuk, aan elk landverhuizersgozelschap eigen, sloeg hen hier geconcentreerd' tegemoet. Tegelijk werd het doffe gegons van veel stenunen, halfvers-tikt kreunen van kleine kinderen on de tonen van een harmonica hoorbaar. ,jr |W»rdt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1