DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 26.
Honderd en vijftiende Jaargang.
1918
VRIJDAG
81 JANUARI
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk II,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Kiezerslijst-
Telefoonnummer 3,
Kunnen militairen voorstanders der
vredesbeweging zijn?
BINNENLAND.
ALKMAARSCHE
De Burgemeester der gemeente Alkmaar,
Gezien de artikelen 11, 12 en 13 der Kieswet,
Noodigt de mannelijke inwoners der gemeente uit,
die vóór of op 15 Mei a. s. den leeftijd van 25 jaren
hebben bereikt en geplaatst wenschen te worden op de
lijst, aanwijzende de kiesgerechtigden voor de Tweede
Kamer der Staten Generaal, de Provinciale Staten en
den Gemeenteraad, voor het jaar loopende van 15 Mei
1913 tot 15 Mei 1914, voorzomer die inwoners
dat kiesrecht niet ontleemn aan een aanslag in de
Rijks directe belastingen over het laatstverloopen dienstjaar
in de gemeente Alkmaar opgelegd (grond- en personeele
belasting, dienstjaar 1912; bedrijfs- en vermogensbe
lasting, dienstjaar 19111912) daarvan ter Secretarie
der gememate vóór 15 Februari a.s. te doen blijken op
de volgende wijze:
lo. wanneer zij over het laatstverloopen dienstjaar
in een andere gemeente of in andere gemeenten in
eene of meer der Rijks directe belastingen aijn aange
slagen geweest (in de grondbelasting voor minstens
l)door inlevering van de voor voldaan goteekenda
aanslagbiljetten van alle die belastingen, waarin
men is aangeslagen geweest, welke biljetten na *de
vaststelling der lijst worden terug gegeven;
2o. wanneer zij aanspraak op kiesrecht meenen te
kunnen maken van te zijn mede-eigenaar van onroe
rende goederen in een onverdeelde nalatenschap, om
dat hun aandeel in den niet te hunnen name gestelden
aanslag in de grondbelasting voor die goederen ten
minste 1 bedraagt, door inlevering van een ter
secretarie daarvoor kosteloos verkrijgbaar gesteld for
mulier, vergezeld van de noodige bewijsstukken, waar
toe behooren het aanslagbiljet of een afschrift daar
van en de noodige bescheiden ten bewijze van het ge
meenschappelijk bezit;
(Deze bewijsstukken worden na de vaststelling der
lijst terug gegeven.)
Personen, mlletide onder de belastingschuldigen sub lo
en 2o., kun-en geen aanspraak op kiesrecht ontleen maan
de gevallen, hiei-na sub 3o. behandeld.
3o. a. wanneer zij als hoofden van gezinnen of als
alleen wonende personen in deze gemeente op dan 31
Januari 1918 hebben bewoond sedert 1 Augustus 1912
krachtens huur één huis of een gedeelte van een huis,
dan wel hoogstens twee huizen of gedeelten daarvan
(al of niet met bijbehoorenden of gehuurden grond of
niet ter bewoning bestemde bijlokalen of bijgebouwen),
waarvan de per week berekende huur minstens 1.50
heeft bedragen (h u u r k i e z e r s),
of krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur een
zelfde vaartuig van tenminste 24 kubieke meter in
houd of 24000 Kg. laadvermogen (vaartuigkie
zers);
b. waaneer zij op 31 Januari 1913 sedert 1 Januari
3912 onafgebroken in dienstbetrekking zijn geweest bij
één of niet meer dan twee patroons, ondernemingen,
openbare of bijzondere instellingen of als inwonende
zoons werkzaam zijn geweest in 't bedrijf of beroep
hunner ouders en als zoodanig over 1912 hebben geno-
^d0 inkomen, of vrije kost en 200 inkomen, of
wel vrije kost, inwoning en 125 inkomen (loon
kiezers);
0. wanneer zij op 1 Februari 1913 in het genot zijn
van een pensioen of lijfrente van 400, verleend door
eene openbare of bijzondere instelling of door eene on
derneming (pensioenkiezers);
(Voor hen die in beide gevallen, sub b en c vermeld,
verkeeren, kunnen inkomen, pensioen en lijfrente wor
den samengeteld ter bereiking van het vereischte be
drag van 400.)
1. wanneer zij op 1 Februari 1913 sedert 1 Februari
1912 den eigendom met reeht van vrije beschikking
hebben van minstens 100 nominaal, ingeschreven in
een der Grootboeken der Nationale Schuld (Groot
boekkiezers),
of van minstens S0, ingelegd in de Rijkspostspaar
bank, in eene gemeentelijke spaarbank of in eene, be
heerd door het bestuur van een rechtspersoonlijkheid
bezittende vereeniging, van eene naamlooze vennoot
schap, van eene coöperatieve vereeniging of van eene
stichting (spaarbankkiezers);
e. wanneer zij met goed gevolg een examen hebben
afgelegd, ingesteld door of krachtens de wet ef aange
wezen bij een algemeenen maatregel van bestuur
(e x a m e n k ie z e r s),
door inlevering van daartoe strekkende ter gemeen
te-secretarie kosteloos verkrijgbaar gestelde formulie
ren, waarbij voor de onder 3o sub d genoemde kiezers,
die voor het eerst op de lijst wenschen te worden ge
plaatst, eene verklaring meet worden gevoegd van de
Directie van het Grootboek, den Directeur van de
Rijkspostspaarbank of van de besturen van de overige
daar genoemde spaarbanken en die op schriftelijk ver
zoek van de belanghebbenden hun wordt toegezonden.
Hierbij wordt er aan herinnerd:
dat aanslagen in de Rijks directe belastingen, ten
name Van de vrouw, gelden voor haren man, die van
minderjarige kinderen wegens goederen, waarvau de
vader net vruchtgenot heeft, voor den vader;
at aanslagen in de Rijks directe belastingen buiten
aanmerkmg blijven als zij; wat de ^belasting
betreft, minder dan 1 in hoofdsom en Rijksopcenten
nil Tat de Personeele belasting aangaat
alleen betrekking h.bben op een rijwiel ef een motor-
roofL samen of eerst na 31 D.o.mber
1912 een aanslagbil,»^ i8 uittg*r<eiS^>.
dat de huur voor eene woning, waaronder ook is te
verstaan contributie aan eene coöperatieve bouwveree
niging, als zij per jaar bepaald is, door 50 en als zij
per maand bepaald is, door 4 wordt gedeeld om de
weekhuur te verkrijgen. Is in den huurprijs het genot
van gas- of waterleiding begrepen, dan vindt hiervoor
geen aftrek plaats.
Huur-, vaartuig-, pensioen- of lijfrente-, grootboek-,
spaarbank- en examenkiezers die reeds op de thans van
kracht zijnde kiezerslijst voorkomen, hebben ge«-
ne nieuwe aangifte te doen, tenzij wat
de huur- of vaartuigkiezers betreft zij niet meer het
zelfde huis of vaartuig bewonen, dat zij op 31 Januari
1932 bewoonden.
Loonkiezers, die reeds op de thans van kracht zijnde
kiezerslijst voorkomen, wordt een nieuw aangifte-for
mulier ter invulling thuis gezonden.
Ingevulde formulieren kunnen kosteloos per post
aan den Burgemeester worden toegezonden, mits op
den omslag worde vermeld boven aan de voorzijde:
„Vrij van briefport, ingdVolge art. 50 der Kieswet" en
in den linker-benedenhoek de naam en woonplaats
van den afzender en zijne handteekening.
Hij, die eene aangifte inzendt en daarin opzettelijk
eene valsche opgave doet aangaande een feit, waar
van de plaatsing op de kiezerslijst afhankelijk kan
zijn, wordt gestraft met gevangenisstraf van hoogstens
één jaar.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
„De vredesbeweging van verschillende standpunten
bezien" heet de laatste uitgave van den algemeenen
Nederlandschen Bond „Vrede door Recht." Beken
de vrouwen en mannen hebben daarin hun oordeel ge
zegd over de vredesbeweging. Men leert uit dit boek
je de meening kennen van een oud-minister van oor
log, doch ook van een christen-socialist, men vindt er
artikelen in over vredesbeweging en: godsdienst, pro
letariaat, de katholieken, vrouwenbeweging, pers, het
reizen, sport, coöperatie tentoonsteliingswezen. Kort
om, getracht wordt aan te toonen, dat iedere groote
beweging belang- heeft bij den vrede en veelal zelf
den vrede bevordert.
Wij veroorloven ons een enkelen greep uit de hoe
veelheid stof, welke hier aangeboden wordt, te doen.
Kunnen militairen voorstanders der vredesbeweging
zijn? vraagt de oud-minister H. P. Staal. En hij ant
woordt:
Wie zich als vrijwilliger aanmeldt voor den mili
tairen dienst behoort te weten, dat hij zich beschik
baar stelt om in geval van oorlog met volle toewijding
en met volkomen opofferingsgezindheid deel te nemen
aan den strijd.
De Nederlandsche militair mag- er daarbij op reke
nen, dat hij nooit tot dien strijd! zal worden, geroepen
ter wille van veroveringslust, van heerschzucht of van
onrechtmatig geweld, doch dat een oorlog waaraan hij
zal hebben deel te nemen, aan zijn land zal worden
opgelegd' ató uiterste middel tot behoud van vrijheid
of van rechten.
Hij zou een oorlog slechts kunnen wenschen uit
egoistisohe beweegredenen. En dit zou hij alleen mo
gen doen, indien elke oorlog op zichzelf wenschelijk
ware en als nuttig ware te beschouwen wat echter
geenszins het geval is.
Ook zij die, als ik, van meening zijn, dat de oorlog
vooralsnog een noodzakelijkheid is in de wereldorde en
dat hij dat zal blijven zoolang „het Recht" niet alge
meen als leidend! beginsel door de volken wordt er
kend of geen krachtige rechtsmacht beschikbaar is
om daartoe te dwingen zij zullen, met mij moeten
toegeven, dat die oorlog wreed is, dat hij driften ont
ketent, welke allerminst beschaving en humaniteit
bevorderen of versterken, en dat hij hoe langer hoe
meer in botsing komt met dè ethische opvatting en
ook met? de oeconomische en sociale belangen der be
schaafde volken.
Hiertegenover kunnen weliswaar en naar mijne
meening terecht beschouwingen worden geplaatst
die leiden tot de erkenning, dat de functie, welke de
oorlog tot nu toe heeft vervuld, zeker niet in alle
opzichten als eene noodlottige is te beschouwen.
Maar niemand zal, denk ik, daardoor kunnen ko
men tot de meening, dat een oorlog op zichzelf wen
schelijk is. Wel zullen die beschouwingen de overtui
ging' kunnen versterken, dat, bijaldien en zoolang
vrijheid en rechten niet ander® te behouden zijn dan
door den strijd! met de wapenen, die strijd, zoo noodig
ook door ons volk, met acht en met. volledige toewij
ding moet worden gevoerd en de mogelijkheid om dat
te doen met de uiterste inspanning moet worden voor
bereid.
Ondanks alle vredesbeweging kan het oogenblik in
treden, waarop, wijl het Recht machteloos blijkt, een
beroep moet worden gedaan op de wapenen tot be
scherming en verdediging van onze hoogste en dier
baarste belangen.
De oorlog fatsoeneert- zich onder de beschaafde vol
ken. Evenals vroeger het duel wordt ook hij onder
worpen aan regels en voorschriften, gegrond op ethi
sche en humane gevoelens, en, als het. duel, zal hij er
eenmaal vrijwel onmogelijk door worden. Dit is te
waarschijnlijker, nu de oorlog een volkszaak is. gewor
den en zijne geweldige gevolgen in vollen omvang
door het geheele volk worden gedragen.
Met- dat al is het de vraag, of hij ooit geheel zal
verdwijnen; of onder alle omstandigheden vrede door
recht zal zijn te handhaven en, vooral, of recht te al-
Ion tijde door en in vrede zal zijn te verkrijgen.
Ik behoor tot hou die vooreerst deze vraag niet be
vestigend durven beantwoorden. Maar dit verhindert
niet, dat naar mijne meening ieder militair, als bur
ger van den Staat, het zal mogen toejuichen, het zal
mogen steunen, dat er naar wordt gestreefd1 om den
oorlog, zoo eenig.szinsi mogelijk, door toepassing van
rechtsmiddelen te voorkomen en hem te beperken tot
die gevallen, waarin bij n o o d1 z a k e 1 ij k wordt,
doordat de tegenpartij geweld dóór recht wil doen gel
den.
Ook al moge men van oordeel zijn, dat de Bond'
„Vrede door Recht" zijn ideaal zoo al ooit dan toch
zeker niet. in de eerste toekomst- zal bereiken, dan zal
tóch zijn invloed' er toe kunnen bijdragen dat- de oor
logsgevall-en worden- beperkt.
De militair kan te minder bezwaar hebben tegen dit
stroven, omdat hij het èn. voor zijn land èn voor zich
zelf-slechts een voordeel kan achten, dat de hooge in
zet, welke bij het aanvaarden van een oorlog moet. wor
den gedaan, bijaldien de noodzakelijkheid daartoe
dwingt en alle andere eerlijke middelen tot het be
houd van vrijheid of rechten falen.
Er is dus m. i. geen redén voor deu Nederlandschen
militair om zich van medewerking aan den Bond te
onthouden.
Evenwel onder één voorbehoud.
Onder de middelen, waarvan zich de Bond bedient
om zijn streven ingang te doen vinden, behoort ook
het scherp onder de aandacht brengen van de rampen
en de ellende van den oorlog. Inderdaad, de oorlog
is wreed, en hiervan een levendigen indruk te vesti
gen kan er machtig toe meewerken om een afschuw te
verwekken tegen oorlogen die vermeden kunnen wor
den, die zich als 't ware niet als1 eene noodzakelijkheid
opdringen.
Met dat al kan, dunkt mij, niet ontkend worden,
dat de oorlog ook hooge en edele gevoelens opwekt, of
althans kan opwekken, zooals: zelfverloochening,
moed, toewijding aan eene grootsche gedachte, kracht
tot. het; dragen'van ontbering en ongemakken, enz.
Dat de Bond zich echter eenzijdig bepaalt tot het
schetsen van de zoo donkere schaduwzijde van den
krijg, is begrijpelijk. Maar vooral wanneer daartoe
verhalen worden gegeven waarin de phantasie, over
de werkelijkheid heen, alle mogelijke akeligheden op
eenstapelt, dan ligt- in die eenzijdige voorstelling een
groot gevaar. En wel' dit-: dat vrees voor den
oorlog wordt verwekt.
Dat gevoel nu mag, zoolang het aanvaarden van
een oorlog een hooge roeping kan zijn, bij het volk,
en zeker bij den militair, niet worden gekweekt.
De militair etcune vrij den Bond, maar hij verdiepe
zich-niet in dergelijke tendenz-litteratuur en late zich
er in ieder geval niet door beinvloeden.
Hij blijve er van doordrongen dat hij zich voor een
steeds mogelijken oorlog heeft voor te bereiden en
dat. hij den oorlog nimmer mag v r e e z e n, al zal
hij hem evenmin ooit mogen wenschen.
TWEEDE KAMER.
Gistermorgen werd de beraadslaging over de afdee
ling Lager Onderwijs van de begrooting van binnen-
landsche zaken hervat.
De heer Van d' er Molen (A.-R.) besprak
nog eens de resultaten van de M. U. L. O.-wet en het
bouwwetje. Omtrent de eerste wet meende hij, dat de
ervaring- nog niet rijp- genoeg is tot oordeelen, maar
onjuist is het, dat het bouwwetje zooveel geld in de
kassen van de bijzondere scholen heeft gebracht.
De heer Van Wijnbergen (R. K.) wees o.a.
op het groote aantal analphabeten in provincies, waar
de liberalen de vrije hand' gehad! hebben. Hij wijdde
verder uit over den geest der onderwijzers.
De heer Blum (A.-R.) verweet de linkerzijde par
tijdigheid in haar oordeel over de kleine scholen bij
het. bijzonder onderwijs.
Do heer Bos (V.-D.) sloot zich in de spellings-
quaestie bij het advies van den heer Ter Laan aan.
Spr. handhaafde zijn grief, dat die minister niets voor
de vérdere ontwikkeling van het onderwijs heeft ge
daan.
Spr. had zich niet tegen het confessioneel onderwijs
gericht, doch slechts geprotesteerd tegen het „gebed
der kinderen" voor de verkiezingen. Dit is geen zaak
van paedagogiek, doch eene van politieke betèekenis.
Men moet. de school niet gebruiken voor propaganda,
noch voor onze vloot, noch voor drankbestrijding, noch
voor wat ook.
Spr. protesteerde ernstig tegen de uitlatingen van
het R. K. blad „do Heilige Familie," waarin het wordt
voorgesteld alsof de liberalen een slet eeron en de re-
lig'ieuses het land zouden uitjagen.
De heer De Klerk (U.-L.) besprak het „gebed
der kinderen," en sommige uitlatingen van openbare
onderwijzers.
De minister zeide, dat het debat eenigermate
vertroebeld is door de politiek. Zoo de qunestie van
het. herhalingsond'orwijs.
De minister constateerde dat de linkerzijde door de
debatten een stemming van reactie tegen hot verkie
zingsstelsel onder ons volk wekt. Alleen wat de rech
terzijde op onderwijsgebied wenscht kan het meest- be
vrediging schenken.
Er ontstond een incident, toen de heer M a r-
chan t (V.-D.) het woord: vroeg over een persoonlijk
feit, n.l. dat de minister gezegd had, dat een lid van
links lachte toen hij over bidden sprak.
De m i ni ster ontkende dit echter met groote
beslistheid, waarna het incident werd gesloten.
Bij het verdere debat verklaarde do minister
aan de reorganisatie van het schooltoezicht reeds lang
zijn aandacht te wijden.
De heer Roodhuyzen L.) diende eene
motie in, waarbij de Kamer als haar oordeel uil-
spreekt. dat. de salarissen dor leeraren aan de rijksnor
maallessen en rijksleerscholeu verbetering behoeft.
In de avondvergadering was de marine-bcgrooting
weer aan de orde.
De heer Verhey (U. L.) bestreed! de instelling
van een zeemilitie als practisch onuitvoerbaar. Verder
bepleitte hij betere S'aïarieering en pensionneering
van minderen en onderofficieren als urgent.
Na verdere discussie verklaarde minister Co'lijn
dat de Kamer zal gekend worden- in de opheffing dór
werf te Amsterdam.
Binnen enkele dagen zal bij de Kanjer inkomen een
wetsontwerp op de militair-rechterlijke organisatie.
Binnenkort zal een wetsontwerp tot verbetering van
de salarissen worden ingediend. Verbetering van de
voeding heeft 's minister's aandacht. Uitvoerig be
toogde de minister in een scherpe critiek op den
Bond, dat het personeel opstandig is geworden. In
„Het Anker" werden minachtende uitdrukkingen ge
bezigd jegens de zeemacht en jegens' het vorstenhuis.
Zij, die daden plegen, welke ontslag verdienen, znllea
ontslagen worden. De geheime circulaire is bedoeld
als een waarschuwing om het personeel een„tot hier
toe en niet verder" toe te roepen.
Gemengd nieuws.
COÖPERATIEVE VEEVOEDERFABRIEK EN
OLIESLAGERIJ „DE BOERENBOND."
Gisteren bad in de bovenzaal van „Het wapen
van Heemskerk" te Alkmaar een buitengewone alge-
meene vergadering plaat® van do Coöperatieve Vee
voederfabriek en Olieslagerij „De Boerenbond."
Na opening werden de notulen der vorige vergade
ring goedgekeurd.
Tot lid' van het bestuur ter voorzieniug in de vaca
ture van den heer N. Dekker werd gekozen de heer
P. M. Muide, Nieuwer-Amst-el 229 stemmen, de heer
Zuurbier verkreeg 89 stemmen. Daarna een motie
van den beer H. G. Kroon c.s. tot uitbreiding van het
bestuur met twee leden, welke motie, omdat, destijds
besloten was het bestuur tot drie leden te beperken,
met het oog op de kosten werd verworpen.
Het voorstel van het Bestuur om die statuten, in
gevolge de motie van de heeren Colijn en Klaver in
dezen zin te wijzigen dat in Art. 12 alinea 3 gelezen
wordt: „Elk lid is verplicht, alle soorten koeken, zoo
wel heel als gebroken, benevens alle soorten koeken-
meel, welke het voor eigen bedrijf noodig heeft, van
de fabriek te betrekken.
Bij niet. nakoming van voorgaande bepaling wordt
de overtreder gestraft met een hopte van 250.
Het Bestuur kan in bijzondere gevallen vrijstelling
van bovenstaande verplichting verleenen.
De beer Colijn verdedigde deze motie met kracht.
Ilij vreesde dat het anders net tou gaan als in Zuid>-
Holland. Zoo de leden het voorstel verwerpen, kun
nen zij zeggen, dat zij dit zelve hadden gewild! door
den weg door het bestuur aangewezen niet te bewan
delen. Opheffing van de fabriek beteekende de on
dergang van de Boerenbond. Spr. noemde het schan
delijk wanneer 3000 leden de fabriek niet konden doen
bloeien. Aanneming van bet voorstel zou binnen een
jaar de overtuiging brengen, dat de juiste weg bewan
deld was geworden.
Op aanneming drong spr. dan ook ten zeerste aan.
Een krachtig applaus volgde op de rede.
De heer Klaver drong in een korte rede ook tea
zeerste op aanneming aan en keurde het gebeurde in
de afdeeling Zand'-Zijpe af. Het kwam spr. voor, dat
men overtuigd! zijnde van de noodzakelijkheid' om
waarborgen voor goede kwaliteit van veevoeder te
hebben, tevens er toe moet komen om in te zien, dat
men dan ook verplicht is uitsluitend! van de fabriek
te betrekken. Spr. roemde de nauwkeurige samenstel
ling der producten, waarvoor thans1 door den tegen-
woordigen directeur wordt gezogrd.
De directeur, de heer Schut, merkte op dat het be
vreemdend is dat- een dergelijk voorstel gedaan moet
worden, spreker begrijpt dan ook niet dat iemand als
de heer Dekker, een van de eerste mannen van den
Boerenbond, na het bedanken als bestuurslid, ook be
dankt heeft, als lid en nu een bestrijder van de fabriek
is geworden.
Ten opzichte van da destijds1 besproken analyse wijst
spreker op een verklaring, waaruit blijkt dat de drie
heeren die indertijd de eerste analyse lieten nemen,
nu verklaren, dat. een tweede analyse, waaruit bleek
dat de koeken volkomen aan handelseischen voldeden,
volkomen nauwkeurig was genomen.
Ook de directeur achtte aanneming noodzakelijk.
De heer Bisschop, Beverwijk, is er niet. voor om de
motie aan te nemen, met het oog op het. feit, dat het
mensehen in hun broodwinning kan treffen.
Ten opzichte van de kwaliteit- stelde spr. voldoende
vertrouwen in het bestuur. Wanneer men wil beslui
ten om de leden te verplichten, hun voeder tot een
percentage van 50 van de fabriek te betrekken, dan
is spreker een voorstander.
De heer Blauw, Obdam, wilde de. maatregel minder
verplichtend! maken.
De heer Nieuwkoop, Nieuwer-Amstel, was van
meening dat de voorgestelde maatregel overbodig' was,
indien de kwaliteit steed!» goed was. Do kwaliteit
van het tot nog toe geleverde, was in vele gevallen
rommel.
Ook in Alfen liep de zaak niet, doordat de directeur
alles inkocht. Men nam ten slotte, het besluit, den
lirectour er uit te gooien. Nu koopen drie gewone
boeren in en het slot is dat er een winst gemaakt is
van 1(5000.
De voorzitter, de heer v. Bent-hem, uitte hiertegen
pen woord van protest. Het gaat z.i. niet op De Leer-
höcve te Alfen met- de fabriek hier te vergelijken aan
gezien het hier vaststaat dat de directeur èn eerlijk èn
deskundig i«.
De heer Nieuwkoop merkte op, dat dit geenszins
zijn bedoeling is. Spreker heeft meer een tegenvoor
stel op het oog.