DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. l Gt-cui&tez*/ Ccuxx-cr feuilleton. No. 40. Honderd en vijftiende Jaargang. 1913 In het Land van den Dollar. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. BINNENLAND. (Wordt yèrvolgd). ALKMAARSC HOOKEm 3AALD£RS CACAO POSTKANTOOR TE AT.KMAAB Lijst van de aan dit kantoor ter post bezorgde brie ven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van de geadresseerden niet zijn kunnen worden uitgereikt. lste helft der maand Februari 1913. Brieven. JVermeulen, Amsterdam. G. Honing, Gr. Schermer. P. Heemskerk, Haarlem. Jh. Molenaar, Ilarenkarspel. K. Kooi, Heer-Hugowaard. J. C. Schuurman, Hensbroek. K. Poeze, Oostzaan. Prevost, Rotterdam. H. Oud, Ilillegom. A. de Goede, Alkmaar. Briefkaarten. B. Moreels, Amsterdam. J. Smedicus, Amsterdam. J. van Mnanen, Assen. Buitenland, tl. Andróé, Bromberg. Gebr. Castellie, Koln. ALKMAAR, 17 Februari. Deze week is weer gebleken, dat de strijdende par tijen op den Balkan vrijwel tegen elkaar opgewassen zijn, zoodat de oorlog weinig verder gekomen is. Over en weer werden er overwinningsberichten geseind, maar bevestiging bleef steeds uit. Toch krijgt men Roman van LENE HAASE. 37o— Loe'S' gezicht werd lang. „Maar elk Mexicaanseh dienstmeisje krijgt meer." „Sure! Maar die moeten ook flink werken. Zoo zou u met kunnen werken. Miss, daar is u veel te fijn voor! By mij hoeft U bijna niets te doen, dan een beetje te helpen en wat met me. te praten." „Wie weet of ik hier wat anders vinei," dacht Loe. en atelier was toch altijd beter dan een keuken! En voor een halven dollar kon ze tenminste haar genoe gen eten. De brief van huis zou imimers oMc wel gauw komen! «Allright!" zei ze toeslaande. „Dus vier bits. Maar i- is een schandelijke betaling, dat moet ik u toch zeggen, mijnheer Lichtenberg." Tot antwoord grijnsde hij slechts sluw. ..Dus morgen om acht uur kom ik." „Niet om zeven?" vroeg hij haastig. „Wel neen 1" antwoordde Loe lachend. „Zoo dom zijn we nog niet, hoor! Zeven uur is de tijd voor de arbeiders' in de fabrieken van mr. Landa. Zaken- en kantoormenschen beginnen om acht uur! Uw atelier is ook een zaak, en de werktijd is hier volgens de stoomiluitsignalen van acht tot twaalf en twee tot ws Meer dan genoeg voor vier bits!" ILj wreef zich eenigszins teleurgesteld het hoofd, „loure smart, you!" „I hope so! Dus tot morgen!" „Good-bye, Miss!" har°t 7? 8 toen ze weer °P «Haat stond. Die in- v%n de menschen hier, walgde haar langza merhand! Ze wist heel goed, dat de photograaf Lich- onberg een welgesteld man was, dat zijn moeder een ranch bezat, die zeker op vijftigduizend dollar kon go- ha b worden. En zoo'n kerel sjacherde en knibbelde oog om een paar cents en een uur langer werk! O, den indruk, dat de Turken thans minder onfortuinlijk vechten dan vóór den wapenstilstand. Zij moeten eeni- ge overwinningen bij Tsjataldsja. hebben behaald, de Montenegrijnen nog eens weer bij Skoetari hebben te ruggeslagen, terwijl zij zich in Adrianopel maar blij ven verdedigen, hoewel de Bulgaren indertijd hebben verzekerd, dat zij de stad binnen drie dagen zouden hebben! Een Turksche poging tob landing aan de Zwarte Zee en aan de zee van Marmora, moet echter mislukt zijn. In het begin der week werd een nieuw gevecht bij Boelair verwacht en de laitst-e berichten deelen mede dat er bij die plaats inderdaad een ge vecht tusschen Turken en Bulgaren plaats heeft. Ook werden ér allerlei berichten geseind over nieu we vredesonderhandelingen. Men heeft deze in Tur kije in den beginne plichtmatig tegengesproken, maal later toegegeven, dat men wel! gaarne nieuwe onder handelingen over den vrede zou willen aanknoopen. De Turksche gezant te Londen heeft zelfs pogingen gedaan bij den Engelschen minister van buitenland- sche zaken, om de onderhandelingen opnieuw te ope nen, doch deze leden schipbreuk. De Turken zullen I met andere Concessies moeten komen. Doch welke? Het gaat toch niet best aan een stadl als Adrianopel, die de vijand maar niet kan krijgen, af te staan. Veeleer zou er voor Turkije na de hervatting van de vijandelijkheden reden zijn minder te geven, dan meer. 't Is echter de vraag of men geld genoeg heeft om het nog een tijdje uit te zingen. Een lurkseh voordeeltje kan ook gelegen zijn in het Eoemeensch-Bulgaarsch verschil, dat weer ver scherpt is, zoodat er zelfs gesproken wordt over een ultimatum. De mogendheden hebben zoowel te Sofia nl.s te Boecharest tot matiging aangespoord. Maar de mogendheden zijn zelf lang niet eensgezind. Zoo moe- I ten Oostenrijk en Rusland het ondanks den verzoo- ningsgezinden geest maar niet eens1 kunnen worden over de grenzen van Albanië. Over het geheel is da toestand van het oogenblik weinig hoopvol en er zit weer wantrouwen en bezorgd heid in de lucht. De Duitsche geïllustreerde bladen geven de laatste dagen kiekje» van een gelukkig, pasverloofd paartje: piinses ictoria Louise van Pruisen en prins Ernst j August van f umberland.. Keizer Wilhelm heeft eens gezegd: „Ik zal mijn dochter nooit aan de politiek opofferen; zij moet gelukkig, worden." Alles maakt den indruk, dat <le dochter niet opgeofferd is doch dat er ter wille van het geluk van het keizerskind een oude veete is opgeheven. Men weet dat het Huis der Hohenzollerns en dat der Welfen met elkaar op ge spannen voet stonden en dat de blinde koning George op zijn sterfbed zijn zoon Ernst. August heeft laten beloven, nooit zijn rechten op Iiannovcr op te geven I en nimmer in de inlijving van zijn rijk bij Pruisen te berusten. De zoon heeft woord gehouden. Maar thans zal zijn zoon schoonzoon van den koning- van 1 iuisen worden, hij is in het Pruisische leger opge nomen, hij heeft den eed van trouw aan den Pruisi- schen koning afgelegd, debetrekkiiigcn tusschen debei- de huizen zijn verbeterd, men hoopt dat de eenheid van het rijk er door winnen zal en de verloofde nog eens op den troon van Brunswijk zal kunnen plnats nemen. Deze week was voor den heer Fallières de laatste van zijn presidentschap van Frankrijk. Zaterdag- heeft de minister-presiclenti tegen het einde van de zitting van den ministerraad uiting gegeven aan de gevoelens van groote dankbaarheid, die het geheele land jegens Fallières zal blijven koesteren, wegens de groote onpartijdigheid en de zoo uitnemende zorg voor do nationale belangen, waarmode deze de lotge vallen van het land heeft- bestierd, zoo ook aan de toe genegenheid en den eerbied, die al zijn medewerkers voor hem zullen blijven gevoelen. Bewogen dankte de lieer Fallières met. enkele woorden, zeggende dat hij zich gelukkig gevoelde bij allen, die tot het bestuur van het land werden geroe pen, eene werkzame medewerking, vol vertrouwen, te hebben gevonden. Morgen, wanneer zijn taak zal zijn afgeloopen, zeide hij, zal ik weder eenvoudig burger geworden zijn. Zoo gaat het in liet volgende overzicht zullen wc- gewagen van president Poincaró en dan zal de hoer Fallières een vergeten burger zijn. Mexiko vroeg de aandacht voor een burger oorlog, onder leiding van Felix Diaz, een neef van den vroe- gei'ën president, begonnen tegen den tegenwoordigen president Madero. Nadat er eenige dagen geducht gevochten is, is er een wapenstilstand! gesloten. Een tijdelijk president is benoemd: de heer Delia Bnrra. De dagen van den heer Madero zijn blijkbaar geteld. Aog geen twee jaar is hij aan de regeering geweest. Met groot gejubel werd hij door het volk ontvangen, maar nauwelijks had hij de macht, of hij gaf zijn luid verkondigde goede beginselen prijs en zorgde alleen voor zijn familie, welker leden allemaal baantjes kre gen, hetgeen g-roote verontwaardiging verwekte, zoo dat het verzet tegen zijn regeering dadelijk krachtigen steun vond. Deze week zal zeker wel een beslissing- brengen in deze Mexikaanschc woelingen. EERSTE KAMER. De Eerste Kamer nam Zaterdag) de begrooting- van Landbouw, K ij verheid en Handel in bespreking. De heer Van Pal-landt (A.-K.) verklaarde I zich tegenstander van de nestvisscherij. De heer Do j es (Lib.) wees op enkele leemten in hot landbouwonderwijs. De heer De Boer (Lib.) behandelde de vraagt hoe op sociaal terrein voor den landarbeider wettelijke regelingen konden worden getroffen. Spr. verdedigde verder het- particulier initiatief ten aanzien van de landibouw-ongevallenverzekering. Blijkbaar is er gees telijke gemeenschap tusschen den minister en de so ciaal-democraten, maar bij de landbouwers met hun individualistische opvattingen is voor 's ministers socialistische dwnngbeginselen geen plaats. Spr. is niet tegen een wet, maar het- moet zijn een wet, dia ordent, niet, een, die dooddrukt. Minister T a 1 m a beantwoordde de sprekers. De zaak van de nestvisscherij is een voorwerp van 's ministers aanhoudende, zorgen. Hij zal alle daarbij betrokken belangen nauwkeurig overwegen. De zaak is echter uiterst moeilijk. Spr. verdedigde zijn beleid in zake de landbouwers arbeidswet en de land'bouw-ongevallen verzekering-. De onderwijsinrichtingen zei spr. moeten uitge breid worden. Ka nog eenige discussie werd de begrooting- goed gekeurd. Bij de daarna volgende behandeling van de heg-roo- ting van Buitenlandsche Zaken vroeg de heer V a n dei- Fel t z (V. D.) inlicht! ngen over de Timor- quaestie. De minister van bui tenia ndsehe zaken meen de die niet te kunnen geven, omdat het compronfci >met Portugal nog niet geteekend is. Hij gaf eenige beschouwingen ten beste, waaruit bleek, dat een ge schil ter beslissing kan worden opgedragen aan één arbiter, voor wien elders de zaak behandeld wordt, en die elders beslist, en dat men dat dan toch kan noe men een „tribunal de la Haye." Ka repliek werd de begroeting aangenomen. Gemengd nieuws. EEK SLECHTE BADINRICHTING. In verband met. een te Baarn voorgekomen geval van iebris typhoïdea, waarvan de oorzaak gezocht werd in de besmetting van het water der badinrichting- in de Eem, waarin de patiënt geregeld baadde, werden volgens het jaarverslag van *le Gezondheidscommissie voor Baarn eenige monsters Eemwater gezonden naar het Centraal1 Laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid te Utrecht, ten einde bacteriologisch onderzocht to worden. L it dit onderzoek is. niet bewezen kunnen worden, dat genoemd ziektegeval door het water der badinrich ting zou zijn ontstaan, daar in de opgezonden mons ters geen typhusbacillen zijn gevonden. Wel is geble ken, dat het water in de badinrichting in vrij hooge jnate verontreinigd is door het langs de riolen afge voerde water, waarin zich bevinden rottings- en gis- tingsprodukten van faecale stoffen, afkomstig uit beerputten. Het is dus1 heel' vies water. Het komt de Gezondheidscommissie hoog noodig voor naar een be tere plaats voor de badinrichting om te zien. HULDIGING VAN REDDERS. Schipper Klaassen van de motor-reddingboot te Scheveningen ontving uit het sanatorium Hohemark namens den Prins- der Nederlanden een schriji^en, waarin wordt medegedeeld, dat Z. K. H. met zeer eel belangstelling uit een brief van de Koningin kennis heeft, genomen van de gevaarvolle redding, door den schipper .en zijn mannen in den morgen van 9 Februari met zooveel succes volbracht, en hem en do bemanning van de reddingboot van harte geluk- wenscht. EEN GOEDE VANGST. De justitie te Dordrecht heeft aangehouden een landverhuizingsagent, die onder het openen van de schitterendste vooruitzichten aanspoorde tot emigratie naar Brazilië. De aangehoudene, die thans wegens poging- tot op lichting gearresteerd is, noemde zich dr. Joao Molboro B. Hij stond gesignaleerd als moetende nog onder gaan een gevangenisstraf van twee jaar, hem opgelegd bij verstek vonnis der Arr. Rechtbank te Zutphen van als ze toch maar eens weer goed en wel uit dat dollar- land was. Dien avond ging- ze niet meer uit, bevreesd mr. Wes- tess hier oi daar te ontmoeten. Hij s-cheen haar nu plotseling- een begeerlijke partij. Loe had in deze laatste moeilijke weken haar eischen al' wat lager leP- ren stellen; 't was1 of haar overgeërfde en door opvoe ding: vekregen opvattingen zich al eenigszins- begon nen te wijzigen. In zoo langen tijd had! ze ook nie- mand van haar stand en ontwikkeling meer gespro- I ken! En niemand hier beschouwde haar als iets bizon- ders. Ze bezat immers geen geld. En die lompe far- merszoon, wier aanraking ze. met grooten tegenzin zou schuwen, waren overtuigd, dat het een eer voor haar zou zijn, als ze haar ten huwelijk vroegen. Maar ze dachten er natuurlijk niet over, zoo'n arm meisje te vragen, dat niet eens behoorlijk kon werken In de oogen der New-Brnunfelsers stond! mr. Westess stellig ver boven haar. Wat beteekenden adeldom of ras? Als er geen geld achter zat, immers niets! Vreemd, dat men toch zoo'n totaal anderen kijk op de dmgen krijgt als men honger heeft! Oproerige, bittere gedachten werden in haar wakker. Wat hielp het, dat ze haar nationaliteitsgevoel zoo hoog had ge- ïouden V ijanden had) ze er zich door gemaakt, an- ers met. Het vaderland zou er haar zeker niet dank- baar voor wezen. Dat bekommerde er zich absoluut met om, of ze hier ellendig- ten onder ging. En haar n u-eukbare eerlijkheideen mooi ding! Wat. bracht die haar op? Als ze gewildi had, zou ze allicht kapi taal hebben kunnen slaan uit die Candelilla-maat- schappij, wanneer ze de brieven indertijd had afge zonden. Waarom behoefde zij voor die anderen te zorgen, die haar nu aan haar let overlieten?! Maar even later' schaamde Loe zich weer over zulke gedachten, om ten slotte de mogelijkheid te overwe gen van een bezoek aan mr. Landa, den molenbezitter dien de oude Duitsche emigranten als hun vijand beschouwden en tot hem te zeggen: „De Duit schers laten mij in den steek, mr. Landa, kunt u mij mogelijk op een van uw kantoren gebruiken? Ik spreek Engelsch als een Amerika an sche." Daarmee zou ze naar -'t Engelsche leger zijn overgeloopen, er haar deel toe hebben bijgedragen, de Duitschers ver achtelijk te maken in de oogen der gezeten Amerika nen; en Loe' begon er eens over na t© denken, wat dat eigenlijk zeggen wildle: vaderland, en waarom men ei zich voor opofferde. V olgens haar geschiedenis be hoorde 1 exas toch tot Duitschland, zoo goed! als ooit één land, dat door Duitsch bloed! gedrenkt was. In de vorige eeuw luidden duizenden Duitschers uit de beste klassen «Ier maatschappij hun leven gelaten bij de openstelling van den nieuwen staat. Door Duitschen arbeid was deze tot ontwikkeling gekomen. Met ijze ren energie, met nooit, verflauwde geestdrift hadden de eerste emigranten hun nationaliteit hoog gehou den,-ten koste van grooter offers dan het- gloeiende woestijnland van Zuidwcst-Afrika ooit geëiseht- had. ^En wat was er bereikt, met al die offers aan uitste kend menschen materiaal? De Duitsche vlag hadden ze niet kunnen beveiligen voor de woede der confede ratie, nocli later, voor de hebzucht der Unie. Het met zooveel bloed gekochte land was voorgoed voor de Duitschors verloren. De iiakomelingen'dieroude,krach tige pioniers waren Amerikanen, zonder de goede eigenschappen der Amerikanen te bezitten; een slape rig, gierig, dom menschensoortEn van het Noorden uit begon de speculatiegeest den Duitscher ook nog van zijn verworven bezit te verdringen, 't Baatte im mers niets, Duitsch te willen blijven in t buitenland. Loe ergerde zich over zichzelf. Hoe kwam zo aan zulke dwaze gedachten Den volgenden morgen vroeg, bij de eerste signalen der stoomfluiten, maakte ze zich gereed! haar nieuwe betrekking te aanvaarden. Mijnheer Lichtenberg ontving- haar met een vrien delijk gegrijns. Op zijn manier scheen hij groote sym pathie voor Loe te gevoelen. Terwijl ze in een be nauwd donker-kamertje, bij een gloeiend heete tempe ratuur, plaat na plaat ontwikkelde, praatte hij bijna aan éen stuk door tegen haar. Ze luisterde nauwe lijks baar den onzin, dien hij haar, in een afschuwelijk Duitsch-Amerikaansch vertelde. Dit moest dus lichte arbeid heeten? Hitte en gebrek aan versehe lucht bi achten haar n flauwte nabij, en dan nog die sla perige stem naast haar, die zonder ophouden door zaagde, en die ze nu en dan wel beleefd! moest ant woorden; het was immers haar werkgever die sprak! In een bak lagen groote klompen kunstijs, om het wa ter op eenigszins bruikbare temperatuur te houden. Met onweerstaanbaar verlangen keek Loe: telkens naar dat ijs; t was- of 't hilar met magnetische kracht aantrok. O, had ze er maar eens in mogen bijten; haar gloeiend voorhoofd eens tegen dat koele kristal mogen aandrukken! Het was een Tantaluskwelling! Steeds onhoudbaarder werd het in hef. donkere hokje, naar mate de stijgende zon op het golfijzeren dak brandde, en de twee menschen in de benauwde ruimte de zuur stof verbruikten. Van tijd tot tijd kwamen er klanten in t atelier en liet mijnheer Lichtenberg haar dus een poos alleen, t Was al een verademing wanneer ze zijn eentonige stem maar niet behoefde te hooren. Eindelijk, eindelijk gilden buiten de stoomfluiten! Middagpauze! Doodop sleepte Loe zich de zonnige straat, af, de eerste oogenblikken zoo verblind door liet felle licht, dat ze nauwelijks iets onderscheiden kon, en toen ze eindelijk in een klein restaurant, te midden van ver moeide, afgewerkte menschen, voor haar eenvoudige lunch zat, kon ze, in haar overspanning, geen voedsel door haar keel krijgen. Alleen ijskoude limonade dronk ze met een gulzigheid, die haar later koortsril lingen langs den rug joegen. Daarna ging ze, stil en als versuft, op een der banken op de Plaza, onder de bloeiende oleanders zitten, onverschillig afwachtende tot de stoomfluiten haar om twee uur weer tot den arbeid' zouden roepen. Rondom haar zaten fabrieks arbeiders. peones, winkelpersoneel. Daartoe behoorde zij nu ookWie zou het dien bruinen peon daar kwalijk nemen, dat hij haar zoo brutaal fixeerde met zijn zwarte oogenZe was immers een van hen, zooals ze daar blootshoofds, in haar eenvoudige, door haar werk besmoezelde japon zat?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1