DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 54. Honderd en vijftiende Jaargang. f913 W OENS DAG 5 MAART. FEUILLETON. In het Land van den Dollar. STADSNIEUWS. Ingebonden mededoellngen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis dat in het Ge meenteblad van Alkmaar Ho. 407 is opgenomen het besluit van den Raad dier gemeente van 19 Februari j. 3., waarbij is vastgesteld eene INSTRUCTIE VOOR DE WAAGMEESTERS. Welke instructie, heden afgekondigd, gedurende drie maanden ter gemeente-secretarie ter lezing is ne- dergelegd en aldaar tegen betaling van 0.15 in af druk is verkrijgbaar gesteld. Alkmaar, 28 Februari 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. VER. VOOR VROUWENKIESRECHT, AFD. ALKMAAR. Maandagavond hield deze vereeniging in de societeits- zaal der Harmonie een openbare vergadering. De presidente der afd. Alkmaar, mej. E. v. d. Hoe ven, opende de bijeenkomst, betreurende dat de op komst van de mannen niet grooter was. Want juist nu nog slechts weinig maanden moeten verloopen tot den Verkiezingstijd, moet de belangstelling van de kiezers grooter zijn in een der hoofdpuntenhet vrouwenkiesrecht, zeide de presidente, die hierna het woord gaf aan de eerste spreekster, mevrouw Mulder van der Graaff. De spreekster begon met te zeggen, dat, nu we aan den vooravond van de verkiezingen en van de grond wetsherziening staan, de vereeniging voor vrouwen kiesrecht alle pogingen moet aanwenden leden te ver kregen en te zorgen dat de kiezers meer gaan gevoelen voor de zaak. Spr. wilde het vrouwenkiesrecht nog eens uiteenzetten, dat niet meer is dan het terug eischen van verloren rechten. Reeds in den ouden tijd toch hadden vrouwen medezeggingschap in het bestuur van de gemeenschap, doch na de revolutie werden zij als minderwaardig beschouwd. De man nen hebben wetten gemaakt, waarbij de vrouw steeds achteruit gesteld werd. Doch nu begonnen vele man nen in te zien, dat ook de vrouw kiesrecht noodig heeft, ofschoon sommige politieke partijen dan ook slechts uit politieke oogpunten hhet vrouwenkiesrecht op hun program hebben gesteld. De gehuwde vrouw behoort wel allereerst in haar gezin, maar kan daarom evengoed voorstandster zijn van het vrouwenkiesrecht. Doch juist omdat de vrouw als moeder over haar kinderen moet waken, is het haar recht, ook te kunnen meespreken in regee- ringszaken, die haar kinderen aangaan. Daarom moet de vrouw ook den strijd aanbinden voor dit rechtvaar dige doel en moeten allen, wier bezigheden het toela ten, zich aansluiten. De presidente dankte de spr. uit naam van allen voor de leerrijke rede en gaf daarna het woord aan mejuffrouw C. Groot, die als Marijtje van Broek in Waterland, met de kap optrad en nog eens in het Noord-Hollandsche dialect met voorbeelden naging, wat de eerste spreekster had gezegd. Spr. wekte al len, die konden op, naar de groote vergadering in den Haag te gaan, welke binnenkort zal gehouden worden als protest tegen de woorden van minister Heemskerk, die zei, dat de Hollandsehe vrouwen het kiesrecht niet willen. Van de gelegenheid tot vragen stellen en debattee ren werd door den heer Niermeijer gebruik gemaakt, die meenden, dat de partijen niet uit politieke overwe gingen het vrouwenkiesrecht willen toezeggen, doch omdat het een moreele zaak is. Spr. stemde verder v arm in met het doel van de Vereen, voor Vrouwen kiesrecht. Mej. Groot antwoordde den spr., dat eenige partij en, zooals de vrij liberalen en de unie liberalen slechts door de concentratie het vrouwenkiesrecht op hun program hebben gesteld. Toch is bij velen de over tuiging reeds lang geworteld, dat de vrouw gelijk staat met den man. De wetten belemmeren dit tot nogtoe, doch daarvoor kunnen ook alleen de wetten helpen. De vrouw zou ook aan den staat haar diensten kunnen bewijzen Mej. v. d. Hoeven sloot, nadat niemand verder de bat wenschte, de vergadering. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag 4 Maart, OPLICHTING. G. H. en W. M., beiden koopman te Amsterdam, wordt bij dagvaarding ten laste gelegd, dat ze den 10 Ianuari te den Helder tezamen en in vereeniging voor 10 een koperen horloge hebben verkocht aan R. Roerdomp, werkman aldaar, voorgevend dat het een gouden horloge was en in strrijd met de waarheid mededeelend, dat het merk dat op het horloge voor kwam, een goudkeur was. Ze zeiden geen geld te hebben om met het spoor te gaan ze hadden een borrel gedronken en moesten naar Amsterdam terug en daarom kon het horloge worden gekocht door Roerdomp voor den prijs van 10. Het bleek echter, dat de beklaagden ook nog den volgenden dag in den Helder waren en dat dus de noodzakelijkheid om naar Amsterdam terug te keeren, niet bestond. Beklaagden zeggen, niet gezworen te hebben, dat het horloge, dat ze te koop aanboden, van goud was. De inkoopsprijs van het klokje bedroeg 1.65. R. Roerdomp, werkman te den Helder, werd 10 Ja nuari, des middags, aangesproken aan den Kanaalweg door twee personen. De eerste bekl. hield hem aan en bood hem een horloge te koop aan. Ze zeiden dat ze op stap waren geweest, geen geld hadden en naar Amsterdam terug moesten. Bekl. zeide, dat het een gouden horloge was, waren ze niet zoo om geld verle gen, dan zouden ze het niot hebben willen verkoopen. Get. wilde er eerst niet van weten, maar bekl. dron gen aan. Op de Kanaalkade werd get, het merk in het horloge reeds getoond. Get. noodigde de bekl. toen uit, mee naar zijn huis 'te gaan, waar de tweede bekl. met de beide vingers van de rechterhand opge stoken, zwoer: „Zoowaar, het is goud". Ten slotte heeft get. het horloge gekocht, geloovende dat het goud was. Beide bekl. zeggen, dat er heelemaal niet over goud gesproken is. C. Griek, vrouw van R. Roerdomp, verklaarde, dat op den bewusten middag haar man thuis kwam met de beide bekl. De tweede liet het horloge zien en zei, dat het van goud was, waarop hij de keur liet zien. Hij stak de vingers in de hoogte, daarbij zeggende: „Zoowaar het is goud". De vrouw stelde haar man 8 ter hand om „de dwaasheid", zooals de president het noemde, te doen. Z. E. A. merkte op, dat vrou wen op dit punt zich wel eens verstandiger toonen dan mannen. Echter bleek, na heel wat vragen van den president, dat Roerdomp bij de ontmoeting het horloge nog niet had gekocht, hij had slechts onder handeld. In zijn huis kocht hij het. C. C. C. V armolts, controleur van den waarborg te Alkmaar, als deskundige gehoord, heeft op verzoek \an den rechter-commissaris het in beslag genomen horloge onderzocht. De essayeur heeft in tegenwoor dighoid van get, van binnen- en buitenkant van de kast van het horloge iets afgeschaafd, dit schaafsel werd in salpeterzuur gedaan, waarin het oploste. Goud is in salpeterzuur niet oplosbaar. Het O. M. wees er op, dat bekl., scharrelaars in on geregeld goed, geen niet-strafbare „koopmanspraat jes" hebben verkocht, ze hebben een fantastisch ver haal opgehangen van een tijdelijke geldverlegenheid, waarom ze hun gouden horloge tegen een prijsje wil den verkoopen. Tegenover een eenvoudigen man als Roerdomp is dit een kunstgreep, waarom deze er wel moest inloopen. Vast staat, dat R. het horloge in zijn huis kocht. Bekl. parasiteeren op de samenleving, ze léven voortdurend aan den zelfkant van het mis drijf en de gevangenis, liegende en bedriegende, zon der dat hun nu juist een strafbaar feit ten laste kan worden gelegd. Het O. M. requireerde tegen elk der bekl. drie weken gevangenisstraf. HUISVREDEBREUK. 1'. P., visscher te Urk, geeft bij het afroepen van zijn naam door een luid „present" zijn tegenwoordig- heid te kennen. Hem wordt ten laste gelegd, dat hij I in den avond van 25 Januari, vertoevende in de wo ning van N. Romkes, weduwe Werner, niet aanstonds is heengegaan, toen tegen hem werd gezegd, dit te doen. Toen de weduwe zei, dat ze dan de politie zou roepen, antwoordde bekl: „Als je dat doet, zal ik je met het mes steken." L. KI. Taap, rijksveldwachter te Urk, bevestigde het door hem opgemaakte proces-verbaal. Bekl. was zoo dronken, dat hij van niets weet. Zelfs niet dat hij in de woning van weduwe Werner is ge weest. De rijksveldwachter zegt echter, dat bekl. niet zooveel spiritualiën tot zich genomen had, N. Romkes, wed. Werner, verklaarde overeenkomstig de dagvaarding, behalve wat het mes betreft. Ze her innert zich er absoluut niets van; de president drukt get. ernstig op het hart, de volle waarheid te zeggen. Onder het storten van tranen houdt ze vol, dat er over geen mes gerept is. Het O. M. wees er op, dat de Urkers ter terechtzit ting steeds trachten elkaar er uit te praten, Z. E. A. kon echter de tweede get. geen meineed bewijzen; de ten laste gelegde bedreiging liet Z. E. A. daarom val len, maar eischte tegen bekl., die zich alleronhebbe- lijkst gedroeg, 2 weken gevangenisstraf. MISHANDELING. D. R., metselaar te Bergen, wordt bij dagvaarding ten laste gelegd, dat hij aldaar den 30 Januari A. Goedhart, bakkersknecht aldaar, mishandeld heeft, door dezen een slag tegen het aangezicht te- geven, wat een oogbloeding ten gevolge had. Bekl. ontkende. A. Goedhart, als getuige gehoord, was den bewus ten avond naar de dansclub bij Ide Min. Om tien uur, na afloop, werd get. den slag toegebracht, nie mand anders dan bekl. stond vlak bij hem. Tevoren hadden ze op de dansles eenige woorden gehad. J. Henneman, arbeider te Bergen, was ook bij de genen, die hun danslust botgevierd hadden. Get. hoor de een beetje woordenwisseling tusschen Goedhart en bekl. Beiden verlieten het café en even later kwam Goedhart met een met bloed beloopen oog terug. Het O. M. eischte 25 boete subs. 10 dagen hecht. ONBEVOEGD UITOEFENEN DER GE NEESKUNDE. II. J. Eilers, chemicus te Oegstgeest, is in eerste instantie door den kantonrechter te Schagen wegens het van JanuariSeptember 1912 te Harenkarspel buiten noodzaak en zonder daartoe bevoegd te zijn, ge neesmiddelen toezenden aan Simon van Meurs aldaar, nadat hem was medegedeeld, dat deze lijdende was aan tuberculose, veroordeeld tot 3 geldboeten elk van 300, subs, elk door 60 dagen hechtenis te ver vangen. Van dit vonnis kwam de directeur van het Gouden Kruis, die van Meurs tot lid van die schoone instelling had gemaakt, 2 Januari j.l. in hooger be roep. Den 4en Februari werd voor de Rechtbank al hier bij verstek het vonnis bevestigd, waarna bekl. 26 Februari in verzet kwam tegen het bij verstek gewe zen vonnis in appèl. Het O. M. eischte bevestiging van het vonnis van den kantonrechter; Eilers, ditmaal in een fraai grijs colbertcostuum gestoken, legde zijn gedrukte verde diging aan de Rechtbank over. Ze werd bij de stuk ken gevoegd. DIEFSTAL. H. P., visscher te Urk, wordt ten laste gelegd dat hij 22 Januari met het oogmerk van wederrechtelijke tqeëigening uit den winkel van H. H. Gerssen heeft weggenomen eenige haringen, althans één haring. Bekl. zegt van niets te weten, van een vriend hoorde hij later, dat hij een haring had weggenomen. Gerssen en zijn vrouw werden gehoord, waarna het O. M. tegen bekl., die reeds een gulden als schadeloos stelling aan G. had gegeven, 20 boete subs. 12 dagen hechtenis eischte. Den 61-jarigen A. M., veedrijver te Warmenhuizen, wordt tal van diefstallen ten laste gelegd, welke hij heel gedwee bekent. Hij heeft zich al eens meer aan diefstal schuldig gemaakt, maar den gepasseerden zo mer, ja nog langer, van Juli tot December toe, heeft hij het en gros aangepakt. Op verschillende dagen heelt hij uit de boet van TI. Kemper, landbouwer té W armenhuizen, houten ribben weggenomen, in De cember nam hij een plank bij de boet weg. In den zomer van 1912 heeft hij van het erf, waarop deze boet staat, een zinken emmer weggenomen, in Decem ber kaapte hij van het erf van H. Boots, eenige gonje zakken; van het erf van J. Kraakman, ook te War menhuizen heelt hij één van eenige schoongemaakte koedekken, gemerkt J. K., weggenomen. Half Novem ber kwam hij op het idee om zich een ballastschop, toebehoorende aan O. Kemper, met wien hij een zol der in gemeenschappelijk gebruik heeft, toe te eige nen en dit voorwerp, na het flink in het vet te hebben gezet, in een leege bedstede op den zolder te plaatsen. In een zomer heeft hij een theeblad van zijn buurman Kemper weggenomen en dit, na het een zwart verfje te hebben gegeven, in het achtervertrek van zijn huis gezet. Men ziet het, bekl. durft wel iets aan, doch de kruik gaat zoolang te water tot ze berst, do gemeen teveldwachter N. Ham te Warmenhuizen rook lont en nam al de opgesomde voorwerpen bij bekl, in beslag. Een 6-tal getuigen verklaarden achtereenvolgens dat ze de opgemelde voorwerpen vermist en als hun eigendom herkend hebben. Het O. M. eischte tegen dezen kleptomanen vee drijver twee maanden gev. str. OVERTREDING PERSONEELE BELASTING. S. logementhouder te Texel, wordt overtreding ten l*ste gelegd bij de aangifte voor den 2en grondslag der personeele belasting. Bekl. gaf bij de beschrijving op 2i Januari op vijf haardsteden te hebben, terwijl de kommiezen C. Rab en H. Veen te Texel 26 Februari 6 haardsteden constateerden. Beide rijksambtenaren bevestigden het door hen opgemaakte proces-verbaal, liet bleek, dat get. Veen, die de beschrijving in Ja nuari deed, niet geconstateerd heeft, hoeveel haard steden er toen waren, hij vulde het opgegeven aantal in. De rijksadvocaat, mr. Asscher, achtte het bewijs ge- e\era en vroeg j 20 boete subs, te vervangen door eenige dagen hechtenis. Het O. M. requireerde, dat de vordering van den rijksadvocaat zal worden toegewezen. MISHANDELING. Een aangehouden zaak kwam daarna in behande ling, n.l. die tegen A. N„ arbeider te Helder, die 7 Roman van LENE HAASE. 61) o XIII. Bij 't aanbreken van den dag stond ze op, nog eer er in de bungalows eenig leven te bespeuren viel, of de fabrieksfluiten zich deden hooren. Zachtjes sloop ze het huis uit en liep naar de Commerce-straat. Ze was tóch wel wat ongerust, dat de buit haar zou ont gaan. Voor den winkel van Rosenbusch gekomen, moest ze nog geruimen tijd wachten, eer hij de deur opensloot. „Komaan, u is prompt op tijd, Frauloin," merkte hij lachend op. „Dat behoort bij mijn beroepantwoordde Loe ernstig. Haar plaats op de margarine-ton weer innemend, verdiepte ze zich blijkbaar in een krant, intusschcn goed het oog houdende op alles wat den winkel uit en in ging. Negers en Mexicanen kwamen om voor weinig geld, allerlei bonte heerlijkheden te koopen. Verarmde blanken, uitgeteerde, kommerlijk uitziende vrouwen om schuchter hun bezittingen van de hand te doen. Brutale loafers (leegloopers) brachten allerlei kostba re sieraden, waar ze stellig niet op een eerlijke wijze aan gekomen waren, en verkochten die voor een spot prijs. Die Rosenbusch was bewonderenswaardig vond 8Prak vloeiend Engelsch en Spaansch met zijn klanten en behandelde ieder naar zijn aard. 't vwam Loe voor, dat dat armzalige winkeltje een goudmijn moest wezen. Eindelijk ging de deur weer open en verscheen Johnny Johnson met de naaimachine. °,e.S aibonsde van blijdschap en spanning en ze zou bjjna te veel belangstelling verraden hebben. aan 't'oïderhandeRn"' Roseilbl,sch en de ne«Pr druk 'Zoo, een Singel-naaimachine heet dat?" zei de eerste op 'n toon van geringschatting. „Maar dan toch een heel verouderd systeem en met een kapotten poot. En daar wou je twintig dollars voor hebben? No, Sir, hoogstens tien!" ,Be fine sewing-machine!" schreeuwde de neger opgewonden. „Wil dadelijk dood neervallen, als ik u die voor tien dollars laat! Missi heeft gezegd, ze moet twintig dollars opbrengen." „Welke missi t „Missi Evans." at heb jij met mrs. Evans te maken?" Johnny Johnson krabde zich eens in 't wolkje haar, t werd hem een beetje onbehaaglijk. „Ik draag hout en water aan voor missi Evans, voor acht bits per week. Toen heeft missi gezegd: „John ny, heeft ze gezegd, „neem die naaimachine en ver koop hem voor twintig dollars." En toen heb ik de naaimachine genomen en daar staat-ie. Maar ik wil dadelijk blind worden en doodvallen, als ik hem voor minder dan twintig dollars verkoop." rr "X(r da*' ouwe ding dan maar weer mee," zei lierr Rosenbusch kortaf. „Ik zeg jo, 't is nog geen tien dollars waard! Bij mij raak je 't niet kwijt." Brommend en vloekend nam Johnny Johnson de naaimachine weer op zijn breeden rug en sjouwde de deur uit. Maar Loe sprong meteen op en vloog hem achterna. In haar overgrooten ijver was ze toch wel wat on voorzichtig- geweest. Nauwelijks in de Commerce-straat gekomen, keek Johnny Johnson naar alle kanten om zich heen. Toen hij Loe zag, die hem onafgewend in 't oog hield, schrok hij blijkbaar. Ilij pakte dc machine nog wat steviger beet en sloeg opeens met lange schreden een stille zijlaan in. Dat was onaangenaam! Tevergeefs keek Loe naar oen agent, rond, maar jawel, dat. kende ze van ouds, uit PotsdamPolitieagenten waren op de momen ten, dat je ze noodig had, altijd ver te zoeken. Zijzelf had het, gevoel, zich ook niet juist als een handig de tective gedragen te hebben. Teleurgesteld sloeg zij eveneens de avenue in. Ontgaan zou die neger haar toch niet! Nu keek hij weer achterom en herkende de lady, die hij eerst in den winkel en toen achter zich in C ommerce-straat gezien had. 't Werd hem dus dui delijk. dat. hij vervolgd werd. Hij zette 't op een loo- pen, maar Loe bleef hem op de hielen. Stopriep ze, alle voorzichtigheid uit het oog verliezende. Johnny Johnston maakte nu nog langere beenen, doch de zware machine belemmerde hem erg en Loe naderde hem dreigend. ,Stopherhaalde ze haar hevel. Daar kwamen menschen aan; een paar stevige werklieden. Nieuwe hoop daagde voor Loe. Die kon den haar prachtig helpen den zwarte te arresteeren. „Hold him op!' riep ze zoo hard ze kon en met haar armen zwaaiende. De arbeiders begrepen de zaak onmiddellijk. Ze we ken wijd uiteen, over de heele breedte der avenue en zetten er den pas in, Johnny tegemoet. Zoodra deze zag, dat de toestand hachelijk werd, en hij de naaimachine niet meer redden kon, smeet hij die onverwijld op den grond en keek wild om zich heen, hoe lxij zichzelf in veiligheid zou kunnen bren gen. Voor hem uit versperden vier sterke mannen hem den doorgang. Achter hem liep maar één jonge dame. Johnny Johnston veranderde dus plotseling van koers, om als een vervolgde haas Loe voorbij te schieten. Maar dezo was sportsgirl genoeg om zich even plotseling om te wenden en de vluchteling aan een slip van zijn jas te grijpen, die ze met alle macht vasthield. In t zelfde oogenblik echter kreeg ze een gevoeli- gen draai om haar ooren, die haar zonder complimen ten achterover in de modder deed vallen. Zoodra hij zich bevrijd voelde, maakte de neger zich met een paar groote sprongen uit de voeten en verdween om den eersten den besten hoek. X erechrikt waren de arbeiders bij Loe blijven staan om haar op te helpen. Ze was van onderen tot boven bevuild, haar neus bloedde en haar heele gezicht deed zoo n pijn van den geweldig krachtigen slag, dat ze de medelijdende mannen slechts met, moeite de toe dracht der zaak kon vertellen. „Well, de sewing-machine heeft u nu tenminste te rug, ma am, en dat was toch de hoofdzaak," troostte de eene haar. Loc stemde dit met een knikje toe. Zo had de op dracht tenminste volvoerd. „Dat u dien neger zou vangen, kon geen menseh van u vergen, dat is geen werk voor een lady," vond een tweede; „dat is de taak van de politie." „Maar beastly brave heeft u zich gehouden, mn- am! liet hij er bewonderend op volgen. Loe trachtte gevleid te glimlachen, terwijl ze zich het bloed van den neus bette. Toen kwamen ze alle vier om de machine heen staan en namen die ernstig in oogenschouw. „Nu zijn de beide pooten kapotriep Loe eens klaps verschrikt uit,. „Ja, t is waar, ma am zei een der arbeiders, zich bedenkelijk achter t oor krabbend. Daar is ook geen naaimachine tegen bestand, zoo op de straatsteenen te worden gesmeten." Wel! besloot Loe, „ik heb eenvoudig in opdracht do machine op te sporen en terug te brengen, in wel ken toestand doet verder niet ter zake. Denkt u ook niet •Bureklonk het bekrachtigend uit vier monden. Toen inspecteerde Loe zichzelf eens met onderzoe kenden blik. Ontoonbaar zag ze er uit. Zóó kon ze eenvoudig niet over straat gaan! Ze verzocht dus een der mannen haar een auto van 't station te willen halen. In een paar minuten was hij terug. Verbaasd be keek de chauffeur de verfomfaaide jongedame en de fragmenten der naaimachine. De arbeiders hielpen haar instappen on pakten de ruïne op het dak van den wagen. Toen hieven ze „three cheers" aan voor die dappere young lady en onder een oorverdoovend geyell snorde Loe naar North-street. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 5