DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
n Houtens
No. 59.
Honderd en vijftiende Jaargang.
DINSDAG
11 MAART.
IFEPILLETON.
In het Land van den Dollar.
MILITIE.
mag in geen huisgezin
ontbreken.
DE VOLKSDRANK
i 8
BINNENLAND.
AARSC
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, de onder
staande hier wonende zeemilicien-verlofgangers, om,
ingevolge art. 80 in verband met art. 114 der Militie-
wet (Staatsblad 1912 No. 21) op na te noemen datum
en plaats, tot don werkelijken dienst over te gaan:
JACOBUS PLAS, lichting 1911, 25 Maart 1913 aan
boord van Hr. Ms. „Koningin Emma" te Willems
oord
PETRUS NICOLAAS BRUIN, lichting 1911, 29
April 1913 aan boord van Hr. Ms. „Evertsen" te
Willemsoord;
JULIUS MICTIIELES ZANDBERGEN, lichting
1911, 27 September 1913 aan boord van Hr. Ms. „Me
dusa" te Willemsoord.
Den verlofgangers wordt hierbij gewezen op de na
volgende bepalingen:
lo. dat de miliciens-verlofgangers die verblijf houden
in de plaats van opkomst, zich op den dag voor de
opkomst bepaald, uiterlijk te 8 uur voormiddags
aan boord moeten aanmelden;
2o. dat de miliciens-verlofgangers die verblijf houden
binnen 20 K.M. van de plaats van opkomst, op
den dag voor de opkomst bepaald, uiterlijk te 10
uur voormiddags aan boord aanwezig moeten zijn;
3o. dat de overige miliciens-verlofgangers voor zoo
veel zij binnen het Rijk gevestigd zijn, zich op
het tijdstip, waarop zij aanwezig kunnen zijn, in
dien zij zich op den dag voor de opkomst bepaald,
met het eerst vertrekkende middel van versneld
vervoer langs de op de vervoerbewijzen aangege
ven route naar de plaats van opkomst moeten be
geven, of, indien bij gebruikmaking van een later
vertrekkend middel van versneld vervoer langs
diezelfde route zulks mogelijk is, uiterlijk op het
onder 2o aangegeven tijdstip en voor zooveel zij
buiten het Rijk gevestigd zijn, zich op dien dag
vóór 4 uur namiddags aan boord moeten aanmel
den.
Voor zooveel de miliciens door ziekte of om eene
andere reden niet tot den werkelijken dienst kunnen
overgaan, worden zij verzocht daarvan vóór het tijdstip
voor de opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie me-
dedeeling te doen.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 10 Maart 1913.
1
ALKMAAR, 11 Maart.
Gisteren zijn in Duitschland de feesten ter gelegen
heid van de 100-jarige herdenking van den bevrijdings
oorlog begonnen, er zijn kransen neergelegd bij de
standbeelden van koning Frederik Willem III, van ko
ningin Louise en van de helden uit dien oorlog, er is
een plechtige godsdienstoefening gehouden, de keizer
heeft een parade geïnspecteerd en bij het standbeeld
van den zooeven genoemden koning een dagorder
voorgelezen.
„Aan mijn leger
„Voor de honderdste maal is heden de dag gekomen,
waarop Pruisen zijn onafhankelijkheid gedenkt. Het
volk zuchtte onder de vuist van den veroveraar. Geen
vernedering, ook de ergste niet, was het gespaard
gebleven. Maar de harde straf werkte duurzaam. Na
een langen, moeilijken strijd sloeg eindelijk het uur,
waarin mijn verheven voorvader, in bewogen woorden,
de oproeping „Aan mijn volk" richtte. In dichte seha-
ren volgde het volk den oproep van den koning'. Hoog
sloegen de vlammen van geestdrift, en offervaardig
heid gloeide in ieders hart. Gélukkig achtte ieder zich
voor koning en vaderland zijn goed feil te mogen heb
ben, dubbel gelukkig onder de vlag zijn bloed te mo
gen storten."
De Keizer herinnerde dan aan Scharnhorst, Bliicher,
York, Biilow, Gneisenau en zoovele anderen, wier na
men in vlammend schrift in de jaarboeken der ge
schiedenis zijn gegrift.
„De trouw onzer vaderen aan hun koning heeft,
zoo ging hij voort, de zege behaald, die voor henzelf
evenwel nog niet was weggelegdhet herstel, de we
dergeboorte van keizer en rijk.
Roman van LENE HAASE.
o
56)
),De dames weten zeker wel, dat hier over een paar
dagen de groote tentoonstelling geopend wordt," zei
de dikke reiziger. „De Lone-Star-Brewerij exposeert
natuurlijk ook en heeft er een mooie piramide van
flessclien en vaten en ook een étalage van de grond
stoffen waaruit het bier gebrouwen wordt. Daar we
de tentoonstelling tegelijkertijd ook tot een soort van
politieke propaganda willen benuttigen, zoeken we
twee knappe jonge dames, om reclame-geschriftjes en
brochures tegen de prohibition in onze afdeeling te
verspreiden."
„Prachtig!" riep Loe vol geestdrift. „Als het te
gen de prohibition gaat, ben ik als Duitsche dadelijk
tot uw dienst!"
j>Mr. Bayer kwam bij me, en vroeg of ik ook twee
knappe, beschaafde jonge dames wist," vertelde mr.
Mc. Dowell, en toen zei ik, dat jij, Beverly, en miss
von Wersien, die op het oogenblik juist een job zocht,
dat baantje stellig wel op zich wilden nemen."
„Hoeveel betaalt u per dag?" informeerde mrs. Mc.
Dowell voorzichtig.
„Drie dollars, ma'am."
„Well, dat is een aardige verdienste, want hot werk
lijkt me niet vermoeiend. Hoe lang duurt de fair?"
„Twintig dagen, ma'am."
„Twintig maal drie is zestig," rekende Beverly Mc.
Dowell dadelijk. „Dat geeft een nieuwen winterman
tel en twintig dollars extra voor de huishouding. We
houden toch zeker ook wel tijd over om ons een beetje
te amuseeren?"
„Certainly, ma'am!" verzekerde de dikke brouwer.
„TVellhoe denkt u er over, miss von Wersien?
Jleeft u lust de job aan te nemen?"
EERSTE KAMER.
In de gisteravond gehouden zitting der Eerste Ka
mer werd overeenkomstig bet voorstel van den voor
zitter besloten morgen in openbare behandeling te
nemen verschillende wetsontwerpen en de hoofdstuk
ken der Staatsbegrooting dis nog moeten worden af
gedaan, te beginnen met de begrooting van Binnen
landsohe Zaken.
„Ons echter, het thans levende geslacht, roepen de
heldendaden van onze voorouders dringend toe de
ernstige waarschuwing van het woord des dichters
waar te maken
„Was du ererbt von deinen Vatern hast,
Erwirb es, um es zu besitzen."
„Ook wij zullen met blijdschap ten strijde trekken,
als het eens noodig mocht zijn om het met zooveel
dierbaar bloed verkregene te bewaren, en Duitsch-
lands eer te beschermen tegen wie die zou durven
aantasten.
„Daarvoor moet ieder op zijn plaats zorgen, dat het
leger zijn leus naar buiten en binnen hooghoudt; als
het leger daarmede ten strijde gaat, moet het onover
winnelijk zijn. Maar de zege komt van God."
Ilet was ook op een lOden Maart geboortedag
overigens van de verstandige en deugdzame koningin
Louise dat er ook een „Aufruf an die Armee" ver
schoen. De „Aufruf an mein Yolk" kwam den I7den
Maart en daarin werd het volk opgeroepen tot den
strijd voor de vrijheid, na zoovele jaren lijdens.
Er zijn thans nog andere gedenkdagen voor het
Duitsche volk. Keizer Wilhelm I overleed Zondag
voor 25 jaar en vandaag 25 jaar geleden kwam keizer
Frederik uit San Remo terug. Treffend schetst de
heer Wolff in het Tageblatt van gisteren den terug
keer van den keizer, die aan kanker leed.
„Ik stond zegt hij als jong journalistiek be
ginneling op den avond van den llden Maart 1888 in
de rood-wit-gestreepte gang van doek, welke dwars
over het perron was aangebracht en terwijl daarbui
ten in den ijzigen wind en sneeuwstormen, in de
duisternis van den barren nacbt, honderdduizenden
op den keizer wachtten, keken wij reikhalzend uit
naar de lichten van den trein, die hem naar het va
derland bracht. Eindelijk, na elf uur, was hij er, wij
zagen hem achter het raampje van den verlichten sa
lonwagen, flink recht-op, indrukwekkend met een
ernstig, blozend gelaat, een nauwelijks grijzen baard,
en een geweldige gemoedsaandoening maakte zich
van ons allen meester en zelfs wie elkander heelemaal
niet kenden, drukten elkaar de hand en verzekerden,
dat hij heelemaal er niet zoo ziek uitzag. Toen hij uit j
den waggon gestapt was, bleef hij een oogenblik staan
hij keek stil over do opeengedrongen menigte heen,
knikte groetend, sloeg de pelskraag van den militai
ren mantel omhoog, knoopte haar onder den kin en
stapte toen naast zijn diepgesluierde gemalin en de
Loe knikte.
„Grooten lust! Maar zeg eens, mijnheer Bayer,
mogen we een glaasje bier drinken?"
„Sure! zooveel u wilt, young lady."
„Allright, dan ben ik voor aannemen."
De zaak was spoedig beklonken. Over vier dagen
werd de tentoonstelling geopend. Dan zou de dikke
reiziger de dames in zijn auto afhalen en hen in hun
nieuwe bezigheden inwijden. Hij scheen bijzonder in
zijn schik, dat hij zoo'n paar knappe, aardige ladies
gevonden had.
„U zult de girls van de City-Brewerij de loef, af
steken!" zei hij lachend, terwijl hij afscheid nam.
De City-Brewerij was de concurrente der Lone-
Star-Brewerij. Het waren de twee grootste brouwe
rijen in San Antonio.
Mrs. Mc. Dowell scheen uitgelaten van blijdschap.
„We'll have lots of fun!" juichte ze. „Denk eens
aan, miss von Wersien, al dat geld en dan die inte
ressante tentoonstelling'! We zullen alles voor niets
zien en ons dol amuseeren!"
Den geheelen avond spraken ze van niets anders
dan van de tentoonstelling.
Loe bezat nog ruim dertig dollars. Daar kon ze op
haar bescheiden manier nog een heelen tijd van leven;
die zestig dollars zouden dus zuiveren winst zijn-
Heerlijk, bijna genoeg voor de terugreis naar Duitsch
land! Maar ze wilde nog meer verdienen! Ze won
een heeleboel geld meebrengen en ze thuis eens too-
nen hoe ferm ze zich had aangepakt! Vroolijk en
rooskleurig lag de toekomst weer yoor haar! Een
krachtig onafhankelijkheidsgevoel ontwaakte in haar.
Ze kon dus toch op eigen beenen staan. Ze was te
gen dat blufland opgewassen! Sinds lang was zé niet
in zoo'n tevreden, gelukkige stemming ingeslapen, als
dezen avond.
Nu kon ze vier dagen lang luieren, voor de Prohibi-
tion-dienst begon. Ze gebruikte dien tijd voor ont
dekkingstochten door San Antonio en zijn omgeving,
bezocht de vervallen missie-gebouwen, die aan vroe-
prinsesscn door de gang. Den volgenden morgen ver
scheen zijn proclamatie „Aan mijn volk," welke zich niet
alleen door de zeldzame schoonheid van den stijl van
dergelijke documenten onderscheidde. Frederik III
verkondigde dat hij zijn volk met een „onbeperkt ver
trouwen" tegemoet kwam en hij beloofde het land:
„ein gerechter und in Freud' und Leid ein Treuer
König zu sein."
Ik heb hem daarna in de drie maanden, waarin hij
de kroon des keizers en den krans des martelaars
droeg, nog vaak gezien, op het Charlottenburger slot-
terras, te Berlijn op dien Paaschzondag, toen het ge
rucht ging, dat hij er was en men de bloemenwinkels
plunderde, zijn rijtuig Unter den Linden omringde,
met voorjaarsviooltjes vulde, en voor het laatst zag
ik hem in den tuin van Friedrichskron, Hij reed in
een stoelwagentje, dat een braaf paard langzaam trok,
de keizerin, die naast hem liep, beschermde hem met
haar parapluie en menigmaal greep hij naar het pot
lood en een kleine bloc-note, waarop hij hetgeen hij
niet meer zeggen kon, neerschreef. Niets van de ma
jestueuze mannelijkheid, die ons allen op het station
nog had verrast en misleid, was overgebleven, het ge
laat was wasgeel en heel smal geworden, de baard erg
grijs, de borst ingezonken, het gebaar moe en zwaar,
en in het groene park, waarin de wegkwijnende keizer
nog eenmaal de zon groette, scheen de pijnlijkste me
lancholie rond te zweeven. En tijdens de korte perio
de van zijn keizerrijk had men dezen doodzieke geen
politieke intrige en geen booswilligen tegenstand ge
spaard
Al het mijmeren over wat Frederik III wel zou heb
ben gedaan wanneer hem een gelukkiger lot be
schoren geweest ware en nagelaten zou hebben, is
overbodig.
Maar in zijn dagboek schreef hij eens: „Mijn hoop,
op de ernst van het volk, de plicht, de ontwikkeling
van het politieke en nationale leven in vrijzinnigen
geest" en: „Ik twijfel aan de oprechtheid voor de
ontwikkeling van het rijk in vrijheidslievenden geest
en geloof, dat alleen een nieuwe tijd dit zal beleven."
Hadden wij, vraagt de schrijver tenslotte, het be
leefd, wanneer het lot hem den tijd gelaten had?
wij weten het niet. Maar misschien had hij zijn belof
te vervuld.
HET MINISTERIE VAX DEFENSIE.
Gisteren hebben wij een bericht van het Handels
blad overgenomen, dat bij de regeering het voornomen
zou bestaan, om voorsbands geen maatregelen te ne
men tot uitvoering van den algemeenen maatregel
van bestuur, waarbij de departementen van oorlog en
marine worden saamgevoegd in één departement van
defensie.
De Nederlander weet uit de beste bron mede te
deelen, dat dit bericht onjuist is.
De oorzaken, die tengevolge zouden hebben, dat de
uitvoering van het Koninklijk besluit stagneerde, zijn
schrijft het blad gansch andere. De vereeniging
van beide departementen toch vergt de wettelijke
sanctie van eenige, daarbij betrokken voorstellen, die
langs den gewonen parlementairen weg moeten wor
den behandeld. Nu zijn die voorstellen (waartoe b.v.
ook behoort de titulatuur van den minister) bij den
Raad van State ingediend, doch verder is de behan
deling nog niet gevorderd.
Dit alleen kan oorzaak worden, dat de vereeniging
der departementen nog eenigen tijd toeft.
gere Spaansche tijden herinnerden, klom tot in de
hoogste verdiepingen der wolkenkrabbers en bekeek
de streek eens van boven af. De tegenstellingen tus-
schen bet oud-Spaansehe, het Mexicaansche en het
nuchtere Amerikaansche gaven het leven hier op de
grens een eigenaardige bokoring.
Ging men 's morgens naar de eeuwenoude Kathe-
dral om er de plechtige mis bij te wonen, zag men er
de pracht en glans der katholieke kerk, de slanke ge
stalten der Mexicaners om zich heen, dan droomde
men zich onwillekeurig in den Spaanschen tijd; en
zat men op een der banken onder de palmen in de
zwoele, geurige zomerlucht, rustig opkijkende naar
de van ouderdom scheefgezakte torens der hoofdkerk
en al luisterend naar de pittige klanken van het
Spaansch rondom en het "getokkel der guitaren onder
het bruine volkje in hun Zondagstooi, dan waande
men zich in een Romaansch land. Een paar straten
verder: Wolkenkrabbers, warenhuizen en bureaux;
echt Amerikaansch gejaagd en gehaast. De bekende
typen uit de zakenwereld; magere, gladgeschoren hee-
ren met opgevulde schouders, schreeuwende newsboys,
ratelende wagens, snorrende auto's en het onafgebro
ken geklingel der electrische trams. Alles nuchter,
rumoerig, onschoonEn te midden van al die drukte
een straatprediker, die met luider stem en op een
oude ton staande, met den toorn Gods dreigt. Grijn
zende, onbeschaamde negers, bescheiden, hoffelijke
Japanneezen, die elke grofheid of beleediging met
een vriendelijk lachje beantwoorden; blonde, Noor-
sche schoonen dat alles verdringt zich in de win
kel- en zakenstad. Het is of men er op eens in een
andere wereld verplaatst is. Loe hield van die sterke
tegenstellingen en zocht ze na elkaar op. Maar haar
sympathie had toch de Mexicaansche bevolking, hoe
wel deze het minst in aanzien stond en voor een deel
in ellendige rieten hutten woonde. Hun wondermooie
muziek, welluidende taal en natuurlijke bevalligheid
trokken haar aan. Dikwijls wandelde ze ook naar de
army-post (militair station) eu het fort „San, Hous-
ALGEMEENE BOND VAN R. K. KIESVER-
EENIGINGEN.
Naar „Het Centrum" verneemt bestaat het voorne
men de jaarvergadering van den Algemeenen Bond
van R.-K. Kiesvereenigingen, die volgens de statuten
in Mei wordt gehouden, dit jaar te vervroegen en te
gen 24 April uit te schrijven.
De Antirevolutionnairen, Chr. Historischen en R.-
Katholieken vergaderen dus allen denzelfden dag.
Gemengd nieam.
FRANSCHE SARDIENTJES TE UITGEEST.
In „Het Volk" vertelt A. N„ dat hij te Uitgeest
moest debateeren. Het concentratie-program zou
worden verdedigd door den vrij-liberaal mr. Tideman,
als aanklager in Kuyper's lintjeszaak welbekend.
De debater, die een trein miste, kon slechts aan-
teekeningen maken over de tweede helft der redevoe
ring.
„Toen de spreker klaar was, stapte hij naar me toe
en overhandigde me 4 papiertjes met 't verzoek, of ik
de vragen, daarop vermeld, wilde beantwoorden. Ik
keek de blaadjes eens in en vond als eerste vraag: Is
de debater niet met mij van oordeel, dat de sociaalde-
mokratie vaak ontaktisch optreedt, zooals b.v. geble
ken is bij de opheffing' der Sardinefabrieken in Bre-
tagne?"
Daar zat ik.
Ik kon nu wel zeggen, dat de spreker de rollen had
omgekeerd en vragen stelde aan de lui uit 't publiek,
inplaats dat ze hem werden gedaan; maar ik voelde
wel, dat ik er daar niet mee af kwam. De bezoekers,
die wisten wat er op 't papiertje stond, verwachtten
van 'n kandidaat voor de Tweede Kamer een afdoend
antwoord.
Ik kreeg 't woord voor debat. Gedurende 40 minu
ten. Behandelde algemeen kiesrecht, Staatspensioen,
onderwijs, militarisme, belastingen.
Ik werkte met sterksprekende feiten, die elders al
tijd met belangstelling werden aangehoord, 't Gaf
niets. Er was volstrekt geen aandacht."
Do monden, oogen, heele tronies, de ziel van de
aanwezigen, alles riep om de Sardientjes! De debater
slaakte een zucht van verlichting, toen zijn 40 minu
ten om waren.
Hij bleef nog wat luisteren naar 't antwoord van
den spreker.
Deze had het over de Volksziel. Uit de aandacht
der vergadering trok hij twee konklusies: lo. dat er
te Uitgeest vele kenners en vereerders van Bolland
zitten; 2o. dat eerste voorwaarde is voor een spreker,
wil hij succes hebben, dat hij de volksziel kenne.
De debater vraagt om hulp voor een goed antwoord
ton," om ook eens een indruk van de Amerikaansche
krijgswezen te krijgen. Maar het Duitsche soldaten-
kind had slechts een medelijdend glimlachje over voor
hetgeen ze te zien kreeg. Soldaten en paarden maak
ten een droevig slappen indruk, en wat bij de parades
vertoond werd, was echt kinderspel! Ook hier weer
alles bluf! De manschappen door allerlei sehoone
beloften aangeworven werden tot allerlei diensten
gebruikt, die niets met het wapenhandwerk te maken
hadden en daarbij dikwijls zeer ruw behandeld. Geen
wonder dat de ontevredenheid ook groot en het per
centage der deserteurs hier aan de grens buitenge
woon hoog was.
Het officierscorps besiond voor 't grootste deel uit
zeer onwetende elementen en telde in de beschaafde
kringen absoluut niet mee. De hoofdofficieren inte
resseerden zich meer voor hun beursspeculaties dau
voor den dienst. Wat aan mensehen, paarden en an
der materiaal op 'i papier stond, moest nauwelijks
voor do helft voorhanden zijn. Loe merkte telkens
dat het Amerikaansche volk niet de minste belang
stelling voor zijn soldaten voelde, 't Waren eenvoudig
huurlingen; men verachtte ze bijna. Het legér had
voor' den Amerikaan blijkbaar alleen dan waarde, als
hij er aan verdienen kon door leveranties, troepen
transporten, enz. Met verbazing hoorde ze dat het le
ger voor alles dubbel zooveel betalen moest als ande
re lastgevers. Precies omgekeerd als in Duitschland!
't Was toch eigenlijk ontzettend belachelijk, dat de
Yankees in do eerste plaats hun eigen vaderland be
drogen! Vaderland wat voelden ze daar trouwens
voor! Het bestond niet voor hen! Voor den Duitscher
was 't een begrip dat liefde, offervaardigheid in zich
sloot tot den allerlaatsten bloeddroppel. Maar de
Amerikaan wilde aan zijn vaderland verdienen. Zijn
patriotisme beperkte zich tot een blinden eigenwaan,
die uiting vond in de telkens gehoorde phrase: ..We
are Americans! We'll whip the world!"
(Wordt vervolgd.)