DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
nu I INDUSTRIESCHOOL
HUISHOUDSCHOOL.
Rom
So. 75.
Honderd en vijftiende Jaargang,
WOEJÏSDAO
2 APRIL.
3y-jarige CURSUS
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Qroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
A AlMttfFTF, van LEERLINflM
X MEI 1913,
Opleiding diploma
COSTUUMNAAIEN.
Opleiding DIENSTBODE.
MILITIE.
Overnachten buiten de kazerne
bij opkomst voor de her
halingsoefeningen.
HINDERWET.
MILITIE.
Vrijstelling wegens Broederdienst.
Engelsche Brieven.
Telefoonnummer 3.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
BINNENLAND.
ALRMAARSC
RANT
Aaavangsleeftijd 12 13 jaar.
Lesgeldt 85.—, t 30.—, 1 15.—, f 18.50,
t ÏO.— en t 4
ONDER WIJSVAKKEN.
Voortgezet onderwijs in Ned. Taal en Rekenen,
Verstellen en naaien van Onderkleeding.
Costuumnaaien, teekenen, fr. handwerken, strijken
en vouwen der wasch.
Aanvangsleeftijd 16 jaar.
I.esgeld t 40.per jaar.
In dezen cursus wordt de leerlinge, die de Ind.-school
volgde, voor t 35.of 't door haar steeds betaalde
schoolgeld, geplaatst.
Aanvangsleeftijd 12 k 13 jaar.
Duur van den cursus 2 jaar, lestijden van half 8
tot 7 uur.
Woensdagavond en Zaterdag heeft zjj den heelen
dag vrij.
Leermiddelen kosteloos.
Lesgeld f 0.30 per week.
Alle leerlingen moeten een bewijs inleveren, dat zy
de Lagere School geheel afgeloopen hebben.
Inlichtingen geeft de directrice
M. W. ARBEITER.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter kennis van de verlofgangers der Militie,
voor zoover deze voor de laatste maal voor herha
lingsoefeningen onder de wapenen komen en behooren
tot do korpsen der Infanterie, der Vesting-artillerie,
het Regiment Genietroepen en het korps Pontonniers,
alsmede aan de milicien-sergeanten van de jongere
lichtingen tot die korpsen behoorende en de miliciens
der lichtingen 1907 en 1908 der Infanterie, der lich
ting 1908 van het korps Pontonniers, der lichting
1908 van het Regiment genietroepen, voor zoover be
hoorende tot de Telegraaf-compagnieën en van de
lichting 1909 van het korps Torpedisten, die in 1913
voor herhalingsoefeningen onder de wapenen komen,
dat hun voor zoover zij dit zullen verlangen zal kun
nen worden vergund, aan, wanneer zij voor herha
lingsoefeningen onder de wapenen zijn, buiten de ka
zerne te overnachten, mits hunne woning (vaste of
tijdelijke) in of nabij de garnizoensplaats gelegen is
en de vergunning niet aanleiding geeft tot het afleg
gen van zoodanige afstanden, dat daardoor invloed
wordt uitgeoefend op den goeden gang van den dienst
en van de oefeningen, o. a. tengevolge van, buiten
deze, opgedane vermoeienis.
De onmiddellijke chef (compagnies-commandant of
de als zoodanig optredende officier) zal hebben te be
palen, in verband met den afstand, waarop de betrok
ken persoon van de kazerne woont, wie voor de hier-
bedoelde gunst welke niemand van eenigen dienst
vrijstelt in aanmerking komt, zullende van de ver
leende vergunning (en van liet eventueel intrekken
daarvan) aan den commandeerenden-officier moeten
kennis gegeven worden.
Zij, die voor de meergenoemde gunst in aanmerking
wensehen te kojnen, moeten daarvan UITERLIJK
TWEE MAANDEN VOOR DEN DAG VAN OP
KOMST schriftelijk kennis geven aan den voornoem
den onmiddellijken chef.
Aan hem, die eenmaal gevraagd heeft buiten de ka
zerne te mogen overnachten en wien dit is toegestaan,
wordt daarin geen logies meer verstrekt, dan in ge
vallen, waarin de betrokken chef dit tengevolge van
straf of om andere redenen noodig mocht achten, ter
wijl voorts niet dan bij liooge uitzondering ter be
oordeeling van den commandeerenden-officier de
gunst kan worden verleend aan hen, die zich n a het
hiervoren aangegeven tijdstip (van 2 maanden vóór
de opkomst) daarvoor nog mochten aanmelden.
Alkmaar, 31 Maart 1913.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat Heeren
Gedeputeerde Staten dezer provincie bij beschikking
van 26 Maart 1.1. vergunning hebben verleend aan
het Bestuur van den Polder Overdie en Achtermeer,
alhier, tot het oprichten van een poldergemaal met
motorische drijfkracht op het perceel, kadastraal be
kend gemeente Alkmaar, Sectie F. No. 152.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING-, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 31 Maart 1913.
Ingeschrevenen voor de militie voor de lichting
1914, die recht op VRIJSTELLING WEGENS
BROEDERDIENST vermeenen te kunnen doen gel
den, worden uitgenoodigd op WOENSDAG 9 APRIL
a.s., des voormiddags te 10 uur ten stadhuize te ver
schijnen, vergezeld van twee mannelijke meerderjarige
getuigen, die persoonlijk met het gezin waartoe de in
geschrevene behoort bekend moeten zijn, ten einde het
opgemaakte getuigschrift, benoodigd tot het verkrij
gen van de bedoelde vrijstelling, te doen onderteeke
nen.
Voor zooveel noodig wordt er aan herinnerd, dat
van elk aantal broeders de helft of, is hun getal on
even, de grootere helft wordt vrijgesteld.
Alkmaar, 1 April 1913.
De Burgemeester van Alkmaar,
G. RIPPING.
Nadruk verboden.
Londen, 1 April 1913.
Paschen met zijn kou, zijn regen, zijn stormen en
zijn ongelukken is al weer haast vergeten. Doch het
feit dat we „lent," zooals hier de Vasten heeten, ach
ter den rug hebben, blijkt uit het drukker bezoek der
theaters. Want men vergete niet dat de protestanten
in Engeland, zoowel die tot de Staatskerk als die tol
de zoogenaamde vrije of nonconformistische kerken
behooren, het, vooral in „de Stille Week," even streng
opvatten als de Katholieken. Een mijner kennissen,
die martelaar van het „boarding house-bestaan" is,
kreeg bij voorbeeld op Goeden Vrijdag zoo goed als
geen ontbijt, voor diner -dat op Zon- en Feestdagen
om half twee wordt gebruikt visch met aardappe
len en daarmee was 't uit. Tallooze protestanten ge
bruiken gedurende de Vasten geen suiker in thee,
koffie of spijzen en behalve die zijn er duizenden en
tienduizenden, die niet uitgaan, geen partijen, diners,
bals enz. bezoeken of geven, terwijl tal van huwelijken
tot na de vastendagen worden uitgesteld.
Doch om tot de theaters terug te komen; er zijn
hier op 't oogenblik drie stukken te zien, die vallen
buiten de gewone categorie, zooals „Hamlet," „Gip
sy Love" („Zigeunerliebe") en dergelijken, waar men
van zelf heen gaat, Wanneer men aan zijn eigen be
schaving en smaak wenscht te blijven gelooven.
Het eerste is een Ckineesch stuk, „the Yellow
Jacket" of „het gele vest," dat door Engelschen „op
z'n Chineesch (zooals 't programma zegt) gegeven
wordt in het „Duke of York's Theatre."
Het groote verschil tusschen 'n stuk op z'n Chi
neesch en dat op z'n Westersch ligt hierin, dat men
precies ziet hoe alles toegaat. Bliksem en donder,
hagelgekletter en hoefgeklepper ziet men Voor z'n
oogen maken. De „property-man" hoe die op 't
Leidsche plein lieet weet ik niet, doch zeker niet
„tooneel-leverancier" zooals Calisch c.s. ons trachten
wijs te maken de man die voor de requisieten
zorgt, is eigenlijk de voornaamste acteur, want hij
doet zijn werk niet achter de coulissen, maar op het
tooneel.
En hij doet dat werk heel primitief. In de „Contes
d'IIoffman" van Offenbach, zooals die hier in het
„London Opera House" zijn opgevoerd, had men voor
de beroemde „barcarolle" een prachtgondel met een
pracht-Venetië tot achtergrond. De „leverancier"
van Calisch zet twee stoelen neer, waar hij, vrij achte
loos, een stuk rood broeaat over heen gooit en klaar
is zijn „love boat."
En zoo is het met alleswe moeten ons voorstel
lingsvermogen en onze fantasie steeds vrijen teugel
laten, min of meer geholpen door „het koor." Dat
„köor's is één man, die telkens met enkele woorden,
in één enkelen zin het publiek vertelt wat het zoo
aanstond te zien krijgt of te hooren.
Ten slotte is er muziek die ook helpt om den tekst
te verklaren, doch bovendien van tijd tot tijd den
draak steekt met de bewegingen en gesticulaties dei-
acteurs.
Het stuk zelf is zoowel Oostersch als Westersch in
zijn gegeven, het is universeel, het behandelt „de
liefde." net behandelt ook „geld" met zijn invloed
ten goede en ten kwade ook in 'n Chineesch stuk
meestal ten kwade. Docli de liefde van den jongen
held, die zich bewust wordt van zijn levensroeping en
van zijn hartstocht voor „haar," is de hoofdzaak, die
in bloemrijke Oostersche taal wordt behandeld.
't Is buitengewoon interessant, doch er zijn twee be
zwaren. Vooreerst is het Engelsch, hoe schitterend
de vertaling zijn moge, evenmin als eenige Westersche
taal bevredigend in 'n Oostersche atmosfeer. Ten
tweede ziet meö. den Erigelsehen acteurs te veel aan
dat ze Chine-ezen nadoen, 't Kan wezen dat dit op
den duur beter wordt als het stuk inslaat en de ac
teurs zich meer in hun rol hebben ingeleefd, zoodat ze
zich als 't ware instinctmatig en automatisch „op
z'n Chineesch" bewegen. De actrices, dc „jeune pre
mière" en de „moederrol," waren allerbekoorlijkst.
Doch men moet het niet gaan zien als men zijn fan
tasie niet onverpoosd op het stuk kan concentreeren
en nog minder als men behept is met de verfoeilijkste
aller ondeugden: giegelen. Dit is levensgevaarlijk.
Het tweede stuk heet „The Great Adventure" van
Arnold Bennett. Het is bewerkt naar een roman van
dezen schrijver, die opgang maakte door den titel
„Buried alive" („Levend begraven") en bleef trekken
door zijn interessanten inhoud, of, wellicht nog meei',
door de verdienstelijke bewerking.
Het is de geschiedenis van een groot, doch schuw
en verlegen schilder, dien zoowat niemand persoonlijk
kent, ook omdat hij zoowat: altijd buitenslands is. Bij
gelegenheid van een bezoek aan Engeland sterft zijn
kamerdienaar en nu ziet hij daarin 'n mooie gelegen
heid om verder geen last meer te hebben van bewon
deraars en bewonderaarsters. Hij zegt dat hij de
knecht is en laat zich zelf begraven. Wegens zijn be
roemdheid wordt zijn gewaand lijk naar de Westmin
ster Abbey gebracht en hij amuseert zich kostelijk
met het gejammer en geflikflooi der pers. Doch nu
was die Lnecht, door een advertentie in de „Matrimo
nial Gazette" in correspondentie geraakt met een lie
ve, jonge weduwe en de schilder is zoo goed niet of hij
moet ook dat deel van zijn erfenis aanvaarden. Hij
trouwt haar en met-dit juweel van een vrouw konn
de interessantste 'persoon uit het stuk op het tooneel.
Haar man kan, natuurlijk voor zulk een groot ge
nie, zijn palet niet lang met rust laten en zijn vrouw,
die dat „geknoei met die verf" wel 'n beetje raar
vindt in haar eenvoud, doch zielsveel van hem is gaan
houden, laat hem maar begaan. En hij vindt het leuk
dat ze zoo absoluut geen begrip heeft van zijn werk
en geen oogenblik de minste neiginig voelt om hem
nu voortaan te naderen „un genou k terre." Hij ge-
niet van .zijn werk om het werk zelf en is volmaakt
gelukkig.
Dat duurt natuurlijk juist zoo lang tot hij optornt
tegen eén bekwaam kunstkooper, die dadelijk ziet wat
hij voor zich heeft en zich niet lang knollen vcor ci
troenen laat verkoopen. En nu is het aardig zooals
de auteur de vrouw zich gelijk laat blijven en door en
door „lady," zonder het hoofd te verliezen in een aan-
ttmaiing van burgerlijke ijdelheid, die zou passen in
de „mooie" villa van een gedistingueerde voorstads-
buurt.
Het stuk zit vol humor; onder anderen is 't heerlijk
zooals de schilder leert zichzelf zien zooals anderen
hem zien, door do vrijmoedige manier, waarop men
„na zijn dood" over hem spreekt. Ook om de voortref
felijke manier waarop het gespeeld wordt is het ziens-
waardig. Henry Ainley, dien we in „Malvoglio" zoo
bewonderen, is de schilder, terwijl het vrouwtje gege
ven wordt door een jonge actrice „Wish Wynne," die,
nota bene, pardoes uit een variëteiten theater, een
„music hall," met enorm succes in dit stuk is opgetre
den en toont een hoogst begaafde tooneelspeelstcr vol
gratie en aantrekkelijkheid te wezen.
Het derde stuk dat ik bedoelde is Sardou's „Dora,'
dat in het Engelsch heet „Diplomacy." Dit is ook in
Nederland bekend en heeft voor ons ouderen de be--
teekenis dat wij het tusschen 1870 en 1875 hier zagen
spelen door de Kendall's en vóór dien tijd door de
Bancrofts, welke beide echtparen uit de acteurswe
reld nu het genoegen hebben het stuk opnieuw door
een veel jonger geslacht te zien opvoeren-
Nu is dat voor het publiek interessant, ten minste
voor het deel dat oud genoeg is om vergelijkingen te
kunnen maken. En die vergelijking wijst op een enor-
men vooruitgang tusschen toen en nu in de tooneel-
speelkunst. Dit geldt minder van de hoofdpersonen,
want zoowel de heer en mevrouw Bancroft als de heer
en mevrouw Kendall waren groote artisten, die na
tuurlijk en waar bleven en toen reeds hebben durven
breken met het conventioneele, stijve en sentimentee-
le, waarin Engelsche tooneelspeelkunst dreigde te
stikken. Docli liet kader was nu in zijn geheel beter.
De eenige die er minder in past is „Dora" zelf, die
gegeven wordt door een Zuid-Amerikaansche, met
zooveel hartstocht en zoo drukke, luidruchtige emotie,
dat men aan een melodrama gaat denken. „Diploma
cy" is weer voor den dag gehaald, omdat Gerald du
Maurier na „Doormats" een stoplap noodig liaddoch
het zou me niets verbazen of het stuk blijft langer
voor het voetlicht dan hij verwacht. Het heeft veel
aantrekkelijks, al komen er enormiteiten in voor, ter
wijl Sardou zulk een handig tooneelschrijver is, dat
we meestal kalm slikken wat hij ons voorzet. En het
mag vol onwaarschijnlijke toevalligheden en kunstma
tige verwarringen zitten, er zit ook veel puur mensche-
«lijks in. Het wordt voortreffelijk gespeeld. Du Mau
rier i s een uitnemend acteur en Lady Tree trof liet,
dat ze een ouderwetsche douairière mocht uitbeelden;
al haar affectatie en gemaniëreerdheid zijn nuttige
eigenschappen, zelfs bijna deugden voor deze rol; ze
was precies een plaatje voor „Punch."
TWEEDE KAMER.
Overeenkomstig het voorstel van den voorzitter
werd in de gisteren gehouden zitting besloten Dins
dag a.s. in openbare behandeling te nemen verschil
lende wetsontwerpen, o. a. dat tot oprichting van een
nieuw Rijkskrankzinnigengesticht te Woensel en de
wijziging van de Surinaamsche begrooting voor de op
richting van een Cultuurbank.
De voorzitter herinnerde er vervolgens aan,
dat krachtens een vroeger genomen besluit hedenoch
tend te 11 uur in openbare behandeling zou komen
liet ontwerp-Zioktewet.
De Kamer ging daarna over tot het trekken van de
afdeelingen, waarna de leden zich naar de afdeelingen
begaven tot het kiezen van de voorzitters en onder
voorzitters en de vergadering gesloten werd.
RAAD VAN STATE.
In de vaeature-jhr. Den Beer Poortugael is tot lid
van den Raad van State benoemd de gep. luit.-gene
raal W. Cool, oud-minister van oorlog.
DE COALITIE.
Het „D. v. N.-Br." bevat het volgende bericht:
„Naar wij vernemen is de overeenkomst tusschen
de drie partijen der Rechterzijde thans formeel ge
sloten.
Men is, na ampel overleg en vriendschappelijke be
spreking der gerezen meeningsverscliillen tot de meest
volledige overeenkomst geraakt., waaronder ook Ede
en Ommen zijn begrepen.
De overeenkomst is door de vertegenwoordigers der
drie partijen geteekend en behoeft nu nog slechts de
bekrachtiging der partij-vergaderingen, welke op 24
April zullen worden gehouden.
Reeds nu mogen wij ons echter reeds verheugen
over de moreele zekerheid, dat het voorbestaan der
coalitie is gewaarborgd."
Uemengd ntenw».
DE NED. AMBULANCE TE KONSTANTINOPEL.
De correspondent van de N. R. Crt. te Konstanti-
nopel schrijft o.m. d.d. 29 Maart:
Onze ambulance, die op vertrekken stond, heeft wat
er nl was ingepakt van haar bagage weer uitgepakt,
nu zij na het lievige vechten in de stelling van Tsja*
taldsja opeens weer volop werk heeft gekregen, zóó
zelfs, dat ze gisteren ruim tweehonderd gewonden in
behandeling had. Jammer dat haar zoo bekwame en
algemeen zoo hoog gewaardeerde "chirurg, dr. Van den
Steen van Ommeren, de volgende week wegens drin
gende familieomstandigheden naar het vaderland te
rug moet. Do leider, dr. Lingbeek, zal dan ook de
heelkundige praktijk overnemen, voor. zooveel moge
lijk bijgestaan door dr. Biiller van „de Gelderland";
hij krijgt het dan niettemin wel zeer volhandig.
DE STRIJD IN DE KLEEDING1NDUSTRIE TE
AMSTERDAM.
De 2200 kleermakers, die uitgesloten worden over
een week en deze uitsluiting met een algemeene
werkstaking hebben beantwoord, hébben in een ge
combineerde vergadering van de besturen der betrok
ken organisaties o.m. besloten, een aanvang te maken
met. hot laten afreizen van kleermakers naar andere
plaatsen. In verband daarmede heeft zich een cou
peur uit hot buitenland beschikbaar gesteld om dertiu
kleermakers (stakers of uitgestotenen) tc Londen te
plaatsen.
Tot gistermiddag hadden zich reeds 600 stakers bij