Mr. P. J. TROELSTRA Magazijn „de Voordracht" „Alkmaar Packet". spreekt Maandag 14 April, des avonds 8 uur, in de groote zaal vjd. Har monie, over: 19de O. II» P» en de amataande vii*kiez§ngenM* Aandoeningen der huid. Evangelische Unie. -m Importeurs voor Nederland. VAN STRAALEN Co., Amsterdam. Entrée 10 Ct. Debat gewenscht. Kaarten vanaf heden verkrijgbaar bij O. J. VERKERK, Oosterstraat 35; D. BREGMAN, Klein-Nieuwland P. DEK KER, Lindegracht; J. DE VRIES, Landstraat 51; en Gebouw „Voorwaarts", Oudegracht. Het Bestuur der Afd. 8 D A P SPROKKELINGEN. Ingezondeu mededeel ingen ADVERTENTIE N. Hoogstraat 9, Alkmaar, bij het Stadhuis. Br&siloft&artikelen* Grootste sorteering In Brniloltsliederen, 50 cents de 100 stuks. Surprises vanaf 1 ct. per stuk. SST" Steeds het nieuwste voorhanden. "9Q Aanbevelend, A. CREFELD. Zwakken en herstellenden Lijders aan bloedarmoede en - Zenuwzwakte, luistert naar de Vereenigde getuigenissen van geneesheeren en van leeken aangaande de uit- muntende werking der Sanguinose Voorradig denleuwate modellen in s Benig adres voor Alk maar der beroemde VOOR JA A RSI) T HiNST. Aangevangen 1 Maart, dagelijks. Van 1LKK4AB 6 8 10.—, a so Van A fit MTE HtS» 491 6 SO, 0.30, 319, 4.—, (Gedeponeerd Handelsmerk). Fabricaat Handelsvereeniging „Amsterdam", Vraagt Uw fouragehandelaar en let vooral op nevenstaand merk, dat zich op iedere baal bevindt. «MÉS» IEDERE ME NS CU ZES MAAL MILLIONN AIR Een hoogst eenvoudige oplossing van de sociale vraagstukken geeft een statistiek in het tijdschrift „Himmel und Erde", welke zich met het in het zee water voorkomende goud bezighoudt. Evenals andere stoffen, bevat zeewater ook goud in opgelosten toe stand, doch in zeer geringe hoeveelheid. Op een kub. Meter water is gemiddeld 6 m.gr. goud en deze hoe veelheid is helaas te gering, om tot een industrieele onderneming te kunnen leiden; maar in het geheel bezit de in de zee voorhanden goudmassa toch een veel grootere waarde, dan alle goudmijnen en goudwas- scherijen ter wereld. Zelfs wanneer men 36 maal het bedrag van de tegenwoordige wereld-goudproductie jaarlijks aan het water onttrekken kon, zou men 500.000, dus een half millioen jaren noodig hebben, vóór men alle goud uit de zee zou hebben verkregen. De inhoud van alle zeeën der aarde kan men zoowat op 13.000.000.000.000.000 d. w. z. 13 trillioen K.G. water schatten. Uit deze getallen ziet men dus, dat in de zee 7.8 millioen K.G. goud zijn. Kon men het laten munten, dan zou ieder op aarde de. gelukkige be zitter van 4000 K.G. goud kunnen worden en inplaats van de gemiddelde som van slechts 5.20 aan goud, die tegenwoordig iedere mensch op aarde bezit, zou iedereen de gelukkige bezitter van 6 millioen gulden aan goud kunnen zijn. Een verleidelijke droom! Maar of de menschen, wanneer ze werkelijkheid werd, gelukkiger zouden zijn? Het zou een aantrekkelijk onderwerp voor een groot dichter zijn, de sociale ge volgen to schetsen, die een zoo voorbeeldelooze mil- liardenzegen voor de menschheid zou hebben! DE DROOM VAN DE ALCHIMISTEN VERWEZENLIJKT? Reeds in de grijze oudheid trachtten de alchimis ten het zoo begeerde goud uit onedele metalen te ver krijgen en zij hadden daartoe allerlei smeltkroezen, waarin verschillende metalen doorelkaar gemengd werden. Tegenwoordig weet men, dat wanneer ko per en zink te zamen gesmolten worden, een metaal ontstaat, dat in kleur op goud gelijkt. De ouden be oordeelden de dingen naar hun uiterlijk en zoo kwam het, dat ze meenden den „steen der wijzen" te hebben gevonden. Doch later deed men de ontdekking, dat het zoo verkregen metaal vrijwel waardeloos was. Van de alchimie kwam men tot de chemie, waarin geen plaats is voor zulke wonderen. De groote Fran- sche chemicus Lavoisier heeft den grondslag gelegd voor de berekeningen, waardoor wreldra de geheele vergissing aan het licht kwam. De chemje leerde, in de plaats van den droom der alchimisten, dat de stof in twee groote klassen ver deeld kan worden n.l, in enkelvoudige en samenge stelde. Iedere samengestelde stof bestaat uit enkel voudige. Ontleedt men honderden, duizenden, ja millioenen samengestelde stoffen, dan vindt men steeds weer een bepaald aantal enkelvoudige, die door geen enkel hulpmiddel verder ontleed kunnen worden. Wat men er ook mee begint, of men ze kookt of af koelt, of men ze tot de hoogste temperaturen verhit, of men ze oplost of er een electrischen stroom door leidt, niets vermag zulk een enkelvoudige stof verder te ontleden. Men noemt daarom deze enkelvoudige stoffen grondstoffen of elementen en in den loop der tijden leerde men er meer dan tachtig kennen. Alle metalen behooren ertoe, verder chloor, jodium, de ver schillende gassen, zooals waterstof, zuurstof, ook het radium enz. Nog nooit is het gelukt zulk een grond stof in een andere te veranderen. Zoo leerde dus de moderne chemie de onveranderlijkheid van de elemen ten. Ze toonde aan, dat onedele metalen nooit in edele veranderd kunnen worden, zoodat dus de droom der alchimisten voor eeuwig onvervuld moest blijven. Toen echter ontdekte de Engelsche onderzoeker Sir William Ramsay door zijn proeven met radium, dat de verandering van lood of ijzer in goud niet zoo on mogelijk was als eerst werd gedacht. Bij zijn onder zoekingen van het radium deed hij de merkwaardige ontdekking, dat het mogelijk is, de van het radium af- geslingerde deeltjes, de zoogenuamde radium-emana- tie, in een ander element, helium, te veranderen. Nog meer elementen, het torium, dat in de techniek voor het vervaardigen van gloeikousjes wordt gebruikt en het uranium zijn veranderlijk. Verder volgde in den laatsten tijd een zeer gewichtige ontdekking. De wa terstof, het zooveel gebruikte en totnogtoe als ele ment, dus als onveranderlijke grondstof beschouwde gas, is eveneens geen grondstof en hieruit kunnen ook andere stoffen te voorschijn gebracht worden. Zooals zoo dikwijls was ook hierbij het toeval de oorzaak van deze gewichtige ontdekking. Gelijk men wel weet, is er op de aarde tot nu toe slechts zeer weinig radium. Het grootste deel daar van, eenige grammen, is in het bezit van de Ween- sche wetenschappelijke academie, die daarvan kleine hoeveelheden aan beroemde geleerden uitleent. Ook Ramsay had een halve gram radiumbromide geleend, waarmede hij een tijdlang proeven nam. Daarmee waren hem een aantal nieuwe, gewichtige ontdekkingen, zooals het veranderen van koper in li thium en van silicium en titan in koolstof gelukt. Toen werd plotseling het radium door de Weensche academie terugverlangd en Ramsay kon zonder dit zeldzame en kostbare product zijn onderzoekingen niet voortzetten. Nu is hnt een eigenschap van het ra dium, dat het zeer groote hoeveelheden energie in zeer geconcentreerden vorm bevat. Ramsay zocht daarom naar een nieuwe bron van energie en omdat ook do energie van de Röntgenstralen dikwijls de zelfde uit werking heeft als het radium, onderzocht hij gebruik te Röntgembuizen, om te zien, welke uitwerkingen de stralen daarin hadden gehad. Tot zijn verwondering vond hij daarin het element helium. Twee andere on derzoekers Collie en Patterson, hadden voor hun on derzoekingen oveneens Röntgenbuizen gebruikt; deze waren met zuiver waterstof gevuld. Ook hier had on der invloed van de stralen een verandering plaats ge had. Toen men de buizen opende, bevatten ze aan zienlijke hoeveelheden van het element neon. Hoe dikwijls men de proeven ook herhaalde, telkens had den ze hetzelfde resultaat. Het eene element was dus in het andere veranderd. Omdat in de Röntgenbuis behalve het waterstof ook nog een aluminium plaatje was, dat voor het af leiden van de doorgevoerde elect.rische stroom diende, is het misschien mogelijk, dat het aluminium in he lium en neon veranderde. Of nu de verandering door het aluminium of het waterstof tot stand kwam is van minder belang tegenover het feit, dat het nu wer kelijk gelukt is een aantal elementen, waaronder tech nisch veel gebruikte, in andere te veranderen. Daardoor worden nieuwe gezichtspunten geopend. De leer van de oerstof krijgt nu weer meer waar schijnlijkheid, de oerstof, waaruit alle andere stoffen en lichamen, die wij kennen, door «verandering zijn ontstaan. Dan zal ook de oude droom der menschheid van de verandering der metalen werkelijkheid worden en de gedachte, onedele metalen in edele te verande ren, niet meer zoo onwaarschijnlijk zijn. Doch do tijd zal ons moeten leeren of men werkelijk in staat zal zijn, kunstmatig goud te vervaardigen. KINDERJOKKENTJES. Waar is bij kinderen de grens tusschen fantasie en leugenachtigheid? Dit is een probleem voor alle op voeders en alleen een fijn meevoelend ouder kan aan den toon en de manieren van het kind bespeuren of deze of gene mededeeling van hun kleintje een gevolg is van de rijke fantasie of dat men te doen heeft met een verkeerde karaktereigenschap, die uitgeroeid dient te worden. Het is een feit, dat naast fantasie, de suggestie een groote rol speelt. Zoo kunnen kin deren stijf en strak volhouden, dat zij een leelijke man in de kamer gezien hebben. Dan heeft een zekere beweging van een voorwerp hun fantasie aan het werken gebracht, en wordt in een schrikbeeld omge zet. De suggestie doet de rest: het kind is bang ge worden. Hoe in zoo'n geval te handelen? Er moet met veel tact worden opgetreden; men hoede zich het kind uit te lachen, maar overtuige het zorgvuldig van zijn vergissing. Een ander geval zette Dr. Brown onlangs in een brochure uiteen: Een kind hoestte; hij gaf het een hoest-pastille, dat heel lekker smaakte, zoodat een speelmakkertje er ook zin in kreeg, en er naar vroeg. Op het antwoord, dat de ander niet hoestte, begon het kind te kuchen, en kreeg toen zijn zin. Na dien keet- kon het kind den dokter niet zien of het begon te hoesten. Dr. Brown gelooft, hier met een geval van suggestie te doen te hebben. Volgens hem bestaat er verband tusschen de oogzenuw, die het beeld van den dokter opneemt en een krieuweling: de keel, die het kind doet hoesten. Hij gelooft niet, dat het kind zich bewust is, dat het, wanneer het begint te hoesten, een lekkere pastille krijgt. Dergelijke verschijnselen worden vaak waargeno men en op zeer jeugdigen leeftijd. Het bovenstaand geval betreft een meisje van ruim drie jaar. Bemerkt men zoo iets bij oudere kinderen, van zeven jaar b.v., dan is het raadzaam, er alle aandacht aan te schen ken, daar men nooit te vroeg het kind het leelijke van leugenachtigheid kan inprenten. Ontdekt men, dat een kind zich bewust aan een leugen schuldig maakt, dan onderzoeke men eerst de drijfveer. Want vaak komt het' voor, dat kinderen, om anderen een plei- zier te kunnen doen, meenen een leugen noodig te hebben. Het zou dan niet genoeg te betreuren zijn, wanneer een kind, afgeschrikt door een straffe toon, spijt zou hebben van een in oorsprong goede daad. LEVEN ZONDER HERSENEN. Het is reeds aan veel onderzoekers gelukt om vo gels, bij welke men de hersenen had weggenomen, door kunstmatige voeding maandenlang in het leven te houden, en zoo do verschijnselen te bestudeeren, die zich voordoen bij dieren, die van de groote herse nen beroofd zijn. Duiven, die op deze manier geope reerd zijn, zitten als in voortdurenden slaap. Ze heb ben den hals ingetrokken, houden de vleugels tegen het lichaam gedrukt en rusten op beide pooten. Stoot of knijpt men ze in de pooten, dan ontwaken ze, schudden het lichaam en de veeren, openen de oogen, bewegen zich zwaaiend een paar stappen naar voren, maar vallen dan weer in slaap. Laat men ze uit de hoogte naar beneden vallen, dan spreiden ze de vleu gels uit, vliegen in de bepaalde richting, doch zinken direct op den grond neer, waarvan ze niet weer trach ten op te staan. Soms ontwaken ze echter vanzelf en dan bestaat hun eenige bezigheid erin, dat ze de veeren in orde brengen. De oogen hebben last van het licht; de duiven sluiten weliswaar de oogleden niet, wanneer men zo met een kaars nadert, maar ze zijn toch onrustig en volgen zelfs met den kop de bewegingen van de kaars, die men in het donker voor haar oogen ronddraait, Houdt men een duif bijtende stoffen, zooals ammoniak onder den neus, dan schudt zc heftig met den kop en krabt met de pooten, om het bijtende vocht weg te krijgen. Ze is niet in staat haar voedsel op te pikken. Men moet den snavel openen en het voedsel tot. achter in de keel gieten, waarna ze het zelf inslikt. Deze verschijnselen bewij zen voldoende, dat de bewegingen na het wegnemen van de groote hersenen volkomen bewaard blijven. Alles wijst er echter op, dat deze dieren in een zeke ren droomtoestand verkeeren, waarin ze zich van hun bewegingen en waarnemingen niet helder bewust zijn. De huid is blootgesteld aan tal van aandoeningen, welke door de jeuk en pijn het leven van den patiënt haast ondraaglijk maken. Bovendien zijn zij dikwijls onooglijk en bieden zij hardnekkigen weerstand aan elke behandeling. Foster's Zalf geneest de huid door haar verzachten de, antiseptische en heelende eigenschappen. Zij gaat de ontsteking tegen en is bekend als een der beste geneesmiddelen tegen eczeem, huiduitslag, gordelroos, schurft, insectenbeten, winterhanden en voeten, ne-" te'iroos, dauwworm en alle jeukende huidziekten. Foster's Zalf (let op den juisten naam) is te Alk maar verkrijgbaar bij de heeren Nierop Slothouber, Langestraat 52. Toezending geschiedt franco na ontv. postwissel a 1.75 per doos. Ds. GROOT zal zjjne Cateehisatie hervatten op de volgende dagen8 en 10 April Dinsdag 7—8 uur, jongens van 18 15 jaar. Dinsdag 9 10 uur, boven 15 jaar. Donderdag 7—8 uur, meisjes van 18—15 jaar. Donderdag 89 uur, meisjes boven 15 jaar. Ouders kunnen hunne kinderen laten doopen te Oudorp dqji laatsten Zondag van elke maand, mits zij zich daartoe drie weken te voren aanmelden bij Ds. GROOT. Koopt daar uw in alle gevallen van bloedarmoede, zenuwzwakte en algemeene verslapping. Wat ondervinden de gebruikers van de Sanguinose Ik leed aan hartkloppingen en gebrek aan eet lust; de Sanguinose heeft mijne hartkloppingen genezen en mijn eetlust hersteld. ScheveniDgen. Mej. J. Verbaan. Ik was langen tijd lijdende aan zenuwzwakte, spoedig vermoeid, had geen eetlust en kon maar slecht slapen. Door het gebruik van slechts enkele flesschen Sanguinose ben ik herstelddoe met lust mijn werk, eet behoorlijk en slaap rustig. Babiloniënbroek. Mej. C. LankhaarVerzjjl. Wat getuigen de geneesheer en over de Sangniuose Ik houd de Sanguinose voor een hoogst waar devol preparaat voor al die gevallen, waar de normale bloedvorming geleden heeft. Jhr. Dr. J. L. C. Pompe v. Meerdervoort. (Brussel). Ik verwacht dat de Sanguinose de gewone staalpreparaten zal verdringen, die zoo dikwijls zonder uitwerking zijn. Hall. Dr. Alf. de Vriese. Gij behoeft van de Sanguinose geen likeurglaasjes te gebruiken (weemalen per dag een eet lepel is voldoende. Daar is geen middelversta het welgeen middel dat zoo snel en zoo af doende heipt in alle gevallen van bloedarmoede, zenuwzwakte; overspanning en algemeene verslapping. Hatiguieiose wordt verkocht in groote flacons van ruim 800 gram; prijs per fl. f 1.50; 6 fl. f8.- 12 fl. f 15. Waclil D voor namaak Bij alle Apothekers en voorname Drogisten. De Riemerstraat 2c/4, Den Haag. VAN DAM Co Te Alkmaar bij NIEROP SLOTHOUBER, firma SCHOUTEN Co., ANSINGH en MESMAN, Apothekers; Heiloo bjj G. JONGEJAN; Noord-Scharwoude A. SWAGER P. HOFF; Broek op Langendijk J. PLOEG; Zuidscharwoude G. LUITING; Winkel Wed. J. BUT TER; Stompetoren K. HOS; Avenhorn A. BELS; Anna Paulowna H. DEN ENGEL- SCHEN Oudkarspel H. HART, J. TIMMERMAN; St. Pancras R. PLOEGER; Warmen- huizen P. BAKKUM PASTOOR. W.G. LIENESCH, Ë^«ss« KHS I 5c 6 nor. O m. e „Molastego" is in vereeniging met ander voeder, het beste voor varkens van eiken leeftijd. Varkens hebben zeer veel zetmeelachtige stoffen noodighiertoe behoort ook de suiker, waarvan „Molastego" niet minder dan 40- 44 0/o bevat. Geen ander melasse voed er is zoo rijk aan de verteerbare suikerDient het eiwit in het voeder vooral voor den groei, de zetmeelachtige stoffen dienen mede tot de, vorming van spek en vet en is dit bij geen enkel landbouwdier van meer beteekenis dan bij het varken. Bovendien maakt de suiker het voeder smakelijker en bevordert zij de vertering der andere voederbestanddeelen. Daarbij is de suiker, die met zetmeel gelijk gesteld mag worden in „Molastego" goedkooper dan in mais of elk ander soort granen, daar het totale gehalte aan zetmeelachtige stoffen (de suiker inbegrepen) in Molastego 65 0/0 bedraagt. Natuurlijk moet door ander voeder in de eiwitbehoefte van de varkens voorzien worden. Tegenwoordig bestaat er in streken, waar de veehouders veel centrifugemelk of wei van de boter- of kaas- fabrieken terug krijgen, dikwijls groote verspilling bij voedering van groote hoeveelheden centrifugemelk of wei aan de varkens, omdat men veel te veel eiwitten geeft en te weinig zetmeelachtige stoffen. De „Molastego" mag, het voeder in drogen toestand gedacht, ongeveer één vijfde (1/5) van het rantsoen uitmaken. De samenstelling hiervan wisselt af met den leeftijd. Voor jonge varken» kunnen wjj aanbevelen 1/5 molastego, 2/8 graan en 2;6 erwtenmeel, voor zware mest varkens 2/5 molastego en 3/5 graan. „MOLASTEGO"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 6